U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Huur bedrijfsruimte, akte van voorwaardelijke indeplaatsstelling, ontruiming.

Nu sprake is van voorwaardelijke indeplaatsstelling, en de kantonrechter niet is gebleken dat aan de voorwaarden voor indeplaatsstelling is voldaan, wordt de ontruimingsvordering ook ten aanzien van Hedon toegewezen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel rechtkantonrechter

locatie Almere

Vonnis in kort geding van 13 mei 2016

in de zaak met zaaknummer / rolnummer 4942812 / MV EXPL 16-49 van

1 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidHEINEKEN NEDERLAND B.V.,gevestigd te Amsterdam,

hierna te noemen Heineken

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidHEINEKEN GROOTHANDEL B.V.,gevestigd te Houten,

hierna te noemen Heineken Groothandeleiseressen, hierna tezamen te noemen: Heineken c.s.,gemachtigde mr. S.M. van der Zwan, advocaat te Dieren, gemeente Rheden,

tegen

1 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[gedaagde sub 1] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,hierna te noemen gedaagde sub 1,gedaagde,niet verschenen,2. [gedaagde sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen gedaagde sub 2,gedaagde,niet verschenen,

gedaagden sub 1 en sub 2 worden hierna tezamen genoemd: [gedaagden c.s.]3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[gedaagde sub 3] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,hierna te noemen [gedaagde sub 3] ,gedaagde,vertegenwoordigd door bijzonder gevolmachtigde de heer R.J.A. Abrahamse.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding

de mondelinge behandeling

het tegen [gedaagden c.s.] verleende verstek

een afschrift van de volmacht op grond waarvan de heer Abrahamse bevoegd is namens [gedaagde sub 3] in rechte op te treden.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Heineken is eigenaresse van het bedrijfspand gelegen aan het adres [adres] in [vestigingsplaats] (hierna: het pand). Op 23 maart 2006 hebben Heineken en [gedaagde sub 3] een schriftelijke huurovereenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde sub 3] het pand van Heineken huurt.

2.2.

Op 30 augustus 2013 heeft [gedaagde sub 3] met [gedaagden c.s.] , vertegenwoordigd door haar directeur [A] , een huurkoopovereenkomst gesloten. Op grond van deze huurkoopovereenkomst heeft [gedaagde sub 3] het door haar in het pand uitgeoefende horecabedrijf in huurkoop overgedragen aan [gedaagden c.s.]

2.3.

Bij akte van voorwaardelijke indeplaatsstelling waarbij Heineken, [gedaagde sub 3] en [gedaagden c.s.] partij zijn, is [gedaagde sub 1] V met ingang van 1 september 2013 voorwaardelijk in de plaats gesteld van [gedaagde sub 3] als huurder van Heineken. De akte luidt, voor zover van belang, als volgt:

‘2.1 Zodra alle huurkooptermijnen uit hoofde van de huurkoopovereenkomst van 30 augustus 2013 (tweeduizend dertien) door de voorwaardelijke huurder aan de ondergetekende sub 2 [ktr.: [gedaagde sub 3] ] zijn voldaan, zal de ondergetekende sub 2 geen rechten meer kunnen ontlenen aan de huurovereenkomst, terwijl alsdan de voorwaardelijke huurder alle uit de huurovereenkomst voor hem voortvloeiende verplichtingen jegens de brouwerij stipt zal nakomen.

2.2

De ondergetekende sub 2 en de voorwaardelijke huurder informeren de brouwerij schriftelijk zodra de laatste huurkooptermijn is betaald door de voorwaardelijke huurder.

(…)

6.1

[gedaagde sub 2] verklaart zich jegens de brouwerij hoofdelijk aansprakelijk voor alle voor de voorwaardelijke huurder uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, een en ander echter tot een maximumbedrag van de alsdan geldende jaarhuur.

6.2

De in dit artikel vermelde hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de brouwerij geldt eveneens voor alle (betalings)verplichtingen uit hoofde van de (dranken)leveranties van de bouwerij aan de voorwaardelijke huurder.’

2.4.

Thans maakt [gedaagden c.s.] (uitsluitend) gebruik van het gehuurde. [gedaagde sub 3] staat in het handelsregister nog ingeschreven op het adres van het gehuurde.

2.5.

De overeengekomen huurtermijn bedraagt € 16.219,51 inclusief BTW per maand. Er is een achterstand ontstaan in de betaling van de huurtermijnen.

2.6.

Heineken c.s. en [gedaagden c.s.] hebben een bruikleenovereenkomst gesloten voor het gebruik door [gedaagde sub 1] V van tap- en koelapparatuur en –materialen. Heineken c.s. heeft deze overeenkomst opgezegd en de goederen opgeëist.

2.7.

[gedaagden c.s.] heeft producten van Heineken en Heineken Groothandel afgenomen. Zij hebben [gedaagden c.s.] daarvoor gefactureerd. Ten aanzien van (een deel van) deze facturen is een betalingsachterstand ontstaan.

3 Het geschil

3.1.

Heineken c.s. vordert dat de kantonrechter, rechtsprekend in kort geding:

alle gedaagden veroordeelt het gehuurde plaatselijk bekend [adres] te [vestigingsplaats] met eventuele bijgebouwen, terrassen en/of buitenterrein en zoals nader omschreven in de betreffende huurovereenkomst, binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis, met uitzondering van de bruikleengoederen met al de hunnen en het hunne te ontruimen en de sleutels ter beschikking te stellen aan Heineken, althans [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] daartoe te veroordelen en [gedaagde sub 3] te veroordelen deze ontruiming te gehengen en gedogen;

alle gedaagden verbiedt nadat tot ontruiming is overgegaan, het gehuurde zonder toestemming van Heineken te betreden of aldaar te verblijven;

Heineken machtigt om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen zonodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie indien gedaagden in gebreke mochten blijven (volledig) aan de veroordeling tot ontruiming te voldoen;

[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , hoofdelijk, des dat de één betalende de ander bevrijd zal zijn, althans ieder van hen, veroordeelt aan Heineken tegen behoorlijk bewijs van kwijting terzake van huur tot en met maart 2016 inclusief rente tot en met februari 2016 te voldoen € 133.645,26, te vermeerderen met de contractuele rente conform artikel 4.3 van de (oorspronkelijke) huurovereenkomst over € 120.775,66 vanaf 1 maart 2016 althans te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf heden tot aan de dag der algehele voldoening;

[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk, des dat de één betalende de ander bevrijd zal zijn, althans ieder van hen veroordeelt aan Heineken tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de lopende huur ad € 16.219,51, telkens op de eerste van de maand, te beginnen op 1 februari 2016, voor zover dat niet gebeurt, te vermeerderen met de contractuele rente althans de wettelijke (handels)rente vanaf de eerste van iedere maand tot aan de dag der algehele voldoening, zulks tot het moment dat gedaagden het gehuurde geheel en al met al de hunnen en het hunne zullen hebben ontruimd met uitzondering van de bruikleengoederen goederen conform het bovenstaande;

[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk, des dat de één betalende de ander bevrijd al zij althans ieder van hen veroordeelt aan Heineken tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen € 3.182,24 te vermeerderen met de contractuele rente conform de leveringsvooaarden van Heineken vanaf 21 januari 2016, althans de wettelijke (handels)rente vanaf lieden tot aan de dag der algehele voldoening;

[gedaagde sub 1] veroordeelt aan Heineken Groothandel tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen € 4.254,71 te vermeerderen met de contractuele rente conform de leven en van Heineken Groothandel vanaf de vervaldata, althans met de wettelijke (handels)rente vanaf lieden tot aan de dag der algehele voldoening;

Althans een zodanige voorziening treft als de kantonrechter juist acht;

gedaagden hoofdelijk, des dat de één betalende de ander bevrijd zal zijn, althans ieder van de gedaagden, althans één of meerdere van hen (hoofdelijk), veroordeelt in de kosten van dit geding.

3.2.

Aan deze vordering legt Heineken c.s. ten grondslag dat [gedaagden c.s.] haar betalingsverplichting voortvloeiend uit de tussen partijen bestaande akte van indeplaatsstelling en de leveringsovereenkomsten niet is nagekomen. Gelet op de omvang van de huurachterstand is [gedaagden c.s.] zodanig in haar verplichtingen tekortgeschoten dat dit de gevorderde ontruiming rechtvaardigt. Ten aanzien van [gedaagde sub 3] voert Heineken c.s. aan dat nu aan de voorwaarden van de voorwaardelijke indeplaatsstelling niet is voldaan, zij nog rechten uit de huurovereenkomst met Heineken zou kunnen ontlenen.

Op hetgeen Heineken c.s. verder naar voren heeft gebracht wordt hierna voor zover nodig teruggekomen.

3.3.

Nu [gedaagden c.s.] niet is verschenen heeft zij geen verweer gevoerd. [gedaagde sub 3] heeft, hoewel verschenen, geen verweer gevoerd tegen de gevorderde ontruiming.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Ten aanzien van [gedaagden c.s.] komt het gevorderde de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat dit zal worden toegewezen als in het dictum vermeld.

4.2.

Heineken c.s. heeft haar vordering tot ontruiming mede jegens [gedaagde sub 3] ingesteld. [gedaagde sub 3] heeft hiertegen geen verweer gevoerd. Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de akte van indeplaatsstelling, alsook de omstandigheid dat gesteld noch gebleken is dat alle huurkooptermijnen zijn voldaan, is deze vordering ook jegens [gedaagde sub 3] toewijsbaar. Deze vordering wordt toegewezen.

4.3.

De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge art. 556 lid 1 en art. 557 Rv overbodig is.

4.4.

[gedaagden c.s.] en [gedaagde sub 3] zullen als de in het ongelijk gestelde partijen hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Heineken c.s. worden begroot op:

- griffierecht: 117,00- salaris gemachtigde: 600,00Totaal: € 717,00

Omdat [gedaagden c.s.] en [gedaagde sub 3] bij afzonderlijke deurwaardersexploten zijn opgeroepen, worden zij afzonderlijk in de kosten van dagvaarding veroordeeld. Deze kosten bedragen voor [gedaagden c.s.] € 77,75, en voor [gedaagde sub 3] € 77,75.

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1.

veroordeelt [gedaagden c.s.] en [gedaagde sub 3] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het pand aan de [adres] in [vestigingsplaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van Heineken c.s. zijn, en de sleutels af te geven aan Heineken c.s.,

5.2.

verbiedt [gedaagden c.s.] en [gedaagde sub 3] nadat tot ontruiming is overgegaan, het gehuurde zonder toestemming van Heineken te betreden of aldaar te verblijven,

5.3.

veroordeelt [gedaagden c.s.] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan Heineken te betalen een bedrag van € 133.645,26, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand over een bedrag van € 120.775,66 met ingang van 1 maart 2016 tot de dag van volledige betaling,

5.4.

veroordeelt [gedaagden c.s.] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan Heineken te betalen zoveel maal € 16.219,51 als er maanden verstrijken vanaf 1 april 2016 tot aan de dag van ontruiming, te betalen op de eerste dag van iedere maand, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand of een gedeelte van een maand, over elke niet (tijdig) betaalde termijn vanaf de eerste dag van de betreffende maand tot de dag van volledige betaling,

5.5.

veroordeelt [gedaagden c.s.] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan Heineken te betalen een bedrag van € 3.182,24 te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand of gedeelte van een maand, vanaf 21 januari 2016 tot aan de dag van volledige betaling,

5.6.

veroordeelt [gedaagde sub 1] V om aan Heineken Groothandel te betalen een bedrag van € 4.254,71 te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand of gedeelte van een maand, vanaf de vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen tot aan de dag van volledige betaling,

5.7.

veroordeelt [gedaagden c.s.] en [gedaagde sub 3] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Heineken c.s. tot vandaag vastgesteld op € 717,00,

5.8.

veroordeelt [gedaagden c.s.] in de kosten van de aan haar betekende dagvaarding, bedragende € 77,75,

5.9.

veroordeelt [gedaagde sub 3] in de kosten van de aan haar betekende dagvaarding, bedragende € 77,75,

5.10.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.11.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2016.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature