Op de rol gevoegde zaken. Vereenzelviging van publiekrechtelijke rechtspersonen. Geschil tussen verkoper en koper over kettingbeding in akte tot verkoop en levering van registerzaak. Uitleg van het beding niet volgens objectieve maatstaven, maar naar de bedoeling van partijen bij de (ver)koop. Geldigheid van het beding na ruilverkaveling: Landinrichtingswet art. 208 lid 2. Titelzuiverende werking ziet slechts op de zakelijke rechten die men heeft op de in de ruilverkaveling betrokken percelen en niet op obligatoire rechten, zoals een kettingbeding.