Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Kinderalimentatie en woonlandbeginsel.

Verdeling van de beschikbare draagkracht over kinderen waarbij een van de kinderen in Marokko woont. De rechtbank heeft, net als verweerster, aansluiting gezocht bij het woonlandbeginsel en op basis van dit beginsel beoordeeld dat 70 % van de beschikbare draagkracht van de man beschikbaar is voor kinderalimentatie voor het kind in Nederland. Verwezen is ook naar de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 11 januari 2012 (LJN: BV 2280).

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht

Sectie Familie & Jeugd

MKG

zaak- en rekestnummer: 137945 / FA RK 12-421

datum: 27 maart 2013

Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken

in de zaak van:

[man],

wonende te Utrecht,

verzoekende partij,

advocaat: mr. B. van Nimwegen,

tegen:

[vrouw],

p/a mr. J.J. Wedemeijer te Alkmaar,

gerekwestreerde,

advocaat: mr. J.J. Wedemeijer.

Partijen zullen verder ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Ter griffie van de rechtbank te Alkmaar is op 29 mei 2012 een verzoekschrift van de man ingekomen waarin wordt verzocht de – naar de rechtbank begrijpt – bij beschikking van de rechtbank te Utrecht van 31 januari 2007 vastgestelde bijdrage (hierna: kinderbijdrage) ten behoeve van de minderjarige [minderjarig kind A](hierna: [kind A]), geboren op[geboorte datum minderjarig kind A] in de gemeente Utrecht, op nihil te stellen met ingang van 1 januari 2011, althans te stellen op een door de rechtbank te bepalen bedrag en ingangsdatum.

De vrouw heeft daarop een verweerschrift ingediend, strekkende tot afwijzing van het verzoek.

De man heeft bij bericht van 21 januari 2013 en 29 januari 2013 aanvullende stukken ingediend.

De vrouw heeft bij faxbericht van 21 januari 2013 gereageerd op de door de man ingediende stukken van

21 januari 2013.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 31 januari 2013, alwaar is verschenen de vrouw, bijgestaan door mr. Wedemeijer voornoemd. De man en mr. Van Nimwegen voornoemd zijn niet verschenen. De man was per abuis verschenen bij de verkeerde rechtbank en mr. Van Nimwegen was verhinderd in verband met ziekte. Op verzoek van

mr. Wedemeijer heeft de mondelinge behandeling wel plaatsgevonden en is de man in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op hetgeen de vrouw tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht.

Van de mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgesteld.

Bij bericht van 25 februari 2013 heeft de man gereageerd op hetgeen de vrouw tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht.

DE BEHANDELING VAN DE ZAAK

Feiten

Partijen zijn op 3 augustus 2000 met elkaar gehuwd. Het huwelijk is ontbonden op 4 januari 2007 door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 6 september 2006 in de registers van de burgerlijke stand. [kind A] is uit het huwelijk van partijen geboren. [kind A] verblijft bij de vrouw.

Bij beschikking van 31 januari 2007 is bepaald dat de man aan de vrouw een bijdrage zal betalen ten behoeve van [kind A] van € 125,- per maand.

In verband met de wettelijke indexering bedraagt de bijdrage per 1 januari 2013 (afgerond) € 141,- per maand.

De man is op 16 juli 2009 hertrouwd. Uit dit huwelijk is op [geboorte datum kind B] een kind geboren, genaamd [kind B].

Standpunt partijen

De man voert als grond voor het verzoek aan dat de bijdrage niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet wegens wijziging in de draagkracht. De vastgestelde bijdrage was gebaseerd op het feit dat de man een inkomen had uit twee dienstverbanden. Daarvan is met ingang van 2011 geen sprake meer. Daarnaast is de man hertrouwd in Marokko en is [kind B] uit dit huwelijk geboren. De echtgenote van de man en [kind B] verblijven in Marokko maar de man heeft wel financiële verplichtingen jegens hen bij gebrek aan sociale voorzieningen.

De vrouw erkent dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden nu de man onderhoudsplichtig is geworden jegens [kind B]. Volgens de vrouw is er echter geen reden om de vastgestelde bijdrage te wijzigen.

Beoordeling rechtbank

Op grond van artikel 401 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan een door de rechter vastgestelde kinderbijdrage bij latere beschikking worden gewijzigd indien deze bijdrage door een wijziging van omstandigheden niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Tussen partijen staat niet ter discussie dat er aan de zijde van de man sprake is van een wijziging van omstandigheden nu de man onderhoudsplichtig is geworden jegens [kind B]. De man is derhalve ontvankelijk in zijn verzoek. Beoordeeld dient thans derhalve te worden of de man voldoende draagkracht heeft de vastgestelde kinderbijdrage te betalen.

De behoefte van [kind A] aan een bijdrage is niet weersproken en staat derhalve vast.

De vrouw heeft de door de man overgelegde draagkrachtberekening niet betwist. De rechtbank leidt daaruit af dat de vrouw haar verweer ten aanzien van de terugval in het inkomen van de man niet langer handhaaft. De rechtbank zal dan ook uitgaan van de door de man opgestelde draagkrachtberekening.

Uit voormelde draagkrachtberekening blijkt dat de man een draagkrachtruimte heeft van (afgerond) € 323,- per maand. De man heeft gesteld dat hij de financiële zorg heeft voor zijn gezin. Hij betwist dat zijn onderhoudsverplichting jegens zijn huidige echtgenote geen voorrang heeft. Op grond van artikel 400 van

boek 1 BW heeft de onderhoudsplicht ten opzichte van kinderen echter voorrang boven alle andere onderhoudsverplichtingen. De onderhoudsverplichting van de man jegens zijn kinderen gaat op grond van voormeld artikel voor de onderhoudsverplichting van de man jegens zijn huidige echtgenote. 70 % van de draagkrachtruimte van de man is derhalve beschikbaar voor het betalen van een onderhoudsbijdrage jegens zijn kinderen, dit betreft derhalve een bedrag van (afgerond)

€ 226,- per maand.

Partijen verschillen van mening hoe de beschikbare draagkrachtruimte van de man over zijn kinderen dient te worden verdeeld. De rechtbank begrijpt dat de man zich op het standpunt stelt dat zijn draagkracht gelijkelijk over zijn twee kinderen dient te worden verdeeld. De vrouw is van mening dat de kosten van levensonderhoud in Marokko lager zijn dan in Nederland en dat er om die reden aanleiding is om aan te sluiten bij het Woonlandbeginsel voor de kinderbijslag. De vrouw heeft aan de hand van dit beginsel berekend dat 70 % van de beschikbare draagkrachtruimte beschikbaar zou moeten zijn voor [kind A] en 30 % voor [kind B].

De rechtbank overweegt als volgt.

De beschikbare draagkracht wordt in beginsel gelijkelijk verdeeld over alle kinderen waarvoor de betrokkene onderhoudsplichtig is, tenzij er een aantoonbaar verschil in behoefte bestaat. De man heeft niets gesteld en ook geen stukken overgelegd van de behoefte van [kind A] noch van [kind B]. Ook de vrouw heeft geen inzage gegeven in de behoefte van [kind A]. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank er vanuit gaan dat de behoefte van [kind A] en [kind B] gelijk is.

De man heeft als reactie op het standpunt van de vrouw dat de kosten voor levensonderhoud in Marokko lager zijn dan in Nederland enkel gesteld dat de vrouw haar standpunt niet heeft onderbouwd. De rechtbank deelt deze mening van de man niet. De vrouw heeft voor haar standpunt aansluiting gezocht bij het Woonlandbeginsel dat wordt gebruikt bij het vaststellen van het kinderbijslagbedrag voor kinderen buiten Nederland. Op grond van artikel 12 van de Algemene Kinderbijslagwet bedraagt het kinderbijslagbedrag voor een kind dat buiten Nederland woont een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het basiskinderbijslagbedrag. Dit percentage wordt, zo geeft voormeld artikel 12 in lid 2 aan, zo bepaald dat het een weergave is van de verhouding tussen het kostenniveau van het land waar het kind woonachtig is en dat van Nederland. Voor Marokko is inderdaad een woonlandfactor van 60 % aangegeven. De rechtbank is van oordeel dat de vrouw haar standpunt met verwijzing naar voormeld Woonlandbeginsel voldoende heeft onderbouwd.

Het had op de weg van de man gelegen aan te tonen dat in de onderhavige situatie het Woonlandbeginsel niet toepasbaar is en derhalve dat de kosten van levensonderhoud in Marokko gelijk zijn aan die in Nederland. Nu de man dat niet heeft gedaan zal de rechtbank aansluiting zoeken bij hetgeen de vrouw heeft gesteld. Ten overvloede wijst de rechtbank daarbij op de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 11 januari 2012 (LJN: BV2280) waarin – kort weergegeven – het kostenniveau tussen twee verschillende landen is vergeleken aan de hand van de zogeheten Big Mac Index. Het is derhalve niet ongebruikelijk dat bij het vaststellen van een bijdrage rekening wordt gehouden met het verschil in kostenniveau tussen landen.

Gelet op het bovenstaande is 70 % van de beschikbare draagkracht van de man beschikbaar voor een kinderbijdrage ten behoeve van [kind A], derhalve een bedrag van (afgerond) € 158,- per maand. Op basis van deze gegevens is de man derhalve nog steeds in staat de vastgestelde bijdrage ten behoeve van [kind A] te betalen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat deze bijdrage nog steeds voldoet aan de wettelijke maatstaven. De rechtbank zal het verzoek van de man dan ook afwijzen.

Dit leidt tot de volgende beslissing.

DE BESLISSING

De rechtbank:

Wijst het verzoek van de man af.

Deze beschikking is gegeven door mr. M.F.G.H. Beckers, lid van gemelde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 maart 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.

Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en de verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature