U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

AW. Strafontslag. Penitentiaire inrichting. Plichtsverzuim: handelen in strijd met gedragscode en dienstinstructie. Ontslag niet onevenredig: eerdere disciplinaire maatregel alsmede het feit dat hoge eisen mogen worden gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid van medewerkers.

Uitspraak



RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Roermond

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB/ROE 16/579

uitspraak van de meervoudige kamer van 6 juli 2016 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M.A. Ploemen),

en

de Minister van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr . drs. C. Prade).

Procesverloop

Bij besluit van 31 augustus 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk strafontslag met onmiddellijke ingang opgelegd.

Bij besluit van 15 januari 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 mei 2016. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is sedert 2001 in dienst bij de Penitentiaire inrichting Limburg-zuid, laatstelijk als senior complexbeveiliger te Sittard. Bij besluit van 20 november 2014 heeft verweerder eiser de disciplinaire straf van een schriftelijke berisping alsmede vermindering van het recht op jaarlijkse vakantie opgelegd, vanwege het feit dat eiser zonder geldige reden zijn post had verlaten, geen dienstkleding had gedragen en aanvankelijk had geweigerd om een melding op te maken.

Naar aanleiding van een melding inzake complexbeveiliging heeft het Bureau Integriteit een (disciplinair) onderzoek ingesteld, waaruit is gebleken dat eiser op 19 april 2015, ongeautoriseerd, zonder de daarvoor geldende procedures te volgen, een Relatie bevorderend bezoek (Rbb) heeft gepland voor een gedetineerde (K). Vervolgens heeft verweerder het primaire besluit genomen.

2. Verweerder stelt zich op het standpunt -kort weergegeven- dat sprake is van (ernstig) plichtsverzuim, omdat eiser in strijd met de gedragscode DJI en de dienstinstructie heeft gehandeld door zonder te overleggen en zonder toestemming in te loggen in het zogenaamde Tulp systeem en een tweede Rbb te plannen voor een gedetineerde (K). Bovendien heeft eiser daar meerdere keren niet de waarheid over verteld toen zijn leidinggevende ( [leidinggevende] ) en zijn collega ( [collega 1] ) hem daarnaar vroegen. Voorts heeft eiser het Rbb zodanig gepland dat de bezoekhistorie is gewijzigd.

Er zijn, volgens verweerder, geen feiten of omstandigheden bekend op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat het plichtsverzuim niet of in verminderde mate aan eiser zou kunnen worden toegerekend. Ten aanzien van de evenredigheid stelt verweerder dat hoge eisen worden gesteld aan de betrouwbaarheid en onkreukbaarheid van medewerkers. Verder stelt verweerder dat eiser een “gewaarschuwd man” was, omdat hem reeds eerder een disciplinaire straf was opgelegd voor inbreuken op de ambtelijke integriteit.

3. Eiser voert in beroep aan -kort samengevat- dat de gedragingen niet zodanig ernstig zijn dat er sprake is van (ernstig) plichtsverzuim. Hij heeft weliswaar een Rbb ingepland in het systeem, maar er was, volgens eiser, geen sprake van een extra Rbb als bedoeld in de dienstinstructie. In dit verband stelt eiser dat een gedetineerde in een meerpersoonscel aanspraak kan maken op 2 Rbb’s per 4 weken. Eiser is van mening dat hij hiervoor geen toestemming behoefde van een leidinggevende. Verder stelt eiser dat hij geen toestemming nodig heeft om in te loggen in het Tulp systeem, omdat hij onderdeel uitmaakt van het bezoekreceptieteam. De dienstinstructie vereist niet dat dat inloggen in het Tulp systeem alleen is toegestaan indien betrokkene werkzaam is op de bezoekreceptie. Eiser stelt dat hij het Rbb niet heeft ingepland op naam van een collega ( [collega 2] ). Hij heeft namelijk ingelogd in het Tulip systeem met zijn eigen inlogcode en niet die van [collega 2] .

Eiser stelt voorts dat hij niet de opzet had om de (Rbb) bezoekhistorie te ‘vervalsen’. Hij is dan ook van mening dat dit onderdeel uit de tenlastelegging niet kan worden bewezen.

Over verweerders stelling dat hij (meerdere keren) niet de waarheid zou hebben gesproken merkt eiser op dat hij [collega 1] niet de waarheid kon vertellen omdat die furieus en zeer dreigend was. Hij heeft [leidinggevende] bij de eerste gelegenheid aangegeven wat er is gebeurd en op diens verzoek daar een melding van gemaakt.

Subsidiair stelt eiser dat de opgelegde straf onevenredig is aan de ernst van het plichtsverzuim. Verweerder heeft namelijk, volgens eiser, zijn persoonlijke (financiële) omstandigheden onvoldoende betrokken bij zijn besluitvorming.

4 De rechtbank overweegt als volgt.

Ingevolge artikel 80 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) kan de ambtenaar, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, deswege disciplinair worden gestraft.

Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets, hetwelk een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.

Ingevolge artikel 81, eerste lid, onder l, van het ARAR is ontslag één van de disciplinaire straffen, welke kunnen worden opgelegd.

5. Over de aan eiser ten laste gelegde gedragingen (tenlastelegging) overweegt de rechtbank het volgende.

Verweerder heeft eiser, blijkens het bestreden besluit, de volgende gedragingen ten laste gelegd:

- het verrichten van diensten voor een gedetineerde (K) door het inplannen van een extra Rbb;

- zonder toestemming inloggen in het systeem van de bezoekreceptie (Tulp), terwijl hij die dag niet op de post bezoekreceptie werkte;

- het plannen van het Rbb op naam van een collega ( [collega 2] );

- het zodanig plannen van het Rbb dat de historie werd vervalst en niet meer zichtbaar was;

- het meerdere keren niet de waarheid vetellen aan een collega ( [collega 1] ) en zijn teamleider ( [leidinggevende] );

- het in strijd handelen met instructies en algemeen geldende normen, waaronder de Gedragscode DJI en de dienstinstructie.

6. Over de zogenaamde extra Rbb overweegt de rechtbank dat verweerder in zijn verweerschrift en ter zitting onweersproken heeft gesteld dat gedetineerde K niet op een zogenaamde ‘dubbelcel’ zat en derhalve recht had op één Rbb per 4 weken. Aangezien voor voornoemde gedetineerde op zowel 14 april 2015 als 19 april 2015 een Rbb was gepland, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een ‘extra Rbb’(op 19 april), waarvoor toestemming was vereist van een leidinggevende.

7. Over het zonder toestemming inloggen in het systeem van de bezoekreceptie (Tulp) door eiser overweegt de rechtbank dat vast staat dat eiser op 19 april 2015 niet heeft gewerkt op de bezoekreceptie. Voor wat betreft eisers stelling dat de dienstinstructie niet vereist dat hij op de bezoekreceptie werkzaam was om te mogen inloggen in Tulp, overweegt de rechtbank dat deze instructie is geschreven voor de bezoekreceptie en niet voor andere functies of werkzaamheden. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat eiser toestemming nodig had om op 19 april 2015 in te loggen in Tulp.

8. Over het plannen van het Rbb op naam van een collega overweegt de rechtbank dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser niet ten laste is gelegd dat hij heeft ingelogd met de gegevens van een collega (inlogcode), maar dat hij de datum van een, door een ander, gepland Rbb heeft overschreven en de gegevens van die ander heeft laten staan. Deze beroepsgrond moet dan ook worden verworpen.

9. Over het vervalsen door eiser van de bezoekhistorie van Tulp overweegt de rechtbank dat uit de gedingstukken blijkt dat eiser de datum van het Rbb aan de gedetineerde (K) heeft gewijzigd. Gelet op eisers bekendheid met het systeem acht de rechtbank het voldoende aannemelijk dat door zijn toedoen de bezoekhistorie is gewijzigd. Hierbij is niet van belang of eiser de ‘opzet’ had om de bezoekhistorie te vervalsen.

10. Over het (meerdere keren) niet de waarheid vertellen door eiser overweegt de rechtbank dat uit de gedingstukken blijkt dat eiser destijds in ieder geval niet direct (in de portiersloge) de waarheid heeft verteld aan zijn leidinggevende en aan zijn collega. De rechtbank stelt ook vast dat eiser toen niet onmiddellijk het initiatief heeft genomen voor een persoonlijk gesprek met zijn leidinggevende. Eiser is pas later naar het kantoor van [leidinggevende] gegaan om openheid van zaken te geven. Eisers stelling dat hij bij de eerste gelegenheid zijn leidinggevende de waarheid zou hebben verteld, moet dan ook worden verworpen.

11. Over het handelen door eiser in strijd met de Gedragscode en dienstinstructie overweegt de rechtbank het volgende.

Blijkens de zogenaamde ‘Gedragscode DJI’ van november 2009 wordt het opzettelijk verstrekken van onjuiste of gemanipuleerde informatie niet getolereerd, evenals het opzettelijk verzwijgen van informatie waarvan je redelijkerwijs kunt aannemen dat die voor een collega of de dienst belangrijk zijn.

De Dienstinstructie Bezoekreceptie luidt als volgt:

“Een van de voornaamste taken van de bezoekreceptie is het inplannen van bezoek voor gedetineerden. Het inplannen van het bezoek wordt verwerkt met het zogenaamde Tulp systeem. Elk personeelslid van het bezoekreceptieteam heeft de mogelijkheid om zich in te loggen in dit systeem (…) de afgestrafte gedetineerde (gevangenis) heeft recht op 1 keer in de 4 weken Rbb, het reguliere bezoek vervalt dan. De relatie kan pas een Rbb afspraak maken wanneer zij/hij tweemaal op regulier bezoek is geweest en een Rbb formulier ondertekend en ingeleverd heeft. Gedetineerden die geplaatst zijn in een meerpersoonscel hebben de mogelijkheid om hun regulier bezoek 1 keer in de 4 weken om te zetten in een Rbb (dit geldt alleen voor de gevangenis en is geen recht maar een gunst). Alleen een afdelingshoofd kan uitzonderingen maken (bijv. extra of compensatie bezoek).”

Gelet op hetgeen de rechtbank heeft overwogen onder punt 6 en verder is de rechtbank van oordeel dat eiser tevens heeft gehandeld in strijd met de Gedragscode en dienstinstructie.

12. Gelet op hetgeen de rechtbank heeft overwogen inzake de tenlastelegging, is de rechtbank van oordeel dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan (ernstig) plichtsverzuim. In dit verband acht de rechtbank het ook van belang dat eiser gelet op zijn jarenlange relevante werkervaring geacht wordt goed op de hoogte te zijn van de geldende afspraken en procedures in onderhavige Penitentiaire inrichting.

13. Over de toerekenbaarheid van het plichtsverzuim overweegt de rechtbank dat gesteld noch gebleken is dat de verweten gedragingen eiser niet zouden kunnen worden toegerekend.

14. Over de evenredigheid tussen de aan eiser opgelegde disciplinaire maatregel en het plichtsverzuim overweegt de rechtbank dat aan eiser in het verleden, zowel bij besluit van

14 september 2009 als bij besluit van 20 november 2014, een disciplinaire maatregel is opgelegd vanwege een inbreuk op de ambtelijke integriteit. Dit betekent dat eiser zich bewust moet zijn geweest van de mogelijke consequenties van onderhavig plichtsverzuim. Verder is het van belang dat verweerder hoge eisen stelt en ook mag stellen aan de betrouwbaarheid en integriteit van zijn medewerkers. Dit betekent dat het strafontslag niet onevenredig is aan de aard en ernst van het plichtsverzuim. De gestelde financiële omstandigheden van eiser doen daar niet aan af.

15 Het beroep is ongegrond.

16 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.P.J. Rutten (voorzitter), en mr. A.W.P. Letschert en

mr. T.G. Klein, leden, in aanwezigheid van mr. E.W. Seylhouwer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2016.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op: 6 juli 2016

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature