Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Kort geding. De voorzieningenrechter gebiedt de gemeente Hilversum de overeenkomst met Crailo na 1 januari 2014 voort te zetten op dezelfde wijze als zij heeft gedaan sinds 1924. De voorzieningenrechter veroordeelt de gemeente Hilversum om aan Crailo een dwangsom van € 1.000,- te betalen voor iedere dag dat de gemeente Hilversum niet aan het bepaalde onder 5.1. voldoet met een maximum van € 200.000,-, veroordeelt de gemeente Hilversum in de proceskosten, verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wijst het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling civielrecht

Zittingsplaats Lelystad

zaaknummer / rolnummer: C/16/ 359072 / KL ZA 13-458

Vonnis in kort geding van 7 januari 2014

in de zaak van

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

VERENIGING DIERENASIEL CRAILO, STREEKASIEL VOOR HET GOOI EN OMSTREKEN,

gevestigd te Hilversum,

eiseres,

advocaat mrs. P.M. Smid en E.M.B. van der Schaik te Utrecht,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE HILVERSUM,

gevestigd te Hilversum,

gedaagde,

vertegenwoordigd door de heren H. Kukler en E.G.J. van der Want,

Partijen zullen hierna Crailo en gemeente Hilversum genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding met 16 producties

de brief van 20 december 2013 met productie 2 van de zijde van Crailo

de mondelinge behandeling op 24 december 2013

de pleitnota van Crailo

de pleitnota van gemeente Hilversum.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

De gemeente Hilversum heeft op basis van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek de plicht tot het opvangen en verzorgen van zwerfdieren voor een periode van 14 dagen. Crailo verzorgt sinds 1924 exclusief de opvang van zwerfdieren voor het Gewest Gooi en Vechtstreek bestaande uit de gemeenten Hilversum, Bussum, Naarden, Huizen, Laren, Blaricum, Eemnes, Baarn, Wijdemeren, Weesp en Muiden.

2.2.

Op 20 december 2012 heeft binnen het Gewest een portefeuillehouders overleg Wonen, Welzijn en Zorg plaatsgevonden met als onderwerp de opvang van zwerfdieren. Dit overleg heeft geresulteerd in het advies aan de gemeenten:

“Gegeven het feit dat het hier een wettelijke verplichting betreft die de gemeenten naar behoren dienen uit te voeren en wetende dat de huidige onderkomens bij Dierenasiel Crailo niet meer aan de wet- en regelgeving voldoen, besluiten om te kiezen voor de hierboven beschreven samenwerking met het Dieren Beschermings Centrum in Amersfoort en voor de meerkosten ten opzichte van de huidige situatie dekking te zoeken binnen de eigen begroting.

Bij overeenstemming Dierenasiel Crailo te laten weten dat wij de samenwerking per 31 maart 2012 zullen gaan beëindigen.”

2.3.

Begin 2013 heeft het College B&W van de gemeente Hilversum het besluit genomen de dierenopvang onder te brengen bij het Dieren Berschermings Centrum te Amersfoort en de tijdelijke eerste opvang te regelen bij Dierenpension Naarden.

2.4.

Bij brief van 11 juli 2013 heeft de gemeente Hilversum de overeenkomst met Crailo per 1 januari 2014 opgezegd. De gemeente Hilversum schrijft onder meer:

“(…)

In deze brief delen wij u mee dat de gemeente Hilversum per 1 januari 2014 geen gebruik meer maakt van de diensten van Dierenasiel Crailo voor de uitvoering van deze wettelijke taak van zwerfdierenopvang.

Voortraject

Sinds 2010 zijn wij met u in overleg geweest over de voorwaarden waaronder u in de toekomst de bovengenoemde wettelijke taak voor de gewestgemeenten, waaronder de gemeente Hilversum, zou kunnen uitvoeren. In maart 2011 heeft het Gewest u laten weten dat de gemeenten onderzoek zouden doen naar alternatieven voor de opvang van achtergelaten dieren. Hierbij is gekeken naar zowel prijs als kwaliteit en dierenwelzijn. Op 20 december 2012 zijn de portefeuillehouders Wonen, Welzijn en Zorg van de regiogemeenten akkoord gegaan om een samenwerking aan te gaan met Dierenbeschermingscentrum Amersfoort. Daarbij is ook voorzien in een vooropvang van de zwerfdieren in het Dierenpension in Naarden. Het college van Hilversum heeft dit voorstel op 22 januari 2013 bekrachtigd.

Op 30 mei 2013 is het proces en de besluitvorming rondom de wettelijke taak van zwerfdierenopvang besproken in de commissie Samenleving. De commissie heeft de voorkeur om zwerfdieren in de regio op te vangen, zolang dat kwalitatief hoogwaardig en met zorg voor de zwerfdieren gebeurt. De waardering is uitgesproken naar de vrijwilligers van Dierenasiel Crailo die zich daarvoor dagelijks inzetten. Aangegeven is dat deze taak belegd moet worden bij een organisatie die bestuurlijk transparant is en een open en professionele aanpak heeft. De commissie heeft op dit moment niet het vertrouwen dat Dierenasiel Crailo aan deze eisen voldoet. (…)”

2.5.

Op 10 december 2013 heeft het College van B&W van de gemeente Hilversum ingestemd met een conceptovereenkomst voor de zwerfdierenopvang met Dierenbeschermingscentrum Amersfoort (hierna: DBC) en een vooropvang in Dierenpension Naarden. De overeenkomst is door de betrokken partijen getekend.

3 Het geschil

3.1.

Crailo vordert, na wijziging van haar eis, uitvoerbaar bij voorraad:

de gemeente Hilversum te gebieden de overeenkomst met Crailo voort te zetten per en na 1 januari 2014 en deze overeenkomst per 1 januari 2014 gestand te doen op dezelfde wijze als zij gedaan heeft sinds 1924;

de gemeente Hilversum te gebieden te staken en gestaakt te houden: elke vorm van plaatsing van een publicatie en/of berichtgeving in een folder en/of via Twitter en/of anderszins, een en ander in de breedste zin des woords, welke inhoudelijk strijdig zijn met het voortduren na 1 januari 2014 van de voornoemde overeenkomst tussen partijen en daarnaast de gemeente Hilversum te gebieden: alle publicaties en/of berichten in een folder en/of via Twitter en/of anderszins, een en ander in de breedste zin des woords, die al zijn gepubliceerd, in huis-aan-huisbladen in het Gooi, dan wel anderszins, een en ander in de breedste zin des woords, door of namens de gemeente Hilversum en welke inhoudelijk strijdig zijn met het voortduren na 1 januari 2014 van de voornoemde overeenkomst tussen partijen te rectificeren binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis;

de gemeente Hilversum te verbieden de beoogde overeenkomst per 1 januari 2014 te gunnen aan – en te laten ondertekenen door – DBC en/of te gunnen aan enige andere partij dan aan Crailo, dan wel in het geval de gemeente Hilversum het standpunt inneemt dat al is gegund aan DBC en/of DBC de bedoelde overeenkomst al heeft getekend dit ongedaan te maken binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis;

het voorgaande op straffe van het verbeuren door de gemeente Hilversum aan Crailo van een direct opeisbare dwangsom van € 500.000,- per overtreding door de gemeente Hilversum van een van de drie of meerdere van de drie onder a en b genoemde geboden en/of het onder c genoemde verbod en /of het onder c genoemde gebod en van € 500,- per dag dat de overtreding voortduurt;

de gemeente Hilversum te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten en de nakosten, forfaitair te begroten, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis.

3.2.

Gemeente Hilversum voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Het spoedeisend belang volgt uit het feit dat de gemeente Hilversum de overeenkomst met Crailo per 1 januari 2014 heeft opgezegd.

4.2.

Tussen partijen staat vast dat Crailo sinds 1924 exclusief de opvang van de zwerfdieren voor onder andere de gemeente Hilversum verzorgt. Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van een duurovereenkomst tussen hen waarin geen opzeggingsregeling is opgenomen. De vraag die in dit kort geding voor ligt is of naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter de gemeente Hilversum de duurovereenkomst met Crailo kon en mocht opzeggen.

Toetsingskader

4.3.

In zijn arrest van 3 december 1999, NJ 2000, 120 (Latour/De Bruijn) heeft de Hoge Raad over de opzegging van duurovereenkomsten waarin geen opzeggingsregeling is opgenomen, geoordeeld dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de concrete omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts tot beëindiging van de overeenkomst leidt indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. In Hoge Raad 28 oktober 2011, NJ 2012, 685 (De Ronde Venen/Stedin) heeft de Hoge Raad helderheid verschaft over de vraag of opzegging van een duurovereenkomst in beginsel mogelijk is door deze vraag bevestigend te beantwoorden. Volgens de Hoge Raad kunnen enkel de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Opzegging is dus mogelijk, tenzij de redelijkheid en billijkheid dit verhinderen. In het arrest Auping / Beverslaap heeft de Hoge Raad opnieuw bevestigd dat duurovereenkomsten in beginsel opzegbaar zijn. Voor zover de feiten en omstandigheden niet zonder meer met zich meebrengen dat een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging nodig is, kunnen die feiten en omstandigheden aldus de Hoge Raad nog wel meebrengen dat er een langere opzeggingstermijn in acht moet worden genomen of dat een (schade)vergoeding moet worden aangeboden.

4.4.

Op grond van bovengenoemde jurisprudentie dient de vraag of de gemeente Hilversum de overeenkomst met Crailo kon opzeggen derhalve in beginsel bevestigend beantwoord te worden.

4.5.

Vervolgens dient beoordeeld te worden of de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat de gemeente Hilversum slechts over kon gaan tot opzegging indien daartoe een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestond.

Standpunt Crailo

4.6.

De voorzieningenrechter begrijpt de stellingen van Crailo aldus dat zij van mening is dat in casu gezien de duur van de overeenkomst, de exclusiviteit van de overeenkomst, de omvangrijke investeringen die Crailo heeft gedaan op initiatief van de gemeente Hilversum en de grote financiële gevolgen voor Crailo die de opzegging met zich brengen, de gemeente Hilversum een zwaarwegende grond nodig had om de overeenkomst te kunnen opzeggen.

4.7.

Crailo heeft aangevoerd dat zij met vertegenwoordigers van de gemeente Hilversum in de periode 2000 t/m 2010 intensief overleg heeft gevoerd en gezamenlijk toekomstplannen hebben gemaakt met betrekking tot de voortzetting van de opvang van de zwerfdieren in het dierenasiel van Crailo. Op basis van dit overleg en de in samenspraak met de gemeente Hilversum gemaakte plannen zijn door Crailo investeringen gedaan en heeft Crailo meegewerkt aan een grondruil omwille van een door de gemeente Hilversum gewenste wegomlegging. De genoemde investeringen omvatten sinds 2000 een bedrag van ongeveer € 800.000,-, aldus Crailo. Crailo stelt dat vanwege het feit dat het bestemmingsplan in 2002 door de gemeente Hilversum is gehonoreerd zoals door Crailo is verzocht, bij haar het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de samenwerking met de gemeente Hilversum ook in de toekomst zou worden voortgezet.

Crailo stelt voorts dat zij omzetschade lijdt door het wegvallen van haar asielfunctie. Zij stelt dat zij inkomsten misloopt doordat zwerfdieren niet meer aan haar worden overgedragen en doordat er geen financiële ondersteuning meer zal plaatsvinden van derden die het dierenasiel momenteel zeer waardevol vinden. Daarnaast zullen de eerste maanden de kosten stijgen doordat het voor de inwoners van de gemeente Hilversum en omstreken onduidelijk is waar zij hun weggelopen dieren kunnen ophalen en Crailo daardoor veelvuldig zal worden gebeld en benaderd. Verder heeft Crailo nog aangevoerd dat de gemeente Hilversum de regels omtrent aanbesteding niet heeft gevolgd. Tevens is de gunning aan DBC in combinatie met de noodopvang door Dierenpension Naarden in strijd met artikel 21 van het Honden en Katten Besluit. Subsidiair stelt Crailo zich op het standpunt dat geen redelijke opzegtermijn in acht is genomen.

Standpunt gemeente Hilversum

4.8.

De gemeente Hilversum erkent dat partijen in het verleden hebben gesproken over een nieuwbouw in verband met de verouderde huisvesting, maar stelt dat de kosten van de nieuwbouw dusdanig hoog waren dat dat voor de gemeente Hilversum niet haalbaar was. Sinds 2010 hebben partijen dan ook niet meer gesproken over de nieuwbouw, maar slechts over de prijs van de opvang. De accommodatie bij Crailo is sterk verouderd. Toen bleek dat Crailo niet voldeed aan het Honden- en Kattenbesluit is besloten de overeenkomst op te zeggen. Voorts betwist de gemeente Hilversum dat Crailo omzetschade heeft, aangezien de opvang van zwerfdieren een verlies draaiende activiteit is. Een aanbesteding is volgens de gemeente Hilversum in het onderhavig geval niet nodig. De gunning aan DBC voldoet wel aan de wettelijke eisen.

Overwegingen

4.9.

De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Zoals hiervoor reeds overwogen staat tussen partijen vast dat Crailo sinds 1924 exclusief de opvang van de zwerfdieren voor onder andere de gemeente Hilversum verzorgt, zodat de duur van de overeenkomst en de exclusiviteit daarvan vast staat. De vraag is echter of de gemeente Hilversum het gerechtvaardigd vertrouwen bij Crailo heeft gewekt, zoals onder overweging 4.7 door Crailo is aangevoerd, dat zij de overeenkomst zou voortzetten en zo ja, of dit er alsdan toe leidt dat de gemeente Hilversum een zwaarwichtige reden nodig heeft om de overeenkomst op te zeggen.

4.10.

De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. Uit hetgeen door Crailo in deze procedure naar voren is gebracht, maakt de voorzieningenrechter slechts op dat partijen in het verleden in gesprek zijn geweest over een eventuele nieuwbouw van het dierenasiel. Niet gebleken is echter dat de gemeente Hilversum toezeggingen heeft gedaan omtrent investeringen in de nieuwbouw. Ter zitting is gebleken dat Crailo de plannen voor de nieuwbouw heeft gemaakt en de bouwvergunning heeft aangevraagd zonder dat duidelijk was wie de nieuwbouw zou gaan financieren. Crailo heeft bovendien onvoldoende onderbouwd dat de door haar gestelde investeringen daadwerkelijk zijn gepleegd en (uitsluitend) zien op de opvang van de zwerfdieren.

Niet, althans onvoldoende, gebleken is derhalve dat de gemeente Hilversum het gerechtvaardigd vertrouwen bij Crailo heeft gewekt dat zij de overeenkomst met Crailo zou continueren. Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat Crailo aanzienlijke omzetschade zal lijden bij het wegvallen van de opvang van zwerfdieren.

4.11.

Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat de gemeente Hilversum slechts over kon gaan tot opzegging indien daartoe een voldoende zwaarwegende grond bestond. De gemeente Hilversum kon en mocht de overeenkomt derhalve opzeggen zonder zwaarwegende gronden. De stellingen van partijen ten aanzien van de in de brief van 11 juli 2013 genoemde redenen

van opzegging behoeven derhalve geen nadere bespreking.

4.12.

De door Crailo aangevoerde feiten en omstandigheden geven echter wel aanleiding om te beoordelen of de in acht genomen opzegtermijn redelijk is.

Gezien de duur van de overeenkomst en de exclusiviteit van de overeenkomst acht de voorzieningenrechter het waarschijnlijk dat de rechter in de bodemprocedure zal oordelen dat een te korte opzegtermijn in acht is genomen. Al het bovenstaande in ogenschouw nemend, acht de voorzieningenrechter een opzegtermijn van 2,5 jaar, ingaande op 11 juli 2013, redelijk. Dit betekent dat de overeenkomst uiteindelijk op 1 januari 2016 dient te eindigen, behoudens andere omstandigheden die een eerdere opzegging zouden kunnen rechtvaardigen zoals bijvoorbeeld onder r.o. 4.13. is overwogen. De bepaling van de lengte van de opzegtermijn is onder meer ingegeven door de zeer lange duur en exclusiviteit van de overeenkomst. De voorzieningenrechter zoekt daarbij aansluiting bij de in het arrest Latour/de Bruin gehanteerde opzegtermijn en de in de literatuur bepleite opzegformules bij duurovereenkomsten. De looptijd van de overeenkomst bedraagt ongeveer 90 jaar en is exclusief aan Crailo gegund. Als correctiefactoren hebben te gelden dat het aandeel in de omzet relatief is beperkt, Crailo niet afhankelijk is van de opvang van zwerfdieren voor haar voortbestaan en dat van omvangrijke investeringen kort voor de opzegging onvoldoende is gebleken. Op grond van het boven gestelde komt de voorzieningenrechter tot de volgende berekening: opzegtermijn: 1 maand x 90 jaar x 0,35 correctiefactor = 31,5 maanden, afgerond 2,5 jaar.

De voorzieningenrechter merkt op dat een rechter, oordelend in een bodemprocedure, niet is gebonden aan een oordeel in kort geding.

4.13.

De voorzieningenrechter neemt daarbij nog in aanmerking dat niet, althans onvoldoende, is gebleken dat Crailo niet aan de wettelijke eisen zou voldoen, zoals in de besluitvorming, voorafgaand aan de opzeggingsbrief van de gemeente Hilversum, naar voren is gekomen. Daar naar gevraagd ter zitting is de gemeente Hilversum het antwoord schuldig gebleven op basis waarvan indertijd is gesteld dat Crailo niet aan de wettelijke eisen zou voldoen. Een dergelijke situatie kan immers onder omstandigheden wel aanleiding zijn om tot een eerdere beëindiging van de overeenkomst te komen. De voorzieningenrechter stelt evenwel vast dat de gemeente Hilversum deze grond ook niet langer hanteert in haar opzeggingsbrief aan Crailo.

4.14.

De voorzieningenrechter acht hetgeen partijen ten aanzien van de aanbesteding hebben aangevoerd niet relevant voor deze procedure. Immers, dat laat onverlet dat de gemeente Hilversum de overeenkomst met Crailo mocht opzeggen als hierboven overwogen. Hetzelfde geldt voor de vraag of het Dieren Beschermingscentrum te Amersfoort in combinatie met Dierenpension Naarden aan de wettelijke eisen voldoet.

4.15.

Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de voorzieningenrechter de vordering onder a. zal toewijzen in die zin dat zij de gemeente Hilversum zal gebieden de overeenkomst met Crailo voort te zetten op dezelfde wijze als zij heeft gedaan sinds 1924.

4.16.

De vordering onder b. zal de voorzieningenrechter afwijzen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeente Hilversum vanuit haar wettelijke taak gehouden is haar inwoners op de hoogte te stellen waar zwerfdieren heen gebracht moeten worden en opgehaald kunnen worden. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat de gemeente Hilversum op basis van onderhavig vonnis haar burgers nader zal informeren, zodat een voorziening als onder b. overbodig is.

4.17.

De vordering onder c. zal de voorzieningenrechter afwijzen. Ter zitting is gebleken dat de gemeente Hilversum de overeenkomst met Dieren Beschermingscentrum te Amersfoort inmiddels heeft getekend. Er bestaat geen wettelijke grondslag waarop de voorzieningenrechter de gemeente Hilversum kan gebieden de overeenkomst ongedaan te maken.

4.18.

De voorzieningenrechter zal aan de vordering onder a. een dwangsom verbinden van € 1.000,- per dag met een maximum van € 200.000,-.

4.19.

De voorzieningenrechter zal de vordering tot veroordeling in de buitengerechtelijke kosten afwijzen, nu Crailo niet heeft gesteld of anderszins is gebleken dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht.

4.20.

De gemeente Hilversum zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Crailo worden begroot op:

- griffierecht €  589,00

- salaris advocaat 904,00

Totaal €  1.493,00

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

gebiedt de gemeente Hilversum de overeenkomst met Crailo na 1 januari 2014 voort te zetten op dezelfde wijze als zij heeft gedaan sinds 1924,

5.2.

veroordeelt de gemeente Hilversum om aan Crailo een dwangsom van € 1.000,- te betalen voor iedere dag dat de gemeente Hilversum niet aan het bepaalde onder 5.1. voldoet, met maximum van € 200.000,-,

5.3.

veroordeelt de gemeente Hilversum in de proceskosten, aan de zijde van Crailo tot op heden begroot op € 1.493,00 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van zeven dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

5.4.

veroordeelt de gemeente Hilversum in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat indien de gemeente Hilversum niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van

€ 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van zeven dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening

5.5.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

5.6.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2014.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature