U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

De omstandigheid dat gedaagde niet in staat is ter zitting te verschijnen en dat rekening moet worden gehouden met een geestelijke constitutie die kan leiden tot wilsverklaringen die op de voet van art 3:34 BW aan vernietiging blootstaan en/of tot afwegingen waarvoor gedaagde in redelijkheid niet ten volle verantwoordelijk voor kan worden gehouden, heeft de voorzieningenrechter gesteld voor de vraag hoe het belang van eisers bij spoedige nakoming van een mogelijk volstrekt rechtsgeldige koopovereenkomst met betrekking tot een woning kan worden gediend zonder dat het belang van gedaagde bij effectieve rechtsbescherming in het gedrang komt. Aanhouding gaat te ver omdat er geen aanwijzingen zijn dat gedaagde op een termijn van enkele weken zodanig zal zijn hersteld dat hij zijn eigen belangen weer adequaat kan behartigen. Voorzieningenrechter gaat over tot het benoemen van een provisioneel bewindvoerder en dwangvertegenwoordiger

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht

Sectie Handel & Insolventie

zaaknummer / rolnummer: C/15/222791 / KG ZA 15-157

Vonnis in kort geding van 3 april 2015

in de zaak van

1 [eiser1],

wonende te Koog aan de Zaan,

2. [eiser2],

wonende te Koog aan de Zaan,

eisers,

advocaat mr. L. de Leon,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te Koog aan de Zaan,

gedaagde,

procederend in persoon.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding met producties

de door eiseres nagezonden producties

het bericht van [A.], maatschappelijk werkster bij Dijk en Duin, van 30 maart 2015, waarin zij verzoekt om de mondelinge behandeling te verplaatsen aangezien gedaagde is opgenomen in de kliniek Dijk en Duin

het e-mail bericht van een kantoorgenoot van de advocaat van eisers waarin bezwaar gemaakt wordt tegen een aanhouding van de procedure

de beslissing van de voorzieningenrechter om de procedure niet aan te houden

de mondelinge behandeling, waarbij telefonisch contact is geweest met gedaagde en de behandelend psychiater.

1.2.

Gedaagde is niet verschenen omdat hij sinds 26 maart j.l. verblijft op de gesloten afdeling van de GGZ-instelling Dijk en Duin. De voorzieningenrechter heeft zijn behandelend psychiater de dag voor de zitting gesproken, nadat die het verzoek om aanhouding had herhaald. In dat gesprek is afgesproken dat ter zitting telefonisch contact zou worden gelegd.

1.3.

Ter zitting heeft de voorzieningenrechter telefonisch contact gehad met gedaagde en zijn behandelend psychiater.

1.4.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

In de dagvaarding is het volgende gesteld.

2.1.1.

Eisers zijn met gedaagde in onderhandeling geweest met over de aankoop van de woning [adres]. De onderhandelingen hebben geresulteerd in een schriftelijk vastgelegde koopovereenkomst die eind oktober 2014 door gedaagde, in het bijzijn van zijn makelaar en zijn advocaat, is ondertekend. Eisers tekenden de overeenkomst op 4 november 2014 op het kantoor van Simone Dijkman Makelaardij.

De koopovereenkomst is aangegaan onder ontbindende financieringsvoorwaarde, waarvoor de termijn afliep op 9 december 2014.

2.1.2.

Om financiering te kunnen verkrijgen dienden eisers een taxatierapport van de woning over te leggen. Eisers hadden een afspraak gemaakt met de verkopende makelaar om op 7 november 2014 de gekochte woning te bezichtigen, maten op te nemen en te laten taxeren.

2.1.3.

De afspraak werd is op 7 november 2014 telefonisch afgezegd door de verkopende makelaar, nu deze van gedaagde als eigenaar/verkoper geen toegang verkreeg tot de gekochte woning. Ook op 2 december 2014 is door gedaagde de toegang tot de gekochte woning ontzegd, zodat geen taxatierapport kon worden opgemaakt.

2.1.4.

Eisers hebben gedaagde bij e-mails d.d. 8 en 9 december 2014 in gebreke gesteld en hem een termijn van tien dagen gesteld om alsnog toegang van de gekochte woning te verlenen aan de door eisers ingeschakelde taxerende makelaar om de woning te kunnen taxeren. Deze termijn was zonder enige reactie van gedaagde verstreken.

2.1.5.

Eisers hebben aangedrongen op verlenging van de termijn voor het financieringsvoorbehoud. Bij e-mail van 24 december 2014 liet de verkopende makelaar aan eisers weten dat de taxatie op 29 december 2014 te 10:00 uur zal plaatsvinden.

2.1.6.

Bij email van dezelfde datum liet gedaagde aan eisers weten weten dat hij de rechtsgeldigheid van de koopovereenkomst betwist en dat de verkopende makelaar de woning uit de verkoop had moeten halen.

2.1.7.

Gedaagde verleende op 29 december 2014 (wederom) geen toestemming om de gekochte woning te betreden om de woning te kunnen taxeren.

2.1.8.

Bij brief van 29 december 2014 deelde gedaagde aan eisers mee dat hij de koopovereenkomst opzegt en dat eisers in gebreke zijn door geen waarborgsom te storten.

2.1.9.

Eisers hebben op 2 januari 2015 een bedrag van € 38.500,-- als waarborgsom doen storten op de derdengeldrekening van notariskantoor Dijkhuis Koeman te Koog aan de Zaan.

2.1.10.

Begin januari 2015 verleende gedaagde alsnog toegang tot de gekochte woning aan de taxatiemakelaar, die een taxatierapport heeft kunnen opmaken.

2.1.11.

Medio januari 2015 verleende de bank haar goedkeuring aan een hypothecaire lening door eisers, waarna de financiële stukken zijn gezonden aan de notaris. Van de zijde van eisers werd vervolgens bij e-mail d.d. 23 januari 2015 aan de notaris verzocht om een datum en een tijdstip vast te stellen voor de eigendomsoverdracht van de woning [adres]. Daarbij werd door de advocaat van eisers tevens aan de notaris verzocht om, bij het niet verschijnen door gedaagde, alsdan een akte van non-comparitie op te stellen.

2.1.12.

Op 27 januari 2015 nodigde de notaris partijen schriftelijk uit om te verschijnen op woensdag 4 februari 201 5 te 13:30 uur voor het ondertekenen van de notariële akte van levering van bedoelde woning.

2.1.13.

Bij e-mail en brief van 27 januari 2015 heeft eisers advocaat gedaagde gewezen op de juridische gevolgen indien hij niet zou verschijnen bij de notaris, dan wel geen medewerking zou verlenen aan de eigendomsoverdracht van de onderhavige woning.

2.1.14.

Bij e-mail van 31januari 2015 liet gedaagde aan de advocaat van eisers weten dat hij een klacht had ingediend bij ING Bank N.V. dat eisers mogelijk betrokken zijn bij criminele praktijken door het witwassen van crimineel geld of geld afkomstig van criminele activiteiten, dat eiser vanuit de ING Bank werkt en zijn e-mail account gebruikt voor mogelijk strafbare activiteiten en dat hij zal worden onderzocht door ING Bank.

2.1.15.

In antwoord op die email berichtte de advocaat van eisers bij e-mail van 2 februari 2015 aan gedaagde dat hij zich schuldig maakte aan laster en dat hij aansprakelijk wordt gesteld voor alle door eisers te lijden en nog te lijden (reputatie)schade. Aan gedaagde is uitdrukkelijk gesommeerd om tijdig te rectificeren, in de zin zoals omschreven in bedoelde e-mail. Gedaagde heeft tot op heden zijn uitlatingen niet gerectificeerd.

2.1.16.

Op 4 februari 2015 kon de eigendomsoverdracht van de woning [adres] geen doorgang vinden, aangezien gedaagde zijn medewerking niet wenste te verlenen. De notaris heeft gedaagde vervolgens uitgenodigd voor het tansport op18 februari 2015 te 15.00 uur. Gedaagde is opnieuw niet verschenen, waarna akte van non-comparitie is opgemaakt.

2.1.17.

ING is in verband met de klachten over eisers, een intern onderzoek begonnen. Eisers hebben op zondag 15 februari 2015 bij de politie aangifte gedaan van laster c.a. tegen gedaagde.

2.2.

Blijkens een overgelegd proces-verbaal heeft gedaagde in het kader van een gerechtelijke vaststellingsovereenkomst op zich genomen te zorgen voor de verkoop van de woning, die het belangrijkste actief is in de nalatenschap van zijn overleden vader. Gedaagde is executeur. De opbrengst is bedoeld om hem in staat te stellen zijn mede-erfgenamen uit te keren. Dat zijn twee broers en een zus, die aandringen op uitvoering van de vaststellingsovereenkomst.

2.3.

Gedaagde was sedert een aantal maanden in de woning woonachtig.

3 Het geschil

3.1.

Eisers vorderen samengevat – dat de voorzieningenrechter uitvoerbaar bij voorraad:

3.1.1.

bepaalt dat op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW het in deze procedure te wijzen vonnis dezelfde kracht zal hebben als een in wettige vorm opgemaakte notariële akte, met betrekking tot de overdracht van de eigendom van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres], kadastraal bekend als [kadaster] (hierna: de woning), welk vonnis voor inschrijving vatbaar zal zijn in de openbare registers;

3.1.2.

gedaagde veroordeelt om binnen tien dagen na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, de woning, met al wie en al wat zich daarin vanwege gedaagde bevindt, te ontruimen en te verlaten en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van

€ 10.000,00 per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat gedaagde aan deze veroordeling niet zal voldoen, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom;

3.1.3.

gedaagde veroordeelt om aan eisers tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de opeisbare boete van € 13.860,00, alsmede voor elke verstreken dag vanaf 26 februari 2015 een opeisbare boete van € 1.155,00 dan wel een zodanig bedrag dat billijk is;

3.1.4.

gebiedt dat gedaagde zich onthoudt en blijft onthouden van lasterlijke uitlatingen c.a. jegens eisers, zoals vermeld in de e-mail van 31 januari 2015 van gedaagde en te bepalen dat gedaagde zijn gewraakte passages binnen twee dagen na dagtekening van het in deze procedure te wijzen vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, zonder enige voorbehoud intrekt en dit schriftelijk aan ING Bank N.V. en aan eisers laat weten, met afschrift daarvan aan de advocaat van eisers, met opname van de door de advocaat van eisers in de dagvaarding voorgestelde tekst, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat gedaagde aan deze veroordeling niet zal voldoen, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom;

3.1.5.

gedaagde veroordeelt in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze procedure te wijzen vonnis, en voor het geval voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten;

3.1.6.

gedaagde veroordeelt in de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze procedure te wijzen vonnis, en voor het geval voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten.

3.2.

Gedaagde heeft in het telefoongesprek nogmaals aangedrongen op aanhouding van de zaak. Hij gaf aan dat hij het volstrekt niet eens is met de gang van zaken en de gelegenheid wil krijgen om verweer te voeren nadat hij uit de instelling is ontslagen.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

De omstandigheid dat gedaagde niet in staat is ter zitting te verschijnen en dat rekening moet worden gehouden met een geestelijke constitutie die kan leiden tot wilsverklaringen die op de voet van art 3:34 BW aan vernietiging blootstaan en/of tot afwegingen waarvoor gedaagde in redelijkheid niet ten volle verantwoordelijk voor kan worden gehouden, heeft de voorzieningenrechter gesteld voor de vraag hoe het belang van eisers bij spoedige nakoming van een mogelijk volstrekt rechtsgeldige koopovereenkomst met betrekking tot een woning kan worden gediend zonder dat het belang van gedaagde bij effectieve rechtsbescherming in het gedrang komt. Aanhouding gaat te ver omdat er geen aanwijzingen zijn dat gedaagde op een termijn van enkele weken zodanig zal zijn hersteld dat hij zijn eigen belangen weer adequaat kan behartigen.

4.2.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat in een geval als de onderhavige ambtshalve benoeming van een provisioneel bewindvoerder aangewezen is. De bevoegdheid daartoe is van oudsher in de taakopdracht van de president in kort geding besloten geacht (Meijers, Het kort geding, p. 93) en kan hier goede diensten bewijzen.

De bewindvoerder zal tevens worden benoemd tot dwangvertegenwoordiger van gedaagde als bedoeld in art 3:300 lid 1 B.W.

4.3.

Aan de te benoemen bewindvoerder wordt de opdracht gegeven om zich een oordeel te vormen over de vraag of er aan de zijde van gedaagde pleitbare gronden zijn om zich tegen de levering van de woning te verzetten. Voor het geval die er naar het oordeel van de bewindvoerder niet zijn krijgt de bewindvoerder de bevoegdheid en de opdracht dit aan eisers en de voorzieningenrechter te berichten en ten spoedigste medewerking te verlenen aan de vereiste leveringshandelingen.

Indien de bewindvoerder zodanige gronden wel aanwezig acht, c.q. daaromtrent twijfel heeft, dient zij schriftelijk rapport uit te brengen aan de voorzieningenrechter, waarop eisers mogen reageren. De voorzieningenrechter zal binnen een week na uitbrenging van het rapport een beslissing op de vordering nemen.

4.4.

De bewindvoerder zal in het kader van haar onderzoek in ieder geval gedaagde en zijn makelaar moeten horen.

4.5.

De door de bewindvoerder te maken kosten komen voor rekening van gedaagde.

4.6.

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter:

5.1.

benoemt als provisioneel bewindvoerder:

[provisioneel bewindvoerder]

;

5.2.

bepaalt dat de bewindvoerder op na te noemen wijze het bewind zal voeren over de hiervoor genoemde woning;

5.3.

bepaalt dat de bewindvoerder, indien sprake is van pleitbare gronden aan de zijde van [gedaagde] om zich tegen de levering van de woning te verzetten, uiterlijk twee weken na heden aan de rechtbank en partijen een rapport zal doen toekomen met haar bevindingen;

5.4.

bepaalt dat indien de bewindvoerder overgaat tot het indienen van een rapport eisers uiterlijk twee werkdagen na ontvangst van dat rapport een reactie daarop aan de rechtbank zal zenden;

5.5.

bepaalt dat de bewindvoerder als vertegenwoordiger van gedaagde op de voet van art. 3:300 BW haar medewerking aan de vereiste leveringshandelingen zal verrichten indien geen sprake is van de hiervoor bedoelde gronden en dit aan de voorzieningenrechter zal berichten;

5.6.

bepaalt dat de kosten van [provisioneel bewindvoerder] voor rekening van gedaagde komen;

5.7.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. S. van der Salm-van Gelderen op 3 april 2015.

type: 1053

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature