Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaaknummer: 436484 BM 09-3282mr/mrc
datum uitspraak: 31 maart 2010
BESCHIKKING VAN DE KANTONRECHTER
Procedure
Op 19 februari 2010 is een verzoek ontvangen van:
De Officier van Justitie,
arrondissement Haarlem
Het verzoek strekt tot opheffing van het bewind dat bij beschikking van 14 december 2005 van de kantonrechter te Haarlem is ingesteld over de goederen van
[rechthebbende],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen: rechthebbende.
De kantonrechter heeft op grond van de inhoud van de stukken afgezien van het laten plaatsvinden van een mondelinge behandeling.
Beoordeling
Op 14 december 2005 is een bewind ingesteld over de goederen van rechthebbende, met benoeming van de Stichting van Rood naar Groen als bewindvoerder. De bewindvoerder heeft - na de instelling van het bewind – daaraan geen actieve invulling gegeven. De kantonrechter heeft per brief van 9 september 2009 aan rechthebbende verzocht om mee te delen of hij voortzetting van het bewind wenste, waarbij van hem dan een schriftelijk voorstel voor een andere bewindvoerder werd verwacht. Een andere mogelijkheid aan rechthebbende geboden was om aan te geven dat de gronden voor het bewind niet langer bestonden, waarna de kantonrechter tot opheffing kon overgaan. Op genoemde brief noch op een rappel van 24 november 2009 en een oproep om ter zitting van 13 januari 2010 zijn standpunt toe te lichten, heeft rechthebbende gereageerd. Op grond van de inhoud van het verzoekschrift en de zich in het griffiedossier bevindende stukken is de kantonrechter van oordeel dat het –onder deze omstandigheden - niet langer zinvol is het bewind te handhaven.
De kantonrechter zal daarom het verzoek tot opheffing van het ingestelde bewind toewijzen.
Beslissing
De kantonrechter:
heft op het over de goederen van [rechthebbende], door de kantonrechter te Haarlem ingestelde bewind, met ingang van heden;
Deze beschikking is gegeven en ondertekend door mr. C.A. Boom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in tegenwoordigheid van de griffier.
U kunt binnen drie maanden na de hiervoor vermelde uitspraakdatum tegen deze beslissing in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat.