Sociaal Plan in verband met reorganisatie en het daarmee gepaard gaande banenverlies. In het Sociaal Plan is afgesproken dat de opzegtermijn voor de werkgever wordt verkort tot maximaal twee maanden en dat de betreffende werknemers voor de financiële gevolgen daarvan zullen worden gecompenseerd. De kantonrechter oordeelt dat de bewuste bepaling moet worden uitgelegd in het kader van de overige bepalingen in het Sociaal Plan, wat in dit geval (de werknemer is meer dan 15 jaren bij de werkgever in dienst) met inachtneming van de aftrekmaand van artikel 7:672 lid 4 BW leidt tot compensatie van één maand. Voorts is in het Sociaal Plan bepaald dat de regeling voor de werknemers van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd middels ontbinding minimaal gelijkwaardig zal zijn als bij de UWV-procedure. Compensatie van de fictieve opzegtermijn. De kantonrechter oordeelt over de hoogte daarvan (75% van het maandloon).