U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekster niet kan worden verweten dat zij geen stukken kan overleggen betreffende de ING -rekening met nr …..

Als er substantiële bedragen op die rekening blijken te staan, kan verweerder het verhaalsrecht toepassen. Voorts overweegt de voorzieningenrechter dat voldoende aannemelijk is dat de kinderen van verzoekster nog steeds tot haar huishouden behoren, zodat sprake is van een uitkering op basis van een eenoudergezin.

Het verzoek om voorlopige voorziening wordt toegewezen.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/649 en 13/1098

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter ter zitting van

25 februari 2013

in de zaken van:

[verzoekster]

wonende te [woonplaats],

verzoekster,

gemachtigde mr. M.M. Bonsen-Lemmers

tegen

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,

verweerder.

Bij besluit van 20 december 2012 (het eerste primaire besluit) heeft verweerder de uitkering die verzoekster ontvangt in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) opgeschort vanaf 10 december 2012, omdat verzoekster geen gegevens heeft verstrekt over de ING -rekening met nr. [nummer].

Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Voorts heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is geregistreerd onder nr. AWB 13/649.

Bij besluit van 5 februari 2013 (het tweede primaire besluit) heeft verweerder verzoeksters Wwb-uitkering per 10 december 2012 ingetrokken, omdat verzoekster niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht.

Bij besluit van 7 februari 2013 (het derde primaire besluit) heeft verweerder verzoeksters Wwb-uitkering over de periode 3 september 2012 tot en met 9 december 2012 herzien. Verzoeksters uitkering over deze periode is door verweerder omgezet in een uitkering naar de norm van een alleenstaande. Het recht op bijstand naar de norm voor een alleenstaande zal direct worden verrekend met de vordering die zal ontstaan naar aanleiding van de herziening.

Tegen beide besluiten heeft verzoekster op 15 februari 2013 bezwaar gemaakt. Voorts heeft verzoekster de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is geregistreerd onder nr. AWB 13/1098.

Beide verzoeken zijn behandeld ter zitting van 25 februari 2013.

Ter zitting is verzoekster, bijgestaan door mr. M.M. Bonsen-Lemmers, verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde mr. J. Kieviet.

Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter heeft:

- beide verzoeken om voorlopige voorziening toegewezen;

- de primaire besluiten van respectievelijk 20 december 2012, 5 februari 2013 en 7 februari 2013, geschorst tot zes weken na bekendmaking van de door verweerder te nemen beslissingen op bezwaar;

- verweerder veroordeeld in de door verzoekster gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 1.416,-- , te betalen aan de gemachtigde van verzoekster;

- verweerder gelast het door verzoekster betaalde griffierecht van in totaal € 86,-- aan haar te vergoeden.

Gronden van de beslissing

1. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de drie primaire besluiten alle voor verzoekster belastende besluiten zijn. Dit betekent dat de bewijslast voor de rechtmatigheid van deze besluiten bij verweerder ligt.

2. Allereerst is in geschil de vraag of aan verzoekster kan worden verweten dat zij geen informatie heeft verstrekt over de ING-rekening met nr. [nummer]. Die informatie is haar op 16 november 2012 voor het eerst gevraagd. Bij brief van 30 november 2012 heeft verzoekster geschreven: “Niet mijn reknr. Dus kan ik niet geven. Voor zover bekend zijn er geen sponsorgelden voor mijn zonen op ontvangen”. De voorzieningenrechter constateert dat uit stukken die door verweerder zijn overgelegd in het kader van een eerdere procedure al is gebleken dat deze rekening op naam staat van verzoeksters ex-partner [naam]. Op de internetsite die verweerder heeft geraadpleegd, staat vermeld dat deze rekening op de naam van [naam] staat. Verweerder kon dus weten dat de rekening op naam van de vader van verzoeksters kinderen staat. De voorzieningenrechter is in dit verband dan ook van oordeel dat verzoekster niet met succes kan worden tegengeworpen dat zij geen bewijsstuk van de ING-bank heeft overgelegd waarin staat dat zij niet over gegevens van voormelde rekening kan beschikken. Voorts staan verweerder andere middelen ter beschikking om, in het geval er substantiële gelden op bedoelde rekening zouden staan, hierover (deels) de beschikking te krijgen door middel van het verhaalsrecht.

Het voorgaande betekent dat er voor verweerder rechtens geen grond bestaat om verzoeksters Wwb-uitkering op te schorten en vervolgens in te trekken.

3. Wat de hoogte van verzoeksters uitkering betreft, overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Ter zitting heeft verzoekster desgevraagd verklaard dat zij in het kader van de kinderbijslag de Sociale Verzekeringsbank (Svb) in kennis heeft gesteld van het feit dat haar kinderen een zeiltocht gingen maken gedurende een aantal maanden en dat zij ten laste van haar zouden blijven. Verzoeksters kinderen zijn op 3 september 2012 aan hun zeiltocht begonnen. Overeenkomstig de informatie van de Svb heeft verzoekster over het vierde kwartaal van 2012 en het eerste kwartaal van 2013 kinderbijslag ontvangen. Vaststaat voorts dat verzoekster (nog steeds) het gezag over haar kinderen heeft en dat zij, naast de in het kader van een ondertoezichtstelling aangestelde gezinsvoogd, de verantwoordelijkheid heeft voor hun verzorging en opvoeding. De gezinsvoogd heeft voornamelijk tot taak ervoor te zorgen dat de kinderen naar school gaan.

Dat de vader van de kinderen achter hen aan vaart, wil niet zeggen dat hij officieel de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen heeft.

Verzoekster heeft verklaard veel contact te hebben met haar kinderen via Skype . Zij heeft de kinderen voorts gedurende drie weken zelf bezocht.

4. Onder deze omstandigheden bestaat er, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, geen aanleiding om verzoeksters Wwb-uitkering niet volledig aan haar uit te betalen naar de norm van een alleenstaande ouder.

5. Het voorgaande brengt met zich dat de voorzieningenrechter aanleiding ziet de drie primaire besluiten van respectievelijk 20 december 2012, 5 februari 2013 en 7 februari 2013, te schorsen tot zes weken na bekendmaking van de door verweerder te nemen beslissingen op bezwaar. Dit betekent dat verzoeksters Wwb-uitkering vanaf 10 december 2012 volledig moet worden doorbetaald naar de norm van een alleenstaande ouder. Ook betekent dit dat verzoekster recht heeft op een Wwb-uitkering over de periode 3 september 2012 tot en met 9 december 2012 naar de norm van een alleenstaande ouder.

6. De voorzieningenrechter veroordeelt voorts verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.416,-- (2 punten voor het indienen van beide verzoekschriften, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 472,- en een wegingsfactor 1). Omdat ten behoeve van verzoekster een toevoeging is verleend op grond van de Wet op de rechtsbijstand, moet verweerder op grond van artikel 8:75, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht het bedrag van de proceskosten betalen aan de gemachtigde van verzoekster.

7. Tot slot gelast de voorzieningenrechter verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht van in totaal € 86,-- aan haar te vergoeden.

8. De voorzieningenrechter deelt mede dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.

Uitgesproken in het openbaar op 25 februari 2013 te Haarlem door

mr. A.C. Terwiel - Kuneman, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van

P.M. van der Pol, griffier.

griffier voorzieningenrechter

Afschrift verzonden:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature