Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

De kantonrechter is van oordeel dat voor de door Vérian eenzijdig opgelegde functieherindeling en de daarmee samenhangende loonsverlaging niet een inhoudelijk toereikende grond bestaat.

Zie ook het vonnis van de rechtbank Gelderland in een groot aantal vergelijkbare zaken (ECLI:NL:RBGEL:2015:4171).

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 4106842 \ VV EXPL 15-46 \ 493

uitspraak van

vonnis in kort geding

in de zaak van

[eisende partij]

wonende te [woonplaats]

eisende partij

gemachtigde mr. P-P.F. Tummers

toevoegingsnummer [nummer]

tegen

de besloten vennootschap Vérian Care & Clean B.V.

gevestigd te Apeldoorn

gedaagde partij

gemachtigden mrs. B.J.J.C. Boot en P. van den Berg

Partijen worden hierna [eisende partij] en Vérian genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 18 mei 2015 met producties

- de conclusie van antwoord met producties

- de faxbrief van 12 juni 2015 van de gemachtigde van [eisende partij] met nadere producties

- de mondelinge behandeling van 12 juni 2015, de tijdens de mondelinge behandeling door de gemachtigde van [eisende partij] en de gemachtigden van Vérian overgelegde pleitnotities, alsmede de overgelegde nadere producties aan de zijde van Vérian.

1.2.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

[eisende partij] is op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd werkzaam bij Vérian.

2.2.

Vérian is een onderneming die zich onder meer in de provincie Gelderland bezig houdt met het aanbieden van thuiszorg. Vérian maakt deel uit van de Vérian groep waar in totaal circa 3500 medewerkers in dienst zijn. Bij Vérian zelf zijn in totaal ongeveer 2500 medewerkers in dienst, waarvan ongeveer 600 medewerkers werkzaam zijn in de functie van Thuishulp A, respectievelijk Verzorgingshulp B.

2.3.

[eisende partij] was werkzaam in de functie van Thuishulp A, tegen een tarief van (thans) € 12,84 bruto per uur. Zij voert haar werkzaamheden uit in en om Nijmegen.

2.4.

Op de arbeidsovereenkomst tussen [eisende partij] en Vérian is de CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuishulp 2014-2016, hierna verder: de CAO, van toepassing.

Deze CAO is per 3 maart 2015 algemeen verbindend verklaard.

2.5.

Volgens Hoofdstuk 3 van de CAO geldt een systeem van functiewaardering als basis voor de beloning van werknemers. Daarover vermeldt artikel 3.1 onder meer:

“Functiewaardering

Vervalt per 1 januari 2016

1. Je functie is door je werkgever op basis van het actuele computerondersteunende systeem FWG ingedeeld in één van de functiegroepen 5 tot en met 80. (…)”

2.6.

Hoofdstuk 11 van de CAO heeft betrekking op functiewaardering en voorziet in een procedure in het geval van herindeling van een functie. De artikelen 11.2, 11.3, 11.4 en 11.5 luiden, voor zover van belang, als volgt:

“Artikel 11.2 Herindeling

1. Na de eerste indeling van functies volgens het functiewaarderingssysteem zullen zich regelmatig

situaties voordoen, waarin (indeling of) herindeling van functies moet plaatsvinden. De in dit

Hoofdstuk opgenomen herindelingsprocedure kan niet eerder starten dan één jaar na de datum van

het (her)indelingsbesluit waarbij de functie als laatste is vastgesteld bij de (her)indeling.

2. Uitgangspunten voor een herindeling:

a. Als cao-partijen na de introductie van het functiewaarderingssysteem FWG VVT

overeenkomen om het systeem of de systeeminhoud aan te passen, dan moet je werkgever

overgaan tot heroverweging van (een) bestaande functie-indeling(en) zodra sprake is van

aanpassingen die direct betrekking hebben op die bestaande functie- indeling(en).

b. Je werkgever moet tot toetsing of heroverweging van (een) functie-indeling(en) overgaan, als

sprake is van een wezenlijke verandering van de inhoud van (een) functie(s). Voor de

herindeling maakt de werkgever gebruik van de procedure uit dit hoofdstuk.

Er is sprake van een wezenlijke verandering van je functie wanneer redelijkerwijs

verondersteld mag worden dat je functie-inhoud en/of functie-eisen niet meer aansluiten bij de

meest recente beschrijving van je functie of indelingsniveau op basis van een (her)indeling.

3. Als je werkgever je nieuwe functie voorlopig heeft ingedeeld, kan je zes maanden na deze

voorlopige indeling een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot herindeling indienen. Vervolgens

zal je werkgever binnen drie maanden overgaan tot het starten van de herindelingsprocedure.

Artikel 11.3 Herindelingsprocedure

1. Op basis van de in artikel 11.2 omschreven aanleidingen kan jij en /of je werkgever het initiatief

nemen tot het starten van een herindelingsprocedure.

Fasen herindeling 2. De herindelingsprocedure vindt plaats in de volgende fasen:

a. Fase 1:

- Je werkgever (of een door je werkgever daartoe aangewezen functionaris) toetst het

initiatief tot herindeling.

- Eventueel geeft je werkgever een nadere overweging of er gevolgen zijn van wijzigingen

van en/of aanvullingen op het systeem en zo ja welke dit zijn.

- Bij de beoordeling of sprake is van een wezenlijke verandering van de functie-inhoud

dient de inhoud van je functie te worden geïnventariseerd. Hierna kan worden vastgesteld

in hoeverre wijziging van het als laatste vastgestelde indelingsniveau noodzakelijk is.

b. Fase 2:

- Je werkgever legt de functiebeschrijving aan je voor. Je werkgever houdt hierbij rekening

met de inhoud van artikel 11. 4 (vaststellen functiebeschrijving).

c. Fase 3:

- Je werkgever stelt de waardering van je functie vast en biedt deze aan je aan. Je werkgever

houdt hierbij rekening met de inhoud van artikel 11.5 (waardering en indeling van de

functie).

Artikel 11.4 Vaststellen functiebeschrijving

1. Je werkgever neemt een voorlopig besluit over je functiebeschrijving en legt dit aan je voor. Als je niet instemt met dit voorlopige besluit kun je bezwaar maken bij je werkgever.

3. Je moet je bezwaar schriftelijk en gemotiveerd bij je werkgever indienen.

4. Je moet het bezwaar binnen een termijn van 30 dagen of binnen de met de Ondernemingsraad

overeengekomen termijn indienen.

5. Je werkgever vraagt binnen 14 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift advies in bij de door

hem ingestelde Interne Bezwaren Commissie FWG (IBC-FWG).

De taak, samenstelling en werkwijze van de IBC-FWG wordt vastgelegd in een tussen je

werkgever en de Ondernemingsraad overeengekomen reglement.

6. Je werkgever beslist en informeert je schriftelijk binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van

het advies van de IBC-FWG over je bezwaarschrift definitief over de vaststelling van je

functiebeschrijving. Eventueel geldt binnen de instelling een afwijkende termijn die met de

Ondernemingsraad is overeengekomen.

7. Het besluit van je werkgever in het vorige lid betekent het einde van de procedure binnen de

instelling voor de vaststelling van je functiebeschrijving.

8. Als je het niet eens bent met het definitieve besluit van je werkgever is er sprake van een geschil

over de arbeidsovereenkomst.

Artikel 11.5 Waardering en indeling van de functie

Vervalt per 1 januari 2016

1. Je werkgever bepaalt de FWG-waardering en –indeling van je functie met behulp van het FWG-functiewaarderingssysteem. (…)”

2.7.

De door [eisende partij] bij Vérian uitgeoefende functie Thuishulp A is op basis van de functiebeschrijving ingedeeld in FWG schaal 15.

2.8.

In de functiebeschrijving Thuishulp A van Vérian staat onder meer:

“Taken en verantwoordelijkheden in hoofdlijnen

Verrichten van de huishoudelijke taken.

Overige werkzaamheden.

Uitwerking van werkzaamheden en taken in activiteiten

Verrichten van de huishoudelijke taken:

(…)

Overige werkzaamheden:

houdt start-, evaluatie- en eindgesprekken met cliënten;

stelt in overleg met de cliënt het werkplan op en stelt deze op grond van evaluatie(s) bij;

signaleert eventuele wijzigingen in de cliëntsituatie en rapporteert deze aan de planningsfunctionaris;

stimuleert de zelfredzaamheid van de cliënt op gebied van huishoudelijke taken of houdt deze zo veel mogelijk op gelijk niveau.”

2.9.

Vérian sluit in het kader van de exploitatie van haar onderneming overeenkomsten met gemeenten na aanbestedingstrajecten, omdat het de gemeenten zijn die sinds 2007 in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk zijn gemaakt voor hulp bij het huishouden van hun burgers. Bij het inkopen van thuiszorg wordt door gemeenten een indeling gemaakt in twee categorieën hulp: HH1 en HH2.

Indicaties in de categorie HH1 zien op louter huishoudelijke werkzaamheden in de situatie waarin de cliënt geacht wordt zelf de regie te voeren over zijn eigen huishouden, terwijl een indicatie in de categorie HH2 daarnaast ook de dagelijkse organisatie van het huishouden omvat ter ondersteuning en begeleiding van de cliënt.

2.10.

Vérian heeft over 2013 een verlies geleden van (afgerond) € 3,4 miljoen en over 2014 een verlies van (afgerond) € 2,9 miljoen.

2.11.

De accountant van Vérian, [accountant] RA van Ernst & Young Accountants LLP, heeft bij brief van 4 juni 2015 aan de raad van bestuur van Stichting Vérian onder meer geschreven:

“Op basis van de meest recente prognoses bij ongewijzigd beleid komt het resultaat voor het jaar 2015 voor Care & Clean uit op een bedrag van € 4,1 miljoen negatief. Hierbij is uitgegaan dat geen sprake is van een aanpassing van het salarisniveau. De daling van het resultaat ten opzichte van het jaar 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt door een fors dalende omzet. Voor 2016 wordt een negatief resultaat geprognosticeerd van € 2,8 miljoen negatief. De verbetering in het resultaat 2016 wordt volledig veroorzaakt door interne bezuinigingen en productieverbeteringen.”

2.12.

In een door de directeur van Vérian op 24 november 2014 aan [eisende partij] - en alle overige medewerkers werkzaam als Thuishulp A of Verzorgingshulp B - gezonden brief staat onder meer:

“We sturen u deze brief omdat we een voor u zeer belangrijk besluit hebben moeten nemen.

Zoals u weet wordt er fors bezuinigd in de zorg en vooral door gemeenten in de uitvoering van het huishoudelijk werk. De omvang van de bezuinigingen zijn nu duidelijk en Vérian is genoodzaakt drastische maatregelen te nemen om de zorgverlening te kunnen continueren en daarmee de bedrijfsvoering te kunnen voortzetten. Eén van de maatregelen die we moeten nemen heeft direct gevolgen voor ale uitvoerende medewerkers van Vérian

Care & Clean B.V.

Op dit moment bent u werkzaam in de functie van Thuishulp A. In de praktijk verricht u hoofdzakelijk werkzaamheden behorende bij de functie van Basishulp Huishoudelijke Verzorging.

Gezien de financiële situatie hebben wij per 29 december 2014, start eerste periode 2015, alleen nog werk voor medewerkers met de functie: Basishulp Huishoudelijke Verzorging met bijpassend salaris. Dit betekent dat wij genoodzaakt zijn u deze functie aan te bieden, met ingang van bovengenoemde datum. Het bijbehorende salaris is € 10,18 per uur. Dit is overeenkomstig met FWG 10, periodiek 4, volgnummer 5. De Cao-indexatie moet nog worden toegepast.

Als u werkzaamheden verricht bij een cliënt met een HH2-indicatie krijgt u een toeslag van

€ 1,00 bruto per gewerkt uur bovenop het genoemde uurloon.

Deze noodzakelijke aanpassing betekent dat u er financieel op achteruit gaat. Echter, Vérian Care & Clean B.V. heeft al zijn inspanningen er nu op gericht om medewerkers aan het werk te houden en de zorgverlening te continueren. Daarom is tot deze maatregel besloten. (…).”

2.13.

In de functiebeschrijving Basishulp Huishoudelijke Verzorging van Vérian staat onder meer:

“Taken en verantwoordelijkheden in hoofdlijnen

Verrichten van de huishoudelijke taken.

Overige werkzaamheden.

Verrichten van de huishoudelijke taken:

(…)

Overige werkzaamheden:

let op eventuele wijzigingen in de cliëntsituatie en rapporteert deze aan de planningsfunctionaris;

neemt deel aan teambijeenkomsten;

verricht uit de functie voortvloeiende administratieve werkzaamheden (bijv. noodzakelijke registratie).”

2.14.

Door 306 van de ongeveer 600 betrokken medewerkers is bij Vérian bezwaar gemaakt tegen de in de brief van 24 november 2014 aangekondigde maatregel. Ook [eisende partij] heeft bezwaar gemaakt tegen deze maatregel.

2.15.

Op 11 en 12 maart 2015 heeft Vérian informatiebijeenkomsten belegd met de betrokken medewerkers. Daarin is, kort gezegd, door Vérian gemeld dat geen andere oplossing mogelijk is dan de voorgenomen herindeling in de functie van Basishulp Huishoudelijke Verzorging. Tevens heeft Vérian aangekondigd dat een afbouwregeling is uitgewerkt om de betrokken medewerkers financieel tegemoet te komen. Die regeling is bevestigd bij brief van 19 maart 2015. In deze brief staat hierover het volgende vermeld:

“Afbouwschema met ingang van periode 1-2015 (29-12-2014)

Basishulp Huishoudelijke Verzorging

Periode

Afbouw %

01-2015

Uurloon ongewijzigd

02-2015

Uurloon ongewijzigd

03-2015

-25% van het verschil in uurloon

04-2015

-25% van het verschil in uurloon

05-2015

-50% van het verschil in uurloon

06-2015

-50% van het verschil in uurloon

07-2015

-75% van het verschil in uurloon

08-2015

-75% van het verschil in uurloon

09-2015

Salaris in FWG 10

De bovenstaande regeling wordt per direct uitgevoerd. De regeling gaat gelden voor alle uitvoerende

HV-medewerkers die een andere functie hebben dan die van Basishulp Huishoudelijke Verzorging, dus ook voor de medewerkers die in eerder stadium geen bezwaar tegen het aanbod hebben ingediend. Deze regeling is voor iedereen gelijk en gaat voor iedereen gelijktijdig in.”

2.16.

Sinds januari 2015 staat op de loonstroken van [eisende partij] als functie Basishulp Huishoudelijke Verzorging vermeld. Sinds periode 3-2015 wordt aan [eisende partij] een lager salaris uitgekeerd, overeenkomstig het onder r.o. 2.15 genoemde afbouwschema.

3 De vordering en het verweer

3.1.

[eisende partij] vordert, na tijdens de mondelinge behandeling gedane wijziging van eis, samengevat, dat de kantonrechter, bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Vérian veroordeelt tot betaling aan haar van het reguliere salaris van € 12,84 bruto per uur vanaf periode 3-2015, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Vérian in de proceskosten.

3.2.

[eisende partij] stelt dat Vérian ten onrechte is overgegaan tot een eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst door haar functie te wijzigen van Thuishulp A naar Basishulp Huishoudelijke Verzorging onder aanpassing (verlaging) van het salaris van € 12,84 bruto naar (uiteindelijk) € 10,18 / € 11,18 bruto per uur. Zij wijst erop dat in haar arbeidsovereenkomst, noch in de CAO een eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen.

Het handelen van Vérian moet volgens [eisende partij] dan ook worden getoetst aan de eisen van goed werkgeverschap, de eisen van redelijkheid en billijkheid en/of onvoorziene omstandigheden. Deze eisen rechtvaardigen naar het oordeel van [eisende partij] in het onderhavige geval geen eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst door Vérian. Hierbij heeft volgens [eisende partij] niet alleen te gelden dat het overgrote deel van haar cliënten een HH2 indicatie heeft en dat zij (nog steeds) de daarbij horende werkzaamheden verricht, maar ook dat zij haar werkzaamheden in (en om) Nijmegen verricht. De gemeente Nijmegen heeft, anders dan andere gemeenten, besloten de korting op hulp bij het huishouden van 32 % uit de rijksbegroting te compenseren zodat van verminderde inkomsten voor Vérian - in Nijmegen - geen sprake is.

3.3.

Vérian heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Samengevat concludeert Vérian dat zij [eisende partij] op goede gronden de functie van Basishulp Huishoudelijke Verzorging en het daarbij behorende salaris conform FWG 10 heeft voorgesteld, welke aanbod door [eisende partij] diende te worden geaccepteerd. Vérian had in dit opzicht geen andere keuze vanwege de wijzigingen in de Wmo per 1 januari 2015 waardoor de vraag naar de inhoud van het werk is verschoven van huishoudelijke verzorging naar zuiver huishoudelijk (schoonmaak)werk. Ten gevolge van deze beleidswijziging geven de gemeenten nog nauwelijks indicaties af in categorie HH2, zodat Vérian nog slechts de (lagere) tarieven betaald krijgt die gelden voor HH1 zorg. Alhoewel [eisende partij] feitelijk werk doet dat behoort tot de functie van Basishulp Huishoudelijke Verzorging en Vérian ook nog slechts daarvoor betaald krijgt, is haar salaris nog wel afgestemd op indeling in FWG 15.

Voor Vérian is het financieel onmogelijk om [eisende partij] nog langer een hoger salaris te betalen dan FWG 10. Vérian heeft al aanzienlijke verliezen geleden over 2013 en 2014 en zij heeft slechts kunnen voortbestaan omdat Stichting Vérian miljoenen euro’s heeft geïnvesteerd in haar exploitatie. De reserves van Stichting Vérian zijn echter verteerd en daarmee verkeert Vérian, nu zij in concernverband nergens meer op terug kan vallen, in een financiële situatie

die zodanig ernstig is dat het voortbestaan van haar onderneming in acuut gevaar is gekomen.

Vérian wijst er, in reactie op de stellingen van [eisende partij], op dat de bezuinigingen in de zorg ook Nijmegen raken. Alhoewel de gemeente Nijmegen zich bereid heeft getoond tijdelijk vanuit de algemene voorzieningen financieel bij te springen, ontkomt ook deze gemeente er volgens Vérian niet aan om nu en in de toekomst fors te bezuinigen op thuiszorg. Vérian heeft ter onderbouwing van haar standpunt een overzicht in het geding gebracht met kosten en opbrengsten met betrekking tot [eisende partij]. Uit dit overzicht volgt volgens Vérian dat [eisende partij] in de oude situatie (voor de functiewijziging) over de eerste vijf periodes van 2015 meer zou kosten dan zij zou opbrengen (een negatief resultaat). Na de wijziging is sprake van een positief resultaat met betrekking tot [eisende partij].

Primair stelt Vérian zich op het standpunt dat zij als goed werkgever in deze, sterk gewijzigde, marktomstandigheden aan haar medewerkers het wijzigingsvoorstel heeft mogen en zelfs moeten doen. Het wijzigingsvoorstel betreft volgens Vérian een redelijk en fatsoenlijk voorstel omdat daarmee het voorhanden zijnde werk en de praktijk met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Door het aanhouden van een afbouwschema heeft Vérian bovendien alles gedaan wat financieel in haar macht ligt om de gevolgen van het voorstel voor de medewerkers zoveel mogelijk te beperken en te verzachten.

Beoordeeld naar de in de rechtspraak ontwikkelde eisen van goed werknemerschap waren de medewerkers op grond van artikel 7:611 BW in redelijkheid gehouden het wijzigingsvoorstel te aanvaarden, terwijl het voorts op grond van artikel 6:248 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de werknemers het aanbod voor de functie van Basishulp Huishoudelijke Verzorging en het daarbij behorende lagere salaris hebben geweigerd, nu zij in de praktijk nog slechts huishoudelijk werk verrichten. Vérian heeft voorts betoogd dat zij haar werknemers vanwege onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW in redelijkheid heeft kunnen voorstellen om de werknemers een aanbod te doen voor de functie van Basishulp Huishoudelijke Verzorging.

Subsidiair voert Vérian aan dat het haar op grond van de CAO niet is toegestaan om aan werknemers een hoger salaris toe te kennen dan past bij de functie. Volgens Vérian is zij (ook) daarom gehouden [eisende partij] voor de functie van Basishulp Huishoudelijke Verzorging te belonen overeenkomstig FWG 10.

4 De beoordeling

4.1.

De kantonrechter neemt, met partijen, het gestelde spoedeisend belang aan nu [eisende partij] vanaf betalingsperiode 3-2015 wordt geconfronteerd met aanzienlijke reducties op haar salaris, die uiteindelijk leiden tot een verlaging van het salaris van € 12,84 bruto per uur tot € 10,18 / € 11,18 bruto per uur.

4.2.

Centraal staat de vraag of Vérian éénzijdig, zonder instemming van [eisende partij], die was ingedeeld in de functie Thuishulp A met het daarbij behorende salaris in FWG schaal 15, haar werkzaamheden mocht indelen in een andere functie, die van Basishulp Huishoudelijke Verzorging, met het daarbij behorende lagere salaris in FWG schaal 10. In het schriftelijk debat daarover en in de ter zitting gehouden pleidooien is de meeste aandacht besteed aan wat in verband met de rechtspraak van de Hoge Raad (Van der Lely/Taxi Hofman, NJ 1998, 767, Stoof/Mammoet, NJ 2011, 185) de eisen behoren te zijn die bij de toetsing van deze eenzijdige beslissing op grond van artikel 7:611 BW gesteld moeten worden.

Daaraan gaat echter eerst nog de vraag vooraf hoe de beslissing van Vérian zich verhoudt tot de in de CAO voorkomende (normatieve) bepalingen over functie-indeling, functie-waardering en beloning, nu [eisende partij] heeft betoogd dat de functie van Thuishulp A feitelijk geenszins is vervallen, terwijl de bij die functies behorende (kern)werkzaamheden door haar ook sinds periode 3-2015 gewoon nog worden verricht. Daarmee komt, zo begrijpt de kantonrechter het standpunt van [eisende partij], de beslissing van Vérian neer op de schepping van een papieren werkelijkheid enkel om bezuinigingsredenen.

4.3.

De kantonrechter stelt vast dat Vérian in verband met haar aanzegging in de brief van 24 november 2014 (zie onder 2.12) ‘alleen nog werk (te hebben) voor medewerkers met de functie: Basishulp Huishoudelijke Verzorging met bijpassend salaris’, niet de gelijktijdige beslissing heeft genomen om ófwel de niet bij die functie passende werkzaamheden geheel af te stoten en niet langer deel te laten zijn van haar ondernemersactiviteiten ófwel haar werkorganisatie zo in te richten dat voortaan een strikte scheiding wordt aangebracht tussen het op de functiebeschrijving voor de Basishulp Huishoudelijke Verzorging afgestemde hoofdzakelijk huishoudelijke werk en de in de functiebeschrijvingen voor Thuishulp A en Verzorgingshulp B omschreven ‘overige werkzaamheden’ welke als extra te beschouwen zijn vergeleken met de beperkte werkzaamheden van de Basishulp Huishoudelijke Verzorging in dezelfde categorie. In plaats hiervan is er binnen de werkorganisatie van Vérian feitelijk niets gewijzigd.

[eisende partij] heeft aangevoerd dat het grootste gedeelte van haar cliënten (5 van de 7) HH2-geïndiceerd is, hetgeen niet is betwist door Vérian. Uit het door Vérian overgelegde overzicht met kosten en opbrengsten met betrekking tot [eisende partij] blijkt bovendien dat [eisende partij] in de eerste vijf periodes van 2015 voor 68 uur HH1-werkzaamheden heeft verricht en voor 194 uur HH2-werkzaamheden. Het overgrote gedeelte van de werkzaamheden van [eisende partij] betreft dus nog steeds HH2-werkzaamheden.

De directeur van Vérian heeft desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling bevestigd dat HH2-werkzaamheden niet tot de functieomschrijving van een Basishulp Huishoudelijke Verzorging behoren. In feite volgt dat ook al wel uit de mededeling van Vérian in de brief van 24 november 2014 waarin staat dat bij het verrichten van werkzaamheden bij een cliënt met een HH2-indicatie de medewerker een toeslag krijgt van € 1,00 bruto per gewerkt uur bovenop het uurloon.

De directeur van Vérian heeft voorts bevestigd dat HH2-werkzaamheden vallen onder de in de functiebeschrijving voor Thuishulp A omschreven ‘overige werkzaamheden’.

4.4.

Nu [eisende partij] feitelijk sinds 1 januari 2015 nog steeds (in overwegende mate) HH2-werkzaamheden uitvoert, werkzaamheden die niet tot de functieomschrijving van een Basishulp Huishoudelijke Verzorging, maar tot die van een Thuishulp A behoren, bestond naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter geen grond om [eisende partij] per 1 januari 2015 in te delen als Basishulp Huishoudelijke Verzorging met (uiteindelijk) het daarbij horende lagere salaris. Weliswaar is het totale urenaantal HH2-werkzaamheden dat [eisende partij] over de eerste zes maanden van 2015 verricht, blijkens een door Vérian in het geding gebracht overzicht, (fors) minder dan het totale urenaantal HH2-werkzaamheden dat zij over de eerste zes maanden van 2014 heeft verricht, maar dit enkele feit rechtvaardigt niet het door Vérian ingenomen standpunt dat [eisende partij] louter nog als HH1 te kwalificeren zuiver huishoudelijk werk verricht, behorende bij het functieprofiel van een Basishulp Huishoudelijke Verzorging.

4.5.

Los hiervan heeft te gelden dat Vérian, als zij meent dat sprake is van een wezenlijke verandering van de inhoud van de functie, is aangewezen op de in hoofdstuk 11 van de CAO voorziene herindelingsprocedure (zie artikel 11.2 lid 2 onder b van de CAO) overeenkomstig de daar eveneens omschreven waarborgen (zie artikel 11.3 en 11.4 van de CAO), hetgeen zij - ongemotiveerd - heeft nagelaten.

4.6.

Nu haar werkzaamheden nog steeds kwalificeren als Thuishulp A, heeft [eisende partij] recht op een salaris overeenkomstig FWG 15 (zie ook artikel 11.5 CAO). Dat de situatie - ook in Nijmegen - in de toekomst mogelijk anders wordt omdat de gemeente Nijmegen tussen 1 juni 2015 en 1 juni 2016 alle cliënten gaat her-indiceren, moge zo zijn, maar rechtvaardigt niet het thans reeds door Vérian genomen besluit.

4.7.

Het door Vérian gedane beroep op artikel 7:611 BW faalt. Niet valt in te zien waarom van [eisende partij] als goed werknemer, genoegen moet nemen met een voorstel tot functiewijziging en salarisvermindering in strijd met de CAO. Van de door Vérian geschetste situatie waarin louter huishoudelijk werk wordt uitgevoerd door te hoog gekwalificeerd en ingeschaald personeel is, gelet op het voorgaande, in de praktijk (in ieder geval vooralsnog) geen sprake. Om dezelfde reden faalt ook het door Vérian gedane - en op dezelfde redenering gestoelde - beroep op artikel 6:248 lid 2 BW. Van, door V érian subsidiair opgeworpen, handelen in strijd met de CAO is evenmin sprake, nu de functie van [eisende partij] niet kwalificeert als die van een Basishulp Huishoudelijke Verzorging.

4.8.

Voor wat betreft de gevraagde toepassing van artikel 6:258 BW geldt ten slotte dat V érian aan de kantonrechter geen (zelfstandig) verzoek heeft gedaan om op grond van gewijzigde omstandigheden tot aanpassing van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers te komen, en op de uitkomst van een dergelijk verzoek kan nu eenmaal niet worden vooruitgelopen (vgl. kantonrechter Amsterdam 23 februari 2015, RAR 2015, 69).

4.9.

De vordering van [eisende partij] tot doorbetaling van het loon van € 12,84 bruto per uur wordt toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente.

4.10.

[eisende partij] heeft de veroordeling van Vérian gevraagd tot betaling van wettelijke verhoging over het sinds loonbetalingsperiode 3-2015 te weinig betaalde salaris. Deze vordering wijst de kantonrechter af omdat er billijkheidshalve gronden zijn om deze verhoging op nihil te stellen in een geval als dit waarin Vérian heeft geprobeerd om op juridische gronden in een situatie waarin zij volgens haar accountant technisch failliet is de salarislasten te beperken.

4.11.

Vérian wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

5 De beslissing

De kantonrechter

rechtdoende als voorzieningenrechter

5.1.

veroordeelt Vérian tot betaling aan [eisende partij] van het salaris van € 12,84 bruto per uur vanaf periode 3-2015, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening,

5.2.

veroordeelt Vérian in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eisende partij] begroot op € 94,19 aan dagvaardingskosten, € 78,00 aan griffierecht en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde;

5.3.

bepaalt dat Vérian van het totaalbedrag aan proceskosten het door [eisende partij] betaalde griffierecht van € 78,00 en het salaris gemachtigde van € 400,00 moet betalen aan de gemachtigde van [eisende partij] en de explootkosten van € 94,19 aan de griffier van de rechtbank Gelderland, door voldoening van de nota die het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal toesturen;

5.4.

verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

5.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.M. Graat en in het openbaar uitgesproken op


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature