E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBNHO:2013:11871
Rechtbank Noord-Holland, RK 13/836

Inhoudsindicatie:

Verzoek schadevergoeding art. 89 Sv. Niet de vraag is aan de orde of verdachte destijds terecht als verdachte is aangemerkt of dat de voorlopige hechtenis in de omstandigheden van het geval terecht is opgelegd. Wel is aan de orde de vraag of er redenen van billijkheid zijn om aan verzoeker een vergoeding voor de schade als gevolg van de ondergane hechtenis toe te kennen, beschouwd vanuit het perspectief dat het openbaar ministerie heeft beslist verdachte niet (verder) te vervolgen.

Onjuist is daarbij de veronderstelling van de officier van justitie dat verdachte de voortduring van de voorlopige hechtenis aan zichzelf te wijten heeft, omdat hij zich op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Allereerst, omdat verdachte tegenover de politie duidelijk heeft uitgesproken niets met de dood van het slachtoffer te maken te hebben gehad. Daarnaast, omdat het een recht van de verdachte is om zich op zijn zwijgrecht te beroepen.

In de omstandigheden van dit geval bestaat geen aanleiding om geen vergoeding aan verdachte toe te kennen in verband met de door hem gekozen proceshouding.

Vergoeding toegekend, ook deels extra materiƫle schade vergoed.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie