U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Geschil over beeldmerk van Adidas. Het door gedaagde gedeponeerde beeldmerk kan bij de gemiddelde consument verwarring doen ontstaan.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDELBURG

Sector civiel recht

Vonnis van 14 juli 2004 in de zaak van:

Rolno. 614/03

1. de rechtspersoon naar vreemd recht

Adidas Salomon AG,

gevestigd te Herzogenaurach (Duitsland),

2. de besloten vennootschap

Adidas International Marketing BV,

gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,

eiseressen,

procureur: mr.C.J. Ijdema,

tegen:

(gedaagde),

wonende te (woonplaats),

gedaagde,

procureur: mr. N.H. van Everdingen.

1. Het verloop van het proces

1.1 De volgende processtukken zijn gewisseld:

- dagvaarding met acht producties;

- conclusie van antwoord;

- conclusie van repliek met een productie;

- conclusie van dupliek.

1.2 Eiseressen worden verder gezamenlijk aangeduid als: Adidas en gedaagde als:

gedaagde.

2. De feiten

2.1 Adidas gebruikt sinds het begin van de jaren negentig een beeldmerk dat bestaat uit drie op een gelijke afstand van elkaar geplaatste strepen die elk van gelijke dikte zijn en in dezelfde richting diagonaal zijn geplaatst en gezamenlijk een driehoek vormen. De strepen contrasteren met de achtergrond.

2.2 Dit beeldmerk is op naam van eiseres sub 1 geregistreerd als Internationale merkregistratie nr. 566.295, gedeponeerd op 26 februari 1991, met gelding in de Benelux, voor onder andere kleding (klasse 25) en wel als hier afgebeeld:

….. afbeelding merk met adidas equipment………..(dagv. punt 3 blz. 2)

2.3 Dit beeldmerk is op naam van eiseres sub 2 geregistreerd als Benelux merkregistratie nr. 628.591, gedeponeerd op 8 juni 1998, voor andere kleding (klasse 25) en wel als hier afgebeeld:

…….afbeelding merk met alleen drie zwarte strepen……………(dagv. punt 3 blz. 3)

2.4 Adidas is rechthebbende op de auteursrechten op de vormgeving van het beeldmerk.

2.4 Door (gedaagde) is op 24 juli 2002 een teken gedeponeerd voor beenmodeartikelen (klasse 25) dat als Benelux merkregistratie nr. 728.792 is geregistreerd en wel als hier afgebeeld:

…………afbeelding merk met vier zwart/witte strepen……….(dagv. punt 6 blz. 3)

3. Het geschil

3.1 Adidas stelt dat gedaagde inbreuk maakt op de rechten van Adidas op haar beeldmerk door het depot en het (dreigend) gebruik van een daarmee overeenstemmend teken voor dezelfde of soortgelijke waren. Hierbij gaat het zowel om haar merkrechten zoals hiervoor weergegeven als om haar exclusieve auteursrechten. Op grond hiervan vordert Adidas, kort samengevat, nietigverklaring van de Benelux merkregistratie nr. 728.792 en doorhaling van de inschrijving ervan op straffe van een dwangsom, een verbod op het gebruik van het teken en op inbreuk op de auteursrechten van Adidas en veroordeling tot het doen van diverse opgaven, met nevenvorderingen. In totaal gaat het bij de vordering van Adidas om acht onderscheiden onderdelen; voor de exacte formulering ervan wordt kortheidshalve verwezen naar de inleidende dagvaarding.

3.2 Gedaagde stelt hier tegenover dat het door haar gedeponeerde teken niet overeenstemt met het beeldmerk van Adidas. De strepen, vier in plaats van drie, zijn niet van gelijke dikte, de vorm van de driehoek is anders, de strepen hebben witte schaduwstrepen en wijzen naar rechtsboven in plaats van naar linksboven. Van gevaar voor verwarring is volgens gedaagde geen sprake. Het relevante publiek zal voor haar niet in verwarring raken over de herkomst van de waren. Volgens gedaagde is er geen sprake van inbreuk op de merkrechten van Adidas en daarom ook niet op haar auteursrechten. Zij gebruikt het teken niet, maar ontwerpt alleen logo’s. Adidas is volgens haar rauwelijks overgegaan tot dagvaarding en dient daarom in ieder geval in de proceskosten veroordeeld te worden.

4. De beoordeling

4.1 De rechtbank stelt op de voet van artikel 37 BMW allereerst ambtshalve vast dat zij bevoegd is van de onderhavige vorderingen kennis te nemen nu de gedaagde in (woonplaats) woont.

4.2 Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of het door gedaagde gedeponeerde teken overeenstemt met het beeldmerk van Adidas. Daarbij gaat het erom of bij de gemiddelde consument (normaal geïnformeerd, oplettend en omzichtig) directe of indirecte verwarring kan ontstaan. Aan de punten van overeenstemming zal meer gewicht toegekend moeten worden dan aan punten van verschil en het verwarringsgevaar zal globaal beoordeeld moeten worden, met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het geval.Het onderscheidend vermogen en de bekendheid van het merk zullen hierbij een rol spelen.

4.3 De stelling van Adidas dat het beeldmerk een sterk onderscheidend vermogen heeft en een grote internationale bekendheid geniet, is door gedaagde niet betwist. Evenmin is door haar betwist dat deze bekendheid zo groot is dat het beeldmerk kan worden beschouwd als algemeen bekend merk in de zin van artikel 6b is van het Unieverdrag van Parijs, zoals Adidas stelt. Van de juistheid van deze stellingen dient de rechtbank uit te gaan. Tegen deze achtergrond dient de beantwoording van genoemde vraag plaats te vinden.

4.4 De rechtbank stelt vast dat het bij het gedeponeerde teken evenals bij het beeldmerk van Adidas gaat om een klein aantal relatief brede strepen die op gelijke afstand van elkaar zijn geplaatst, die in grootte aflopen zodat zij gezamenlijk een driehoek vormen, die contrasteren met de achtergrond en die op het oog een gelijke breedte hebben. Deze punten van overeenstemming zijn zodanig, dat de door gedaagde genoemde verschilpunten daarbij in het niet vallen. De totaalindruk van het teken is dat dit in overwegende mate overeenstemt met het beeldmerk van Adidas. De rechtbank acht het evident dat door het gebruik van dit teken bij de gemiddelde consument verwarring kan ontstaan over de herkomst van de waren. In ieder geval leidt hetgeen gedaagde over het in aanmerking komende publiek naar voren heeft gebracht (cva punt 12, cvd punt 8) op dit punt niet tot een ander oordeel, nu het gestelde geen grond biedt voor de conclusie dat dit publiek een zodanige nauwgezetheid aan de dag legt dat verwarring zich niet kan voordoen.

4.5 Door gedaagde is verder niet betwist dat het teken dat zij heeft gedeponeerd en het beeldmerk van Adidas betrekking hebben op dezelfde waren, zodat dit als vaststaand kan worden aangenomen. Ten slotte staat vast dat de merkregistraties die Adidas aan haar vorderingen ten grondslag legt ouder zijn dan het depot van het teken van gedaagde.

4.6 Een en ander leidt tot de slotsom dat het beroep van Adidas op de nietigheid van dat depot ingevolge artikel 14,B lid 1 BMW in samenhang met artikel 3 lid 2 BMW opgaat, zodat het eerste onderdeel van de vordering van Adidas dat hierop betrekking heeft, toegewezen kan worden. De daarin opgenomen termijn zal worden gesteld op drie dagen en de dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als in het dictum nader aangegeven.

4.7 Het tweede onderdeel van de vordering van Adidas betreft een verbod op ieder (verder) gebruik van het beeldmerk of een daarmee overeenstemmend teken. Hetgeen hiervoor is geoordeeld met betrekking tot het eerste onderdeel van de vordering brengt mee dat ook het gevorderde verbod toewijsbaar is. Gedaagde heeft mede in dit verband nog als verweer gevoerd dat zij het teken niet gebruikt en dat zij alleen logo’s ontwerpt, maar dit verweer is ongeloofwaardig waar zij zelf melding maakt van ‘de strepen op de uitgebrachte sokken’ (cva punt 4). Nadat Adidas hierop had gewezen, heeft gedaagde aangegeven dat zij hiermee doelde op ‘het monster dat is gemaakt’ (cvd punt 13), zonder dat dit door haar nader wordt toegelicht. Wat daar ook van zij, het deponeren van een teken voor bepaalde waren kan bezwaarlijk anders worden gezien dan als het voornemen om dat teken voor die waren te (doen) gebruiken. Enig ander doel is in ieder geval door gedaagde niet aannemelijk gemaakt. Een reële dreiging van toekomstige inbreuken is dan ook aanwezig te achten.

4.8 Het verweer van gedaagde tegen het derde onderdeel van de vordering van Adidas, inhoudende een verbod op inbreuk op haar auteursrecht, komt er op neer dat het door haar gedeponeerde teken afwijkt van het beeldmerk van Adidas. Zij stelt zich op het standpunt dat dit teken een geheel nieuw werk inhoudt. Dit verweer strandt op hetgeen hiervoor reeds is overwogen met betrekking tot de overeenstemming tussen het beeldmerk en het gedeponeerde teken en op het feit dat hetgeen zij in dit verband naar voren brengt daarnaast niet als voldoende gemotiveerd kan worden beschouwd.

4.9 Tegen de dwangsom die Adidas als vierde onderdeel van haar vordering vraagt op te leggen is door gedaagde geen afzonderlijk verweer gevoerd. De rechtbank zal deze matigen en maximeren als in het dictum nader aangegeven.

4.10 Het verweer van gedaagde tegen het vijfde onderdeel van de vordering van Adidas, het doen van een aantal opgaven, is gebaseerd op haar stelling dat zij het teken niet gebruikt (heeft). Hiervoor onder 4.7 is reeds overwogen dat dit verweer niet opgaat zodat ook dit onderdeel (behoudens een verruiming van de termijn) toewijsbaar is. Om dezelfde reden is ook het zesde onderdeel van de vordering van Adidas inzake de vernietiging van producten met het inbreukmakende teken, behoudens een maximering van de dwangsom en een termijnstelling, toewijsbaar.

4.11 Tegen het zevende onderdeel van de vordering van Adidas inzake schadevergoeding op te maken bij staat heeft gedaagde geen afzonderlijk verweer gevoerd, zodat dit onderdeel toewijsbaar is.

4.12 Met betrekking tot het achtste en laatste onderdeel van Adidas, de proceskosten, stelt gedaagde dat deze voor rekening van Adidas moeten komen omdat deze rauwelijks tot dagvaarding is overgegaan, waardoor het treffen van een regeling buiten rechte onmogelijk is geworden. Dit verweer gaat niet op, aangezien ook indien reeds een dagvaarding is uitgebracht partijen zich met elkaar kunnen verstaan over een regeling van hun geschil. Verder zijn de vorderingen van Adidas vrijwel geheel voor toewijzing vatbaar, zodat gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij dient te worden verwezen in de kosten van het geding. Daartoe rekent de rechtbank niet de kosten van de doorhaling van de inschrijving.

5. De beslissing

De rechtbank:

1) verklaart nietig Benelux merkregistratie nr. 728.792 voor waren in klasse 25 op naam van gedaagde;

beveelt de doorhaling van deze inschrijving in het register van het Benelux Merkenbureau;

bepaalt dat gedaagde als meest gerede partij binnen drie dagen na betekening van dit vonnis het Benelux Merkenbureau om de doorhaling van de nietige registratie dient te verzoeken, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,= per dag dat gedaagde in gebreke blijft dit bevel na te komen, met een maximum van € 100.000,=;

bepaalt dat dit vonnis, eenmaal in kracht van gewijsde gegaan, zal hebben te gelden als machtiging van gedaagde aan Adidas om zodanige doorhaling te verzoeken, waarbij de daarmee gemoeide kosten voor rekening van gedaagde komen en Adidas deze op gedaagde kunnen verhalen;

2) veroordeelt gedaagde met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden ieder (verder) gebruik van het beeldmerk van Adidas en/of een daarmee overeenstemmend teken;

3) veroordeelt gedaagde met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de auteursrechten van Adidas, zoals nader omschreven in het lichaam van de inleidende dagvaarding;

4) veroordeelt gedaagde om aan Adidas te betalen een dwangsom van € 5.000,= voor iedere overtreding van de onder 2) en 3) gegeven verboden, of –zulks naar keuze van Adidas- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de inbreuk voortduurt, met een maximum van € 100.000,=;

5) veroordeelt gedaagde binnen drie weken na betekening van dit vonnis een door een registeraccountant, op basis van een zelfstandig door die registeraccountant verricht onderzoek, gecertificeerde verklaring te verstrekken aan Adidas, vergezeld van alle relevante documenten ter staving van die verklaring, betreffende:

a. de totale hoeveelheid door gedaagde geproduceerde en/of door haar ingekochte en/of bestelde maar nog niet geleverde producten voorzien van het onbreukmakende teken;

b. de totale hoeveelheid door gedaagde reeds verkochte producten voorzien van het inbreukmakende teken;

c. de fabricage- of inkoopprijs van de producten voorzien van het inbreukmakende teken;

d. de totale hoeveelheid winst behaald door gedaagde als gevolg van het verhandelen van producten voorzien van het inbreukmakende teken;

e. de volledige naam/namen en adres/adressen van de leverancier(s) en/of producent(en) en/of eventuele tussenpersonen en/of afnemers van de producten voorzien van het inbreukmakende teken.

zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,= per keer of per dag of gedeelte daarvan, zulks ter keuze van Adidas, dat gedaagde geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met dit gebod, met een maximum van € 100.000,=;

6) beveelt gedaagde uitdrukkelijk en onherroepelijk afstand te doen van de producten voorzien van het inbreukmakende teken;

beveelt gedaagde de totale hoeveelheid in voorraad zijnde producten binnen drie weken na betekening van dit vonnis te (doen) vernietigen onder toezicht van een deurwaarder die van deze vernietiging een proces-verbaal zal opmaken, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,= per dag of gedeelte daarvan dat gedaagde geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met dit gebod, met een maximum van € 100.000,=;

7) veroordeelt gedaagde tot vergoeding aan Adidas van de door haar ten gevolge van de inbreuk gelden of nog te lijden schade of, zulks ter keuze van Adidas, tot afdracht aan Adidas van de ten gevolge van de inbreuk gemaakte en nog te maken winst, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;

8) veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Adidas begroot op € 273,20 aan verschotten en op € 780,= aan salaris procureur;

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.A. Meulenbroek en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 juli 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature