U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 33-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden voor het plegen van een zware mishandeling. Ook had de man een politieambtenaar beledigd.

Uitspraak



RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer : 05/720140-15

Datum uitspraak : 27 januari 2016

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , zonder vaste woon- of verblijfplaats,

thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid.

Raadsman: mr. J.G.D. Rutten, advocaat te Amsterdam.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zittingen van 14 oktober 2015, 13 november 2015 en 13 januari 2016.

1. De inhoud van de tenlastelegging

Verdachte wordt verweten dat hij heeft geprobeerd [slachtoffer 1] te doden dan wel hem zwaar heeft mishandeld dan wel hem heeft mishandeld (feit 1) door hem (hard) te slaan in het gezicht en/of op het hoofd en/of ter hoogte van de milt. Ook wordt hem verweten dat hij een politieambtenaar heeft beledigd (feit 2).

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Feit 1 (primair), poging doodslag

Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte van de poging doodslag dient te worden vrijgesproken.

Feit 1 (subsidiair), zware mishandeling

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Verdachte was op 3 juli 2015 in Ochten, gemeente Neder-Betuwe.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling van [slachtoffer 1] .

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 1] hem stevig heeft vastgepakt en dat hij hem daarom een duw heeft gegeven, waardoor hij is gevallen. Deze verklaring komt overeen met die van getuige [getuige 1] . Verdachte en [getuige 1] hebben niet de mogelijkheid gehad om hun verklaringen op elkaar te kunnen afstemmen. Verder is er onvoldoende bewijs voor het geweld. Ten slotte kan de opzet op het zwaar lichamelijk letsel niet worden bewezen.

Beoordeling door de rechtbank

Getuige [getuige 2] was in het chalet van [naam 1] (rechtbank: [naam 1] ) in Ochten, hoorde een auto aan komen rijden en zag vervolgens dat verdachte het chalet kwam binnenstormen. Direct viel verdachte aangever [slachtoffer 1] aan. Verdachte sloeg aangever met gebalde vuist meermalen in zijn zij. Aangever riep: “stoppen nou, mijn ribben doen zeer”.

De verklaring van [getuige 2] wordt ondersteund door de verklaringen van [getuige 3] . Hij heeft verklaard dat verdachte aangever meermalen met gebalde vuisten in zijn zij heeft geslagen.

Ook vindt de verklaring van [getuige 2] steun in de verklaring van [getuige 4] . Die heeft verklaard dat hij samen met verdachte naar het park [naam 2] in Ochten is gereden. Verdachte is een chalet binnengegaan. Hij hoorde dat er binnen behoorlijk trammelant was.

De verklaringen van de getuigen over het slaan van aangever door verdachte vindt bovendien steun in het bij aangever geconstateerde letsel.

Op 3 juli 2015 bleek bij een echo dat er vocht aanwezig was in zijn buik. Hij moest toen met spoed geopereerd worden. Er bleek sprake te zijn van onder meer een hersenschudding en een milt- en leverruptuur. Verwacht werd dat de volledige genezing meer dan zes weken zou duren.

Gelet op dit voorgaande acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij aangever enkel heeft geduwd niet aannemelijk geworden. Dat [getuige 1] de verklaring van verdachte ondersteunt, doet daar niet aan af, nu tussen het incident en de aanhouding van verdachte sprake is geweest van enig tijdsverloop.

Gelet op het letsel, met name een milt- en leverruptuur en dat aangever moest worden geopereerd, waarbij de genezingsduur op meer dan 6 weken is geschat, is het letsel naar het oordeel van de rechtbank zwaar lichamelijk letsel.

De rechtbank is verder van oordeel dat verdachte door meermalen hard met gebalde vuisten tegen het hoofd en in de zij (ter hoogte van de milt) van aangever te slaan, hij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij aangever zwaar lichamelijk letsel zou toebrengen.

De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte aangever opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht.

Feit 2, belediging

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belediging van politieambtenaar [slachtoffer 2] .

Het standpunt van de verdediging

De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte heeft zelf verklaard enkel zijn mening te hebben geuit.

Beoordeling door de rechtbank

Naar aanleiding van een melding over het gevecht op het chaletpark op 3 juli 2015 zijn de verbalisanten [slachtoffer 2] en [verbalisant] – nu zij met de incidentenafhandeling in de gemeente Neder-Betuwe waren belast – naar Ochten gegaan.

Op 3 juli 2015 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, deelden zij verdachte mede dat hij ter zake van zware mishandeling/poging doodslag werd aangehouden. Verdachte riep toen met luide stem in hun richting: “kankerlijers”. Vervolgens riep verdachte naar [slachtoffer 2] : "Jouw gezicht is net als mijn reet. Alleen zit ik er op." Er stonden op dat moment meerdere campinggasten te kijken. Deze uitingen heeft [slachtoffer 2] als zeer beledigend ervaren.

In deze context hadden verdachtes uitingen kennelijk de strekking [slachtoffer 2] in zijn eer en gezag aan te tasten. Dat verdachte heeft verklaard enkel zijn mening te hebben geuit, doet niet ter zake. Dit doet namelijk niet af aan het beledigende karakter van zijn uitingen en de vrijheid van meningsuiting kent immers door de wet gestelde grenzen.

Gelet op dit ambtsedig proces-verbaal van de verbalisanten vindt de rechtbank het feit bewezen.

3 Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen:

1.

hij op of omstreeks 03 juli 2015 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een miltruptuur/gescheurde milt, heeft toegebracht door (meermalen) met gebalde vuisten in de zijkant van het lichaam (rond/op de milt) van die [slachtoffer 1] te slaan;

2.

hij op of omstreeks 03 juli 2015 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, opzettelijk een politieambtenaar, [slachtoffer 2] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "kankerlijers" en/of "Jouw gezicht is net als mijn reet. Alleen zit ik er op", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van feit 1, subsidiair:

Zware mishandeling.

Ten aanzien van feit 2:

Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

5 De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de zware mishandeling en de belediging zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring, is verzocht de onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk te laten zijn aan het voorarrest.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister van 30 november 2015 en een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland van 25 september 2015.

De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder op het volgende gelet.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zware mishandeling van [slachtoffer 1] en belediging van een politieambtenaar. Op 3 juli 2015 heeft verdachte [slachtoffer 1] meermalen met gebalde vuisten tegen het hoofd en op het lichaam geslagen. De mishandeling was zodanig zwaar dat het [slachtoffer 1] hieraan onder meer een gescheurde milt en lever overhield. Er moest zelfs een spoedoperatie plaatsvinden. Naast het lichamelijk geweld, waarvan de volledige genezing op meer dan 6 weken was geschat, heeft een dergelijk handelen op het slachtoffer veelal ook een grote impact op diens psychisch welbevinden. Deze impact volgt hier uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer 1] . Het handelen van verdachte getuigt niet van enig respect voor de lichamelijke integriteit van derden. De rechtbank rekent verdachte zijn handelen zwaar aan, waarbij dit feit op zichzelf een gevangenisstraf van langere duur rechtvaardigt.

In het nadeel van verdachte betrekt de rechtbank het lange strafblad van verdachte, waaruit onder meer volgt dat hij al veelvuldig is veroordeeld voor gewelddelicten. Ook is verdachte al eerder voor belediging veroordeeld.

De rechtbank rekent het verdachte verder aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen en geen berouw voor zijn daden heeft getoond.

Gelet op het voorgaande zal de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de tijd die hij al heeft vastgezeten.

7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van feit 1. Gevorderd wordt een bedrag van € 3.998,65 aan schade, waarvan € 3.500,- smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd om de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit, zodat niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in diens vordering dient te volgen dan wel de vordering dient te worden afgewezen.

Beoordeling door de rechtbank

De vordering is door de verdediging inhoudelijk niet betwist. De vergoeding van de reiskosten, inclusief parkeergeld, (€ 242,65) van de partner van de benadeelde partij heeft geen rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde feit, nu deze schade niet door de benadeelde partij zelf is geleden. Voor het overige is de vordering naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en komt deze redelijk voor, zodat deze in zoverre dient te worden toegewezen.

Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij. De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.

De gevorderde wettelijke rente is voor de vordering van [slachtoffer 1] toewijsbaar vanaf 3 juli 2015.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24 c, 27, 36f, 57, 266, 267 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.

9. De beslissing

De rechtbank:

 spreekt verdachte vrij van het onder 1, primair, tenlastegelegde feit.

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot

 een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;

 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.

Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1 subsidiair):

veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 subsidiair tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van € 3.752,- (drieduizend zevenhonderdtweeënvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 3.752,- (drieduizend zevenhonderd tweeënvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 47 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;

bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.H. van Laethem (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en

mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T. de Munnik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 januari 2016.

BIJLAGE I

1.

Primair

hij, op of omstreeks 03 juli 2015 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer 1] meermalen (op harde wijze) met gebalde vuisten (rond de ogen) in het gezicht en/of op het hoofd en/of in de zijkant van het lichaam (op de milt) geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:

Subsidiair

hij op of omstreeks 03 juli 2015 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een miltruptuur/gescheurde milt, heeft toegebracht door (meermalen) met gebalde vuisten in de zijkant van het lichaam (rond/op de milt) van die [slachtoffer 1] te slaan;

Meer Subsidiair

hij, op of omstreeks 03 juli 2015 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] meermalen (op harde wijze) met gebalde vuisten (rond de ogen) in het gezicht en/of op het hoofd en/of in de zijkant van het lichaam (rond/op de milt) te slaan, waardoor hij letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

2.

hij op of omstreeks 03 juli 2015 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, opzettelijk een politieambtenaar, [slachtoffer 2] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "kankerlijers" en/of "Jouw gezicht is net als mijn reet. Alleen zit ik er op", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;

De volledige tenlastelegging is te vinden in Bijlage I.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015421377, gesloten op 31 augustus 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 13 januari 2016.

Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 53 en 54.

Proces-verbaal van verhoor [getuige 3] , p. 58.

Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] , p. 63.

Brieven GGD Gelderland Zuid (met bijlagen), p. 15 t/m 19 en de medische verklaring die als bijlage bij de vordering benadeelde partij is gevoegd.

Proces-verbaal van aanhouding, p. 21 en 22 (vierde alinea) en proces-verbaal van aangifte, p. 66 en 67.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature