Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

ongeoorloofde openbaarmaking foto, aan schadevergoeding gederfde licentievergoeding met 25% opslag toegewezen

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

kantonrechter

locatie Amersfoort

zaaknummer: 5202536 AC EXPL 16-2736 ID/963

Vonnis van 2 november 2016

inzake

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

verder ook te noemen [eiser] ,

eisende partij,

gemachtigde: mr. Y. Hootsmans,

tegen:

[gedaagde] ,

tevens handelend onder de naam [bedrijf],

wonende te [woonplaats] ,

verder ook te noemen [gedaagde] ,

gedaagde partij,

procederend in persoon.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

het tussenvonnis van 13 juli 2016,

productie 12 van de zijde van [eiser] ,

het proces-verbaal van comparitie van 29 september 2016,

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser] is fotograaf en gespecialiseerd in panoramafoto’s.

2.2.

[gedaagde] exploiteert onder de naam [bedrijf] een bedrijf dat gespecialiseerd is in het optimaliseren van motormanagement voor auto’s en bussen.

2.3.

[eiser] is auteursrechthebbende op de panoramafoto “ [foto] ” (hierna: de foto).

2.4.

De foto is zonder toestemming van [eiser] en zonder vermelding van de naam van [eiser] als maker in bewerkte vorm op de website van [bedrijf] , [website] , (hierna: de website) geplaatst.

2.5.

Bij brief van 3 juni 2015 heeft [eiser] [gedaagde] gesommeerd de foto binnen veertien dagen van de website te verwijderen en € 1.000,00 aan schadevergoeding te betalen wegens schending van het auteursrecht van [eiser] . De foto is binnen deze termijn verwijderd. Betaling van de schadevergoeding is uitgebleven.

2.6.

Bij brief van 22 oktober 2015 heeft mr. Hootsmans namens [eiser] [gedaagde] gesommeerd tot betaling van € 1.500,00 aan schadevergoeding wegens schending van de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [eiser] . Ondanks herhaalde sommatie is [gedaagde] niet tot enige betaling overgegaan.

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert - na wijziging van de eis ter zitting - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.500,00 aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 3 juni 2015 tot de voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten ex artikel 1019h Rv ad € 3.258,28 inclusief btw en € 471,00 of enig ander door de kantonrechter te bepalen bedrag, de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de kosten van dit geding.

3.2.

[eiser] legt aan zijn vordering het volgende ten grondslag. [eiser] stelt dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten door de foto zonder toestemming en naamsvermelding en na niet toegestane bewerking op de website te gebruiken, en aldus op grond van onrechtmatig handelen schadeplichtig is jegens [eiser] . [eiser] vordert een bedrag van € 500,00 exclusief btw aan gederfde inkomsten, zijnde de licentievergoeding die hij voor het gebruik van de foto op de website zou hebben gevraagd. [eiser] maakt verder aanspraak op verhogingen van dit bedrag naar analoge toepassing van de algemene leveringsvoorwaarden van DuPho (Dutch Professional Photographers), versie januari 2015. Hij vordert een verhoging van 50%, zijnde € 250,00, als vergoeding voor de door hem geleden schade als gevolg van de auteursrechtinbreuk, bestaande uit de moeite die is gedaan om de inbreuk te constateren, de tijd en kosten die zijn gemaakt om het auteursrecht te handhaven en de schade vergoed te krijgen en de inbreuk op het exclusieve recht om zelf te bepalen waar en hoe de foto wordt gebruikt. [eiser] vordert ook een verhoging van 50% wegens het ontbreken van de naamsvermelding en de daardoor misgelopen exposure. [eiser] acht deze bedragen redelijk gelet op de in artikel 17 en 18 van voornoemde voorwaarden opgenomen additionele vergoedingen van respectievelijk 300 % voor gebruik zonder toestemming en 100% voor gebruik zonder naamsvermelding. Voorts maakt [eiser] aanspraak op een verhoging van 100%, zijnde € 500,00, voor de wijzigingen die in zijn werk zijn aangebracht, bestaande uit het wijzigen van de kleur en het formaat van de foto en het verwijderen van het watermerk. Door deze wijzigingen zijn de kwaliteit en de bescherming van het werk dusdanig aangetast dat deze verhoging in het licht van de in artikel 18 genoemde additionele vergoeding redelijk is, aldus [eiser] . [eiser] vordert tevens vergoeding van de daadwerkelijke gemaakte proceskosten en van de nakosten en hij maakt aanspraak op de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW .

3.3.

[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde. [gedaagde] stelt dat hij dacht dat het hem vrij stond om foto’s die op internet staan op te slaan en (al dan niet na bewerking) te gebruiken voor de website. Hij is ook niet bereid om te betalen voor het plaatsen van foto’s op de website. Nu [gedaagde] de foto direct na ontvangst van de eerste brief van [eiser] van de website heeft verwijderd, is hij naar zijn mening dan ook geen vergoeding aan [eiser] verschuldigd.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Ter beoordeling ligt voor of [gedaagde] jegens [eiser] schadeplichtig is op grond van een aan hem toe te rekenen inbreuk op een auteursrecht van [eiser] .

4.2.

Dat [eiser] het auteursrecht heeft op de foto staat niet ter discussie. Op grond van artikel 1 Auteurswet (hierna: Aw) heeft [eiser] als auteursrechthebbende het uitsluitend recht om de foto openbaar te maken en te verveelvoudigen. Anderen mogen dit in beginsel alleen met voorafgaande toestemming van [eiser] , tenzij zij zich op een beperking van de Aw kunnen beroepen, maar dat laatste is in dit geval niet gesteld of gebleken. Voorts komt [eiser] als auteursrechthebbende op grond van artikel 25 lid 1 sub a en c Aw in beginsel het recht toe op vermelding van zijn naam als maker bij de foto en het recht om zich te verzetten tegen het wijzigen van de foto.

inbreuk

4.3.

Tussen partijen staat vast dat de foto zonder toestemming van [eiser] door [gedaagde] is bewerkt en vervolgens op de website openbaar is gemaakt zonder vermelding van de naam van [eiser] als maker. Gelet daarop is er sprake van een inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [eiser] en daarmee van onrechtmatig handelen van [gedaagde] jegens [eiser] op grond waarvan [gedaagde] schadeplichtig is. De vermeende onwetendheid van [gedaagde] ter zake van de auteursrechtelijke bescherming die op de foto rust, doet hier niets aan af. Ook het onbewust schenden van het auteursrecht komt voor rekening en risico van de inbreukmaker.

schade

4.4.

De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat als gevolg van de geconstateerde inbreuk schade is geleden. [eiser] heeft gemotiveerd gesteld dat hij met zijn foto’s inkomsten genereert en dat de foto in opdracht is gemaakt en dat hij daarvoor een vergoeding heeft gekregen. Dit is door [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd bestreden. De kantonrechter gaat dan ook uit van het gestelde commerciële gebruik van de foto. Nu de schade niet exact is vast te stellen, zal deze begroot moeten worden op een wijze die het meest in overeenstemming is met de aard van de geleden schade.

schadevergoeding

4.5.

De kantonrechter neemt voor de begroting van de schade als uitgangspunt dat [eiser] ten minste aanspraak kan maken op een schadevergoeding gelijk aan de gebruikelijke licentievergoeding die [gedaagde] verschuldigd zou zijn geweest indien hij voorafgaand aan de plaatsing op de website met commercieel oogmerk toestemming had gevraagd. Door [gedaagde] is niet betwist dat [eiser] aan gebruik van zijn foto’s de tarieven verbindt zoals vermeld op de prijslijst op zijn website (zie productie 10 bij dagvaarding) en dat het tarief voor gebruik van de foto € 500,00 exclusief bedraagt. Uitgaande van dat tarief komt de gederfde licentievergoeding op een bedrag van € 500,00 exclusief btw.

4.6.

Met betrekking tot de overig gevorderde schadevergoeding overweegt de kantonrechter als volgt.

4.7.

Aan de algemene leveringsvoorwaarden van DuPho kan in dit geval geen betekenis worden toegekend, omdat [gedaagde] daar als derde niet aan gebonden is. Bovendien kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden aangenomen dat de in die voorwaarden genoemde vergoedingen zijn gebaseerd op een berekening van de schade die auteursrechthebbenden lijden indien een foto zonder hun toestemming, zonder vermelding van hun naam als maker dan wel in bewerkte vorm op een website openbaar wordt gemaakt.

4.8.

De kantonrechter zal het door [eiser] gevorderde bedrag van € 250,00 als vergoeding voor geleden schade als gevolg van de auteursrechtinbreuk afwijzen. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat hij daadwerkelijk onderzoek- en claimkosten heeft gemaakt, naast de op grond van artikel 1019h Rv door hem gevorderde kosten. Voorts kan worden aangenomen dat de waarde van de exclusiviteit is verdisconteerd in de licentievergoeding.

4.9.

De kantonrechter acht het in dit geval redelijk om naast het genoemde bedrag aan gederfde licentievergoeding een opslag van 25% te hanteren als vergoeding voor geleden schade vanwege misgelopen exposure als gevolg van het ontbreken van de naamsvermelding en vanwege de aangebrachte wijzigingen in het werk.

4.10.

Gelet op het vorenstaande bepaalt de kantonrechter de door [gedaagde] te vergoeden schade op een bedrag van € 625,00. De vordering is in zoverre toewijsbaar. De gevorderde rente daarover zal worden toegewezen zoals gevorderd.

proceskosten

4.11.

[eiser] maakt, onder verwijzing naar de als productie 11 bij dagvaarding overgelegde specificatie, aanspraak op betaling van door hem gemaakte kosten van rechtsbijstand ad

€ 3.729,28 inclusief btw, zijnde € 3.164,15 inclusief btw aan (deels geschatte) advocaatkosten, € 94,13 aan (geschatte) explootkosten en € 471,00 aan griffierecht. Nu deze procedure de handhaving van auteursrechten tot inzet heeft, is artikel 1019h Rv van toepassing. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Voor zover [gedaagde] betoogt dat de gevorderde kosten onredelijk zijn, gaat de kantonrechter daaraan voorbij. [gedaagde] is in het minnelijke traject niet bereid gebleken enige schadevergoeding aan [eiser] te voldoen, zodat [eiser] in redelijkheid tot dagvaarden heeft kunnen overgaan met alle kosten van dien. De kantonrechter zal [gedaagde] als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.481,23, zijnde het gevorderde bedrag aan advocaatkosten inclusief btw, een bedrag van € 94,08 inclusief btw aan daadwerkelijk gemaakte explootkosten en een bedrag van € 223,00 aan daadwerkelijk geheven griffierecht.

4.12.

De nakosten, waarvan [eiser] betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot. De gevorderde wettelijke rente over de nakosten zal als volgt worden toegewezen.

5 De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] tegen bewijs van kwijting te betalen € 625,00 met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover van af 3 juni 2015 tot de voldoening,

5.2.

veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 3.481,23,

5.3.

veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:

- € 50,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening,

- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening,

5.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Steenbergen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 november 2016.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature