Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Aanbesteding ICT. Concurrentiegerichte dialoog. Inschrijving toegestaan met functionaliteiten die pas vanaf 1-1-2016 algemeen beschikbaar zijn en dan pas worden getest.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/403586 / KG ZA 15-826

Vonnis in kort geding van 18 december 2015

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SECURELINK NEDERLAND B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Sliedrecht,

eiseres,

advocaat mr. A.C.M. Fischer-Braams te Rijswijk,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SURFNET B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,

gedaagde,

advocaten mr. C.G.A.J. van Seeters en mr. I.S. Feenstra te Amsterdam.

Partijen zullen hierna SecureLink en SURFnet genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding van 9 november 2015;

de producties van de zijde van SecureLink;

de productie van de zijde van SURFnet;

de mondelinge behandeling van 7 december 2015;

de pleitnota van SecureLink;

de pleitnota van SURFnet.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

SURFnet is op 26 september 2014 een aanbesteding gestart volgens de procedure van de concurrentiegerichte dialoog met het doel een raamovereenkomst te sluiten met een Innovation Partner voor ‘ Wi-Fi -as-A-Service’ (hierna: WaaS) ten behoeve van de bij haar aangesloten onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Als gunningscriterium geldt de economisch meest voordelige inschrijving. Op de procedure is de Aanbestedingswet 2012 van toepassing.

2.2.

Na de selectiefase zijn vijf partijen uitgenodigd voor deelname aan de dialoogfase, waaronder SecureLink en Wentzo B.V. (hierna: Wentzo). Op 12 juni 2015 heeft SURFnet de Final Request for Proposals (FRfP) verstuurd en is de biedingsfase aangevangen.

2.3.

In Hoofdstuk 2 (WaaS Requirements) wordt een aantal Minimum Requirements (MR) genoemd waaraan de inschrijving dient te voldoen. Met betrekking tot deze Minimum Requirements is onder meer het volgende bepaald:

“The Minimum Requirements to which Tenderer must comply are numbered and marked as “MR n”. Any Proposal which does not comply to the Minimum Requirements will be excluded from the evaluation (knock-out). In order to further evaluate the remaining Proposals, and decide which Proposal is the best, the Proposals will be assessed by assigning scores based on the answers to the Awarding Requirements. The Awarding Requirements are also numbered and marked as “AR m”. Please refer to section 4.2 for the description on how the Proposals will be assessed.

Please note that a number of Minimum Requirements specifically state that a substantiation from Tenderer is needed. This information will be used by SURFnet to verifiy the compliance. However, when a Minimum Requirement requires a specification or a description, that information will be used by SURFnet in the assessment of the awarding requirements.”

2.4.

In Hoofdstuk 4 (Bidding Phase), paragraaf 4.2 (Assessment of Proposals), onder 5. (Verification) van de FRfP wordt het volgende vermeld:

“SURFnet has the right to verify or re-verify the documentation provided by the Tenderer. Part of the verification will be the execution of a use case, the purpose of which is to ascertain that the offered solution (Proposal) is fit for real-world application. As subject of the use case SURFnet will provide one or more locations of a potential launching customer. Tenderer must follow its proposed solutions as specified in its Proposal to compose its offer of implementation. Please take note that with the exception of demo/sample equipment, the actual order and delivery of equipment is not part of the use case.

If during verification the Tenderer does not comply, or no longer complies, with the Requirements, SURFnet reserves the right to declare the Tender invalid and exclude it. In that case the assessment of Proposals will be carried out again with the remaining Tenderers.”

2.5.

SURFnet heeft in de biedingsfase onder meer een Nota’s van Inlichtingen (NvI) van 7 juli 2015 uitgebracht. Deze NvI vermeldt onder 49 de volgende vraag:

“MR1, MR4, MR6, MR7

Several requirements, such as MR1, MR4, MR6 and MR7, specify minimal technical features of hardware and/or software. At what moment must features be available? Is this at the submission date of the proposal, the contract date, or at the moment of operational?”

Hierop is door SURFnet het volgende antwoord gegeven:

“The requested features must be generally available from Januari 1st 2016. In its offer, Tenderer should clearly state which features are not yet available, and provide plausible proof that these features are guaranteed at the date mentioned above. After awarding the contract, SURFnet must be able to test these features (for example in a lab-setting).”

2.6.

Op 16 juli 2015 hebben de inschrijvers hun inschrijvingen ingediend.

2.7.

Op 28 augustus 2015 heeft SecureLink van SURFnet een voornemen tot gunning aan Wentzo ontvangen. Daarbij is aangegeven dat de inschrijving van SecureLink als tweede in rangorde is geëindigd.

2.8.

SecureLink heeft bij brief van 8 september 2015 bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen gunning aan Wentzo.

2.9.

SURFnet heeft SecureLink bij brief van 28 oktober 2015 meegedeeld dat zij haar voornemen tot gunning aan Wentzo handhaaft, omdat sprake is van een positieve verificatie van de inschrijving van Wentzo en de bezwaren van SecureLink in het licht van de systematiek van de aanbesteding voorbarig zijn.

3 Het geschil

3.1.

SecureLink vordert - na wijziging van eis - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

1. Primair

a. SURFnet te gebieden om binnen 48 uur na de datum van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken en de inschrijving van Wentzo ongeldig te verklaren;

b. SURFnet te verbieden de opdracht in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure te gunnen aan Wentzo;

c. SURFnet te verbieden uitvoering te (doen) geven aan een ter zake van de opdracht inmiddels met Wentzo gesloten overeenkomst;

d. SURFnet te gebieden om binnen 48 uur na de datum van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de resterende inschrijvingen opnieuw te beoordelen en een nieuwe gunningsbeslissing te nemen met inachtneming van dit vonnis.

Subsidiair

a. SURFnet te gebieden om binnen 48 uur na de datum van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de voorlopige gunningsbeslissing in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken;

b. SURFnet te verbieden de opdracht op basis van de onderhavige aanbestedingsprocedure te gunnen aan Wentzo;

c. SURFnet te verbieden uitvoering te (doen) geven aan een ter zake van de opdracht inmiddels met Wentzo gesloten overeenkomst;

d. SURFnet te gebieden de onderhavige aanbestedingsprocedure te staken en om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, voor de onderhavige opdracht de biedingsfase opnieuw uit te voeren en een nieuwe gunningsbeslissing te nemen met inachtneming van dit vonnis, voor zover SURFnet deze opdracht nog altijd wenst te gunnen.

Meer subsidiair

SURFnet te gebieden binnen twee weken na dit vonnis, althans binnen een andere door de rechtbank te bepalen redelijke termijn,

a. schriftelijk te verklaren aan SecureLink of Wentzo in de conformiteitenlijst bij inschrijving bij alle minimumeisen ‘ja’ heeft ingevuld, dan wel

- in het geval Wentzo in de conformiteitenlijst bij inschrijving niet bij alle minimumeisen ‘ja’ heeft ingevuld,

b. schriftelijk opgave te doen aan SecureLink bij welke minimumeisen Wentzo in haar inschrijving heeft aangegeven dat zij daaraan bij inschrijving nog niet voldeed, en daarbij

c. SecureLink te voorzien van de door Wentzo bij inschrijving gegeven onderbouwing (‘plausible proof’) waaruit SURFnet heeft geconcludeerd dat de ontbrekende functionaliteit alsnog op uiterlijk 1 januari 2016 algemeen beschikbaar is, en tevens

d. SecureLink te voorzien van de door Aerohive, ter ondersteuning van de door Wentzo bij inschrijving ingediende onderbouwing, afgegeven verklaring en roadmap.

Uiterst subdidiair

Elke andere voorlopige voorziening te treffen die de rechtbank in goede justitie passend acht en die recht doet aan de belangen van SecureLink.

2 Primair, subsidiair, meer subsidiair en uiterst subsidiair

Te bepalen dat SURFnet bij overtreding van de onder 1. genoemde veroordeling een dwangsom verbeurt van € 1.000.000,-- per overtreding, en tevens voor elk(e) dag(deel) dat die overtreding voortduurt.

3. SURFnet te veroordelen tot betaling aan SecureLink van:

a. de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente; en

b. de kosten van deze procedure, vermeerderd met wettelijke rente.

3.2.

SURFnet concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van SecureLink in haar vorderingen, althans tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van SecureLink in de kosten van het geding, vermeerderd met wettelijke rente, en in de nakosten.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

SecureLink stelt zich primair op het standpunt dat de inschrijving van Wentzo onrealistisch en daarmee ongeldig is en alsnog terzijde moet worden gelegd. Volgens SecureLink heeft Wentzo Access Points aangeboden die zij niet zelf produceert, maar die zij inkoopt bij fabrikant Aerohive van wie zij ook het bijbehorende beheersysteem betrekt. SecureLink gaat ervan uit dat dit Access Points zijn van het type AP130 en AP1130 en HiveOs software. SecureLink is ervan overtuigd dat Wentzo met deze Access Points en deze software per 1 januari 2016 niet aan de Minimal Requirements (hierna ook: minimumeisen) MR1, MR4, MR6, MR7, MR8 en MR27, afzonderlijk en in combinatie met elkaar, kan voldoen en stelt dat daarmee op voorhand vaststaat dat de vereiste functionaliteit per 1 januari 2016 niet algemeen beschikbaar kan zijn. Het gaat daarbij met name - maar niet uitsluitend - om de IPv6-functionaliteit.

4.2.

SURFnet betwist dat de inschrijving van Wentzo onrealistisch en ongeldig is. Zij bevestigt dat Wentzo heeft ingeschreven met Access Points van Aerohive, al zijn dat niet het type Access Points en het management platform waar SecureLink van uitgaat. SURFnet stelt dat Wentzo in haar inschrijving heeft aangegeven van welke functionaliteit de ontwikkeling zal worden afgerond in de periode na contractering en dat Wentzo daarbij ‘plausible proof’ heeft aangeleverd waaruit blijkt dat de ontbrekende functionaliteit per 1 januari 2016 algemeen beschikbaar is.

4.3.

Tussen partijen is niet in geschil dat uit het antwoord van SURFnet op vraag 49 in de NvI van 7 juli 2015 volgt dat het mogelijk is om een inschrijving te doen met functionaliteiten die pas vanaf 1 januari 2016 algemeen beschikbaar zijn. De inschrijver moet in zijn inschrijving duidelijk aangeven welke functionaliteiten op het moment van inschrijving nog niet beschikbaar zijn en moet voldoende bewijs (‘plausible proof’) verstrekken dat deze functionaliteiten vanaf 1 januari 2016 algemeen beschikbaar zijn.

4.4.

Partijen verschillen wel van mening over de uitleg van de toevoeging in het antwoord op vraag 49 dat “After awarding the contract, SURFnet must be able to test these features (for example in een lab setting)”.

4.5.

SecureLink stelt zich op het standpunt dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver op grond hiervan mocht verwachten dat dit betekent dat SURFnet de bij de inschrijving nog niet beschikbare functionaliteit na de voorlopige gunning moet kunnen testen en dat met dit testen de verificatie door SURFnet op basis van een use case na voorlopige gunning wordt bedoeld, als beschreven in paragraaf 4.5 van de FRfP. Dit dient een technische test van de functionaliteit van de aangeboden oplossing in een realistische omgeving te omvatten, waarvoor ten tijde van de use case in elk geval een zogenaamde Beta-testversie van de software beschikbaar dient te zijn. SecureLink stelt dat vast staat dat SURFnet niet met gebruikmaking van een technische test heeft geverifieerd of aannemelijk is dat Wentzo per 1 januari 2016 aan alle minimumeisen voldoet en dat SURFnet zich hiermee niet aan de door haarzelf bekendgemaakte spelregels heeft gehouden. Dit is in strijd met het gelijkheids- en transparantiebeginsel en onrechtmatig.

4.6.

SURFnet betwist dat er na de voorlopige gunning een technische test van de nog niet beschikbare functionaliteit op basis van een use case dient plaats te vinden. Zij stelt dat het blijkens het antwoord in de NvI op vraag 49 is toegestaan om een oplossing aan te bieden die ten tijde van de inschrijving nog deels moet worden ontwikkeld. Vereist is vervolgens wel dat de ontbrekende functionaliteit alsnog uiterlijk op 1 januari 2016 algemeen beschikbaar is. Volgens SURFnet kon het voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver helder zijn dat het testen van de desbetreffende functionaliteit geen onderdeel kán zijn van de verificatie zoals beschreven in paragraaf 4.5 van de FRfP, omdat een verificatie alleen maar betrekking heeft op iets wat er ten tijde van de inschrijving al is. Een verificatie moet bovendien zijn afgerond voorafgaand aan de gunning. SURFnet stelt dat zij in de aanbestedingsstukken nooit heeft aangegeven dat de verificatie betrekking zal hebben op een beta-versie. De use case, die in paragraaf 4.5 van de FRfP is beschreven, is geen technische test, maar een middel om te verifiëren of de geboden prijzen in een concreet praktijkgeval standhouden. Dit komt erop neer dat SURFnet een locatie van een onderwijsinstelling aanwijst en dat de inschrijver moet laten zien welke processtappen hij neemt tot het moment van het bestellen van de daadwerkelijke apparatuur voor de desbetreffende locatie. De use case eindigt met een offerte voor de aangewezen locatie op basis waarvan SURFnet kan controleren of er geen verborgen prijsverhogende voorwaarden kleven aan de in de offerte opgegeven prijzen. SURFnet stelt dat een inschrijver als onderdeel van zijn inschrijver ‘plausible proof’ dient te verstrekken dat hij de tijdige ontwikkeling van de nog niet beschikbare functionaliteit waar kan maken en dat zij ná definitieve gunning in de gelegenheid dient te worden gesteld om de desbetreffende functionaliteit te testen. Als vervolgens blijkt dat de oplossing leidt tot een negatieve uitkomst van de test of dat de oplossing vervolgens alsnog niet tijdig op 1 januari 2016 algemeen beschikbaar is, dan heeft SURFnet de mogelijkheid de overeenkomst te ontbinden en met de opvolgende inschrijver te contracteren.

4.7.

De voorzieningenrechter deelt het standpunt van SURFnet dat het voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver helder kon zijn dat met de in het antwoord op vraag 49 genoemde test geen verificatie na voorlopige gunning door middel van de in paragraaf 4.5 beschreven use case wordt bedoeld. Gezien het feit dat de bij inschrijving nog niet beschikbare functionaliteiten pas op 1 januari 2016 algemeen beschikbaar dienen te zijn, ligt het in de rede dat de nog niet beschikbare functionaliteiten pas na die datum worden getest, of zoveel eerder als zij al wel algemeen beschikbaar zijn. In het antwoord op vraag 49 wordt niet vermeld dat de functionaliteiten die ten tijde van de inschrijving nog niet algemeen beschikbaar zijn, al wel zodanig ontwikkeld dienen te zijn dat zij na de voorlopige gunning technisch kunnen worden getest en dat daarvoor in ieder geval een beta-versie beschikbaar dient te zijn. Dit volgt ook niet uit de overige aanbestedingsstukken. Evenmin volgt uit de aanbestedingsstukken dat de in paragraaf 4.5. van de FRfP genoemde verificatie na voorlopige gunning door middel van een use case een technische test met gebruikmaking van een beta-versie van de nog niet beschikbare functionaliteiten dient te omvatten.

4.8.

SecureLink wijst erop dat in artikel 2.111 lid 7 Aanbestedingswet 2012 is bepaald dat de inschrijving alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering van het project dient te bevatten en stelt dat dit artikellid zich ertegen verzet dat SURFnet pas na definitieve gunning verifieert of een inschrijving aan de minimumeisen voldoet. SURFnet stelt zich naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht op het standpunt dat in deze aanbestedingsprocedure aan de voorwaarden van dit artikellid wordt voldaan indien de inschrijver inschrijft met een oplossing die aan de uitvraag beantwoordt en waarbij ‘plausible proof’ wordt verstrekt dat de ten tijde van de inschrijving nog niet beschikbare functionaliteiten uiterlijk op 1 januari 2016 algemeen beschikbaar zullen zijn. Dit artikellid vereist niet dat de aangeboden oplossing ten tijde van de inschrijving al technisch moet kunnen worden getest.

4.9.

Partijen verschillen voorts van mening over de vraag of Wentzo bij haar inschrijving 'plausible proof’ heeft verstrekt dat de nog niet beschikbare functionaliteiten uiterlijk per 1 januari 2016 algemeen beschikbaar zullen zijn.

4.10.

SecureLink betwist dat Wentzo de benodigde ‘plausible proof’ heeft verstrekt en stelt dat SURFnet niet heeft voldaan aan haar verplichting om haar gunningsbeslissing deugdelijk te motiveren en concreet inzichtelijk te maken op grond waarvan zij meent dat Wentzo geldig heeft ingeschreven. SecureLink erkent dat het hier gaat om vertrouwelijke gegevens, maar stelt dat er onvoldoende reden is om deze gegevens geheim te houden omdat de door Wentzo aangeboden functionaliteit toch al op 1 januari 2016 algemeen beschikbaar moet zijn. Volgens SecureLink moet ernstig betwijfeld worden of Wentzo met ‘Annex F: Requirements input form’ over de functionaliteiten van haar oplossing correcte informatie aan SURFnet heeft verschaft. Als dit niet het geval is, dan is dat een extra grond voor uitsluiting en ongeldigverklaring. SecureLink betwist, bij gebrek aan bewijs van het tegendeel, dat Wentzo bij haar inschrijving ‘plausible proof’ heeft aangeleverd dat zij kan voldoen aan de minimumeisen, in het bijzonder de eisen die zien op de IPv6 functionaliteit, en ook dat Aerohive ter ondersteuning daarvan een passende verklaring heeft afgegeven, voorzien van een concrete roadmap. Zij stelt voorts dat de verklaring van Aerohive, bij gebrek aan bewijs van het tegendeel, een niet toegelaten wijziging vormt van de basiselementen van de inschrijving, waardoor feitelijk een nieuwe inschrijving wordt gedaan. SecureLink klaagt erover dat SURFnet maar liefst bijna twee maanden de tijd heeft genomen voor de verificatie van de inschrijving van Wentzo en dat zij er bij gebrek aan bewijs van het tegendeel van uitgaat dat die periode is benut om Wentzo in de gelegenheid te stellen alsnog ‘plausible proof’ te verstrekken dat zij per 1 januari 2016 kan voldoen aan de minimumeisen. Dit is in strijd met het gelijkheids- en transparantiebeginsel en onrechtmatig jegens SecureLink.

4.11.

SURFnet heeft ter zitting ten aanzien van de door Wentzo aangeleverde ‘plausible proof’ verklaard dat Wentzo in haar inschrijving een toelichting heeft gegeven op de nog af te ronden ontwikkelingswerkzaamheden. Uit deze toelichting blijkt dat de basisfunctionaliteit voor IPv6 ten tijde van de inschrijving al beschikbaar was en dat de verdere ontwikkeling daarvan al in gang was gezet. Wentzo heeft ook een roadmap overgelegd en een verklaring van Aerohive, waarin Aerohive schrijft dat zij de inhoud van de offerte van Wentzo kent en dat “Aerohive will fully support Wentzo Wireless’s technical and commercial proposal.’ Op basis hiervan heeft SURFnet geconcludeerd dat het af te ronden ontwikkeltraject haalbaar was binnen de gegeven deadline. De verificatie heeft, naast de use case, eruit bestaan dat SURFnet per minimumeis om verduidelijking heeft gevraagd, waarbij acht is geslagen op de zorgen die SecureLink in haar brief van 8 september 2015 heeft geuit. Daarnaast heeft Wentzo nog een tweede, nog gedetailleerdere verklaring van Aerohive en een tweede roadmap aangeleverd. De ontvangen informatie bevestigde dat sprake is van een haalbaar ontwikkeltraject en dat de oplossing straks aan alle minimumeisen zal voldoen. Dit blijkt ook uit het feit dat Wentzo op 30 november 2015 een testversie van de relevante delen van de Wi-Fi-oplossing heeft opgeleverd, waarmee Wentzo wilde laten zien dat zij haar toezeggingen gestand doet. SURFnet acht het onwenselijk en onnodig om dieper in te gaan op de aangeleverde ‘plausible proof’ en de informatie die in het kader van de verificatie is opgeleverd, omdat de informatie die zij van Wentzo heeft ontvangen concurrentiegevoelige informatie betreft die zij niet mag vrijgeven.

4.12.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat SURFnet met de toelichting die zij ter zitting heeft gegeven voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Wentzo bij haar inschrijving ‘plausible proof’ heeft verstrekt dat de ontbrekende functionaliteit per 1 januari 2016 beschikbaar zal zijn en dat de informatie die Wentzo in het kader van de verificatie heeft aangeleverd deze ‘plausible proof’ ondersteunt. Er is vooralsnog geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat Wentzo bij haar inschrijving geen correcte informatie over de ontbrekende functionaliteiten aan SURFnet zou hebben verstrekt en dat na de inschrijving sprake is geweest van een niet toegelaten wijziging van de basiselementen van de inschrijving. SecureLink heeft haar stelling dat dit het geval is, niet met concrete gegevens onderbouwd. Gelet hierop is onvoldoende aannemelijk geworden dat de inschrijving van Wentzo ongeldig is.

4.13.

SecureLink stelt zich subsidiair op het standpunt dat SURFnet voor haarzelf oncontroleerbare en dus ongeldige eisen heeft gesteld en dat de aanbesteding daarom niet kan worden voortgezet. Als een aanbestedende dienst de juistheid van de door de inschrijvers verstrekte inlichtingen niet kan of wil controleren, dan is sprake van een ongeldige eis of een ongeldig gunningscriterium en moet een (gedeeltelijke) heraanbesteding volgen, aldus SecureLink. De voorzieningenrechter volgt SecureLink niet hierin. SURFnet heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij bij de verificatie nauwgezet controleert of de inschrijver de toezegging dat de ontbrekende functionaliteit uiterlijk op 1 januari 2016 algemeen beschikbaar is, gestand kan doen en op basis van welke gegevens zij deze controle uitvoert. Van SURFnet kan niet worden gevergd dat zij in dit stadium (technische) informatie verstrekt over de door Wentzo geboden oplossing, zoals door SecureLink meer subsidiair is gevorderd. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat tussen partijen niet in geschil is dat dit concurrentiegevoelige informatie betreft. De omstandigheid dat de ontbrekende functionaliteit uiterlijk op 1 januari 2016 algemeen beschikbaar dient te zijn, is onvoldoende om te oordelen dat deze gegevens thans vrijgegeven zouden moeten worden. Er heeft immers nog geen definitieve gunning aan Wentzo plaatsgevonden en gesteld noch gebleken is dat voorafgaand aan de definitieve gunning met betrekking tot de opdracht al een overeenkomst tussen SURFnet en Wentzo tot stand is gekomen. Bovendien heeft SURFnet ter zitting verklaard dat de datum 1 januari 2016 hangende deze procedure is opgeschort.

4.14.

Gezien het voorgaande zullen de vorderingen van SecureLink worden afgewezen.

4.15.

Securelink zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SURFnet worden begroot op:

- griffierecht € 613,--

- salaris advocaat 816,--

Totaal € 1.429,--

4.16.

De nakosten, waarvan SURFnet betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

wijst de vorderingen af;

5.2.

veroordeelt Securelink in de proceskosten, aan de zijde van SURFnet tot op heden begroot op € 1.429,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;

5.3.

veroordeelt SecureLink, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door SURFnet volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:

- € 131,00 aan salaris advocaat,

- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis;

5.4.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2015.

type: MS/4185

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature