Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren voor de man die zich schuldig heeft gemaakt aan

1. De voortgezette handeling van

A. Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

B. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

2. Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Uitspraak



RECHTBANK GRONINGEN

Sector Strafrecht

parketnummer: 18/670180-12(promis)

datum uitspraak: 27 december 2012

op tegenspraak

raadsvrouw: mr. I.A. Groenendijk

V O N N I S

van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [plaats en land] op [datum],

wonende te [woonplaats],

thans verblijvende te P.I. HvB Ter Apel, Ter Apel.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 juli 2012, 5 oktober 2012, 23 november 2012, 26 november 2012 en 20 december 2012.

Tenlastelegging

Aan verdachte is na toegestane vordering nadere omschrijving tenlastelegging ten laste gelegd dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [straat] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, genaamd [aangever 1] en/of Aangever 2, te dwingen tot de afgifte van geld , in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,

- die [aangever 1] en/of die Aangever 2 meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of

- die [aangever 1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of

- op die [aangever 1] is gaan zitten, en/of

- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en/of

- de handen van die Aangever 2 op diens rug heeft vastgebonden en/of

- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of

- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of

- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [aangever 2] heeft gedaan en/of gehouden, en/of

- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of

- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en/of gehouden, althans aan die [aangever 1] getoond, en/of

- die [aangever 1] en/of die aangever 2 gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en/of die aangever 2 die boerderij/dat pand kon(den) verlaten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

EN/OF

hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [straat] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen

€ 320, althans geld en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of

een telefoontoestel en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan aangever 2, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en/of die aangever 2, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het

bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,

- die [aangever 1] en/of die aangever 2 meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of

- die [aangever 1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of

- op die [aangever 1] is gaan zitten, en/of

- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en/of

- de handen van die aangever 2 op diens rug heeft vastgebonden en/of

- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of

- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of

- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die aangever 2 heeft gedaan en/of gehouden, en/of

- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of

- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en/of gehouden, althans aan die [aangever 1] getoond, en/of

- die [aangever 1] en/of die aangever 2 gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en/of die aangever 2 die boerderij/dat pand kon(den) verlaten,

2.

hij in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [straat] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, te weten [[betrokkene 1]] en/of diens echtgenote [betrokkene 3] en/of hun/diens zoon(tje) [betrokkene 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, althans geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [[betrokkene 1]] en/of die [betrokkene 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,

- die [[betrokkene 1]] en/of die [betrokkene 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of

- (een) (papieren) zak(ken) over het hoofd/de hoofden van die [[betrokkene 1]] en/of die [betrokkene 2] heeft gedaan en/of gehouden, en/of

- de handen van die [betrokkene 1] op diens rug heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of

- die [betrokkene 1] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of

- een of meer pistolen op die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] heeft gericht en/of gericht gehouden, althans aan die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] getoond, en/of

- die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten;

Bewijsvraag

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft aangevoerd dat zowel het onder 1 ten laste gelegde, te weten de poging tot afpersing van [aangever 1] als de diefstal met geweld tegen [aangever 1] en Aangever 2, als het onder 2 ten laste gelegde, te weten de afpersing van [betrokkene 1] dan wel Betrokkene 3, wettig en overtuigend bewezen kan worden.

Verdachte is het hele weekend in de boerderij geweest, was op meerdere momenten aanwezig bij de mishandelingen en bedreigingen en heeft zelfs actief gehandeld door Betrokkene 2 vast te binden. Nu verdachte op geen enkele wijze heeft getracht de situatie te beëindigen, dan wel zich hiervan te distantiëren, heeft verdachte een dusdanig substantiële bijdrage aan het ten laste gelegde geleverd dat moet worden gesproken van medeplegen.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het medeplegen van onder 1 en 2 ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat verdachte niet precies wist wat zich in de boerderij afspeelde. Uit onder meer foto’s is gebleken dat het om een zeer grote boerderij gaat met diverse ruimtes. Dat verdachte het schreeuwen en gillen niet heeft gehoord is ook verklaarbaar doordat er veel harde muziek was. Dat de buurman het geschreeuw wel heeft gehoord maakt dit niet anders. Het enkele feit dat verdachte zou moeten hebben geweten van het geweld, maakt hem geen medepleger. Daarnaast heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen verricht ten aanzien van het gebruikte geweld. Uit de verklaringen van aangever of de medeverdachten is niet gebleken dat verdachte geweldshandelingen heeft verricht.

De belastende verklaring afgelegd door [medeverdachte 3] is uit wraak voortgekomen. [medeverdachte 3] is op deze verklaring teruggekomen bij de rechter-commissaris. De verklaring van [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris moet dan ook als ontlastend bewijs voor verdachte worden gezien. De rechtbank kan zowel de verklaring bij de politie als die bij de rechter-commissaris niet bezigen voor het bewijs, nu de rechtbank niet uit eigen waarneming ter zitting een oordeel heeft gevormd over welke verklaring juist is.

De verklaring van [medeverdachte 4], dat verdachte hem via [medeverdachte 2] € 500,- zwijggeld heeft gegeven, wordt door geen enkele verklaring onderbouwd. De verklaring van [medeverdachte 6] duidt er op dat verdachte enkel op de bank heeft gezeten.

Beoordeling

De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.

Daarbij is ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts gebruikt met betrekking tot het feit of de feiten waarop het blijkens zijn inhoud in het bijzonder betrekking heeft.

Ten laste gelegde onder 1 en 2

Een proces-verbaal van aangifte d.d. 30 augustus 2011, opgenomen op pagina 8 e.v. van dossier nr. 01COP11005, d.d. 26 april 2012 van Regiopolitie Groningen (zaaksdossier Zeespin), inhoudende de verklaring van [aangever 1]

Op 29 juli 2011, omstreeks 21.00 uur was ik in de Mac Donald vestiging te Winschoten. [medeverdachte 3] en Medeverdachte 4 kwamen en ze spraken mij aan. Ze vertelden mij vrijwel direct dat ze een weedplantage wisten te zitten, dat ze deze leeg wilden halen en dat het verschaffen van de toegang kon met een sleutel die [medeverdachte 3] had. Ik wilde wel mee omdat ik wilde weten waar de plantage zat. Ik haalde [aangever 2] op en reed vervolgens terug naar de Mac Donalds en haalde daar [medeverdachte 3] en Medeverdachte 4 op. We reden vervolgens naar een boerderij in Tripscompagnie. Medeverdachte 4 en [aangever 2] zaten achter in. Ik reed en [medeverdachte 3] zat naast mij. Hij gidste mij naar de boerderij.

Binnen werd ik gelijk aangevallen door een aantal personen dat vermomd was met bivakmutsen. Ik werd geslagen en geschopt tegen mijn hoofd en rug. Ik probeerde via de trap te vluchten maar ik werd vastgepakt en teruggetrokken. Het slaan en schoppen ging door en ook werd ik geslagen met vuurwapens. Ik kwam hierdoor op de grond te liggen. Het op mij inslaan en intrappen ging gewoon door. Ik zag dat [aangever 2] ook klappen kreeg en werd geslagen maar in veel mindere mate als ik. Ik merkte en zag dat ik erg uit mijn mond begon te bloeden en voelde dat mijn tanden er los in stonden. Ik schreeuwde heel hard. Ik zag dat meerdere personen hierop een mes trokken en ik hoorde hen zeggen dat ik mij stil moest houden. Als ik dit niet zou doen dan dreigden ze een oor van mij af te snijden. Ik hield mij daarna stil. Ondertussen zat er al iemand op mij. Kort hierop werden mijn handen op mijn rug gebonden. Ik zag dat de handen van [aangever 2] ook op zijn rug werden gebonden.

Op een gegeven moment kregen [aangever 2] en ik een papieren zak over ons hoofd.

Ik hoorde hierop mensen tegen mij zeggen "geld geld geld". Ik hoorde ze zeggen "waar heb je je geld?". Ik hoorde ze vervolgens zeggen "hoeveel ligt er bij je vriendin?". Ik zei hierop dat ik 700 euro bij mijn vriendin had liggen. Ik kreeg hierop nog meer slagen, veel meer. Ik zag dat ik deze klappen kreeg van [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] (Marokkaanse man met kale kop die iets kleiner is dan ik) en verder een derde man die constant een bivakmuts ophield. Deze derde man sprak gebrekkig Nederlands met een zware stem. Ik zag [medeverdachte 2] vervolgens terugkomen en ik zag dat ik meerdere pistolen op mijn hoofd kreeg. Ik zag dat [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en de man met de bivakmuts een pistool op mijn hoofd richtten. De man met de bivakmuts en [medeverdachte 3] hadden al die tijd al een pistool in hun hand. Ik hoorde en zag dat zo nu en dan dat de wapens werden doorgeladen. Ik hoorde [medeverdachte 2] zeggen dat ik moest regelen dat [betrokkene 1] naar de boerderij kwam.

Toen ik op de grond lag werd al mijn goederen weggenomen. Bij deze goederen had ik onder andere 320 euro. Dit bestond uit een (1) honderd euro biljet, vier vijftig euro biljetten en een (1) twintig euro biljet. Ik hoorde ze verder zeggen dat zij mijn simkaart door het midden hadden geknipt. Ik werd vervolgens de badkamer in gesleept. Ik hoorde hierop Medeverdachte 4 zeggen "je weet wel wie ik ben toch". Ik keek om en zag dat Medeverdachte 4 achter mij stond. Daarna werd mij de papieren zak weer om het hoofd gedaan. Ik had het door deze papieren zak benauwd. Ik kon hierdoor moeilijk ademen. Ik denk dat ik ongeveer 4 a 5 uren lang met een zak op mijn hoofd heb gelegen. Ik merkte dat er constant iemand mij in de gaten hield en dat de personen die mij in de gaten hielden elkaar aflosten doordat ik mensen heen en weer hoorde lopen. Ik hoorde hierbij ook dat er constant wapens werden doorgeladen. Ik zag dat [medeverdachte 2] voor mij stond en ik hoorde dat hij tegen mij zei dat ik [betrokkene 1] moest bellen.

Met een pistool op mijn hoofd moest ik zeggen dat ik [Betrokkene 1] zou ophalen omdat een aantal studenten handel voor hem hadden. Ik hoorde [Betrokkene 1] zeggen dat het tussen 01.00 uur en of 02.00 uur was en dat hij niet kwam omdat het zo laat was. Daarbij hoorde ik [betrokkene 1] zeggen dat hij gedronken had en dat [betrokkene 3], zijn vrouw, hem ook niet zou brengen. Ik zei tegen [Betrokkene 1] "het is een mooie handel, wil je alsjeblieft komen". Dit herhaalde ik een aantal keren waardoor [Betrokkene 1] er zat van werd en dat hij het gesprek beëindigde. Doordat het mislukte om [Betrokkene 1] te lokken werden de mensen die mij gegijzeld hadden kwader en bedreigden zij mij met doodschieten. Ze brachten mij naar een andere kamer. Ik zag [aangever 2], [medeverdachte 3] en [Medeverdachte 4]. Ik kreeg ook een matras. Mijn benen werden die nacht vastgebonden met een sjaal van wit grijze kleur. Ik hoorde [verdachte] tegen mij zeggen "ik hoorde wat er met jou gebeurd was. Ik kwam deze kant op. Ik sta garant dat er niks meer met je gebeurt". Verder hoorde ik hem zeggen dat het allemaal goed kwam. Voordat [Betrokkene 1] er was merkte ik dat mijn ketting mij was afgenomen. Ik denk dat er constant ongeveer 10 man in de woning waren. Dit waren onder andere, [medeverdachte 2], man met bivakmuts, [verdachte] en [medeverdachte 1], [Medeverdachte 4], een man met Gronings accent en een Mark. Ongeveer een kwartier voordat [Betrokkene 1] kwam, werd ik naar de gemeenschappelijke ruimte gebracht. [verdachte] was al deze tijd bij mij.

Toen [Betrokkene 1] naar binnen werd gebracht hoorde ik een enorm kabaal bij de achterdeur. De muziek van de televisie moest toen op maximaal volume worden gezet. Mijn handen werden tevens vrij losjes op mijn rug gebonden. Er werd mij door [medeverdachte 2] verteld dat ik mee moest werken en dat ik tegen [Betrokkene 1] moest zeggen dat zij twee (2) ton aan geld van hem moesten hebben. Ik heb dit vervolgens gedaan. Ik hoorde [Betrokkene 1] zeggen "ik heb ja niks". Ik keek onder de onderkant van de zak door en ik zag dat [Betrokkene 1] met zijn handen op zijn rug vastgebonden zitten. Ik zag tevens het zoontje van [Betrokkene 1], genaamd [betrokkene 2], tegenover [Betrokkene 1] aan de tafel zitten. Ik zag dat [betrokkene 2] ook een zak over zijn hoofd had gekregen en zijn handen op zijn rug waren vastgebonden. Ik zag dat Betrokkene 1 met een zak over zijn hoofd en met zijn handen vastgebonden op zijn rug naar boven werd gebracht. Ik zag dat [betrokkene 2] in het kamertje werd gebracht waar ik eerder had geslapen. [betrokkene 2] was nu niet meer vastgebonden. Ik moest hierop naar [betrokkene 2] toe. De zak was over het hoofd van [betrokkene 2] en hij was blij dat hij mij zag. Ik hoorde [betrokkene 2] zeggen dat hij met zijn moeder, [betrokkene 3], had gebeld en dat het goed kwam. Ik hoorde [betrokkene 2] zeggen dat ik geld moest gaan halen bij zijn

moeder. Mijn gijzelnemers wilden eerst iemand anders naar [betrokkene 3] sturen maar [betrokkene 2] maakte hen duidelijk dat alleen ik geld kon krijgen bij [betrokkene 3]. Hierop kreeg ik van [medeverdachte 2] een pistool op mijn hoofd gericht. Ik moest hierop met [betrokkene 3] bellen. Ik hoorde [betrokkene 3] tegen mij zeggen dat ik alleen moest komen en als er iemand bij zou zijn dan zou zij deze overhoop schieten. Ik zei dat het goed was. De gijzelnemers kregen ruzie over wie met mij mee moest. Uiteindelijk ging [medeverdachte 3] met mij mee. Ik durfde geen politie te bellen bij [betrokkene 3] omdat er eerder door de groep was gedreigd dat als ik langer dan een kwartier bij [betrokkene 3] zou blijven dat [Betrokkene 1] zou worden dood geschoten. Ik kwam bij [betrokkene 3] en ik zag dat [betrokkene 3] helemaal overstuur stond. Ze had het geld al klaar staan. Ze had het contant in de hand. Ik kreeg twee eurobiljetten van 500 euro en de rest bestaande uit 200 en 100 eurobiljetten.

Onderweg naar de boerderij zei [medeverdachte 3] dat hij later naar Winschoten zou komen en dat ik de eerder genoemde 3000 euro maar aan hem moest overhandigen. Ik mocht dit aan niemand vertellen behalve aan [medeverdachte 2]. Toen ik op de boerderij aankwam stond iedereen boven klaar.

Ik overhandigde later het geld aan [medeverdachte 2].

Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 maart 2012, opgenomen op pagina 87 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 2]

[aangever 1] belde mij, hij vroeg of ik naar de McDonald’s wilde komen in Winschoten. Ik ben daar heen gereden, hij had iets voor mij of zo. Er is een wietplantage, daar is een sleutel van. Er waren nog twee jongens, [medeverdachte 3] en [Medeverdachte 4]. Deze jongens waren er al bij op de parkeerplaats bij de McDonald’s. Ze wilden niet precies vertellen waar we heen gingen. Er werden aanwijzingen gegeven aan [aangever 1], waar hij heen moest rijden. Het was ongeveer 8 uur ’s avonds op een vrijdag. [medeverdachte 3] en [Medeverdachte 4] liepen voorop, ze zeiden dat ze een sleutel hadden, maar de deur was gewoon open. Toen gebeurde het, er waren ineens allemaal mensen. Ik zag dat [[aangever 1]] werd gepakt, [medeverdachte 3] en [Medeverdachte 4] niet, ik kon nog ontsnappen maar later hebben ze mij gevonden. Ik zag al dat [aangever 1] boven aan de trap zat, met vastgebonden handen. Ik hoorde dat [aangever 1] zei: niet doen niet doen. Ik kon toen niet zien dat hij geslagen werd, later zag ik dat wel.

Een oudere man met een bivakmuts had de leiding. Later begreep ik dat hij [medeverdachte 2] heette. De anderen hadden bivakmutsen op, die zou ik niet herkennen. Toen zei [medeverdachte 2]: "geef hem er een", ik kreeg toen een zachte klap in mijn gezicht van een man met een bivakmuts. Ik kreeg een tas over mijn hoofd. Ik hoorde dat een man met een Gronings accent ons moest bekijken of wij de personen waren die wiet hadden geript. We hebben er wel een paar uur gezeten. We zaten mijn zijn tweeën op een matrasje. We hebben hier heel lang gezeten. Mijn gevoel zei dat de nacht voorbij was, ik hoorde de volgende dag de vogels fluiten en zo. [medeverdachte 3] en [Medeverdachte 4] zijn de hele nacht bij ons geweest. [aangever 1] en ik mochten absoluut niet met elkaar praten. [medeverdachte 2] kwam de kamer binnen en zei dat wij niet mochten praten. Toen die [medeverdachte 2] binnen kwam had hij nog steeds die bivakmuts op. Vervolgens gingen we naar die kleine badkamer. lk had op dat moment wel weer een tas over mijn hoofd. [medeverdachte 2] en ik waren alleen in die kleine badkamer, ik zag dat hij zijn bivakmuts van zijn hoofd haalde. Ik hoorde hem zeggen, kijk dit ben ik. [Medeverdachte 4] moest van [medeverdachte 2] pizza’s halen. [aangever 1] en ik moesten van [medeverdachte 2] naar onze vriendin bellen en zeggen dat we in een hotel zaten in Amsterdam, zodat ze ons niet op zouden geven als vermist.

Zondag moest [aangever 1] die [betrokkene 1] weer bellen. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] zeiden tegen mij dat ik die [betrokkene 1] op moest halen. Ze hadden afluisterapparatuur in de auto geplaatst en ik moest de namen en het adres van mijn vader en moeder voor ze opschrijven. Als ik wat zou proberen zouden ze me op komen zoeken. Dat papiertje moest ik aan [medeverdachte 2] geven. Ik moest samen met [medeverdachte 4] in de auto van [aangever 1] om die [betrokkene 1] op te halen. Dat is [Betrokkene 1]. De zoon van [Betrokkene 1] ging ook mee. [Betrokkene 1] liep achter mij naar binnen gevolgd door zijn zoon en [medeverdachte 4]. Bij de boerderij liep ik naar binnen, gevolgd door [Betrokkene 1] en zijn zoon en [medeverdachte 4]. Toen we binnen kwamen werden we besprongen door allemaal mensen. Op een gegeven moment werd ik naar de ruimte gebracht waar [Betrokkene 1] en zijn zoon waren, Ik had weer een zak over mijn hoofd en mijn handen waren weer vast gebonden. Ik zag dat er meerdere personen met vuurwapens liepen. Ik heb sowieso drie vuurwapens gezien. Alle personen droegen op dat moment bivakmutsen, Ik denk dat er buiten, [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] nog vier personen in die ruimte waren met bivakmutsen op. Ik heb gezien dat [Betrokkene 1] en zijn zoon zijn geslagen. In die kamer was dus die [medeverdachte 2], [verdachte] en een blanke jongen die ik niet ken. Hij droeg een groen Adidas trainingspak. Op een gegeven moment kwamen die jongens met die bivakmutsen die kamer waar ik was weer in. Ik hoorde die personen zeggen, hij wil niet praten. Ik zag dat ze stanleymesjes en kniptangen pakten en de kamer van [Betrokkene 1] en zijn zoon binnen gingen. Die personen waren daarvoor ook al in dat kamertje geweest. Toen die mannen dat kamertje in gingen hoorde ik daarna ook allemaal geschreeuw, "niet doen, niet doen". De zoon van [Betrokkene 1] werd later in een ander kamertje gezet, zodat ze elkaar niet konden horen. Ik hoorde dat ze opnieuw met [Betrokkene 1] gingen praten, die personen met de bivakmutsen kwamen weer die kamer uit. Ik hoorde de personen zeggen dat ze klaar waren, er zou geld komen van [Betrokkene 1]. Ik heb begrepen dat het om 15000,- euro ging. [medeverdachte 2] zei tegen [aangever 1] dat hij dat geld op moest halen bij de vrouw van [Betrokkene 1]. Toen [[aangever 1]] terug kwam had hij het geld bij zich in een enveloppe. [medeverdachte 2] ging met die andere personen dat geld tellen, dat bedrag bleek te kloppen. Er werden van allerlei spullen bij elkaar gepakt, de telefoons, vuurwapens, messen, stanleymessen, kniptangen alles. Dit deed de jongen in het groene trainingspak. Wij mochten hierna gaan.

Kort hierna stapten [Betrokkene 1] en zijn zoon achter in de auto van [aangever 1]. Ik zag dat [Betrokkene 1] flink klappen had gehad, ik zag dat hij bloed in zijn gezicht had. [Betrokkene 1] heeft met zijn zoon de hele zondag in de boerderij gezeten en wij het hele weekend. Bij de groep van [medeverdachte 2] hoorden [verdachte], [medeverdachte 4], [medeverdachte 3], de jongen die Gronings sprak, de jongen met het groene trainingspak en een jongen met bivakmuts en een wollen colbert. U toont mij een aantal foto’s. Daarop herken ik 1. [medeverdachte 4], waarover ik heb gesproken in mijn verklaring, 3 [medeverdachte 2], waarover ik in mijn verklaring heb gesproken, 4, [aangever 1], 5 [verdachte], die zat in de kamer, 6 [medeverdachte 1], 10 [medeverdachte 3]. [aangever 1] heeft nog wel geld betaald, 3000,- euro of zo.

Een proces-verbaal van verhoor [Medeverdachte 4] d.d. 20 maart 2012, opgenomen op pagina 102 e.v. van het persoonsdossier V03 [Medeverdachte 4]

[medeverdachte 2] heeft gezegd dat [medeverdachte 3] en ik [aangever 1] mee moesten nemen naar de boerderij in Tripscompagnie. We moesten met [aangever 1] afspreken bij de McDonald’s. Toen we binnen kwamen bij de badkamer vloog de deur open. Er kwamen drie mannen te voorschijn met bivakmutsen. Die begonnen ons direct te slaan. Ik heb gezien dat [medeverdachte 2] en [verdachte] daar aanwezig waren. [medeverdachte 2] had de leiding. In totaal waren er 8 mensen. [medeverdachte 2] zei tegen ons dat het net zo moest lijken dat wij bij [aangever 1] en [aangever 2] hoorden. [aangever 2] zat bij mij in de slaapkamer. [medeverdachte 2] had mij verteld dat ze [aangever 1] moesten hebben en dat [aangever 2] er niets mee te maken hadden. Toen [aangever 2] bij mij in de slaapkamer kwam werd hij vastgebonden door [medeverdachte 2]. Ze kregen een zak over het hoofd. [medeverdachte 2] had in het begin een bivakmust op maar deed in een later stadium zijn bivakmuts af. [medeverdachte 2] zei tegen [aangever 1] dat hij geld wilde zien. [aangever 1] zei dat hij geen geld had maar wel een kamper wist in Groningen. [aangever 1] heeft een paar keer gebeld. Ik sliep bij [aangever 1] en [aangever 2] op de kamer. Het klopt dat [aangever 1] en [aangever 2] op de bovenverdieping werden vast gehouden in een kamer en dat zij werden bewaakt door mij en [medeverdachte 3]. Toen [medeverdachte 2] binnenkwam moest het stil zijn. [aangever 1] en [aangever 2] moesten in opdracht van [medeverdachte 2] bellen naar hun vriendinnen en ze moesten zeggen dat ze in een hotel in Amsterdam waren.

In opdracht van [medeverdachte 2] heb ik pizza gehaald samen met [medeverdachte 7]. [medeverdachte 2] schreeuwde dat ik de verkeerde pizza’s had besteld. Toen zei ik tegen [medeverdachte 2] dat [verdachte] dat tegen mij had gezegd. Ik had toen wel door dat ik [verdachte] er ook bij verlinkt had. [medeverdachte 2] zei tegen mij dat ik dom had gedaan om de naam van [verdachte] te noemen want nu wisten [aangever 1] en [aangever 2] dat [verdachte] er ook bij was.

[medeverdachte 2] had een vuurwapen toen wij voor de eerste keer in de boerderij kwamen. [aangever 1] en [aangever 2] moesten alles afgeven. [aangever 1] had een bloedlip, hij had schrammen op zijn gezicht en was 1 of 2 tanden kwijt. [aangever 1] vertelde mij dat [medeverdachte 2] had geprobeerd om een oor van het hoofd van [aangever 1] af te knippen. De volgende dag, zondag, haalde ik samen met [aangever 2] [betrokkene 1] uit Groningen naar Tripscompagnie. [betrokkene 1] stapte in de auto met zijn zoontje. Die zoon begon heel vrolijk met mij te praten of de handel, de weed zeg maar, goed was. Ik vond dat vreselijk omdat ik wist wat er in die boerderij ging gebeuren. Toen we de boerderij binnenkwamen kwamen [medeverdachte 2], [medeverdachte 7] en nog een gast er uit met een zwart Gucci trainingspak aan en een witte Armanisjaal voor zijn hoofd. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] hadden elk een vuurwapen in handen. [medeverdachte 2] had een zilverkleurig vuurwapen in zijn handen en [medeverdachte 7] had een zwart vuurwapen volgens mij. [medeverdachte 7] had een bivakmuts op en een groen vest aan. [betrokkene 1] en zijn zoon zijn geslagen en met vuurwapens bedreigd. Er zou betaald worden en [aangever 1] moest met [medeverdachte 3] het geld gaan halen bij de vrouw van die kamper. Het zoontje van [betrokkene 1] moest van [medeverdachte 2] bellen met zijn moeder en hij moest van [medeverdachte 2] zeggen dat [medeverdachte 2] 15.000 Euro nodig had. [aangever 1] en [medeverdachte 3] gingen het geld ophalen. [aangever 1] gaf het geld aan [medeverdachte 2]. Gezegd werd dat het € 15.000,- was. Ik kreeg van [verdachte] naderhand € 500,- als zwijggeld.

Het klopt dat [medeverdachte 1] bij dat Esso station was, toen [aangever 1] daar gestopt was op weg naar de boerderij in Tripscompagnie. Ik heb gezien dat [medeverdachte 2] [aangever 1] sloeg. Ik hoorde dat [betrokkene 1] werd geslagen. [aangever 1] had schrammen en een bloedlip en ½ tanden los. [betrokkene 1] had een snee in zijn voorhoofd. De gijzeling heeft 3 dagen en 2 nachten geduurd voor [aangever 1] en [aangever 2] en voor [betrokkene 1] en zijn zoon de zondag.

De verklaring door de getuige Medeverdachte 4 op de terechtzitting afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

We stonden daar met zijn drieën, [medeverdachte 2], [verdachte] en ik. [medeverdachte 2] zei iets tegen [verdachte]. Dit gesprek tussen hen ging in het Marokkaans. Ik weet heel zeker dat ik toen van [verdachte] het geld in handen kreeg. Ik kreeg € 500,- in mijn handen van [verdachte]. [medeverdachte 2] zei toen tegen mij dat ik dat geld kreeg om te zwijgen. Dat was in het Nederlands. Het klopt dat ik tegen de politie heb verklaard dat [medeverdachte 2] tegen mij schreeuwde dat ik de verkeerde pizza’s heb besteld. Ik zei toen dat [verdachte] had gezegd welke pizza’s ik moest bestellen. Dit had ik via de ping van [verdachte] zijn telefoon doorgekregen.

Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] d.d. 22 maart 2012, opgenomen op pagina 78 e.v. van het persoonsdossier V14 [medeverdachte 3]

Het plan is 2 dagen voor de gijzeling ontstaan. Daarbij waren [medeverdachte 2], [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 4], een Turkse jongen uit Delfzijl en ik. Onder dwang van [medeverdachte 2] moesten [medeverdachte 4] en ik [aangever 1] halen. Ik had een sleutel van [medeverdachte 2] gekregen. We hadden [aangever 1] gebeld en afgesproken bij de McDonald’s in Winschoten. We vertelden [aangever 1] dat we een weedplantage wisten en dat we die zou gaan rippen. [aangever 1] voelde daar wel voor. [aangever 1] ging toen [aangever 2] halen. Onderweg naar de boerderij kwamen we [medeverdachte 1] tegen op de A7. Bij de boerderij zijn we naar binnen gegaan en toen hoorde ik [medeverdachte 2] schreeuwen. Ik hoorde later dat [medeverdachte 6] de deur achter ons dicht moest doen. Er was afgesproken dat ik alleen met hun naar boven zou lopen. Plotseling ging de deur van de badkamer open en ik zag een manspersoon uit de badkamer komen. Dat was [medeverdachte 2] want ik herkende hem aan zijn stem. Die Turkse jongen was er ook bij maar zijn naam ken ik niet, ik weet wel dat hij gestoken is geweest door een Antilliaans meisje en hij heeft een tatoeage op een van zijn handen een AK-47. Boven kwamen [medeverdachte 2] en die Turkse jongen uit de badkamer.

[medeverdachte 2] en die Turkse jongen begonnen ons direct te slaan. [aangever 1] kreeg klappen maar [medeverdachte 4] en ik ook. [aangever 2] was ontsnapt maar ik heb hem opgehaald. Ik zei tegen [aangever 2] dat [medeverdachte 2] alleen met [aangever 1] wilde praten omdat [aangever 1] de plantage van [medeverdachte 2] had geript. Ik ben daarna met [aangever 2] weer naar binnen gegaan en we zijn weer naar boven gelopen. Ik zag dat [aangever 1] boven zat en dat zijn handen waren vast gebonden. [medeverdachte 2] en die Turk waren bij [aangever 1], ik was bij [aangever 2]. Ik nam plaats samen met [aangever 2] in een andere hoek van de overloop. [medeverdachte 2] zei dat [aangever 2] zijn spullen moest afgeven. [aangever 2] wilde dat niet en toen kwam die Turkse jongen en die sloeg [aangever 2] Later sloeg die Turkse jongen [aangever 1]. Dat hoorde ik. Ze moesten hun spullen afgeven. [medeverdachte 2] en de Turkse jongen waren beide gemaskerd. [medeverdachte 2] heeft [aangever 1] vastgebonden en heeft hem naar de badkamer gebracht. Ik moest mee naar binnen. [medeverdachte 2] had een McDonald’s tasje en die deed hij over het hoofd van [aangever 1]. Ik moest van [medeverdachte 2] op [aangever 1] letten. De Turk had een zwart Gucci-pak aan en een bivakmuts op zijn hoofd. Het was een zwart Gucci trainingspak. Ik zag dat [aangever 2] in die badkamer was en dat [medeverdachte 4] er vlak bij in de gang stond. Ik ben de badkamer ingegaan en zag dat [aangever 2] ook vastgebonden was aan zijn handen. [verdachte] was in de woonkamer, [medeverdachte 6] en de vriendin van [medeverdachte 6], [naam] of zoiets lag te slapen. [medeverdachte 1] gaf via de ping opdrachten aan [verdachte] en die vertelde dat aan [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] had twee pistolen een zwarte en een zilverkleurige. [medeverdachte 4] en ik moesten van [medeverdachte 2] bij [aangever 1] en [aangever 2] slapen. Er stond een bank buiten de slaapkamer, vlakbij de deur. [medeverdachte 2], [naam vriendin medeverdachte 6], [verdachte] en [medeverdachte 6] zaten op die bank. De volgende ochtend was het zaterdag. [aangever 1] moest een man bellen uit Groningen. [medeverdachte 2] wilde 1 of 2 ton.

[medeverdachte 4] en ik hebben pizza’s gehaald. De rol van [verdachte] en [medeverdachte 1] was dat zij met informatie over [aangever 1] kwamen, zodat [medeverdachte 2] [aangever 1] onder druk kon zetten. Toen we terugkwamen waren [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 2] en die Turk aanwezig. Op zondag is die man uit Groningen gehaald. Er was een plan gemaakt voor als die man er zou zijn. Daar waren bij [medeverdachte 1], [verdachte], die Turkse jongen, [medeverdachte 2], ik. Volgens mij zei iemand dat "ze" er aan kwamen. [medeverdachte 2] zei dat iedereen naar beneden moest. We liepen naar beneden en stonden in de kleine gang. Iedereen had zijn gezicht bedekt met hetzij een bivakmuts of een sjaal. We stonden volgens mij met vier man beneden te wachten tot zij binnen kwamen. Wij stonden in de gang. "Zij" kwamen binnen. [medeverdachte 2] was in de badkamer beneden. [medeverdachte 2] had een vuurwapen bij zich zodat die man geen kant meer op kon. Zij liepen de gang in en gingen voorbij de badkamer beneden. Dus [medeverdachte 2] benaderde het groepje van achteren. De Turk liep voorop met een pistool. [medeverdachte 2] liep dus achteraan met een pistool.

Ik zag dat de deur van de hal open gaat en dat [medeverdachte 4] voorop loopt en dat de kamper achter hem loopt. Op dat moment drukt die Turkse jongen met een vuurwapen in zijn hand [medeverdachte 4] en de kamper terug de hal in. Ik zag dat er nog iemand bij was die later de zoon van de kamper bleek te zijn. [medeverdachte 2] kwam uit de badkamer en sloot de route naar buiten af. [medeverdachte 2] was gemaskerd en had een vuurwapen in zijn hand. [medeverdachte 2] en die Turkse jongen riepen tegen de kamper en zijn zoon dat ze op de grond moesten gaan liggen. Er werd met de vuurwapens gericht en ze moesten onder dwang gaan liggen. Toen werden ze vast gebonden. [medeverdachte 2] zei tegen mij dat ik die kamper moest vastbinden. Dat deed ik ook. Ik deed dat met een stuk touw welke ik kreeg van [medeverdachte 2]. [verdachte] bond die jongen vast. Het was een lang stuk touw en [verdachte] sneed eerst het touw in tweeën. [medeverdachte 2] en die Turkse jongen stonden tijdens het vastbinden met hun vuurwapens gericht op de kamper en zijn zoon. De kamper en zijn zoon werden naar boven gebracht. Die zoon ging naar de slaapkamer met die matrassen en die kamper zelf ging naar de slaapkamer met het bed. Ik bleef bij die vader en [medeverdachte 4] was bij die zoon. [medeverdachte 2] liep aldoor tussen de beide slaapkamers heen en weer. [medeverdachte 2] sloeg en schopte de vader, ook met de achterkant van zijn pistool. [medeverdachte 2] schreeuwde dat hij 2 of 3 ton wilde hebben. De vader zei dat hij 15.000 Euro kon betalen. Ik moest in opdracht van [medeverdachte 2] samen met [aangever 1] naar Groningen rijden. [aangever 1] zette mij af en hij ging er alleen heen. Toen hij terug kwam had hij een pakketje met geld en toen zijn we terug gereden. Ik zag dat [aangever 1] het geld aan [medeverdachte 2] gaf. Het was een pakketje met bankbiljetten er zat niets om heen.

[medeverdachte 7] was er ook bij. Dat is een jongen in een groen trainingspak.

We gingen toen weg. [verdachte], [medeverdachte 2], [medeverdachte 1], die Turkse jongen en [medeverdachte 4] zaten in de witte Citroën en [medeverdachte 7] reed in een groene Opel Astra diesel van 99, dat is de auto van [verdachte] samen met mij. We zijn met ons allen naar Groningen gereden en later troffen wij elkaar bij een shoarma tent in Groningen.

Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 7] d.d. 30 maart 2012, opgenomen op pagina 76 e.v. van het persoonsdossier V12 [medeverdachte 7]

Eind juli begin augustus 2011 was ik met [medeverdachte 1]e, [verdachte], [medeverdachte 3], [medeverdachte 4],[medeverdachte 2] en een mij onbekende persoon op de bovenverdieping van de boerderij in Tripscompagnie. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] gingen weg. Na een tijd hoorde ik dat de achterdeur van de boerderij hard werd dichtgeslagen en hoorde ik beneden een hoop lawaai en geschreeuw. Ik zag in de badkamer drie personen met sjaals voor hun mond en mutsen over hun hoofd. Verder zag ik dat er een persoon op de grond zat met een zak over zijn hoofd. Ik wist dat de vermomde personen in de badkamer [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en de mij onbekende persoon waren omdat ik hen hoorde schreeuwen en hun stemmen herkende. Ook herkende ik hen aan hun kleding.

Toen ik de gang in kwam zag ik dat [medeverdachte 2] uit de badkamer stapte. In de gang waar de WC zit gekomen zag ik [medeverdachte 4] bij de deur van het washok zitten. Hij vertelde mij dat er twee personen waren opgesloten. Deze personen waren volgens hem met een smoes naar de boerderij gelokt. De smoes was volgens [medeverdachte 4] dat er weed in de boerderij te koop zou zijn.

[verdachte] zat in de kamer op de bank. Ik zat lang met [verdachte] op de bank. Inmiddels had ik uit de gesprekken die er plaats vonden tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op gemaakt dat een van de gegijzelde jongens [aangever 1] was. Op een gegeven moment hoorde ik de deur van de badkamer, de deur van de kamer en tenslotte de deur van een slaapkamer. Ik kreeg de indruk dat de persoon die in de badkamer had gezeten naar een slaapkamer was gebracht. Inmiddels had ik uit de gesprekken die er plaats vonden tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op gemaakt dat een van de gegijzelde jongens [aangever 1] was. Een tijdje later hoorde ik dat de deur van de kamer weer open gaan gevolgd door de deur van een van de slaapkamers. Ik zag dat [medeverdachte 4] de woonkamer binnen kwam. Ik leidde hieruit af dat de tweede gegijzelde persoon ook naar de slaapkamer was gebracht. Kort hierop hoorde ik [medeverdachte 2] [medeverdachte 4] roepen. Ik hoorde dat [medeverdachte 2] tegen [medeverdachte 4] zei dat hij de slaapkamer in moest gaan. [medeverdachte 3] kwam de woonkamer vervolgens ook binnen. Hij was nog steeds vermomd. De volgende dag zag ik dat [medeverdachte 2] in de keuken was en dat [verdachte] op de bank lag te slapen. Kort hierop zag ik [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in de woonkamer.

U toont mij een aantal foto’s.

De persoon op bijlage 1 is [medeverdachte 4]. Hij was bij de gijzeling aanwezig.

De persoon op bijlage 3 is [medeverdachte 2]. Hij had de leiding bij de gijzeling.

De persoon op bijlage 5 is [verdachte]. Hij was bij de gijzeling aanwezig.

De persoon op bijlage 6 is [medeverdachte 1]. Hij was bij de gijzeling aanwezig.

De persoon op bijlage 8 heb ik wel eens gezien. Volgens mij was hij bij de gijzeling aanwezig. Dit is de persoon die ik hiervoor heb benoemd als de mij onbekende man. Ik weet dit omdat hij op het laatst van de gijzeling zijn vermomming af deed en ik zijn gezicht zag.

De persoon op bijlage 10 is [medeverdachte 3]. Hij was bij de gijzeling.

De tweede dag hoorde ik [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] praten dat er iemand gebeld moest worden waar ze geld van wilden afpersen. Deze man moest ook naar de boerderij worden gelokt. 's Avonds kwam [medeverdachte 2] naar mij toe met de vraag of ik de man die ze naar de boerderij wilden lokken wilde gaan ophalen in Groningen met een auto. Dit was de man die door [aangever 1] was gebeld.

Ik reed met de auto naar de aangegeven plaats. Op de afgesproken plek trof ik een man. Ik sprak de man aan en zei dat [aangever 1] mij had gestuurd om hem op te halen. De man gaf aan morgen te komen. Ik reed hierop terug naar de boerderij in Tripscompagnie. Ik liep naar [medeverdachte 2] en zei tegen hem dat de man niet mee wilde en dat hij morgen zou komen. Op dat moment waren in de woonkamer in elk geval [medeverdachte 1] en [verdachte]. De volgende dag gingen [aangever 1] en [medeverdachte 4] de man ophalen. [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en de man van bijlage 8 verlieten de woonkamer. Voordat ze dit deden vermomden ze zich met sjaals en mutsen. Na een tijd hoorde ik veel lawaai beneden. Ik hoorde geschreeuw. Ik hoorde onder andere: "Ga op de grond liggen". Verder hoorde ik dat er een worsteling plaats vond. Ik kon dit alles horen omdat het in boerderij erg gehorig is. Ik zag dat [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en de onbekende persoon in de badkamer stonden. Ik zag dat er een man tegen de verwarming in de badkamer zat. Ik zag dat deze man geblinddoekt was. Ik zag dat er een persoon met een zak over zijn hoofd in het washok zat.

Er is € 15.000,- betaald en toen konden de gegijzelden weer vertrekken. Ik heb 250 euro gekregen van [medeverdachte 2]. Dit was omdat ik naar Groningen was gereden. Verder hebben de man van bijlage 8 en [medeverdachte 1] geld gekregen van de 15.000,- euro.

Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 7] d.d. 1 april 2012, opgenomen op pagina 84 e.v. van het persoonsdossier V12 [medeverdachte 7]

Op de derde dag hoorde ik lawaai. Ik bleef toen in de woonkamer, tv kijken samen met [verdachte]. [verdachte] zette het geluid van de tv harder. Ik zag dat de man die ik de dag ervoor moest ophalen uit Groningen in één van de slaapkamers werd geduwd door [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en de man van bijlage 8. Later kwam [medeverdachte 2] weer in de woonkamer en deed zijn vermomming af en ik zag dat hij helemaal bezweet was. [medeverdachte 2] had een grijze muts en een grijze sjaal als vermomming, ik dacht van het merk Armani. Ik hoorde gesprekken tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] dat de man geld moest betalen. Dat de man veel geld had. Ik hoorde [medeverdachte 2] tegen [verdachte] zeggen dat het niet lang meer ging duren. Ik kon horen dat ze tegen de man schreeuwden. Ik kon horen dat er tegen de man werd gezegd dat hij moest bellen of dat er anders iets ging gebeuren. Ik heb later ook gehoord dat [medeverdachte 2] hem toen bedreigd heeft met een schaar. Ik heb gehoord dat [medeverdachte 2] de man dreigde een oor af te knippen. Ik heb gezien dat [medeverdachte 2] naar de keuken ging om iets uit de keukenla te halen. Omdat er werd geschreeuwd dat [medeverdachte 2] de man een oor wilde afknippen, dacht ik dat hij een schaar ging ophalen. Ik heb ook gehoord dat [medeverdachte 2] tegen de man schreeuwde dat als de man niet ging bellen en niet ging betalen dat hij het zoontje van de man iets zou aandoen. Uiteindelijk heeft de man gebeld. Het geld is toen opgehaald. Ik zat op dat moment in de kamer met [verdachte]. [medeverdachte 2] beslist dan dat alle gegijzelden vrij gelaten mogen worden. [medeverdachte 2] heeft mij toen opdracht gegeven om de woonkamer op te ruimen.

We reden toen weg en later troffen we [medeverdachte 2], [verdachte], [medeverdachte 4] en de man van bijlage 8. We gingen naar een shoarmazaak. Ik ging met [medeverdachte 2], [medeverdachte 3], [verdachte] en de man van bijlage 8 weg. [medeverdachte 4] werd afgezet bij de witte Citroen . In de auto kreeg de man van bijlage 8 geld van [medeverdachte 2], volgens mij iets van 1500 euro. Vlak voordat ik thuis was kreeg ik mijn geld, 250 euro. Twee dagen later moest ik van [medeverdachte 3] het pistool in het water gooien.

Ik herinner me dat [medeverdachte 2] zenuwachtig heen en weer liep en dat hij dan naar [verdachte] liep en dat [verdachte] toen aan [medeverdachte 2] een bericht op zijn telefoon liet zien.

Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 5]n d.d. 8 maart 2012, opgenomen op pagina 82 e.v. van het persoonsdossier V 08 [medeverdachte 5]

Mijn roepnaam is [voornaam medeverdachte 5]. De tatoeage AK-47 heb ik zo’n 5 jaar.

Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 6] d.d. 11 april 2012, opgenomen op pagina 52 e.v. van het persoonsdossier V 09 [medeverdachte 6]

Ik hoorde van [medeverdachte 2] dat ze degene die het weedhok geript had zijn geld of de weed zouden afpakken. [medeverdachte 2] vertelde dat er twee jongens zouden komen. [medeverdachte 3], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] waren bij dat overleg en ook [medeverdachte 5] op bijlage 8. Heeft een tatoeage op zijn hand. [medeverdachte 1] is pas later gekomen. [medeverdachte 2] was vermomd met een wit met grijze Armani sjaal en een muts.

Boven aan de trap zag ik dat er twee mij onbekende jongens met hun buik op de grond lagen. Ik zag dat hun handen op de rug waren vast gebonden Ik zag dat bij de jongens een persoon stond die ik herkende als [medeverdachte 5], hij was ook vermomd. [medeverdachte 5] droeg een glimmend Gucci pak, ik heb zelf ook zo’n pak. De jongen in het Gucci pak herken ik ook van de foto op bijlage 8. [verdachte] zat ook in die woonkamer. Ik zei tegen hem ik heb hier geen zin in. Ik hoorde [verdachte] zeggen: "[medeverdachte 6] waarom denk je dat ik hier zit, ik heb hier ook geen zin in".

Ik moest van [medeverdachte 2] namen noemen in het Gronings. [medeverdachte 1] was er op dat moment ook, die fluisterde die namen in het oor van [medeverdachte 2]. Ik denk dat dit omstreeks 02.00 of 03.00 uur in de nacht was. Ik begreep dat ze geld van die twee jongens wilde hebben maar dat deze jongens helemaal geen geld hadden. Ik hoorde één van de jongens zeggen: "ik heb het niet, ik heb het niet.". Op het moment dat ik dit tegen die jongens moest zeggen, stonden hier bij [medeverdachte 2], [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3]. Rond 07.00 uur ben ik weg gegaan.

Ik heb die jongens horen krijsen als speenvarkens. Ook klonk het alsof ze klappen kregen. Ze hadden vooral die ene jongen nodig, de jongen die niet is weggelopen.

Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 augustus 2011, opgenomen op pagina 100 e.v. van voornoemd dossier Zeespin, inhoudende de verklaring van [getuige 5]

Ik huur de woning aan de Tripscompaniesterweg 63 te Tripscompagnie. Ik hoorde twee of drie weken geleden op een zaterdag dat er iemand klappen kreeg, ik hoorde een jongen huilen. Het was rond 23.30 uur, ik hoorde het geluid van een harde slag op mensenhuid, ik kan dit niet omschrijven. Er werd luid geschreeuwd en gehuild. Het gehuil klonk als een Nederlandse jongen. De herrie ging de hele nacht door. Zondagochtend ging ik weg, toen ik 's middags terug kwam was de ruzie nog gaande.

Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, opgenomen op pagina 25 e.v. van voornoemd dossier Zeespin,

Betrokkene 3 verklaart dat zij uit angst geen aangifte willen doen. Zij wil eerst met [betrokkene 1] overleggen. Ik deelde haar mede dat wij kwamen in verband met de gijzeling van haar man [betrokkene 1] en haar zoontje [betrokkene 2] in juli/augustus 2011 en de betaling van losgeld voor hun vrijlating. Wij hoorden haar hierop zeggen: "Dat jullie hier nu pas voor komen. Het is al meer dan een half jaar geleden. Ik heb inderdaad geld betaald en het koste mij veel moeite om het geld bij elkaar te krijgen. Voor [betrokkene 2] is het een erg traumatische gebeurtenis geweest en zijn gedrag is na de gijzeling veranderd. Hij zit er volgens mij nog steeds heel erg mee, maar praat er niet over." We zagen dat ze bij het uitspreken van de woorden in tranen uit barste. Wij hoorden [betrokkene 3] hierop zeggen:" We willen wel aangifte doen, maar onze veiligheid is niet gewaarborgd. We zijn bang dat men [betrokkene 2] iets aan gaat doen op het moment dat we wel aangifte doen. “

Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.

Uit de gebezigde bewijsmiddelen vloeit naar het oordeel van de rechtbank voort dat verdachte in het weekend van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 aanwezig is geweest in de boerderij [straat] te Tripscompagnie. Dat verdachte niet wist wat er dat weekend gaande was acht de rechtbank niet geloofwaardig. Medeverdachte [medeverdachte 6], die zich in dezelfde ruimte bevond als verdachte, heeft immers verklaard dat hij aangevers heeft horen krijsen als speenvarkens, terwijl ook [getuige 5], die in een ander deel van de boerderij woont, heeft verklaard dat hij dat weekend luid geschreeuw en gehuil heeft gehoord en het geluid van klappen op mensenhuid. Medeverdachte 4 heeft verklaard dat verdachte hem naderhand € 500,- heeft gegeven. Medeverdachte 4 heeft deze verklaring ter zitting onder ede herhaald en daaraan toegevoegd dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] ([medeverdachte 2]) eerst iets in het Marokkaans bespraken. Verdachte gaf daarop aan Medeverdachte 4 een bedrag van € 500,- waarbij [medeverdachte 2] hem mededeelde dat dit zwijggeld betrof.

Voorts kan uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3] die hij de politie heeft afgelegd worden afgeleid, dat verdachte een actieve rol bij de beroving heeft gehad. Verdachte heeft samen met [medeverdachte 2], [medeverdachte 3], [medeverdachte 1], [medeverdachte 4] [Medeverdachte 4] en een Turkse jongen uit Delfzijl het plan bedacht om [aangever 1] te beroven. Ook was verdachte betrokken bij het plan om [betrokkene 1] naar de boerderij te lokken en hem te beroven. Voorts heeft verdachte op grond van de verklaring van [medeverdachte 3] de zoon van [betrokkene 1] vastgebonden.

Hoewel [medeverdachte 3] later op zijn bij de politie afgelegde verklaring is teruggekomen bij de rechter-commissaris, gaat de rechtbank uit van de bij de politie afgelegde verklaring. Deze verklaring is een uitvoerige en gedetailleerde verklaring die tevens wordt ondersteund door de overige gebezigde bewijsmiddelen. Deze verklaring is tevens niet het enige bewijsmiddel waaruit rechtstreeks de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten volgt. De rechtbank acht de verklaring, waarin [medeverdachte 3] op zijn bij de politie afgelegde verklaring is teruggekomen, daarom ongeloofwaardig. Het verweer van de raadsvrouw, dat de verklaring van [medeverdachte 3] die hij bij de politie heeft afgelegd niet kan worden gebezigd voor het bewijs, zal de rechtbank dan ook verwerpen.

Gelet op het voorgaande en de gebezigde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank zal het onder 1 ten laste gelegde splitsen in een A en B gedeelte.

Bewezenverklaring

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, A en B en het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat

1.

A.

hij in de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [straat] te Tripscompagnie, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [aangever 1] te dwingen tot de afgifte van geld toebehorende aan die [aangever 1], met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,

- die [aangever 1] en die [aangever 2] meermalen, tegen het hoofd en tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en

- die [aangever 1] messen heeft getoond en hierbij die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", en

- op die [aangever 1] is gaan zitten, en

- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en

- de handen van die [aangever 2] op diens rug heeft vastgebonden en

- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en vastgebonden gehouden, en

- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en gehouden, en

- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 2] heeft gedaan en gehouden, en

- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en "Waar heb je je geld" en "Hoeveel ligt er bij je vriendin", en

- pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en gehouden, en

- die [aangever 1] en die [aangever 2] gedurende genoemde periode, in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en die [aangever 2] die boerderij konden verlaten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

EN

B.

hij in de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [straat] te Tripscompagnie,

tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen € 320 euro en een simkaart, toebehorende aan [aangever 1], en

een telefoontoestel en een portemonnee toebehorende aan [aangever 2],

welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld geweld en bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en die [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,

- die [aangever 1] en die [aangever 2] meermalen tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en

- die [aangever 1] messen heeft getoond en hierbij die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", en

- op die [aangever 1] is gaan zitten, en

- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en

- de handen van die [aangever 2] op diens rug heeft vastgebonden en

- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en vastgebonden gehouden, en

- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en gehouden, en

- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 2] heeft gedaan en gehouden, en

- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en "Waar heb je je geld" en "Hoeveel ligt er bij je vriendin", en

- pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en gehouden, en

- die [aangever 1] en die [aangever 2] gedurende genoemde periode in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en die [aangever 2] die boerderij pand konden verlaten.

2.

hij in de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [straat] te Tripscompagnie, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld personen, te weten [betrokkene 1] en diens echtgenote [Betrokkene 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, toebehorende aan die [betrokkene 1] en die Betrokkene 3, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,

- die [betrokkene 1] en/of die [Betrokkene 2] meermalen, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en

- papieren zakken over de hoofden van [betrokkene 1] en [Betrokkene 2] heeft gedaan en gehouden, en

- de handen van [betrokkene 1] op diens rug heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en

- [betrokkene 1] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", en

- pistolen op [betrokkene 1] en/of [Betrokkene 2] heeft gericht en gericht gehouden, en

- [betrokkene 1] en [Betrokkene 2] gedurende genoemde periode, in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat [betrokkene 1] en [Betrokkene 2] die boerderij konden verlaten.

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders onder 1.A en 1. B en 2 is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

Strafbaarheid van de feiten

Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert de volgende strafbare feiten op:

1. De voortgezette handeling van

A. Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

B. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

2. Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 11 juni 2012, opgemaakt door drs. J.C.J. Fischer, GZ-psycholoog. De conclusie van dit rapport luidt, zakelijk weergegeven, dat betrokkene lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van persoonlijkheidskenmerken met borderline trekken. Nu betrokkene ontkennend is kan geen verband worden gelegd door onderzoeker tussen zijn persoonlijkheidskenmerken en de tenlastegelegde feiten. Er kan gelet op de ontkennende houding van betrokkene geen conclusie ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid worden gegeven.

De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Strafoplegging

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft, voor het geval de rechtbank het ten laste gelegde bewezen mocht achten, gepleit voor een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist. Verdachte is deels detentieongeschikt. Verdachte heeft hulpverlening ingeschakeld en is bezig met het behalen van diploma’s om zich op de toekomst te richten. Voorts wijst de raadsvrouw er op dat verdachte nauwelijks justitiële documentatie heeft,

Oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de aangaande zijn persoon opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister, alsmede de vordering van de officier van justitie.

De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing, diefstal met geweld en afpersing van aangevers [aangever 1], [Aangever 2], [betrokkene 1] en Betrokkene 3. Enkele slachtoffers zijn onder valse voorwendselen meegelokt naar de boerderij in Tripscompagnie met het vooropgezette plan om [aangever 1], [betrokkene 1] en [Betrokkene 3] af te persen. [aangever 1], [aangever 2], [betrokkene 1] en de zoon van de laatste zijn argeloos meegegaan. Zodra zij de boerderij binnenkwamen werden zij aangevallen door meerdere gewapende personen die waren vermomd met bivakmutsen. Zij werden geslagen en geschopt waarbij ook met vuurwapens werd geslagen. Door het slaan en schoppen zijn bij [aangever 1] onder meer zijn tanden los gaan zitten. Toen de slachtoffers schreeuwden van pijn en angst werden zij bedreigd met messen. Vervolgens zijn zij vastgebonden en kregen een zak over hun hoofd. De slachtoffers zijn door verdachten van vrijdagavond tot en met zondag vastgehouden in de boerderij. Zij werden mishandeld en bedreigd en constant bewaakt door verdachte en medeverdachten met als doel een groot geldbedrag af te persen. Achterliggend motief van verdachte en medeverdachten lijkt te zijn een conflict met [aangever 1] over het rippen van een hennepplantage.

Toen duidelijk werd dat [aangever 1] geen groot geldbedrag had werd door verdachten en medeverdachten een nieuw plan gemaakt om [betrokkene 1] af te persen. [aangever 1] werd met een pistool gedwongen [betrokkene 1] te bellen en hem onder valse voorwendselen, te weten een lucratieve hennepdeal, naar de boerderij te lokken. Toen verdachten [betrokkene 1] met de auto ophaalden stapte ook [Betrokkene 2], de 14-jarige zoon van [betrokkene 1], in de auto. Toen zij bij de boerderij aankwamen werden zij door verdachte en medeverdachten opgewacht. Zodra zij de boerderij binnenkwamen werden ook zij aangevallen door verdachten en medeverdachten, die met vuurwapens gewapend waren. Verdachte en medeverdachten hebben vervolgens [betrokkene 1] en zijn 14-jarige zoon vastgebonden, op ernstige wijze bedreigd en mishandeld met als doel [betrokkene 1] twee ton af te persen. Niet alleen hebben verdachte en medeverdachten ernstig geweld tegen [betrokkene 1] en zijn zoon niet geschuwd, maar ook hebben zij weerzinwekkende bedreigingen geuit richting [betrokkene 1], dat oren dan wel vingers van hem zouden worden afgeknipt. Deze bedreigingen werden kracht bijgezet met het tonen van stanleymessen en kniptangen. Dit alles in aanwezigheid van de 14-jarige [betrokkene 2]. [betrokkene 1] heeft daarbij dusdanige verwondingen opgelopen, dat hij zich in het ziekenhuis moest laten behandelen. Aan deze verschrikkingen hebben verdachte en medeverdachten pas een einde gemaakt nadat [Betrokkene 2] zijn moeder had gebeld en zij had toegezegd € 15.000,- te kunnen opbrengen. Nadat het geld bij [Betrokkene 3] was opgehaald zijn de slachtoffers vrijgelaten. Verdachte en medeverdachten hebben achteraf de buit gedeeld.

De beschreven gebeurtenissen moeten voor de slachtoffers van zeer traumatische, beangstigende en bedreigende aard zijn geweest, met name gelet op de lange duur waarin zij in deze situatie hebben verkeerd. De situatie moet ook zeer beangstigend zijn geweest voor

[Betrokkene 3], de vrouw van [betrokkene 1] die onder druk werd gezet om geld te betalen voor de vrijheid van haar man en zoon. Door dit handelen is een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de slachtoffers.

Aangenomen moet worden dat de slachtoffers nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen zullen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Welke ingrijpende en traumatische gevolgen de gebeurtenissen hebben gehad voor de slachtoffers is de rechtbank onder andere duidelijk geworden uit de bijlage bij de vordering benadeelde partij van [aangever 1]. Daaruit blijkt onder meer dat het voorval zijn leven drastisch heeft veranderd. [aangever 1] heeft in doodsangst verkeerd en heeft aan de gebeurtenissen angstige gevoelens en slaapproblemen overgehouden. Voorts blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen van 21 maart 2012 welke enorme impact de gebeurtenis heeft gehad op het leven van het gezin van [betrokkene 1].

Delicten als de onderhavige, waarbij tevens gebruik is gemaakt van messen en vuurwapens dragen er bovendien aan bij dat bij burgers in het algemeen gevoelens van onveiligheid en onrust ontstaan.

Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich bij hun handelen kennelijk enkel laten leiden door hun zucht naar financieel gewin en hebben alleen oog gehad voor hun eigen belangen, zonder daarbij stil te staan bij de mogelijke ernstige gevolgen van hun handelen voor de slachtoffers. Zij zijn meermalen volgens een vooropgezet plan doelgericht te werk gegaan.

Op feiten als de onderhavige kan, om recht te doen aan de samenleving en in het bijzonder aan de slachtoffers, niet anders worden gereageerd dan met een gevangenisstraf van lange duur. De bescherming van de maatschappij is gebaat bij een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Gelet op de aard en de buitengewone ernst van de bewezen verklaarde feiten zal de rechtbank een zwaardere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, omdat de eis naar haar oordeel de aard en de ernst van de feiten miskent.

Vordering van de benadeelde partij (feit 1)

Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangever 1], wonende te [plaats].

De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van gronden waarop deze berust.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering zal worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, waarbij de hoofdelijkheid dient te worden opgelegd.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling

Naar het oordeel van de rechtbank is uit het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering van € 1.600,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2011, zal worden toegewezen.

Schadevergoedingsmaatregel

De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen bovengenoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.

Hoofdelijkheid

Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag van € 1.600,- gehouden voor zover dit bedrag al door verdachtes mededaders is voldaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 24c, 36f, 45, 47, 56, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht .

BESLISSING

De rechtbank:

Verklaart het onder 1 A en B en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.

Verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.

Verklaart het onder 1 A en B en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.

Veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren.

Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.

Feit 1

Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] wonende te [plaats], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van

€ 1.600,--.

Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.

Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 1.600,--, ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 1], wonende te [plaats], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 26 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.

Ten aanzien van de vordering benadeelde partij geldt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag ten behoeve van de benadeelde partij, de verplichting vervalt om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.

Veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voor zover dit al door (één van) veroordeeldes mededader(s) is voldaan.

Dit vonnis is gewezen door mrs. E.W. van Weringh, voorzitter, F. de Jong en Th.A. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J. de Wind, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 december 2012.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature