E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBLIM:2017:3215
Rechtbank Limburg, C/03/205936 / HA ZA 15-266

Inhoudsindicatie:

Burengeschil. In geschil is (in conventie) de locatie van de erfgrens en de inbezitname van (een deel van) het buurperceel. Het verjaringsverweer slaagt niet. Dit leidt ertoe dat de vordering tot de beƫindiging van de bezitneming en het gebruik van het perceel, alsmede de ontruiming daarvan, wordt toegewezen. In reconventie is de aanwezigheid van bomen nabij de erfgrens in geschil. De rechtbank concludeert dat de vordering tot verwijdering van de bomen inmiddels verjaard is. Wel is sprake van onrechtmatige hinder vanwege de bomen. Die hinder is echter niet zodanig dat deze tot het kappen van de bomen zou moeten leiden. De rechtbank overweegt dat door het tweemaal per jaar snoeien van de bomen en de overhangende takken, de hinder beperkt zal blijven en niet langer onrechtmatig zal zijn. De subsidiaire vordering in reconventie wordt daarom toegewezen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie