Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Erfrecht; legitieme portie; onterving; inkorting giften

Geding tussen twee zusters, A en B, waarbij A is onterfd. A doet na overlijden moeder beroep op de legitieme portie. Moeder heeft de drie laatste jaren van haar leven haar vermogen ten nadele van A geminimaliseerd. Ze heeft daartoe onder meer een bedrag van EUR 263.850,- in contanten opgenomen. B, bij wie moeder inwoonde, stelt niet te weten wat moeder met dat geld deed. De rechtbank gaat ervan uit dat B dit als gift heeft ontvangen en telt dit bij de legitieme massa op.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht

Zittingsplaats Alkmaar

JR/HP

zaaknummer / rolnummer: C/14/143559 / HA ZA 13-33

Vonnis van 4 september 2013

in de zaak van

A,

wonende te Heerhugowaard,

eiseres bij dagvaarding van 24 januari 2013,

advocaat mr. M.J.P. Schipper te Heerhugowaard,

tegen

B,

wonende te Egmond aan Zee, gemeente Bergen NH,

gedaagde,

advocaat mr. P. Dorhout te Egmond aan den Hoef.

Partijen zullen hierna A en B genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

het tussenvonnis van 3 april 2013

het proces-verbaal van comparitie van 24 juni 2013.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Partijen zijn zusters. Op 7 augustus 2005 overleed de vader van partijen, de heer X. Zijn nalatenschap is afgewikkeld. Bij het overlijden van de vader van partijen bedroeg de nalatenschap € 510.781,-. A heeft hiervan € 41.801,- ontvangen, B € 104.502,-.

2.2.

De moeder van partijen, mevrouw Y, hierna te noemen ‘erflaatster’, heeft vanaf november 2005 tot oktober 2008 bij B in een zomerhuisje in de tuin gewoond. Op 6 december 2008 overleed erflaatster. Zij had bij testament van 21 december 2001 reeds over haar nalatenschap beschikt. B is daarbij als enig erfgenaam benoemd. Aan A is een legaat toegekend, zijnde een bedrag in contanten ter grootte van haar legitieme portie. Eiseres heeft het haar gemaakte legaat geaccepteerd en heeft aanspraak gemaakt op haar legitieme portie.

2.3.

B heeft bij notariële akte een boedelbeschrijving en rekening en verantwoording opgesteld. Deze akte is verleden op 19 juli 2011. De waarde van de nalatenschap bedroeg op dat moment € 8.655,96.

2.4.

Blijkens een brief van de Belastingdienst van 16 september 2010 heeft erflaatster in 2006 en 2007 in totaal voor een bedrag van circa € 350.000,- ingeteerd op haar vermogen. Dit ondanks een netto inkomen in 2006 van € 40.000,-. Erflaatster werd in 2006 87 jaar.

3 Het geschil

3.1.

A vordert – samengevat – :

- Voor recht te verklaren dat de legitimaire massa in de nalatenschap van mevrouw Y bedraagt € 403.388,87, te vermeerderen met de wettelijke rente, en dat de legitieme portie van eiseres bedraagt ¼ gedeelte daarvan ofwel € 100.847,22 te vermeerderen met rente.

- B te veroordelen tot betaling aan A een bedrag van € 98.683,23 te vermeerderd met rente.

- Met veroordeling van B in de kosten.

3.2.

B voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Erflaatster is overleden na 1 januari 2003, zodat ingevolge artikel 68a lid 1 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek, het thans geldende erfrecht op onderhavig geschil van toepassing is. Dit is ook in overeenstemming met de wil van erflaatster.

4.2.

A is door erflaatster onterfd. Als legitimaris is zij naar huidig recht geen erfgenaam. Zij heeft jegens de erfgenamen een aanspraak op geld . Artikel 4:65 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat de legitieme porties worden berekend over de waarde van de goederen van de nalatenschap, te vermeerderen met de bij deze berekening in aanmerking te nemen giften en te verminderen met de schulden, vermeld in artikel 4:7 lid 1 a tot en met c en f. BW. Op grond van artikel 4:6 BW is de peildatum voor de waarde van de goederen van de nalatenschap de datum van openvallen van de nalatenschap, dus de datum van overlijden van erflaatster, 6 december 2008.

4.3.

Ten eerste vordert A verklaringen voor recht. Voor de toewijsbaarheid van die vordering moet vast komen te staan dat de omvang van de legitimaire massa precies het door haar gestelde bedrag is. Dit betekent dat wanneer één van de bestanddelen van de nalatenschap anders wordt gewaardeerd dan A doet, de kans dat deze vordering niet toewijsbaar is, groot is. De kans dat het verschil precies wordt gecompenseerd met een verschil in de waardering van een ander vermogensbestanddeel is nihil te achten. Het staat de rechtbank niet vrij een verklaring voor recht voor een ander dan het gevorderde bedrag toe te wijzen. A heeft hierover desgevraagd op de zitting verklaard dat dit probleem wordt ondervangen door de vordering van € 98.683,23, welke vordering wél ook voor het mindere kan worden toegewezen.

4.4.

Tussen partijen is niet in geschil dat erflaatster zich gedurende de drie laatste jaren van haar leven heeft ingespannen om haar vermogen te minimaliseren. B heeft daarover onomwonden en onweersproken verklaard dat erflaatster dit deed om ervoor te zorgen dat A zo min mogelijk zou erven. Wel twisten partijen over de vraag of de bedragen die erflaatster heeft laten verdwijnen moeten worden beschouwd als

‘in aanmerking te nemen giften’ aan B als bedoeld in artikel 4:65 BW .

4.5.

B heeft aan A een gedetailleerd overzicht gegeven van alle opnames die zijn gedaan van de rekening van erflaatster. Op grond daarvan is A tot het oordeel gekomen dat B ten nadele van de legitieme portie van A giften heeft ontvangen.

4.6.

A voert vijftal posten op die, opgeteld, de door haar berekende legitimaire massa zouden vormen:

a) de legitimaire massa volgens de akte van 19 juli 2011: € 8.655,96

b) overboekingen zonder titel: € 34.578,00

c) een openstaande lening van: € 37.009,91

d) schenkingen onder het mom van huur: € 59.295,00

e) 81 contante opnamen van in totaal: € 263.850,00

--------

totaal € 403.388,87.

de legitimaire massa volgens de akte van 19 juli 2011

4.7.

A heeft een bedrag van EUR 2.163,99 reeds ontvangen, zijnde haar legitieme portie (½ * ½) van EUR 8.655,96. Het onder 4.6. onder a) genoemde bedrag is dus tussen partijen niet in geschil.

overboekingen zonder titel

4.8.

Wat betreft de ‘overboekingen zonder titel’ (4.5. onder d), erkent B dat een bedrag van in totaal EUR 34.578,00 in 2005 naar haar rekening is overgemaakt. Zij stelt primair dat dit een vergoeding is voor de door haar in de periode 2000 tot 2005 aan erflaatster verleende zorg. Subsidiair stelt zij dat, voor zover deze bedragen als giften moet worden beschouwd, deze niet kunnen worden opgeteld bij de legitimaire massa, nu de wettelijke verplichting tot het inbrengen van schenkingen niet meer geldt en deze bovendien is uitgesloten in het testament van erflaatster.

4.9.

De rechtbank zal A volgen in haar stelling dat in dit geval moet worden aangenomen dat sprake is van in aanmerking te nemen giften aan B. Erflaatster woonde eerst sinds oktober 2005, na het overlijden van haar echtgenoot, bij B. Gesteld noch gebleken is dat de zorg die B in de periode 2000 – 2005 aan haar ouders zou hebben besteed, zodanig uitsteeg boven de zorg die tussen ouders en kinderen gewoonlijk zonder vergoeding wordt verleend, dat een vergoeding hiervoor redelijk moet worden geacht. De stelling van B dat schenkingen sinds de invoering van het nieuwe erfrecht niet worden betrokken bij de bepaling van de legitimaire massa, in onjuist. Artikel 67, aanhef en onder d BW bepaalt dat bij de berekening van de legitieme portie giften door de erflater aan een afstammeling gedaan te allen tijde in aanmerking worden genomen, mits deze afstammeling legitimaris van erflater is. Nu B op grond van artikel 4:63, tweede lid BW in samenhang met artikel 4:10 eerste lid onder a BW legitimaris en afstammeling is van erflaatster worden de giften van erflaatster aan B bij de berekening van de legitieme portie in aanmerking genomen.

de openstaande lening

4.10.

Door erflaatster is op 27 september 2005 een bedrag van EUR 27.000,- overgemaakt naar A. Konijn Campers, ten behoeve van de aanschaf van een camper door B. A stelt dat dit bedrag moet worden beschouwd als een gift, nu van terugbetaling door B niet is gebleken. Vermeerderd met wettelijke rente daarover dient de legitimaire massa daarom met EUR 37.009,91 worden vergroot, aldus A.

4.11.

B stelt hier niet meer tegenover dan dat dit bedrag is terugbetaald in contanten. Desgevraagd verklaart zij niet te weten wanneer dit is terugbetaald, in welke termijnen dit is terugbetaald, of met welke bedragen dit is terugbetaald. Wel stelt B nog dat dit in termijnen van “honderden, misschien vijfhonderd” per keer ging. De vaagheid van deze verklaring verbaast, nu deze haaks staat op de stelling van B dat erflaatster erg strikt was ten aanzien van terugbetaling van leningen. De rechtbank acht dit verweer dermate weinig concreet, dat zij B niet zal toelaten tot het bewijs van haar stelling. B heeft gelet hierop niet aannemelijk gemaakt dat zij een bedrag van EUR 27.000,- in contanten aan erflaatster heeft terugbetaald.

4.12.

De rechtbank zal de overboeking van EUR 27.000,- beschouwen als een in aanmerking te nemen gift aan B die bij de legitieme massa moet worden opgeteld. Nu geen sprake is van verzuim in betaling van een geldsom, is geen wettelijke rente hierover verschuldigd, behoudens het bepaalde in 4:81 jo. 4:84 BW.

giften onder het mom van huur en verzorging

4.13.

A stelt onbetwist dat erflaatster in de periode dat zij bij B in het zomerhuisje woonde aan haar een bedrag van EUR 88.500,- aan “huur en verzorging” heeft betaald. A stelt zich op het standpunt dat een derde daarvan een redelijke vergoeding zou zijn geweest. Het verschil moet volgens haar als gift aan B worden beschouwd.

4.14.

B heeft zich verweerd met de stelling dat de door erflaatster betaalde bedragen van EUR 3.000,- per maand redelijk zijn in verhouding tot de geleverde huisvesting en zorg. In overleg met de fiscus is bepaald dat hiervan een bedrag van € 1.500,- werd aangemerkt als betaling van huur, en EUR 1.500,- als betaling voor zorg.

4.15.

De rechtbank is van mening dat door A onvoldoende is gesteld om aan te nemen dat een bedrag van EUR 3.000,- per maand onredelijk is als bedrag voor de huur van het zomerhuisje en zorgverlening en derhalve moet worden aangemerkt als giften. Het bedrag van EUR 88.500,- wordt daarom niet bij de legitimaire massa opgeteld.

Contante opnamen van in totaal EUR 263.850,-

4.16.

Tussen partijen staat vast dat erflaatster na het overlijden van haar echtgenoot heeft getracht haar bankrekening zoveel als mogelijk leeg te halen. Dit met het oog op het benadelen van A. Dat oogmerk heeft geleid tot exorbitante opnames in contant geld, waaronder bijvoorbeeld alleen al in de maand september van 2005 een achttal kasopnames van in totaal EUR 38.000,-. Alles bij elkaar heeft erflaatster in een periode van 3 jaar en 4 maanden een bedrag van EUR 263.850,- in contanten opgenomen.

4.17.

A heeft gemotiveerd gesteld dat dit geld ten goede is gekomen aan B. B betwist dit. Ter zitting verklaarde B over de kasopnames dat zij en haar echtgenoot altijd bij de bewuste opnames aanwezig waren. De rechtbank heeft B daarop gevraagd waarvoor erflaatster dat geld gebruikte. B stelt dat niet te weten, ondanks het feit dat erflaatster ruim 85 jaar was, intensieve zorg van B genoot, en weinig meer buiten de deur kwam. Niet alleen dat, B stelt ook desgevraagd dat zij uit beleefdheid nooit aan erflaatster heeft gevraagd wat zij met het geld deed. De rechtbank gaat daar niet in mee. De stelling dat B haar hoogbejaarde moeder in de bewuste periode ruim tweehonderdzestigduizend euro in contanten liet opnemen, zonder ook maar éénmaal te informeren waaraan deze bedragen werden besteed, acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig.

Tenzij B de begunstigde van de opgenomen contanten was.

4.18.

De rechtbank gaat er dan ook van uit dat erflaatster het geld aan B heeft geschonken. Het bedrag van EUR 263.850,- zal daarom bij de vaststelling van de legitimaire massa in aanmerking worden genomen. De legitieme massa bedraagt dus in totaal:

EUR 8.655,96 + 34.578,00 + 27.000,00 + 263.850,00 = EUR 334.083,96.

De legitieme portie van A bedraagt ¼ hiervan, te weten: EUR 83.520,99.

4.19.

Aangezien de waarde van de nalatenschap slechts EUR 8.655,96 bedraagt, krijgt A ter zake van haar legitieme portie een vordering op B in haar hoedanigheid van begiftigde en kan zij op grond van artikel 4:89 BW de giften die zijn gedaan aan B inkorten voor zover deze afbreuk doen aan haar legitieme portie. Inkorting van een gift dient op grond van artikel 4:90, lid 1 BW te geschieden door een verklaring aan de begiftigde. De dagvaarding in deze zaak kan gelden als een dergelijke verklaring.

4.20.

De legitieme portie van A bedraagt EUR 83.520,99. Hiervan dient te worden afgetrokken wat zij al uit de nalatenschap heeft ontvangen, te weten EUR 2.163,99. Het restant bedraagt EUR 81.357,-. Nu de legitieme portie van B door toewijzing van dit bedrag niet in gevaar komt (zie artikel 4:90, lid 2 BW) is de vordering tot dit bedrag toewijsbaar. De gevorderde rente hierover zal worden afgewezen nu deze rente op grond van artikel 4:84 BW op nihil moet worden gesteld.

4.21.

B zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van A worden begroot op:

- dagvaarding €  101,29

- griffierecht 842,00

- salaris advocaat 2.842,00 (2,0 punten × tarief € 1.421,00)

Totaal €  3.785,29

5 De beslissing

De rechtbank:

5.1.

veroordeelt B aan A te betalen een bedrag van EUR 81.357,-;

5.2.

veroordeelt B in de proceskosten, aan de zijde van A tot op heden begroot op € 3.785,29;

5.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

5.4.

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2013.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature