Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank spreekt verdachte vrij van de onder 1 en 2 ten laste gelegde verkrachtingen nu de aangiften door geen ander bewijsmiddel ondersteund worden.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer

Parketnummer: 07/660366-12 (P)

Uitspraak: 18 juli 2013

VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:

het openbaar ministerie

tegen

[verdachte],

geboren op[geboortedatum] te [geboorteplaats] (Turkije),wonende te [postcode] [woonplaats], [adres].

1 HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van de onderzoeken ter terechtzitting van 14 februari 2013, 2 mei 2013 en 4 juli 2013.

De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door mr. R. Zwiers, advocaat te Almere. Als officier van justitie was aanwezig mr. M. Kamper.

2 DE TENLASTELEGGING

De verdachte is - na wijziging - ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 13 november 2012 in de gemeente Almere (meermalen) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte

zijn tong geduwd/gestoken in de mond van die [slachtoffer 1] (tongzoenen) en/of

zijn penis gebracht/geduwd in de mond van die [slachtoffer 1] en/of

zijn penis gebracht/geduwd in de vagina van die [slachtoffer 1]

en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld

en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte (terwijl hij weet heeft of kon hebben van een psychische aandoening bij die [slachtoffer 1] en/of het feit dat de echtgenoot van die [slachtoffer 1] niet thuis was)

de arm van die [slachtoffer 1] (hard) heeft vastgepakt en/of

(vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft meegetrokken (naar de slaapkamer) en/of

daarbij tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geschreeuwd: "mee naar boven, mee naar boven",in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of

tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat zij zich uit moest kleden en/of

de onderbroek van die [slachtoffer 1] heeft uitgetrokken (nadat zij in bed was gaan liggen) en/of

(ondertussen) bovenop de buik van die [slachtoffer 1] is gaan zitten en/of

(vervolgens) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "pijp me, pijp me", in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of dat zij, [slachtoffer 1], aan zijn, verdachtes, penis moest zuigen en/of

met een hand de keel van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) met die hand in de keel heeft geknepen en/of (nadat verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] had geduwd/gebracht) met beide handen de keel van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt

en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;

2.

hij in de periode van 01 oktober 2012 tot en met 10 november 2012 (meermalen) in de gemeente Almere (telkens) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens)[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens)

meerdere, in ieder geval een vinger(s) geduwd/gebracht in haar vagina en/of

zijn penis geduwd/gebracht in de vagina van die [slachtoffer 2]

en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte (terwijl hij weet heeft van het feit dat de echtgenoot van die [slachtoffer 2] stervende is en/of (na 16 oktober 2012) dat de echtgenoot van die [slachtoffer 2] overleden was en/of dat die [slachtoffer 2] artrose in haar spieren heeft)

tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij seks wilde, in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking en/of

die broek en/of de onderbroek van die [slachtoffer 2] naar beneden heeft getrokken en/of

(vervolgens) de arm(en) van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt en/of die [slachtoffer 2] op de bank heeft gegooid en/of (vervolgens) met een of beide hand(en) de armen van die [slachtoffer 2] op/tegen de bank heeft gedrukt en/of

tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij haar zou vermoorden als zij niet mee zou werken, in ieder geval woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of

(met kracht) de benen van die [slachtoffer 2] uit elkaar heeft geduwd en/of

(nadat die [slachtoffer 2] tegen hem had gezegd dat het zeer deed) tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat het hem niet kon schelen en/of

meermalen, in ieder geval eenmaal die [slachtoffer 2] heeft teruggeduwd (als die [slachtoffer 2] probeert de telefoon te pakken) en/of

tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij, verdachte, zijn neefjes op haar af zou sturen

en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.

3 DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen gelet op de aangiftes, de verklaringen bij de rechter-commissaris en het feit dat er sprake is van dezelfde modus operandi.

Het standpunt van de verdediging

Feit 1

De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de door aangeefster [slachtoffer 1] afgelegde verklaringen onbetrouwbaar zijn en niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd nu deze verklaringen tegenstrijdigheden bevatten en aangeefster een borderline persoonlijkheidsstoornis en een dissociatieve identiteitsstoornis heeft.

Feit 2

De raadsman heeft vrijspraak bepleit.[slachtoffer 2] heeft pas aangifte gedaan nadat [slachtoffer 1] met haar over haar vermeende verkrachting had gesproken. Daarnaast wordt deze aangifte niet met ander feitelijk bewijs ondersteund.

Het oordeel van de rechtbank

Door verdachte wordt niet ontkend dat er tussen hem en aangeefster [slachtoffer 1] en[slachtoffer 2] seksuele handelingen hebben plaatsgevonden die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.

De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of deze handelingen onder dwang hebben plaatsgevonden.

Van dwang in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht is sprake als verdachte opzettelijk heeft veroorzaakt dat de slachtoffers seksuele handelingen tegen hun wil hebben ondergaan. Verder is voor een veroordeling van genoemd artikel vereist dat die dwang geschiedt door middel van geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid.

Feit 1

De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van aangeefster [slachtoffer 1], dat de seksuele handelingen tegen haar wil en met geweld hebben plaatsgevonden, onvoldoende steun vinden in de voorhanden zijnde bewijsmiddelen. De rechtbank betrekt in haar oordeel dat aangeefster volgens haar verklaring van 16 november 2013 verdachte vrijwillig in haar woning heeft toegelaten, dat hij daarna eten heeft gemaakt en met haar begon te zoenen. Vervolgens is zij met verdachte naar boven gelopen, hebben zij gemeenschap gehad en is aangeefster samen met verdachte gaan slapen.

Aangeefster vertelt in dezelfde verklaring dat zij bij het zoenen haar hoofd wegdraaide en dat zij op een voor haar pijnlijke manier bij haar linkerbovenarm werd gepakt, dat verdachte begon te schreeuwen en dat zij vervolgens met hem mee is gelopen naar de slaapkamer boven. Bij de rechter-commissaris verklaart aangeefster dat zij verdachte niet vrijwillig heeft binnengelaten en dat hij haar bij de deur bij de keel greep. De rechtbank hecht meer waarde aan de eerste verklaring die vlak na de gebeurtenissen is afgelegd. Deze verklaring past ook bij de verklaring van [A], de persoonlijk begeleidster van aangeefster, die verklaart dat aangeefster tegen haar heeft gezegd dat zij weed kon krijgen in ruil voor seks en dat zij daarop in was gegaan. Een bepaald gedeelte van de seks wilde ze niet.

De rechtbank acht, gelet op de verklaring van aangeefster van 16 november 2013, voorstelbaar dat de seksuele handelingen verder zijn gegaan dan aangeefster prettig heeft gevonden, maar niet is gebleken dat de situatie voor aangeefster dermate bedreigend was dat zij er ook echt door gedwongen werd en dus geen weerstand kon bieden. De rechtbank heeft daarbij ook in overweging genomen dat aangeefster zich niet bij een arts heeft gemeld en dat op de foto’s slechts een aantal rode plekken te zien is. Niet valt uit te sluiten dat deze plekken zijn ontstaan door vrijwillige seks.

De rechtbank is van oordeel dat op basis van het voorgaande in onderling verband en samenhang beschouwd, niet kan worden vastgesteld dat er sprake is geweest van dwang. De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

Feit 2

De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster[slachtoffer 2], dat de seksuele handelingen tegen haar wil hebben plaatsgevonden, onvoldoende steun vindt in de voorhanden zijnde bewijsmiddelen. Uit de verklaring van aangeefster blijkt dat verdachte vaker bij haar in huis was geweest en dat hij zich toen onder meer heeft afgetrokken achter een deur. Ondanks dit voorval heeft aangeefster hem weer binnen gelaten. Daar komt bij dat aangeefster zich pas in december 2012 bij een arts heeft gemeld terwijl de vermeende verkrachting in oktober 2012 zou hebben plaatsgevonden. Hoewel bij een verkrachting, anaal of vaginaal, bepaalde verwondingen kenmerkend zijn, had aangeefster niet een van deze verwondingen. De arts constateerde op dat moment slechts een schimmelinfectie.

Nu verdachte het ten laste gelegde feit bij de politie en ter zitting heeft ontkend en de verklaringen van aangeefster geen steun vinden in andere bewijsmiddelen, zal de rechtbank verdachte van het onder 2 ten laste gelegde vrijspreken.

5 DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft [slachtoffer 1] zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van de aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op € 9.934,78, bestaande uit € 434,78 materiële schade en € 9.500,00 immateriële schade.

Het standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het materiële deel toe te wijzen en het immateriële deel tot een bedrag van € 2.500,00. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd om aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren nu hij integrale vrijspraak heeft bepleit.

Het oordeel van de rechtbank

De vordering van de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard nu verdachte integraal zal worden vrijgesproken. De rechtbank zal bepalen dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter aangebracht kan worden.

6. BESLISSING

De rechtbank:

Ten aanzien van de tenlastelegging

- verklaart niet bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;

Ten aanzien van de benadeelde partij

- bepaalt dat de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

Aldus gewezen door mr. F.H. Schormans, voorzitter, en mr. drs. S.M. van Lieshout en mr. C.W. Couperus-Van Kooten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2013.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature