Uitspraak
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 15/2461
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 juli 2015 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[verzoeker 1], .[verzoeker 2], [verzoeker 3], [verzoeker 4], [verzoeker 5], [verzoeker 6] en de Vereniging van Eigenaren [adres] te [woonplaats], allen te [woonplaats], verzoekers
(gemachtigde: mr. B. Vermeirssen),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, verweerder
(gemachtigden: mr. K.J.L. van Welzen en mr. E. Kovacsek).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Nedgoed B.V., gevestigd te Ouderkerk aan de Amstel
(gemachtigde: mr. S.A.B. Boer).
Procesverloop
Bij besluit van 10 januari 2014 heeft verweerder aan Nedgoed B.V. (vergunninghoudster) een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een winkel-woongebouw op de percelen [adres] [nummer] te [woonplaats] (de percelen), met een parkeervoorziening op het perceel [adres] te [woonplaats]. Bij besluit van 19 augustus 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het door verzoekers daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep wordt behandeld onder zaaknummer UTR 14/5988. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, gelijktijdig met de behandeling van het beroep van verzoekers, plaatsgevonden op 3 juli 2015. [verzoeker 1] en [verzoeker 2] zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Vergunninghoudster is vertegenwoordigd door [X], directeur, bijgestaan door [A], architect, en de gemachtigde.
Overwegingen
Bij tussenuitspraak van heden in het beroep met zaaknummer UTR 14/5988 heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit te herstellen. In de tussenuitspraak is overwogen dat verweerder deze gebreken in beginsel kan herstellen door het nemen van een nieuw besluit op de voet van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ten behoeve van een dergelijk nieuw besluit moet vergunninghoudster eerst een wijzigingstekening indienen.
De voorzieningenrechter stelt vast, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dat de bouwtitel waar vergunninghoudster op dit moment over beschikt, gebreken vertoont. Deze gebreken zijn slechts herstelbaar door middel van een nieuw te nemen besluit. Op dit moment staat dus vast dat de thans aan vergunninghoudster verleende bouwtitel niet ongewijzigd in stand zal blijven. Daarmee is op dit moment nog onzeker of vergunninghoudster in de toekomst zal beschikken over een bouwtitel die in rechte stand houdt.
Gelet op deze situatie ziet de voorzieningenrechter ziet aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen en de met het besluit van 10 januari 2014 verstrekte omgevingsvergunning te schorsen tot het moment dat de meervoudige kamer van de rechtbank in de zaak UTR 14/5988 einduitspraak heeft gedaan op het beroep.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 735,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, 0,5 punt voor het verschijnen ter zitting, vanwege de gelijktijdige behandeling van de beroepszaak, waarde per punt € 490,- en een wegingsfactor 1). Op grond van artikel 8:82, vijfde lid, van de Awb dient verweerder het door verzoekers betaalde griffierecht te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- schorst de met het besluit van 10 januari 2014 verleende omgevingsvergunning tot het moment dat de meervoudige kamer van de rechtbank uitspraak heeft
gedaan in de zaak UTR 14/5988;
veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 735,-;
draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 331,- aan verzoekers te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M.M. van Amstel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.K. van de Poel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2015.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.