De rechtbank acht een toepassing van artikel XXV, tweede lid, van de Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid Sociale zekerheidswetgeving niet in strijd met het beginsel van non-retroactiviteit van strengere strafbepalingen. Dit komt neer op toepassing van een ‘knip’ waarbij voor zover een gedraging is begaan voor 1 januari 2013 welke geleid heeft tot een benadelingsbedrag over de periode tot 1 januari 2013, daarop het toen geldende sanctieregime wordt toegepast en voor zover de gedraging heeft geleid tot een benadelingsbedrag over de periode ná 1 januari 2013 het nieuwe sanctieregime kan worden toegepast.
De rechtbank heeft zelf een beslissing genomen omtrent het opleggen van de boete. Naar het oordeel van de rechtbank kan de boete die bij het toepassen van een knip in het overgangsrecht in beginsel moet worden toegepast de indringende rechterlijke evenredigheidstoets doorstaan, ondanks de persoonlijke feiten en omstandigheden die eiser heeft aangevoerd.