Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Verzocht is om verwijdering van de signalering van verzoeker in het Schengen Informatie Systeem (SIS) door Frankrijk. De bestuursrechter is bevoegd kennis te nemen van beroepen ge­richt tegen besluiten omtrent signaleringen waarvoor (de beheerder of de korpschef van) het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verantwoordelijk is. Verzoeker is er echter ten onrechte van uitgegaan dat het KLPD de verantwoordelijke is aan wie op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wet politie ­gegevens verzocht kan worden de signalering door de Franse autoriteiten te verwijderen.

Tot de inwerkingtreding van de Wet politiegegevens is in vergelijkbare gevallen aansluiting gezocht bij de regeling ten aanzien van Nederlandse politie­gegevens. In dit geval kan echter niet aangesloten worden bij de thans geldende Wet politiegegevens, omdat daarin de procedure via de bestuursrechter is aangewezen. Omdat er geen Nederlands bestuursorgaan is dat zeggenschap heeft over de signalering door Frankrijk en daarover een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan nemen, is aansluiting bij de regeling in de Wet politiegegevens niet mogelijk . Het ligt in de rede om aan te sluiten bij de meer algemene regeling van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), waar in artikel 46 is bepaald dat, indien een beslissing als bedoeld in artikel 45 is genomen door een ander dan een bestuursorgaan, de civiele verzoekschrift­procedure van toepassing is.

Gelet hierop is in casu dus niet de bestuursrechter bevoegd maar de burgerlijke rechter.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDELBURG

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 12/2608 WBP

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2012 in de zaak van

[naam persoon], wonende te [woonplaats],

gemachtigde: mr. ir. M.F.P.M. Brogtrop

Procesverloop

De gemachtigde van [naam persoon] heeft (bij de sector bestuursrecht) een verzoekschrift ingediend met het verzoek om bij beschikking voor recht te verklaren dat het voortduren van de signalering van [naam persoon] in het Schengen Informatie Systeem (SIS) door Frankrijk tot aanhouding ter fine van uitlevering op basis van strafbare feiten waarvoor [naam persoon] reeds is berecht, onrechtmatig is en te bevelen dat het Korps Landelijke Politiediensten ( KLPD) bewerkstelligt dat de signalering door Frankrijk in het SIS wordt verwijderd.

[naam persoon] heeft toestemming gegeven om een nader onderzoek ter zitting achterwege te laten, zodat met toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zal worden gedaan.

Overwegingen

1. Door Frankrijk is ten aanzien van[naam persoon] in het SIS een signalering opgenomen.

[naam persoon] heeft in zijn verzoekschrift aangegeven dat hij op grond van artikel 28 van de Wet Politiegegevens het KLPD heeft benaderd met de strekking dat zijn signalering door de Franse autoriteiten op grond van artikel 110 van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst verwijderd wordt. Omdat deze actie niet tot resultaat heeft geleid heeft [naam persoon] zich tot het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) gewend met het verzoek om bemiddeling. Nadat het Cbp bij brief van 8 juni 2010 te kennen heeft gegeven de bemiddeling te staken stond volgens [naam persoon] vervolgens beroep open op grond van artikel 29, eerste lid, van de Wet Politiegegevens .

2. Op grond van artikel 106, eerste lid, van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst (SUO) is alleen de signalerende Overeenkomstsluitende Partij bevoegd de door haar ingevoerde gegevens te wijzigen, aan te vullen, te verbeteren of te verwijderen.

Artikel 111, eerste lid, van de SUO bepaalt dat eenieder het recht heeft op het grondgebied van elk der Overeenkomstsluitende Partijen bij de naar nationaal recht bevoegde rechter of instantie een beroep in te stellen wegens een hem betreffende signalering, in het bijzonder met het oog op verbetering, verwijdering, kennisneming of schadevergoeding.

Krachtens artikel 111, tweede lid, van de SUO verbinden de Overeenkomstsluitende Partijen zich ertoe wederzijds de onherroepelijke beslissingen van de in lid 1 bedoelde rechters of instanties ten uitvoer te leggen.

3. Uit deze bepalingen vloeit voort dat in dit geval de staat Frankrijk de verantwoordelijke is voor de signalering van [naam persoon] in het SIS en dat [naam persoon] de juistheid van die signalering moet kunnen betwisten bij een Nederlandse rechter.

[naam persoon] heeft gemotiveerd betoogd dat de bestuursrechter ter zake bevoegd is en heeft daartoe gewezen op de Awb-procedure die sedert 1 januari 2008 in de Wet politiegegevens is geïntroduceerd voor verzoeken om wijziging of verwijdering van politiegegevens, waaronder signaleringen in het SIS.

De rechtbank is evenwel van oordeel dat in dit geval niet de bestuursrechter maar de burgerlijke rechter bevoegd is om te beslissen op het verzoekschrift van [naam persoon].

Daartoe is het volgende overwogen.

4. Op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wet politiegegevens kan een ieder over wiens persoon politiegegevens worden verwerkt de verantwoordelijke schriftelijk verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen indien deze feitelijk onjuist, voor het doel van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn, dan wel in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt.

Artikel 28, tweede lid, van de Wet politiegegevens bepaalt dat de verantwoordelijke de verzoeker binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk bericht of, dan wel in hoeverre, hij daaraan voldoet. Artikel 37, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is van overeenkomstige toepassing. Een weigering is met redenen omkleed.

Ingevolge artikel 29, eerste lid, van de Wet politiegegevens geldt een beslissing op een verzoek als bedoeld in artikel 28 als een besluit in de zin van de Awb . Afdeling 7.1 van de Awb is niet van toepassing.

5. Dit betekent dat de bestuursrechter bevoegd is kennis te nemen van beroepen gericht tegen besluiten omtrent signaleringen waarvoor (de beheerder of de korpschef van) het KLPD verantwoordelijk is. [naam persoon] is er echter ten onrechte van uitgegaan dat het KLPD de verantwoordelijke is aan wie op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wet politiegegevens verzocht kan worden de signalering door de Franse autoriteiten te verwijderen. Zoals hiervoor reeds is vastgesteld is in dit geval de staat Frankrijk de verantwoordelijke voor de signalering van [naam persoon] in het SIS. Het KLPD heeft het verzoek van [naam persoon] weliswaar doorgeleid naar de Franse autoriteiten als een verzoek om verwijdering van de signalering van [naam persoon], maar de mededeling van het KLPD dat dit verzoek niet tot resultaat heeft geleid, is geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid van de Awb .

Dit leidt de rechtbank tot het oordeel dat de bestuursrechter niet bevoegd is te beslissen op het verzoekschrift van [naam persoon].

6. In de (schaarse) jurisprudentie over het wijzigen van een buitenlandse signalering in de periode tot de inwerkingtreding van de Wet politiegegevens is in vergelijkbare gevallen aansluiting gezocht bij de regeling ten aanzien van Nederlandse politiegegevens. In dit geval kan echter niet aangesloten worden bij de thans geldende Wet politiegegevens, omdat daarin de procedure via de bestuursrechter is aangewezen. Omdat in het bestuursrecht uitsluitend kan worden geprocedeerd op basis van besluiten in de zin van de Awb, is daarvoor een Nederlands bestuursorgaan nodig dat besluiten naar Nederlands recht kan geven. Aangezien er geen Nederlands bestuursorgaan is dat zeggenschap heeft over de signalering door Frankrijk en daarover een besluit in de zin van de Awb kan nemen, is aansluiting bij de regeling in de Wet politiegegevens niet mogelijk .

7. Naar het oordeel van de rechtbank ligt het in de rede om aan te sluiten bij de meer algemene regeling van de Wbp, waarin ook een regeling is neergelegd over toegang tot de rechter inzake persoonsgegevens. In artikel 45 van de Wbp is geregeld dat een beslissing op een verzoek dat is genomen door een bestuursorgaan heeft te gelden als een besluit in de zin van de Awb, op grond waarvan de bestuursrechter ter zake bevoegd zal zijn en in artikel 46 van de Wbp is - zakelijk weergegeven - bepaald dat, indien een beslissing als bedoeld in artikel 45 is genomen door een ander dan een bestuursorgaan, de civiele verzoekschriftprocedure van toepassing is.

Omdat in dit geval de staat Frankrijk de verantwoordelijke is voor de signalering van [naam persoon] in het SIS en de staat Frankrijk niet kan worden aangemerkt als een bestuursorgaan, stelt de rechtbank vast dat de burgerlijke rechter bevoegd is te beslissen op het verzoekschrift van [naam persoon]. Deze vaststelling brengt mee dat de burgerlijke rechter ingevolge artikel 8:71 van de Awb hieraan gebonden is.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart zich onbevoegd om van het verzoekschrift kennis te nemen;

- bepaalt dat bij de burgerlijke rechter een verzoek kan worden ingediend.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, rechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier.

De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 november 2012.

mr. P.H.M. Verdonschot, griffier mr. M. Breeman, rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature