Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling van een 53-jarige ex-militair uit Zoetermeer tot een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 40 uur met een proeftijd van twee jaar en een geldboete van € 600,00 wegens smaadschrift, het bezit van dierenporno en mishandeling van zijn echtgenote door haar te bijten. De ex-militair is vrijgesproken van stalking en een beroep op noodweer ten aanzien van zijn echtgenote is deels gehonoreerd. De man hoeft geen schadevergoeding aan zijn echtgenote te betalen.

Uitspraak



RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummers : 05/880799-14 en 05/760200-14

Datum uitspraak : 29 februari 2016

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige militaire kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats]

raadsman: mr. M.P.K. Ruperti, advocaat te Baarn.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 november 2015 en 15 februari 2016.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

Met betrekking tot parketnummer 05/880799-14:

1.

hij in of omstreeks de periode gelegen van 26 juni 2014 tot en met 14 juli 2014 te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland,, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] en/of [aangever] , in elk geval van een ander(en), met het oogmerk die [aangeefster] en/of [aangever] , in elk geval die ander(en) te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of

vrees aan te jagen, immers heeft verdachte - die [aangeefster] meermalen, althans eenmaal, (telkens) SMS-berichten en/of WhatsApp-berichten gestuurd met (onder meer) de navolgende

zinsneden/mededelingen: "Alles gelezen of weer contact met je nieuwe KMar vriend. Zou je aub willen reageren. Ik doe heel normaal", "En niet het fatsoen om te erkennen dat je gelogen hebt [...] je gaat dit lezen. Ik geef je tot morgenochtend 9 uur om contact met met op te nemen.

Respectloos ben je al te lang geweest. [...] Wist hij dat je een vriend had. Nee dat mag niemand weten anders lig je niet op de neukmarkt. Geen dreigement maar een belofte op mijn tijdstip", "En omdat jij zo respectloos. Bent heb ik geen respect. meer voor jou. Zal mijn ex vertellen waar je woont. Of ga je zielig bij je v m zitten. Ik geniet jij ook ??? Mijn wraak zal mier zoet zijn. Leugenaar!!!", "Hij heeft je nummer via een andere en dat accepteer jij. Alles om geneukt te worden. Stille wateren liggen met veel collega's te neuken. Zal doorgeven dat je niet met veel moeite te pakken bent. Heerlijk!! Rust en een mooi leven zonder jou. Had ik jaren eerder moeten doen. Ik geniet er elke minuut van.

Nogmaals ik kan normaal met je communiceren. Jij gaat kapot dat weet je zeker niet wetende wat te wachten staat sloopt je", "Ik kom er wel achter wie het is. Dan ga ik hem keurig vertellen dat jij een goeie bent. Kijken of hij dan ook bij je blijft. Ik weet dat je wakker bent. Laffaard!", "Hallo moppie. Ik weet wie je neukertje is [...] ik zal hem wat foto's sturen. Weet hij dat je een vriend had. Als dit bekend wordt is het voor jullie beiden niet goed? Je weet nooit wat er gebeurd", "Ik wil je graag even spreken. Als je de telefoon erop gooit is het binnenkort bekend. Ook bij zijn vriendin", "Dus graag even een reactie. Ik lach me kapot. Zielig ben je. En denk niet dat ik bluf. Want ik heb nog nooit gelogen", "Je zult van je vriend wel gehoord hebben dat ik hem smsjes heb gestuurd. Prettige dag. Moppie. Hahahahahahahahaha", "Totdat je antw geeft maak ik je maatschappelijk en sociaal kapot. Je zult weten dat je met de verkeerde hebt gesold. Ik begin langzaam een rondje te maken. [aangever] ?!! Je gaat ook voor iedereen", en/of - Die [aangever] meermalen, althans eenmaal, (telkens) SMS-berichten gestuurd met (onder meer) de navolgende zinsneden/mededelingen: "Mijn wraak zal mierzoet zijn "Kom maar op ik heb niets te verliezen" "en wil je mij bedreigen? Je weet niet half met wie je te maken heb maar daar

kom je snel achter als je mij dwarszit, schijnheilige typhus klootzak" "He teringlul. Nog gezellig thuis. Onverwachts sla ik toe en dan weet je vriendin het ook. Of heb je de ballen gehad om het te vertellen. Ik heb je nummer van een andere ex. Dus we doen het samen. Dus kom maar op . Ook mij heeft ze twee jaar geleden kapot gemaakt";

2.

hij op of omstreeks 11 juli 2014 te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland, opzettelijk, door middel van verspreiding van (een) geschrift(en), de eer en/of de goede naam van [aangeefster] heeft aangerand door telastelegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel

(een) geschrift(en) waarin was vermeld dat: "Dames op nummer [nummer] woont [aangeefster] , de grootste vreemdganger van Berkel. Ze houd van getrouwde en samenwonende mannen. Ze geniet ervan een relatie stuk te maken. Hou haar in de gaten en ver weg bij je vriend/man. Nodig haar niet uit

op feestjes want daar komt ze met een doel naartoe: Scoren!! Ze draait haar hand niet om je relatie stuk te maken om met je partner het bed in te duiken. Om voorts weer een ander slachtoffer te maken. Ook nu heeft ze me weer met een andere collega belazerd. Mijn leven heeft ze verwoest en daar lacht ze om. Dit is aleen een waarschuwing want het zou zonde zijn als zo'n "vrouw" ook jullie leven verwoest. Dus u bent gewaarschuwd!!!!!" althans, een of meer geschriften van soortgelijke aard en/of strekking, verspreid door toen aldaar deze geschriften in de brievenbussen van bewoners van het appartementencomplex waar die [aangeefster] woonachtig is te (doen) deponeren;

3.

Hij op of omstreeks 14 juli 2014 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, drie, althans een aantal filmfragmenten, dan wel een gegevensdrager (te weten een mobiele telefoon, merk: Iphone, type: 5), in zijn bezit heeft gehad en/of verworven, bevattende (een) filmfragment(en), terwijl op die/dat filmfragment(en) ontuchtige handelingen zichtbaar is/zijn waarbij een mens en

een dier betrokken zijn of schijnbaar is/zijn betrokken, waaronder onder meer - zakelijk weergegeven-:

- filmbestand 82 (blz 203 dossier), een filmfragment waarop een volwassen

vrouw en een grote zwarte hond te zien is. De vrouw is naakt en steunt met haar handen op het bed. Achter haar staat de zwarte hond die haar penetreert. De vrouw zit op het bed en de hond likt haar vagina en rechter borst. De vrouw pijpt de zwarte hond. De vrouw wordt vervolgens gepenetreerd door de zwarte hond waarbij wordt ingezoomd op de vagina van de vrouw, en/of

- filmbestand 90 (blz 204 dossier), een filmfragment waarop een volwassen man en de achterkant van een varken te zien is. De man gaat met zijn rechterwijsvinger heen en weer in het achtereind van het varken. De man likt het achtereind van het varken. Er wordt ingezoomd op het gezicht van een vrouw. Vervolgens zit de penis van de man in de mond van de vrouw. De man

trekt zich boven het varken af en er is te zien dat er een op sperma gelijkende vloeistof uit zijn penis komt. Vervolgens gaat de man op een krukje achter het varken zitten en stopt hij zijn penis in het achtereind van het varken, en/of

- filmbestand 122 (blz 204 dossier), een filmfragment waarop een volwassen man met een ontbloot onder lichaam en een paard te zien is. De man gaat op zijn rug op een verhoging liggen. Het paard komt tussen zijn benen staan waarna de man zijn benen om het lichaam van het paard klemt. Vervolgens pakt de man met zijn linkerhand de penis van het paard en stopt deze in zijn anus. Het paard maakt heen en weer gaande bewegingen.

Met betrekking tot parketnummer 05/760200-14:

hij op of omstreeks 6 oktober 2014 te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Alphen aan den Rijn, opzettelijk mishandeld zijn echtgenote, althans een persoon, te weten [slachtoffer] (met kracht) (op het oor) heeft geslagen en/of gestompt en/of (met kracht) die [slachtoffer] (in haar arm) heeft gebeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.

2 Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Met betrekking tot parketnummer 05/880799-14:

Ten aanzien van feit 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zowel de belaging ten aanzien van [aangeefster] als die ten aanzien van [aangever] wettig en overtuigend kan worden bewezen. Nu [aangeefster] geen contact meer met hem wilde en verdachte haar met een ‘stortvloed aan’ telefoonverkeer wilde dwingen om hem aandacht te geven is er sprake geweest van belaging. Verder heeft verdachte binnen een tijdsbestek van een aantal dagen allerlei berichten aan [aangever] gestuurd.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit en daartoe primair aangevoerd dat er geen sprake is geweest van een wederrechtelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] , omdat zij meermalen heeft gereageerd op zijn berichten. Voorts heeft zij niet expliciet aangegeven dat verdachte haar niet meer mocht berichten. Verder is aangevoerd dat de periode waarbinnen de berichten zouden zijn verstuurd eigenlijk nog korter was, omdat gedurende enige tijd geen berichten zijn verstuurd. De feitelijke periode waarbinnen berichten zouden zijn verstuurd is daardoor dermate kort geweest dat niet kan worden gesproken van stelselmatige aantasting van de persoonlijke levenssfeer.

Dit geldt ook voor de berichten aan [aangever] , waarbij de intensiteit, duur en frequentie niet van dien aard zijn dat kan worden gesproken van stelselmatig aantasten van de persoonlijke levenssfeer.

Beoordeling door de militaire kamer

Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat [aangeefster] geen contact meer wilde, omdat ze afwisselend ofwel gewoon reageerde ofwel zijn berichten negeerde. Het onderzoek ter terechtzitting heeft onvoldoende aanknopingspunten opgeleverd over de vraag of [aangeefster] wel of niet op de berichten van verdachte heeft gereageerd, zoals verdachte nadrukkelijk heeft gesteld, en het is daarom onderbelicht gebleven of het verdachte duidelijk moet zijn geweest dat hij geen contact meer met [aangeefster] mocht opnemen. Gelet daarop kan naar het oordeel van de militaire kamer niet overtuigend worden bewezen dat verdachte een opzettelijke en wederrechtelijke inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] door het stelselmatig sturen van de in de tenlastelegging verwoorde berichten.

Uit het onderzoek ter terechtzitting volgt verder dat verdachte zijn berichten aan [aangever] met name op één dag heeft verstuurd, en ‘slechts’ één bericht op de daaropvolgende dag. De militaire kamer is dan ook van oordeel dat gelet op de duur, frequentie en intensiteit van de berichten niet kan worden bewezen dat sprake is geweest van een stelselmatige inbreuk van de persoonlijke levenssfeer van [aangever] .

Op grond van al het voorgaande zal de militaire kamer verdachte van dit feit in het geheel vrijspreken.

Ten aanzien van feit 2

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld. Verdachte heeft op 11 juli 2014 een brief in de brievenbussen van bewoners van het appartementencomplex in Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland, gedeponeerd. [aangeefster] is in dit appartementencomplex woonachtig.

De brief had de volgende tekst: "Dames op nummer [nummer] woont [aangeefster] , de grootste vreemdganger van Berkel. Ze houd van getrouwde en samenwonende mannen. Ze geniet ervan een relatie stuk te maken. Hou haar in de gaten en ver weg bij je vriend/man. Nodig haar niet uit op feestjes want daar komt ze met een doel naartoe: Scoren!! Ze draait haar hand niet om je relatie stuk te maken om met je partner het bed in te duiken. Om voorts weer een ander slachtoffer te maken. Ook nu heeft ze me weer met een andere collega belazerd. Mijn leven heeft ze verwoest en daar lacht ze om. Dit is alleen een waarschuwing want het zou zonde zijn als zo'n "vrouw" ook jullie leven verwoest. Dus u bent gewaarschuwd!!!!!".

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan smaadschrift, waarbij de woorden in de brief van beledigende aard zijn.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit, nu verdachte niet het opzet heeft gehad om de eer of goede naam van [aangeefster] te beledigen. De inhoud van de brief is niet zodanig grievend dat kan worden gesproken van smaad. Verder heeft verdachte de brieven ‘slechts’ verspreid onder een beperkt aantal directe buren. Verdachte heeft zelf verklaard dat de inhoud van de brief op waarheid berust en dat de brief als niet meer dan een waarschuwing was bedoeld.

Beoordeling door de militaire kamer.

Voor een veroordeling wegens smaad of smaadschrift is in het licht van artikel 261 lid 3 Wetboek van Strafrecht van belang of de dader te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het “te laste gelegde” waar was en dat “het algemeen belang de telastlegging eiste”.

Nu met de onderhavige brief naar het oordeel van de militaire kamer geen functioneel dan wel enig redelijk maatschappelijk doel was gediend, is zij van oordeel dat verdachte niet te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het algemeen belang het verspreiden van deze brief betreffende aangeefster vereiste. Daarmee kan in het midden blijven of de inhoud van de brief al dan niet op de waarheid heeft berust.

(Opzettelijke) aantasting van de eer en/of goede naam

De vraag die de militaire kamer vervolgens dient te beantwoorden is of aangeefster door de verspreiding van de brief in haar eer en/of goede naam is aangetast en vervolgens of de opzet van verdachte hierop ook gericht is geweest.

De inhoud van brief en de woordkeuzes van verdachte zijn naar het oordeel van de militaire kamer beledigend van aard. Aangeefster heeft ook verklaard dat zij zich door de inhoud van de brief ‘aangetast’ voelde.Met ‘goede naam’ wordt gedoeld op de reputatie die iemand geniet in het maatschappelijk verkeer. De eer is het respect dat iemand toekomt als mens. Dit hangt nauw samen met de goede naam. Aangeefster is in de door verdachte geschreven en verspreide brief geportretteerd als een persoon die vele mannen ‘scoort’, houdt van bezette mannen en levens verwoest. Door een brief met deze inhoud aan medebewoners in het appartementencomplex van aangeefster te doen toekomen, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachtes opzet gericht was op het aanranden van de eer en goede naam van [aangeefster] .

Nu hiermee geen functioneel doel was gediend, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een aanranding van de eer en goede naam van aangeefster. Dat de verdachte de brief aan slechts enkele bewoners zou hebben doen toekomen, maakt dat niet anders.

Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan smaadschrift.

Ten aanzien van feit 3

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte dierenpornografie in zijn bezit heeft gehad.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht om verdachte van dit feit vrij te spreken. Daartoe heeft zij primair aangevoerd dat de telefoon in beslag is genomen in het kader van de aangifte van [aangeefster] voor belaging. Door de telefoon verder te onderzoeken, ook op gegevens die kennelijk niet zagen op de vermoedelijke belaging van [aangeefster] , is inbreuk gemaakt op de privacy van verdachte. Dit levert strijd op met artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Gelet daarop is het onderzoek aan de telefoon onrechtmatig geweest, welk vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) bewijsuitsluiting tot gevolg dient te hebben. Als gevolg daarvan is er geen wettig en overtuigend bewijs voor het tenlastegelegde.

Subsidiair heeft de verdediging vrijspraak bepleit, omdat verdachte de filmpjes niet heeft geopend en dit ook niet kan worden bewezen. Nu verdachte niet wist van de inhoud van de filmpjes op zijn telefoon, kan het opzet op het bezit hiervan immers niet worden bewezen.

Beoordeling door de militaire kamer

Bewijsuitsluiting telefoon

De militaire kamer overweegt hierover het volgende.

De onderzochte smartphone is in beslag genomen in verband met een onderzoek naar belaging waarvan tegen verdachte aangifte was gedaan. Het is vaste jurisprudentie dat in het kader van de waarheidsvinding onderzoek mag worden gedaan aan krachtens artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering in beslag genomen computers. De militaire kamer ziet niet in waarom dat ten aanzien van de (inhoud van) een smartphone anders zou zijn. Naar het oordeel van de militaire kamer vormt artikel 94 Sv een voldoende duidelijke en voorzienbare wettelijke grondslag voor het uitlezen van de smartphone. Gelet daarop is de militaire kamer van oordeel dat het onderzoek aan de telefoon rechtmatig is geweest zodat er geen sprake is van een vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv. Zoals door de officier van justitie is betoogd, dient het verweer te worden verworpen.

Bezit dierenpornografie

Op de kazerne in ’s-Gravenhage is op 14 juli 2014 onder verdachte een mobiele telefoon, een iPhone 5, in beslag genomen. Verdachte was ook de gebruiker van deze iPhone. Bij het onderzoek naar deze telefoon zijn drie filmfragmenten aangetroffen. De inhoud van deze drie filmpjes is aangemerkt als dierenporno. In het filmbestand 82 gaat het om een filmfragment waarop een volwassen vrouw en een grote zwarte hond zijn te zien. De vrouw is naakt en steunt met haar handen op het bed. Achter haar staat de zwarte hond die haar penetreert. De vrouw zit op het bed en de hond likt haar vagina en rechterborst. Verder is te zien dat de vrouw de zwarte hond pijpt, waarna zij door de zwarte hond wederom wordt gepenetreerd. Daarbij wordt ingezoomd op de vagina van de vrouw.

In het filmbestand 90 zijn een volwassen man en de achterkant van een varken te zien. De man gaat met zijn rechterwijsvinger heen en weer in het achtereind van het varken. De man likt het achtereind van het varken. Vervolgens wordt er ingezoomd op het gezicht van een vrouw en bevindt de penis van de man zich in de mond van de vrouw. De man trekt zich daarna boven het varken af en er is te zien dat er een op sperma gelijkende vloeistof uit zijn penis komt. Daarna gaat de man op een krukje achter het varken zitten en stopt hij zijn penis in het achtereind van het varken. Tot slot is op de beelden van het filmbestand 122 een volwassen man met een ontbloot onderlichaam en een paard te zien. De man gaat op zijn rug op een verhoging liggen. Vervolgens komt het paard tussen zijn benen staan, waarna de man zijn benen om het lichaam van het paard klemt. Vervolgens pakt de man met zijn linkerhand de penis van het paard en stopt deze in zijn anus. Het paard maakt heen en weer gaande bewegingen.

Verdachte heeft verklaard dat hij de filmpjes heeft toegestuurd gekregen van [naam 1] . Volgens verdachte kreeg hij wel vaker ‘rotzooi’ van [naam 1] en verwijderde hij dat soort ‘smerigheden’ dan van zijn telefoon. Verdachte heeft ontkend dat hij de betreffende filmpjes heeft geopend en heeft verklaard dat hij niet van de aanwezigheid van deze filmpjes op zijn telefoon op de hoogte was.

Zoals hiervoor is overwogen, zijn op de telefoon van verdachte drie filmfragmenten aangetroffen, waarna vervolgens aanvullend onderzoek is verricht.

Daarbij is vastgesteld dat de gebruiker van de iPhone (militaire kamer: verdachte) deze filmfragmenten op 6 december 2013 en 17 januari 2014 heeft ontvangen, gedownload en in zijn telefoongeheugen heeft laten (cursivering: militaire kamer) staan. De militaire kamer acht het een feit van algemene bekendheid dat alleen gedownloade en geopende filmpjes in het geheugen van een smartphone worden opgeslagen. Hierbij past niet de verklaring zoals verdachte deze heeft afgelegd.

Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer het alternatieve scenario dat de filmpjes door de verbalisant van de Koninklijke Marechaussee zijn gedownload en dat ze daarom in het geheugen van zijn telefoon terecht zijn gekomen, niet aannemelijk geworden. Zij is dan ook van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte de filmpjes op de telefoon zelf heeft geopend, gedownload en op zijn telefoon heeft laten staan. Daarmee is naar het oordeel van de militaire kamer ook gegeven dat verdachte de opzet heeft gehad op het bezit van de dierenporno.

Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer het bezit van dierenporno door verdachte bewezen.

Met betrekking tot parketnummer 05/760200-14:

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 5 en 8-9;

- een geneeskundige verklaring van [slachtoffer] , p. 13;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 februari 2015.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

Met betrekking tot parketnummer 05/880799-14:

Feit 2.

hij op of omstreeks 11 juli 2014 te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland, opzettelijk, door middel van verspreiding van (een) geschrift(en), de eer en/of de goede naam van [aangeefster] heeft aangerand door telastelegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel

(een) geschrift(en) waarin was vermeld dat: "Dames op nummer [nummer] woont [aangeefster] , de grootste vreemdganger van Berkel. Ze houd van getrouwde en samenwonende mannen. Ze geniet ervan een relatie stuk te maken. Hou haar in de gaten en ver weg bij je vriend/man. Nodig haar niet uit

op feestjes want daar komt ze met een doel naartoe: Scoren!! Ze draait haar hand niet om je relatie stuk te maken om met je partner het bed in te duiken. Om voorts weer een ander slachtoffer te maken. Ook nu heeft ze me weer met een andere collega belazerd. Mijn leven heeft ze verwoest en daar lacht ze om. Dit is aleen een waarschuwing want het zou zonde zijn als zo'n "vrouw" ook jullie leven verwoest. Dus u bent gewaarschuwd!!!!!" althans, een of meer geschriften van soortgelijke aard en/of strekking, verspreid door toen aldaar deze geschriften in de brievenbussen van bewoners van het appartementencomplex waar die [aangeefster] woonachtig is te (doen) deponeren;

3.

hij op of omstreeks 14 juli 2014 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, drie, althans een aantal filmfragmenten, dan wel een gegevensdrager (te weten een mobiele telefoon, merk: Iphone, type: 5), in zijn bezit heeft gehad en/of verworven, bevattende (een) filmfragment(en), terwijl op die/dat filmfragment(en) ontuchtige handelingen zichtbaar is/zijn waarbij een mens en

een dier betrokken zijn of schijnbaar is/zijn betrokken, waaronder onder meer - zakelijk weergegeven-:

- filmbestand 82 (blz 203 dossier), een filmfragment waarop een volwassen

vrouw en een grote zwarte hond te zien is. De vrouw is naakt en steunt met haar handen op het bed. Achter haar staat de zwarte hond die haar penetreert. De vrouw zit op het bed en de hond likt haar vagina en rechter borst. De vrouw pijpt de zwarte hond. De vrouw wordt vervolgens gepenetreerd door de zwarte hond waarbij wordt ingezoomd op de vagina van de vrouw, en/of

- filmbestand 90 (blz 204 dossier), een filmfragment waarop een volwassen man en de achterkant van een varken te zien is. De man gaat met zijn rechterwijsvinger heen en weer in het achtereind van het varken. De man likt het achtereind van het varken. Er wordt ingezoomd op het gezicht van een vrouw. Vervolgens zit de penis van de man in de mond van de vrouw. De man trekt zich boven het varken af en er is te zien dat er een op sperma gelijkende vloeistof uit zijn penis komt. Vervolgens gaat de man op een krukje achter het varken zitten en stopt hij zijn penis in het achtereind van het varken, en/of

- filmbestand 122 (blz 204 dossier), een filmfragment waarop een volwassen man met een ontbloot onder lichaam en een paard te zien is. De man gaat op zijn rug op een verhoging liggen. Het paard komt tussen zijn benen staan waarna de man zijn benen om het lichaam van het paard klemt. Vervolgens pakt de man met zijn linkerhand de penis van het paard en stopt deze in zijn anus. Het paard maakt heen en weer gaande bewegingen.

Met betrekking tot parketnummer 05/760200-14:

hij op of omstreeks 6 oktober 2014 te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Alphen aan den Rijn, opzettelijk mishandelend zijn echtgenote, althans een persoon, te weten [slachtoffer] (met kracht) (op het oor) heeft geslagen en/of gestompt en/of (met kracht) die [slachtoffer] (in haar arm) heeft gebeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad. Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Met betrekking tot parketnummer 05/880799-14:

Ten aanzien van feit 2:

Smaadschrift.

Ten aanzien van feit 3:

Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.

Met betrekking tot parketnummer 05/760200-14:

Mishandeling, begaan tegen zijn echtgenote.

5 De strafbaarheid van de feiten

De feiten 2 en 3 van parketnummer 05/880799-14 betreffen strafbare feiten.

Met betrekking tot het feit van parketnummer 05/760200-14 is een beroep op een rechtvaardigingsgrond gedaan. Daaromtrent overweegt de militaire kamer als volgt.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich ten aanzien van de mishandeling van de echtgenote verweerd met een beroep op noodweer op grond waarvan is verzocht verdachte voor het slaan en bijten te ontslaan van rechtsvervolging. Verdachte was immers in de keuken door aangeefster klem gezet en geprikt met een broodmes, waarna hij haar uit zelfverdediging heeft geslagen. Vervolgens heeft hij aangeefster – toen zij haar hand in zijn laptoptas stak en de laptop vastpakte – gebeten om zijn laptop te beschermen. Verdachte heeft derhalve uit noodweer gehandeld en hij heeft daarbij proportioneel op het gedrag van aangeefster gereageerd.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte uit zelfverdediging heeft gehandeld. Verdachte heeft tegenstrijdig over het steken dan wel prikken met het broodmes verklaard. Verder wordt zijn verklaring weerlegd door de verklaring van zijn dochter en ontbreekt ondersteuning in de vorm van een beschrijving of foto van eventueel letsel dat door het steken dan wel prikken zou zijn veroorzaakt.

Subsidiair heeft de officier van justitie gesteld dat verdachte anders had kunnen reageren en derhalve buitenproportioneel heeft gehandeld.

Beoordeling door de militaire kamer

Bij de beoordeling van het beroep op noodweer, zal de militaire een onderscheid maken tussen enerzijds de klap tegen het oor en anderzijds het bijten in de arm.

a. De klap tegen het oor

Verdachte heeft verklaard dat zijn dochter brutaal tegen hem was, dat hij daar iets van zei en dat aangeefster vervolgens de confrontatie met hem opzocht en hem daarbij met een broodmes meermalen tegen zijn lichaam stak dan wel prikte. Daarop heeft hij haar uit zelfverdediging een klap op het oor gegeven.

Aangeefster heeft bij de politie en bij de rechter-commissaris verklaard dat ze met het broodmes met boter in haar hand stond en tegen verdachte duwde, waarbij boter op zijn trui kwam en voorts dat verdachte na dit duwen naar haar uithaalde. Uit deze verklaring van aangeefster is naar het oordeel van de militaire kamer af te leiden dat aangeefster verdachte met het mes heeft geraakt en dat verdachte in een reactie daarop heeft geslagen. Verder heeft de zoon van verdachte en aangeefster, [naam 2] , uit zichzelf tegen de politie gezegd dat zijn zus brutaal tegen verdachte is geweest en dat aangeefster een broodmes in de zij van verdachte heeft geduwd.

Gelet op de verklaring van verdachte die steun vindt in het bovenstaande acht de militaire kamer voldoende aannemelijk geworden dat aangeefster verdachte met het mes heeft geprikt, hetgeen naar het oordeel van de militaire kamer een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van zijn lijf meebracht, waartegen verdachte zich mocht verdedigen.

Nu verdachte zich heeft verdedigd door aangeefster ‘slechts’ een klap tegen haar oor te geven, is de militaire kamer van oordeel dat verdachte de grenzen van de noodzakelijke verdediging niet heeft overschreden. Daaraan doet niet af dat de klap - achteraf - forse gevolgen bleek te hebben. Aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit is derhalve voldaan en daarom slaagt het beroep op noodweer en zal verdachte ten aanzien van het slaan op het oor van aangeefster worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Bijten in de arm

Met betrekking tot het bijten overweegt de militaire kamer het navolgende.

Verdachte heeft verklaard dat aangeefster vaker goederen vernielde en dat hij wilde voorkomen dat zij dat ook zou doen met zijn laptop, die in de laptoptas zat. Verdachte heeft verklaard dat de laptoptas op de stoel stond, dat hij deze afschermde met zijn lichaam maar dat aangeefster met haar arm om hem heen greep in de laptoptas. Aangeefster had de laptop ook al met stevige greep vast en wilde niet loslaten. Verdachte verklaart dat hij haar vervolgens in haar arm heeft gebeten. Gelet op deze verklaring acht de militaire kamer voldoende aannemelijk geworden dat sprake was van een noodweersituatie en dat verdachte heeft gehandeld als reactie op een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van zijn goed, de laptop.

De militaire kamer is echter van oordeel dat het door verdachte uitgeoefende geweld niet proportioneel is geweest. Immers, uit de verklaring van aangeefster en de foto’s van de arm van aangeefster, waarop bloedpunten op die arm te zien zijn, volgt naar het oordeel van de militaire kamer dat verdachte met zodanig grote kracht heeft gebeten dat hij de grenzen van een noodzakelijke verdediging heeft overschreden. Gelet daarop kan het beroep op noodweer met betrekking tot het bijten niet slagen.

Daarmee komt de militaire kamer tot het oordeel dat dit onderdeel van het bewezenverklaarde wel strafbaar is.

De feiten, zoals onder 4 gekwalificeerd en met inachtneming van het vorenstaande, leveren strafbare feiten op.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Voorzover ten aanzien van het feit van parketnummer 05/760200-14 een beroep is gedaan op noodweerexces, komt de militaire kamer tot het oordeel dat daarvan geen sprake is. Immers, onvoldoende aannemelijk is geworden dat aan het bijtincident een hevige gemoedsbeweging als gevolg van het vastpakken van de laptop ten grondslag heeft gelegen.

Verdachte is derhalve strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit.

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de feiten 1 tot en met 3 van parketnummer 05/880799-14 en het feit van parketnummer 05/760200-14 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand, met als bijzondere voorwaarde een reclasseringstoezicht, met een proeftijd van twee jaar. Verder heeft zij gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, subsidiair te vervangen door 60 dagen hechtenis met aftrek van de dagen die verdachte in verzekering gesteld heeft doorgebracht. Daartoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat het gaat om een reeks aan feiten, waarvan verdachte de schuld veelal bij anderen legt. Verdachte is getraind om de-escalerend op te treden en heeft desondanks grensoverschrijdend gehandeld. De officier van justitie heeft rekening gehouden met de OM-richtlijnen die een forse werkstraf tot uitgangspunt nemen. Gelet op mogelijk herhalingsgevaar vordert zij echter ook een voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft in geval van een strafoplegging verzocht rekening te houden met de ernstige gevolgen die de feiten voor verdachte hebben gehad en geen straf of maatregel op te leggen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht in ieder geval geen voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. In algemene zin heeft hij verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, aangezien hij op vele gebieden zijn leven weer moet opbouwen. Ook dient rekening te worden gehouden met de in totaal vijf dagen inverzekeringstelling en het feit dat verdachte op eigen initiatief is gestart met een behandeling bij de GGZ.

Beoordeling door de militaire kamer:

De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:

- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 18 januari 2016;

- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 19 oktober 2015.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan smaadschrift, het bezit van dierenporno en de mishandeling van zijn echtgenote. Door een brief aan de directe omwonenden van [aangeefster] te verstrekken heeft hij [aangeefster] in verlegenheid gebracht en haar in haar eer en goede naam aangetast. Verder heeft verdachte drie dierenpornografische filmfragmenten in zijn bezit gehad. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen.

Tot slot heeft verdachte zijn echtgenote in het bijzijn van zijn kinderen mishandeld, waarbij de militaire kamer echter ook rekening zal houden met de rol van aangeefster bij het feit.

In het nadeel van verdachte houdt de militaire kamer rekening met de omstandigheid dat verdachte de schuld grotendeels buiten zichzelf legt en weinig verantwoordelijkheid voor zijn handelen lijkt te nemen. Op grond van het bovenstaande is de militaire kamer van oordeel dat een werkstraf en een geldboete op zijn plaats zijn.

De militaire kamer houdt in het voordeel van verdachte rekening met het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Verder weegt zij mee dat de feiten en de strafzaak veel impact hebben gehad op het leven van verdachte. Verdachte en zijn echtgenote zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure en verdachte heeft zijn kinderen al langere tijd niet gezien. Verder is hij zijn baan bij Defensie kwijtgeraakt en is zijn financiële situatie nijpend. Voorts houdt militaire kamer er rekening mee dat verdachte op eigen initiatief in behandeling is bij de GGZ in Zoetermeer en zijn leven weer probeert op te bouwen.

Gelet op dit voorgaande in samenhang met de ouderdom van de feiten, zal de militaire kamer als stok achter de deur voor de toekomst de werkstraf in voorwaardelijke vorm opleggen. De militaire kamer ziet geen aanleiding om aan deze voorwaardelijke straf bijzondere voorwaarden te verbinden.

7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/760200-14 bewezen verklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 600,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2014.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering, inclusief de gevorderde wettelijke rente, in het geheel kan worden toegewezen. Zij vordert daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot betaling van hetzelfde bedrag.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft primair verzocht om de vordering af te wijzen in verband met de bepleite vrijspraak. Subsidiair dient de vordering te worden afgewezen in verband met de eigen rol van aangeefster bij het feit.

Beoordeling door de militaire kamer

Gelet op hetgeen hiervoor met betrekking tot noodweer(exces) is geoordeeld en daarmee over een mogelijk aandeel eigen schuld, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering. Immers, een goede beoordeling van het aandeel van de benadeelde partij in de onderhavige gebeurtenissen levert naar het oordeel van de militaire kamer een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14 b, 14c, 22c, 22d, 23, 24, 24a, 24c, 27, 41, 254a, 261, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

9 De beslissing

De militaire kamer:

 spreekt verdachte vrij van feit 1 onder parketnummer 05/880799-14;

 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten onder de parketnummers 05/880799-14 en 05/760200-14, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verklaart het bewezen verklaarde slaan op het oor bij het feit onder parketnummer 05/760200-14 niet strafbaar en ontslaat verdachte voor dit onderdeel van alle rechtsvervolging;

 verstaat dat het overige bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;

 verklaart verdachte strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:

een werkstraf gedurende 40 (veertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 20 (twintig) dagen;

 bepaalt, dat deze werkstraf, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald:

o dat de veroordeelde zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;

 beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur werkstraf in mindering wordt gebracht.

En veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde voorts tot:

 een geldboete van € 600,00 (zeshonderd euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 12 (twaalf) dagen hechtenis;

 bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 6 (zes) maandelijkse termijnen van telkens € 100,00 (honderd euro).

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :

 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in haar vordering.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.G. Eskes (voorzitter), mr. P.C. Quak, rechter, en kapitein ter zee logistieke dienst mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 februari 2016.

Het bewijs is terug te vinden in de in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Staf Commandant Koninklijke Marechaussee, Kabinet/Cluster Integriteit, Sectie Interne Onderzoeken, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27AZ/14-000182, gesloten op 15 september 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Het proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 42 t/m 45 en de verklaring van verdachte d.d. 15 februari 2016.

Het proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 43.

Het proces-verbaal van bevindingen, p. 161, het proces-verbaal van bevindingen, p. 203-204, het proces-verbaal van aantreffen goederen met inbeslagname, p. 238 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 15 februari 2016.

Het proces-verbaal van bevindingen, p. 163 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 15 februari 2016.

Het proces-verbaal van bevindingen, p. 163.

Het bewijs is terug te vinden in de in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Staf Commandant Koninklijke Marechaussee, Kabinet/Cluster Integriteit, Sectie Interne Onderzoeken, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27AZ/14-000280, gesloten op 4 november 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature