Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De Gemeente heeft de met de Gemeenschappelijke Regeling gesloten intentieovereenkomst vóór het verstrijken van de overeengekomen duur ontbonden omdat de Gemeenschappelijke Regeling haar verplichtingen uit de intentieovereenkomst niet zou hebben nagekomen. De voorzieningenrechter acht niet aannemelijk gemaakt dat de Gemeenschappelijke Regeling bij de inzameling van afval binnen twee kernen van de Gemeente (in strijd met de intentieovereenkomst) de beleidskaders van de Gemeente niet in acht heeft genomen. De in de intentieovereenkomst opgenomen verplichting om te zoeken naar mogelijkheden van samenwerking en daarover afspraken te maken betreft een inspanningsverplichting. Gebleken is dat partijen wel de mogelijkheden op dat gebied hebben onderzocht maar het niet eens konden worden over de te volgen weg. Het ontbreken van afspraken tussen partijen daarover valt daarom vooralsnog niet aan te merken als een tekortkoming aan de zijde van Maasland. Zonder tekortkoming is de ontbinding van de intentieovereenkomst door de Gemeente niet gegrond. De gevorderde nakoming van de intentieovereenkomst wordt toegewezen. De gevorderde dwangsom wordt afgewezen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

zaaknummer / rolnummer: C/03/219416 / KG ZA 16-163

Vonnis in kort geding van 18 mei 2016

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSDIENST MAASLAND,

gevestigd te Leudal,

eiseres,

advocaten mrs. H. Doornhof en A.H.J. Hofman,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE PEEL EN MAAS,

zetelend te Panningen,

gedaagde,

advocaat mr. E.C. Smith.

Partijen zullen hierna Maasland en de Gemeente genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding met producties

de conclusie van antwoord met producties

de door partijen nog ingezonden nadere producties

de mondelinge behandeling

de pleitnota van Maasland

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Maasland is in 1988 ingesteld en heeft onder andere tot taak om voor aangesloten gemeenten afval in te zamelen en zogenaamde milieuparken, waar afval kan worden gebracht, op te richten en in stand houden.

2.2.

De voormalige gemeenten Kessel en Meijel namen deel aan Maasland. Als gevolg van een gemeentelijke herindeling zijn deze voormalige gemeenten samen met de voormalige gemeenten Baarlo en Maasbree, per 1 januari 2010 opgegaan in de Gemeente. De Gemeente diende op grond van het bepaalde in artikel 41 van de Wet Arhi te bezien of zij de verplichtingen van Kessel en Meijel jegens Maasland wenste over te nemen. De raad van de Gemeente (verder aan te halen als de Gemeenteraad) heeft op 22 november 2011 besloten om de deelname aan Maasland per 1 januari 2013 te beëindigen. Daarvan heeft het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente (hierna: B&W) bij brief van 16 december 2011 mededeling gedaan aan Maasland. Daarbij heeft B&W kenbaar gemaakt dat zij in 2012 wil onderzoeken of, hoe en op welk gebied de Gemeente en Maasland in de toekomst kunnen samenwerken.

2.3.

Bij brief van 15 mei 2012 heeft het bestuur van Maasland aan de Gemeente bericht dat de uittreedkosten voor Kessel en Meijel zijn vastgesteld op een bedrag van € 1.647.855,.

2.4.

De Gemeenteraad heeft vervolgens bij besluit van 23 oktober 2012 het besluit tot het per 1 januari 2013 beëindigen van de deelname aan Maasland ingetrokken en besloten voor het grondgebied van de kernen Kessel en Meijel per 1 januari 2013 weer toe te treden tot Maasland. Hierover heeft B&W op 7 november 2012 aan Maasland bericht.

In reactie daarop heeft Maasland aan de Gemeente bericht met de toetreding in te stemmen en het besluit over de te betalen uittreedkosten in te trekken.

2.5.

Op 14 november 2012 hebben de Gemeente en Maasland een intentieovereenkomst gesloten. In deze intentieovereenkomst staat voor zover van belang vermeld:

“[…]

2. Beide partners gaan een verbintenis aan van minimaal vijf jaar, waarbij binnen de kaders van het door de gemeenteraad van Peel en Maas vastgestelde afvalbeleid en het door het bestuur van de RD Maasland vastgestelde Meerjarenplan zoveel mogelijk wordt gezocht naar gezamenlijke uitvoering en schaalvoordelen. De gemeente Peel en Maas kent eigen afvalbeleid; dit is voor de RD Maasland geen belemmering. Eenduidige dienstverlening voor de inwoners van Peel en Maas staat hierin voorop.

[…]

4. Op 1 januari 2013 zamelt RD Maasland in de kernen Kessel, Kessel-Eijk en Meijel op de “maaslandse wijze” het huishoudelijk afval in en verstrekt diensten op het gebied van milieuparken. De inzameling van het huishoudelijk afval gebeurt binnen de kaders van het gemeentelijk beleid. De methodiek voor deze kernen wordt gezamenlijk uitgewerkt. De intentie is om gaandeweg de werkzaamheden van RD Maasland uit te breiden.

5. Op 1 januari 2013 rijdt [betrokken partij] in de voormalige gemeente Maasbree. Dit contract eindigt op 31 december 2013 en wordt niet meer verlengd. Partijen maken in 2013 afspraken hoe de afvalinzameling plaatsvindt vanaf 2014 in de kernen Baarlo en Maasbree, waarbij punt 2 van deze intentieovereenkomst leidend is.”

2.6.

Bij brief van 21 april 2015 heeft B&W aan Maasland bericht dat geconcludeerd moet worden dat zowel wat betreft de visie als voor wat betreft de uitvoering Maasland en de Gemeente teveel van elkaar verschillen en dat daarom aan de Gemeenteraad het voorstel zal worden gedaan om uit Maasland te treden.

2.7.

Bij brief van 24 november 2015 heeft de Gemeente Maasland in kennis gesteld van de besluiten van de Gemeenteraad en van B&W van respectievelijk 3 november 2015 en 23 november 2015, tot uittreding uit Maasland met ingang van 1 januari 2017.

2.8.

Tegen deze besluiten heeft Maasland op 14 december 2015 bezwaar gemaakt.

2.9.

Bij brief van 29 februari 2016 ontbindt de Gemeente de intentieovereenkomst.

3 Het geschil

3.1.

Maasland vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, om:

Primair

De Gemeente te gebieden de intentieovereenkomst jegens Maasland onverkort gestand te (blijven) doen tot 1 januari 2018, althans tot het moment waarop in een op deze ontbinding betrekking hebbende bodemprocedure wordt geoordeeld dat de op 29 februari 2016 door de Gemeente uitgesproken ontbindingsverklaring al dan niet gerechtvaardigd was;

Subsidiair

De Gemeente te verbieden om tot 1 januari 2018, althans tot het moment waarop in een op deze ontbinding betrekking hebbende bodemprocedure wordt geoordeeld dat de op 29 februari 2016 door de Gemeente uitgesproken ontbindingsverklaring al dan niet gerechtvaardigd was, om een beroep te doen op de ontbonden status van artikel 2 van de intentieovereenkomst;

Meer subsidiair

Maatregelen te treffen die de voorzieningenrechter in goede justitie redelijk acht en die recht doen aan de belangen van Maasland;

Primair en subsidiair

Een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,--, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag waarop de Gemeente in gebreke blijft aan het gebod althans verbod te voldoen;

De Gemeente te veroordelen tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten met wettelijke rente daarover alsmede in de proceskosten en de nakosten.

3.2.

De Gemeente voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

De Gemeente heeft een beroep gedaan op schending van artikel 21 Rv door Maasland omdat zij van mening is dat Maasland in de dagvaarding doelbewust een onvolledig beeld heeft gegeven van de in geschil zijnde feiten en omstandigheden door voor dit geschil van belang zijnde brieven en voorstellen alsmede een presentatie in Prezi, niet te noemen of in het geding te brengen.

4.2.

Maasland heeft gemotiveerd betwist dat zij bewust stukken heeft weggelaten. Volgens Maasland bevatten de door de Gemeente genoemde stukken geen voorstellen maar alleen vragen en heeft de door de Gemeente als productie 17 overgelegde brief de advocaat van Maasland niet bereikt vanwege een onjuiste adressering.

4.3.

Zoals de voorzieningenrechter ter zitting al heeft beslist zullen aan het niet bij dagvaarding overleggen van de door de Gemeente bedoelde stukken geen gevolgen worden verbonden. Daartoe heeft de voorzieningenrechter redengevend geacht dat de Gemeente de stukken zelf in het geding heeft kunnen brengen en zij zodoende niet in haar processuele positie is benadeeld terwijl zijdens de Gemeente ter zitting desgevraagd niet kon worden geconcretiseerd waartoe het beroep op artikel 21 Rv zou moeten leiden.

4.4.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat Maasland voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij deze procedure. Maasland heeft met name gewezen op een mogelijk belang van een uitspraak over de ontbinding van de intentieovereenkomst in de lopende bezwaarprocedure tegen de uittredingsbesluiten van B&W en de Gemeenteraad. Maasland kan dan ook worden ontvangen in haar vordering in kort geding.

4.5.

Gelet op de vorderingen van Maasland staat centraal de vraag of de Gemeente bevoegd was de intentieovereenkomst op 29 februari 2016 te ontbinden. In dat verband dient aan de orde te komen of op dat moment sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de intentieovereenkomst door Maasland waardoor een ontbinding van de intentieovereenkomst gerechtvaardigd was en zo ja, of Maasland in verzuim was.

4.6.

In de brief van 29 februari 2016 worden als gronden voor de ontbinding aangevoerd dat uit de door Maasland gedane voorstellen volgt dat de in artikel 2, 4 en 5 van de intentieovereenkomst gemaakte afspraken niet nagekomen kunnen worden omdat de dienstverlening van Maasland niet plaatsvindt in overeenstemming met het daarvoor geldende beleid van de Gemeente. Vanwege het besluit van de Gemeente om uit Maasland te treden acht de Gemeente het niet meer mogelijk dat in de resterende duur van de intentieovereenkomst alsnog de overeengekomen verplichtingen worden nagekomen.

4.7.

Maasland heeft gemotiveerd betwist dat het inzamelen van het huishoudelijk afval in de kernen Kessel, Kessel-Eijk en Meijel niet heeft plaatsgevonden binnen de beleidskaders van de Gemeente. Zij heeft met name erop gewezen dat de inzameling volgens artikel 2 van de intentieovereenkomst op “maaslandse wijze” mocht plaatsvinden en dat zij daarbij binnen de beleidskaders van de Gemeente is gebleven. In dat verband heeft Maasland onweersproken gesteld dat zij bij de inzameling gebruik mocht blijven maken van haar twee-compartimentenwagens en dat zij, om aan het beleid van de Gemeente te voldoen, de wijze van inzameling heeft aangepast en is gestopt met het registeren van de hoeveelheid aangeboden huishoudelijk afval (omdat geen gedifferentieerd tarief meer mocht worden toegepast), containers met zogenaamde binnenbakken heeft vervangen en geen 240 liter containerbakken meer heeft verstrekt.

4.8.

Gelet op dit gemotiveerde verweer lag het op de weg van de Gemeente, als degene die zich op tekortkomingen in de nakoming van intentieovereenkomst aan de zijde van Maasland beroept, om die tekortkomingen in voldoende mate te onderbouwen en te concretiseren. Ter zitting heeft de Gemeente, hoewel daar naar gevraagd, in onvoldoende mate nader kunnen duiden welke specifieke beleidsregel(s) Maasland bij het inzamelen van het huishoudelijk afval niet zou hebben nageleefd. Daarmee kan niet worden vastgesteld althans is niet aannemelijk geworden dat Maasland tekort is geschoten in de naleving van artikel 4 van de intentieovereenkomst.

4.9.

Uit de artikelen 2 en 5 van de intentieovereenkomst vloeien enkel inspanningsverplichtingen voort. Namelijk de verplichting om te zoeken naar mogelijkheden om gezamenlijk te werken en het maken van afspraken in dat verband. Anders dan de Gemeente stelt kan uit artikel 5 vooralsnog niet worden afgeleid dat hieruit voor Maasland de verplichting voortvloeit om met ingang van 1 januari 2014 de afvalinzameling in de kernen Maasbree en Baarlo te verzorgen, althans dit mogelijk te maken. Gebleken is dat partijen wel de mogelijkheden op dat gebied hebben onderzocht maar het niet eens konden worden over de te volgen weg. Het ontbreken van afspraken tussen partijen daarover valt daarom vooralsnog niet aan te merken als een tekortkoming aan de zijde van Maasland.

4.10.

De omstandigheid dat de intentieovereenkomst voor de Gemeente nog slechts een lege huls was omdat voor haar, na allerlei onderzoeken en gesprekken met Maasland, in 2015 helder is geworden dat een verdere samenwerking met Maasland geen (financieel) voordeel biedt, en een verdere verkenning van mogelijkheden tot samenwerking door de Gemeente niet meer zinvol wordt geacht, biedt evenmin grond voor een ontbinding wegens een tekortkoming in de nakoming van de intentieovereenkomst.

4.11.

Gelet op het vorenstaande kan vooralsnog niet worden vastgesteld dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de intentieovereenkomst door Maasland. Daarmee is aannemelijk geworden dat de Gemeente niet bevoegd was om de intentieovereenkomst te ontbinden. Omdat de intentieovereenkomst is aangegaan voor een periode van minimaal vijf jaar en deze periode nog niet is verstreken, terwijl evenmin is gesteld of aannemelijk is geworden dat de overeenkomst op andere wijze dan de bij de hiervoor bedoelde ontbinding is geëindigd, komt het primair gevorderde gebod aan de Gemeente om de intentieovereenkomst onverkort gestand te blijven doen, voor toewijzing in aanmerking. De periode waarvoor dit gebod geldt zal worden bepaald tot de uitspraak van de rechtbank in een aanhangig te maken bodemprocedure, maar uiterlijk tot 1 januari 2018.

4.12.

Met betrekking tot de door Maasland gevorderde dwangsom overweegt de voorzieningenrechter dat deze te ruim is geformuleerd. Maasland heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt op welke aspecten zij naleving van de intentieovereenkomst geborgd wil zien. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter geen reden om zelf een kader voor het verbeuren van een dwangsom te scheppen. De gevorderde dwangsom zal daarom worden afgewezen.

4.13.

Maasland heeft de vordering met betrekking tot de buitengerechtelijke kosten niet onderbouwd en geconcretiseerd. Reeds daarom komt deze vordering niet voor toewijzing in aanmerking.

4.14.

De Gemeente zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Maasland worden begroot op:

- dagvaarding € 77,75

- griffierecht 619,00

- overige kosten 0,00

- salaris advocaat 816,00

Totaal € 1.512,75

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

gebiedt de Gemeente de intentieovereenkomst jegens Maasland onverkort gestand te blijven doen tot het moment dat de rechtbank in een aanhangig te maken bodemprocedure over de ontbinding zal hebben beslist, maar uiterlijk tot 1 januari 2018,

5.2.

veroordeelt de Gemeente in de proceskosten, aan de zijde van Maasland tot op heden begroot op € 1.512,75, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

5.3.

veroordeelt de Gemeente in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

5.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2016.

type: CB

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature