U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Overtreding van artikel 7.7, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet . Verwijtbaarheid. RI &E Arbodienst. CE-markering. Machinerichtlijn.

Uitspraak



RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht

procedurenummer: AWB 08/682

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 oktober 2008 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

in het geding tussen

Dejo Metaalindustrie B.V., gevestigd te Wolvega, eiseres,

gemachtigde: mr. B.J. Bloemendal, advocaat te Zoetermeer,

en

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder,

gemachtigde: mr. J. dos Santos, werkzaam bij verweerders ministerie.

Procesverloop

Bij brief van 20 februari 2008 heeft verweerder eiseres mededeling gedaan van zijn besluit op bezwaar betreffende de toepassing van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).

Tegen dit besluit heeft eiseres beroep ingesteld.

De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, gehouden op 17 september 2008. Eiseres is verschenen in de persoon van haar directeur [naam], bijgestaan door voornoemde gemachtigde. Namens verweerder is zijn gemachtigde verschenen.

Motivering

Feiten

1.1 Eiseres exploiteert een bedrijf aan de Ambachtsstraat 3 te Wolvega. Bij het bedrijf zijn ongeveer 150 werknemers in loondienst. De werkzaamheden van het bedrijf bestaan onder meer uit het verzinken van metalen producten, waarbij gebruik wordt gemaakt van een samengesteld arbeidsmiddel, de zogenaamde "Spinningslijn" (hierna: de machine). De machine, die eiseres begin 2007 heeft aangeschaft, bestaat uit een samenstel van onder meer een badenreeks, een portaalconstructie, een transportwagen, trommelaggregaten, een trilgoot met transportband en een verzinkinstallatie.

1.2 Op 5 april 2007 heeft een ongeval plaatsgevonden, doordat een ingeleende arbeidskracht (hierna: het slachtoffer), die werkzaam was in het deel van de machine waar de trommels worden geleegd op de trilgoot, bij het legen van een trommel met zijn linkerhand bekneld is geraakt tussen de draaiende aandrijftandwielen van de trommel. Hierdoor heeft hij ernstig letsel opgelopen waarvoor hij ter behandeling opgenomen is geweest in een ziekenhuis. De aandrijftandwielen waartussen het slachtoffer bekneld is geraakt, waren niet voorzien van een scherm of een andere veiligheidsinrichting die beknelling voorkomt.

1.3 Bij besluit van 15 oktober 2007 heeft verweerder eiseres een bestuurlijke boete opgelegd van € 10.800,00 wegens overtreding van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit).

1.4 Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het besluit van 15 oktober 2007 ongegrond verklaard.

Geschil

2.1 Verweerder stelt zich op het standpunt dat sprake is van een overtreding van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbobesluit , omdat in de machine knelplaatsen aanwezig waren, die op eenvoudige wijze te bereiken waren. Verweerder is van mening dat geen sprake is van verminderde verwijtbaarheid of de afwezigheid daarvan, omdat eiseres de evident aanwezige risico's om bekneld te raken onvoldoende heeft onderkend en niet de vereiste veiligheidsmaatregelen heeft genomen om die risico's tegen te gaan.

2.2 Eiseres stelt zich primair op het standpunt dat geen sprake is van een overtreding van artikel 7.7, eerste lid van het Arbobesluit , omdat geen sprake was van bewegende delen die gevaar opleverden. Volgens eiseres waren geen knelplaatsen aanwezig die vanuit de werklocatie op eenvoudige wijze met de handen te bereiken waren. Eiseres voert aan dat de machine is voorzien van een CE-markering vergezeld van een EG-verklaring van overeenstemming. Bovendien wijst zij erop dat voor ingebruikstelling van de machine een onderzoek is uitgevoerd door een veiligheidsdeskundige van de arbodienst, waarbij de aandrijftandwielen niet als gevaar zijn aangemerkt. Subsidiair stelt eiseres zich op het standpunt dat haar gelet op het voorgaande geen verwijt kan worden gemaakt. In dat kader voert zij voorts aan dat het slachtoffer is geïnstrueerd aangaande de werking van de machine.

Wettelijk kader

3.1 Ingevolge artikel 16, eerste lid, van de Arbowet worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld in verband met arbeidsomstandigheden van werknemers. Ingevolge het tiende lid is de werkgever verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden als bedoeld in de op grond van dit artikel, artikel 20, eerste lid, en artikel 24, negende lid, vastgestelde algemene maatregel van bestuur voorzover en op de wijze als bij deze maatregel is bepaald.

3.2 Ingevolge artikel 33, tweede lid, van de Arbowet wordt als beboetbaar feit aangemerkt de handeling of het nalaten in strijd met artikel 16, tiende lid, voor zover het niet naleven van de in dat artikellid bedoelde voorschriften en verboden bij algemene maatregel van bestuur is aangemerkt als beboetbaar feit. Terzake van de feiten, bedoeld in de vorige volzin, wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald of een boete kan worden opgelegd van de eerste of de tweede categorie.

3.3 Ingevolge artikel 7.7, eerste lid, van het Arbobesluit zijn bewegende delen van een arbeidsmiddel, indien zij gevaar opleveren, van zodanige schermen of beveiligingsinrichtingen voorzien, dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen.

3.4 Ingevolge artikel 7.2, tweede lid, van het Arbobesluit wordt een arbeidsmiddel vermoed te voldoen aan artikel 7. 7, indien het, overeenkomstig de daarop van toepassing zijnde Warenwetbesluiten, is voorzien van een CE-markering, vergezeld van een EG-verklaring van overeenstemming, en het arbeidsmiddel overeenkomstig de daarbij behorende gebruiksvoorschriften wordt gebruikt.

3.5 Op grond van Beleidsregel 33, achtste lid, van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving (hierna: Beleidsregel 33) worden bij arbeidsongevallen die leiden tot een ziekenhuisopname, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Arbowet , vaste boetebedragen opgelegd. Volgens onderdeel a van het achtste lid van Beleidsregel 33 gelden, afhankelijk van de categorie-indeling, bedoeld in artikel 34, vierde lid, van de Arbowet, van het beboetbare feit dat de directe aanleiding is geweest voor het arbeidsongeval en afhankelijk van het aantal werknemers van het bedrijf of de instelling, de volgende bedragen per werkgever: Bij een bedrijf van 100 tot 249 werknemers wordt in het geval van ziekenhuisopname en een beboetbaar feit ter zake waarvan een boete kan worden opgelegd van de tweede categorie, een boetebedrag van € 10.800,00 opgelegd.

3.6 Ingevolge artikel 3 van de Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines (hierna: de Machinerichtlijn) moeten de machines en veiligheidscomponenten waarop deze richtlijn van toepassing is, voldoen aan de in bijlage I opgenomen fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften.

3.7 Ingevolge artikel 1.3.7 van Bijlage 1, behorende bij de Machinerichtlijn, moeten de bewegende delen van de machine zodanig zijn ontworpen, vervaardigd en geplaatst dat risico's worden voorkomen of, wanneer risico's blijven bestaan, zodanig van afschermingen of beveiligingsinrichtingen zijn voorzien dat elk gevaar voor aanraking waardoor zich ongelukken zouden kunnen voordoen, wordt vermeden.

Overtreding

4.1 Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) dat overtreding van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbobesluit is aangemerkt als een beboetbaar feit zonder dat daartoe opzet of schuld is vereist. Derhalve staat de overtreding vast, indien aan de materiële voorschriften van dat artikel niet is voldaan. De rechtbank verwijst in dit kader bijvoorbeeld naar een uitspraak van de ABRvS van 16 mei 2007 (gepubliceerd op rechtspraak.nl onder LJN: BA5215).

4.2 Vast staat dat de machine was voorzien van een CE-marking, vergezeld van een EG-verklaring van overeenstemming, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Machinerichtlijn. Voorts is niet gebleken dat de machine niet overeenkomstig de daarbij behorende gebruiksvoorschriften werd gebruikt. Dit betekent dat de machine op grond van artikel 7.2, eerste lid, van het Arbobesluit wordt vermoed te voldoen aan de in artikel 7. 7, eerste lid, van het Arbobesluit neergelegde eis dat, indien de bewegende delen van een arbeidsmiddel gevaar opleveren, zij zijn voorzien van zodanige schermen of beveiligingsinrichtingen, dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen.

4.3 De rechtbank is echter van oordeel dat het voormelde vermoeden wordt weerlegd door de bevindingen van de inspecteur van de Arbeidsinspectie, neergelegd in het Ongevallenboeterapport van 18 juli 2007. In dit rapport heeft de inspecteur verslag gedaan van zijn bevindingen, onder meer gedaan tijdens een bezoek aan de plaats van het ongeval op 6 april 2007. Blijkens de bevindingen van de inspecteur bedroeg de afstand tussen de schakelaar en het dichtstbijzijnde aandrijftandwiel ongeveer 90 centimeter, waren de tandwielen eenvoudig te bereiken, waren tussen de bedieningsplaats en de trommel geen beveiligingsinrichtingen aanwezig en hoefde de schakelaar niet vastgehouden te worden terwijl de trommel draaide. Voorts overweegt de rechtbank dat op de in het dossier aanwezige foto's te zien is dat de aandrijftandwielen met de hand eenvoudig bereikt kunnen worden.

4.4 Dit brengt de rechtbank tot de conclusie dat eiseres het voorschrift van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbobesluit heeft overtreden. Ingevolge artikel 9.9c, eerste lid, aanhef en onder g, van het Arbobesluit , levert deze overtreding een beboetbaar feit op ter zake waarvan een boete van de tweede categorie kan worden opgelegd.

Verwijtbaarheid

5.1 Het is vaste rechtspraak van de ABRvS dat indien overtreding van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbobesluit vaststaat, in beginsel van de verwijtbaarheid van die overtreding mag worden uitgegaan. Indien een werkgever betoogt dat hem ter zake van die overtreding geen verwijt valt te maken en hij in dat verband schulduitsluitingsgronden aanvoert, waartoe hij door het bestuursorgaan in de gelegenheid moet worden gesteld, zal dit door hem aannemelijk gemaakt moeten worden. De rechtbank verwijst in dit kader opnieuw naar de voormelde uitspraak van de ABRvS van 16 mei 2007.

5.2 De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar ter zake van de overtreding geen verwijt kan worden gemaakt. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat eiseres niet alles heeft gedaan dat redelijkerwijs mogelijk was om ongevallen met de machine te voorkomen. Daarbij overweegt de rechtbank dat het de eigen verantwoordelijkheid van eiseres als werkgever is ervoor te zorgen dat de bepalingen uit het Arbobesluit worden nageleefd. Zij kan zich aan die verantwoordelijkheid niet onttrekken door zich erop te beroepen dat de Arbodienst het gevaar bij de door haar verrichte risico-inventarisatie niet heeft onderkend. De rechtbank verwijst in dit kader naar een uitspraak van de ABRvS van 16 mei 2007 (gepubliceerd op rechtspraak.nl onder LJN: BA5215).

5.3 Voorts overweegt de rechtbank dat de aanwezigheid van een CE-markering en een EG-verklaring van overeenstemming eiseres evenmin ontslaan van haar algemene zorg- en onderzoeksverplichting met betrekking tot de machine. In dit kader verwijst de rechtbank naar een uitspraak van de ABRvS van 7 september 2007 (gepubliceerd op rechtspraak.nl onder LJN: AU2140).

5.4 Gelet op de bevindingen van de inspecteur is de rechtbank van oordeel dat eiseres het knelgevaar van de aandrijvingstandwielen bij een (eigen) onderzoek van de machine redelijkerwijs had kunnen en moeten constateren. Gelet op de in het dossier aanwezige foto's heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank terecht in navolging van de inspecteur op het standpunt gesteld dat het knelgevaar evident was.

5.5 Voorts is de rechtbank van oordeel dat de stelling van eiseres dat het slachtoffer voldoende is geïnstrueerd en dat hij heeft gehandeld in strijd met de gebruikershandleiding of de gegeven instructies niet aannemelijk is. Daartoe overweegt de rechtbank dat de inspecteur heeft geconstateerd dat in de gebruikershandleiding van de machine een duidelijke bedieningsinstructie voor de trommelaggregaat ontbrak en G.A. Bergsma heeft verklaard dat het slachtoffer niet is geïnstrueerd hoe te handelen, indien producten bij het kantelen niet uit de trommel vielen.

5.6 Gelet op het voorgaande is de rechtbank tevens van oordeel dat verweerder terecht geen aanleiding heeft gezien de boete met toepassing van Beleidsregel 33, vierde lid, aanhef en onder a, te matigen.

Machinerichtlijn

6.1 Eiseres stelt zich op het standpunt dat verweerder door het opleggen van de bestuurlijke boete heeft gehandeld in strijd met de Machinerichtlijn. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de door verweerder vereiste veiligheidsvoorziening een niet toegestane wijziging van de machine ten opzichte van deze richtlijn inhoudt. Volgens eisers diende verweerder de machine gelet op de CE-markering te beschouwen als zijnde in overeenstemming met de richtlijn.

6.2 Zoals de ABRvS heeft overwogen in zijn uitspraak van 7 september 2005 (gepubliceerd op rechtspraak.nl onder LJN: AU2140) is de Machinerichtlijn gericht op de interne markt en het vrij verkeer van goederen en geeft deze richtlijn daartoe voorschriften ter waarborging van productveiligheid. Deze voorschriften, die zich met name tot de fabrikant en de importeur richten, hebben tot doel ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen te voorkomen of op te heffen. Dit laat onverlet dat op nationaal niveau voorschriften kunnen worden gesteld die betrekking hebben op een veilig gebruik, door werkgevers en werknemers, van eenmaal in gebruik genomen machines, mits dit niet leidt tot (nieuwe) producteisen. Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Machinerichtlijn mogen lidstaten immers, met inachtneming van het Verdrag, ter bescherming van werknemers voorschriften stellen bij het gebruik van machines, voorzover deze voorschriften geen wijzigingen inhouden van de machines ten opzichte van de bepalingen van de richtlijn. Dergelijke voorschriften zijn in Nederland neergelegd in de Arbowet en het Arbobesluit. Het is op grond van deze nationale Arbowetgeving dat verweerder het bestreden besluit heeft genomen.

6.3 Eiseres heeft naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat het hier aan de orde zijnde voorschrift van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbobesluit een wijziging inhoudt van de machine ten opzichte van de bepalingen van de Machinerichtlijn. Daarbij acht de rechtbank met name van belang dat dit voorschrift in wezen overeenkomt met de fundamentele veiligheidseis die is neergelegd in artikel 1.3.7 van Bijlage I, behorende bij de Machinerichtlijn. Dit betekent dat het voorschrift een bevestiging inhoudt van (één van) de bepalingen van de Machinerichtlijn en dat van een wijziging ten opzicht van die richtlijn geen sprake kan zijn.

Slotoverwegingen

7.1 Nu ook overigens niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder van boeteoplegging had moeten afzien of de hoogte van de opgelegde boete had moeten matigen, is de rechtbank van oordeel dat verweerder terecht aan eiseres een boete van € 10.800,00 heeft opgelegd. Dit betekent dat het beroep ongegrond is.

7.2 De rechtbank ziet geen aanleiding voor het uitspreken van een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.M. Visser, rechter, en door deze in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2008, in tegenwoordigheid van mr. F.F. van Emst als griffier.

w.g. F.F. van Emst

w.g. E.M. Visser

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat voor partijen hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, behoudens het bepaalde in artikel 6:13 in samenhang met artikel 6:24 van de Awb .

Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:

de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA Den Haag

In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature