Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Gevangenisstraf en TBS met voorwaarden voor een 26-jarige man wegens het plegen van twee aanrandingen.

Uitspraak



RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer : 05/861060-14

Datum uitspraak : 7 april 2015

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Suriname,

wonende aan de [adres], [woonplaats]

thans gedetineerd te [verblijfplaats]

raadsman: mr. F.E.J. Janzing, advocaat te Wijchen.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen

van 6 januari 2015 en 24 maart 2015.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij meermalen althans eenmaal op of omstreeks 5 september 2014 te Groesbeek, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen bestaande uit het opzettelijk ontuchtig

- betasten van het naakte geslachtsdeel, althans van het naakte lichaam van die [slachtoffer 1] en/of

- naakt op het naakte lichaam van die [slachtoffer 1] te gaan liggen en/of

- met zijn, verdachtes, (onder)lichaam heen en weer gaande bewegingen te maken op die [slachtoffer 1]

en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend

- ( bij) die [slachtoffer 1] erop aan te dringen/uit te nodigen om bij hem een biertje te komen drinken en/of

- de toegangsdeur van de slaapkamer op slot/dicht te doen terwijl verdachte en die [slachtoffer 1] zich in de slaapkamer bevonden en/of

- bij die [slachtoffer 1] diens T-shirt uit te trekken en/of

- ( op diens vraag) die [slachtoffer 1] te bevestigen/te zeggen dat hij ook de rest van de kleding uit moest trekken en/of

- gebruik te maken van zijn, verdachtes, geestelijke overwicht en/of

- misbruik te maken van het beperkte vermogen van die [slachtoffer 1] om weerstand te bieden en/of

- gebruik te maken van het forse leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 1];

althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:

hij meermalen althans eenmaal op of omstreeks 5 september 2014 te Groesbeek (telkens) met Arico J [slachtoffer 1], één of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (ontuchtig)

- betasten van het naakte geslachtsdeel, althans het naakte lichaam van die [slachtoffer 1] en/of

- naakt op het naakte lichaam van die [slachtoffer 1] is gaan liggen en/of

- daarbij met zijn, verdachtes, (onder)lichaam heen en weer gaande bewegingen heeft gemaakt terwijl hij op die [slachtoffer 1] lag terwijl verdachte wist dat die [slachtoffer 1] lijdt aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens (die [slachtoffer 1] heeft een IQ van ca. 49 en is onder toezicht gesteld en woont bij [instelling]) dat hij niet of onvolkomen in staat was zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden;

2.

hij op of omstreeks 22 augustus 2014 te Groesbeek door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen bestaande uit het opzettelijk ontuchtig

- meermalen strelen en/of wrijven over de haren en/of het kruis althans de schaamstreek van die (geklede) [slachtoffer 2] en/of

- op die (geklede) [slachtoffer 2] te gaan liggen en/of

- met zijn, verdachtes, (onder)lichaam op en neer gaande bewegingen op die [slachtoffer 2] te maken totdat hij, verdachte, klaargekomen is

en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend

- de deur van de slaapkamer op slot/dicht te doen terwijl verdachte en die [slachtoffer 2] zich in de slaapkamer bevonden en/of

- de op het bed gezeten [slachtoffer 2] een duw naar achteren te geven althans die [slachtoffer 2] (achterover) op bed te duwen en/of

- op die [slachtoffer 2] te gaan liggen en/of

voorbij te gaan aan de verbale opmerkingen van [slachtoffer 2] dat deze niet wilde dat verdachte hem aanraakte en van hem af moest blijven en/of

- voorbij te gaan aan de afwerende bewegingen die [slachtoffer 2] richting verdachte heeft gemaakt en/of

- gebruik te maken van zijn, verdachtes, fysieke overwicht;

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Feit 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Op 5 september 2014 heeft verdachte aangever [slachtoffer 1] meegenomen naar zijn woning in Groesbeek. In de woning heeft verdachte aangever meegenomen naar zijn slaapkamer. Daar heeft hij, nadat hij de slaapkamerdeur op slot had gedaan, aangevers t-shirt uitgetrokken. Aangever vroeg daarop of hij zich moest uitkleden, waarop verdachte ja heeft gezegd. Verdachte heeft zich ook uitgekleed. Toen aangever naakt was heeft verdachte hem bij zijn bovenbeen betast. Hierna is hij op het naakte lichaam van aangever gaan liggen en heeft heen en weergaande bewegingen gemaakt tot hij klaarkwam.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging bepleit vrijspraak en voert daartoe kort gezegd aan dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat er sprake is geweest van dwang in de zin van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht.

Beoordeling door de rechtbank

Met betrekking tot de vraag of er sprake is geweest van dwang overweegt de rechtbank het navolgende.

Aangever heeft over het gebeurde als volgt verklaard. Hij moest van verdachte zijn kleren uitdoen; hij vond er eigenlijk geen bal aan; hij durfde geen nee te zeggen, want dan had verdachte misschien wel iets gedaan met een mes; hij dacht shit was ik maar niet meegelopen.

Aangevers gezinsvoogd [naam 1] heeft verklaard dat de groepsleiding van [instelling], de instelling waar aangever verblijft, haar heeft verteld dat aangever na het gebeuren angstig was als hij naar bed ging en aan de groepsleiding had gevraagd of die man (verdachte ) niet op zijn kamer kon komen. Voorts heeft aangever tegen [naam 2], groepsleider van [instelling], gezegd dat hij het niet fijn had gevonden wat er was gebeurd.

Verdachte heeft voordat hij met aangever op de slaapkamer was niet aan aangever kenbaar gemaakt dat hij seks met hem wilde.

Aangever was ten tijde van het feit 16 jaar, heeft een verstandelijke beperking en een IQ van 49. Hij woont begeleid op [afdeling], een afdeling van [instelling]. Verdachte wist dat aangever daar woonde en dacht daar jongeren wonen met een verstandelijke beperking.

Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake geweest van dwang door verdachte in de zin van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte heeft aangever meegenomen naar zijn huis zonder te zeggen dat hij seks met hem wilde. Hij heeft toen verdachte op zijn slaapkamer was de slaapkamerdeur op slot gedraaid, hoewel hij de woning op dat moment als enige bewoonde. Hij heeft tegen aangever gezegd dat deze zich moest uitkleden. Door die feitelijkheden, in combinatie met het aanmerkelijke leeftijdsverschil tussen verdachte en aangever (verdachte was ten tijde van het feit 25), waardoor de verdachte een psychisch overwicht op aangever had, is aangever naar het oordeel van de rechtbank gedwongen tot het dulden van de seks door verdachte. De rechtbank acht dan ook het primair tenlastegelegde feit bewezen.

Feit 2

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Op 22 augustus 2014 heeft verdachte aangever [slachtoffer 2] in verdachtes woning in Groesbeek achterover op bed geduwd. Daarna is hij op aangever gaan liggen en heeft met zijn onderlichaam op en neer gaande bewegingen gemaakt totdat hij klaarkwam. Voordat hij aangever op bed duwde had hij de deur van de slaapkamer op slot gedaan.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging bepleit vrijspraak en voert daartoe kort gezegd aan dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat er sprake is geweest van dwang in de zin van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging merkt daarbij op dat aangever de mogelijkheid heeft gehad zich aan het gebeuren te onttrekken toen hij buiten ging roken en dat met betrekking tot het duwen op bed de vraag is of de dwang daarna voortduurt.

Beoordeling door de rechtbank

Aangever heeft als volgt verklaard. Hij is naar buiten gegaan om een sigaretje te roken en toen hij weer richting de deur liep zei verdachte dat hij hem nog iets wilde laten zien op zijn slaapkamer, waarbij verdachte hem boos en intimiderend aankeek. Aangever liep toen toch maar mee met verdachte. Verdachte maakte de deur dicht en ging voor de deur staan. Aangever werd toen echt bang. Verdachte wreef hem door de haren; hij zei dat hij dat niet wilde en sloeg telkens verdachtes hand weg. Verdachte probeerde ook met zijn hand in aangevers broek te gaan. Aangever duwde verdachtes hand weg, maar hij bleef het proberen tot het lukte. Na tien seconden trok aangever met beide handen verdachtes hand uit zijn broek. Verdachte vroeg of aangever op het bed wilde gaan liggen om te voelen hoe zacht dat was. “Dat doe ik niet” antwoordde aangever. Verdachte vroeg het toen nog drie keer. Aangever zei telkens dat hij dat niet zou doen. Toen kwam verdachte naar hem toegelopen en duwde hem achterover op het bed. Verdachte maakte snel zijn eigen riem los en liet zich op aangever vallen. Daarna ging verdachte neukbewegingen maken. Aangever hoopte dat het maar zo snel mogelijk over zou zijn. Uiteindelijk kwam verdachte klaar en ging hij van aangever af.

Dat de seks onder dwang heeft plaatsgevonden zoals aangever verklaart, wordt ondersteund door de verklaring van [naam 3]. Zij is persoonlijk begeleidster van aangever bij [instelling]. Zij heeft verklaard dat aangever haar direct na het gebeurde opbelde en zei dat hij was aangerand. De jongen die het had gedaan had hem in zijn kruis gegrepen en hij zei dat hij aangifte wilde doen. Toen de politie kwam heeft aangever verteld dat de jongen bovenop hem was gaan liggen en dat hij was gevlucht toen hij dacht dat de jongen klaar was. [naam 3] heeft ook verklaard dat aangever sinds het voorval erg bang is en de deur niet meer uit gaat.

Daar komt bij dat verdachte als volgt heeft verklaard. Hij heeft aangever niet gevraagd of hij het wilde, als aangever nee had gezegd had hij ook wel seks met hem gehad, denkt hij; hij wilde seks en het maakte hem niet uit of aangever dat ook wilde.

Gelet op de bovenstaande verklaringen heeft de rechtbank geen enkele reden om aan de aangifte te twijfelen. Aangever heeft daarbij verklaard waarom hij zich niet durfde te onttrekken na het roken van de sigaret. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangever tot seks met hem heeft gedwongen door zijn fysieke overwicht. Dat aangever op een gegeven moment maar heeft gewacht tot het over was, betekent niet dat op dat moment geen sprake meer was van dwang.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

1.

hij op 5 september 2014 te Groesbeek, door een feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen bestaande uit het opzettelijk ontuchtig

- betasten van het naakte lichaam van die [slachtoffer 1] en

- naakt op het naakte lichaam van die [slachtoffer 1] gaan liggen en

- met zijn, verdachtes, (onder)lichaam heen en weer gaande bewegingen maken op die [slachtoffer 1]

en welke feitelijkheid bestond uit het opzettelijk dreigend

- de toegangsdeur van de slaapkamer op slot doen terwijl verdachte en die [slachtoffer 1] zich in de slaapkamer bevonden en

- bij die [slachtoffer 1] diens T-shirt uit te trekken en

- ( op diens vraag) die [slachtoffer 1] te bevestigen/te zeggen dat hij ook de rest van de kleding uit moest trekken en

- gebruik te maken van zijn, verdachtes, geestelijke overwicht en

- misbruik te maken van het beperkte vermogen van die [slachtoffer 1] om weerstand te bieden en

- gebruik te maken van het forse leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 1];

2.

hij op 22 augustus 2014 te Groesbeek door geweld en een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen bestaande uit het opzettelijk ontuchtig

- meermalen strelen en/of wrijven over de haren en het kruis van die (geklede) [slachtoffer 2] en

- op die (geklede) [slachtoffer 2] te gaan liggen en

- met zijn, verdachtes, (onder)lichaam op en neer gaande bewegingen op die [slachtoffer 2] te maken totdat hij, verdachte, klaargekomen is

en welk geweld en andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend

- de deur van de slaapkamer op slot doen terwijl verdachte en die [slachtoffer 2] zich in de slaapkamer bevonden en

- die [slachtoffer 2] achterover op bed duwen en

- op die [slachtoffer 2] gaan liggen en

voorbij gaan aan de verbale opmerkingen van [slachtoffer 2] dat deze niet wilde dat verdachte hem aanraakte en van hem af moest blijven en

- voorbij gaan aan de afwerende bewegingen die [slachtoffer 2] richting verdachte heeft gemaakt en

- gebruik maken van zijn, verdachtes, fysieke overwicht;

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van feit 1 primair en 2 telkens:

Feitelijke aanranding van de eerbaarheid

5 De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 196 dagen met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht en voorts dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd met de voorwaarden zoals geformuleerd in het maatregelrapport, met dadelijk uitvoerbaarverklaring van de TBS met voorwaarden.

De verdediging heeft verzocht in geval van bewezenverklaring geen TBS met voorwaarden op te leggen maar een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden.

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:

- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 17 februari 2015;

- een drietal adviesrapporten van Reclassering Nederland, waaronder een maatregelrapport, gedateerd 25 september 2014, 2 december 2014 en 9 maart 2015;

- een multidisciplinair rapport van drs. [psycholoog], GZ-psycholoog, gedateerd 15 november 2014 en van dr. [psychiater], psychiater, gedateerd 3 december 2014.

De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.

Verdachte heeft twee jongens met een verstandelijke beperking aangerand. Eén van de slachtoffers was pas 16 jaar oud en zwakbegaafd. Verdachte wist dat beide slachtoffers in een instelling verbleven voor mensen met beperkingen. Hij heeft bewust misbruik gemaakt van zijn psychisch dan wel fysiek overwicht om de slachtoffers aan te randen.

Dit zijn ernstige feiten. Heeft een aanranding op zich al een sterke impact op slachtoffers, dat is in verhoogde mate het geval bij kwetsbare mensen als de slachtoffers in de onderhavige zaak. Verdachte heeft zich daar niets van aangetrokken en alleen oog gehad voor zijn eigen lusten. Voor deze feiten is naar het oordeel van de rechtbank een gevangenisstraf op zijn plaats.

De rechtbank houdt daarnaast rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

Uit de psychologisch rapportage volgt dat verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid. Daarnaast is er sprake van een gebrek aan invoelend vermogen en moreel besef. Deze beperkingen passen in de eerder gestelde diagnose autisme spectrum stoornis, welke stoornis door de beperkte medewerking van verdachte echter niet kon worden bevestigd in het onderhavige onderzoek. Duidelijk is echter dat verdachte zich niet kan inleven in de gevoels- en gedachtewereld van anderen. Dat heeft zijn uitwerking in de gebrekkig ontwikkelde gewetensfunctie, zeker wat betreft seksuele impulsen (zonder dat er sprake is van psychopathie). De rechtbank houdt daarmee rekening en met de conclusie uit de psychologische en psychiatrische rapportages dat het feit verdachte in verminderde mate kan worden aangerekend.

In voornoemde psychologische rapportage wordt geconcludeerd dat het recidiverisico zonder intensieve behandeling als hoog moet worden ingeschat. Verdachte is eerder al veroordeeld wegens verkrachting en wegens aanranding van jonge kinderen, waarvoor hem in 2006 de PIJ-maatregel is opgelegd. Het is zorgelijk dat hij nu weer twee aanrandingen heeft gepleegd.

Verdachte heeft een sterke behoefte aan sociaal contact en vriendschap, maar kan dat vanwege zijn intellectuele en sociale beperkingen moeilijk realiseren. Hieruit vloeit een hoog risico op herhaling voort.

Gezien de ernst van de problematiek en de hoeveelheid leefgebieden die erdoor worden beïnvloed zal een behandeling klinisch moeten zijn. Omdat betrokkene vermoedelijk bij een onvoldoende dwingend karakter snel geneigd zal zijn af te haken adviseert de psycholoog aan verdachte een TBS-maatregel met voorwaarden op te leggen met een klinische behandeling als één van de voorwaarden. Ook de psychiater ziet een hoog recidiverisico en adviseert oplegging van de TBS-maatregel met voorwaarden waaronder klinische opname.

Gelet op bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. De bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven die behoren tot een der misdrijven genoemd in artikel 37a, eerste lid, onder 1 van het Wetboek van Strafrecht en zijn misdrijven die een gevaar opleveren voor of een krenking zijn van de lichamelijke integriteit van een of meer personen.

Nu is voldaan aan alle wettelijke voorwaarden daartoe en de rechtbank een intensieve klinische behandeling noodzakelijk acht, zal zij de eis van de officier van justitie volgen en naast een gevangenisstraf een TBS met voorwaarden opleggen. Verdachte heeft ter zitting te kennen gegeven in te stemmen met de geadviseerde voorwaarden.

Om de behandeling van verdachte zo spoedig mogelijk te laten ingaan, ter voorkoming van herhaling van ernstige delicten die de lichamelijke integriteit van anderen kunnen aantasten, zal de rechtbank op de voet van artikel 38 lid 6 Sr bepalen dat de last tot terbeschikkingstelling onmiddellijk uitvoerbaar is.

7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde [slachtoffer 2] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.200,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.

De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 22 dagen hechtenis.

De verdediging stelt dat uit de vordering onvoldoende blijkt dat de benadeelde partij zoveel psychische schade door het feit heeft opgelopen dat om die reden professionele hulp moest worden ingeschakeld.

Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde op andere wijze in zijn persoon is aangetast zoals bedoeld in art. 6:106 eerste lid, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek. Uit de stukken blijkt genoegzaam dat de benadeelde partij zich onder behandeling heeft moeten stellen in verband met psychisch trauma dat hij heeft opgelopen door het bewezenverklaarde handelen van verdachte. Daarom is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk voor de immateriële schade. De vordering is voor toewijzing vatbaar, nu het gevorderde bedrag billijk is gelet op de aard van het misdrijf, de gevolgen ervan voor de benadeelde partij en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te wijzen. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 22 augustus 2014.

De rechtbank zal op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 38, 38a, 57 en 246 van het Wetboek van Strafrecht .

9 De beslissing

De rechtbank:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot

 een gevangenisstraf voor de duur van 196 (eenhonderdenzesennegentig) dagen

 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

 gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de veroordeelde:

- veroordeelde onthoudt zich van het plegen van strafbare feiten;

- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;

- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;

- veroordeelde werkt mee aan een klinische opname in [kliniek 1] (of soortgelijke instelling), voor zolang deze instelling dit in overleg met de reclassering nodig acht. Veroordeelde zal zich houden aan het

(dag-)programma, de huisregels en de aanwijzingen van deze instelling. Betrokkene zal niet van verblijfplaats veranderen zonder toestemming van deze instelling en/of de reclassering. Indien en voor zover de opnamedatum bij [kliniek 1] niet aansluit op de detentieperiode van verdachte, zal hij bij wijze van overbruggingsperiode verblijven op de [kliniek 2];

- veroordeelde zal, na de klinische opname, zijn medewerking verlenen aan een opname in een begeleide/beschermde woonvorm en zal zich houden aan het (dag-)programma, de huisregels en de aanwijzingen welke deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering en de begeleiders dit noodzakelijk achten. Veroordeelde zal niet verhuizen of van verblijfplaats veranderen zonder vooraf toestemming te hebben verkregen van de reclassering.

- veroordeelde volgt na zijn klinische opname een ambulante behandeling indien dit door deze instelling en/of de reclassering geïndiceerd wordt. Deze behandeling vindt plaats bij een forensische polikliniek of soortgelijke instelling, indien en/of zolang zijn behandelaar en/of de reclassering dit nodig achten. Betrokkene zal zich houden aan de afspraken en aanwijzingen van zijn behandelaar en/of de reclassering.

- veroordeelde zal zich begeleidbaar opstellen. Hij geeft openheid van zaken over alle leefgebieden. Tevens geeft veroordeelde de reclassering toestemming met relevante referenten en derden informatie uit te wisselen.

- veroordeelde geeft openheid van zaken over zijn seksualiteit tegenover zijn behandelaren en/of de reclassering.

- veroordeelde zal, indien geïndiceerd door de behandelaar, zich houden aan het rnedicatiebeleid voor zolang als de behandelaar en/of de reclassering nodig acht.

- veroordeelde beschikt over een zinvolle en controleerbare dagbesteding, goedgekeurd door zijn behandelaar en/of de reclassering.

- indien veroordeelde een intieme relatie aangaat wordt als voorwaarde gesteld dat hij dit bespreekbaar maakt bij de reclassering en bij zijn behandelaar. Veroordeelde geeft toestemming aan de reclassering om contact op te nemen met degene met wie hij een intieme relatie onderhoudt.

- veroordeelde geeft de reclassering toestemming contact op te nemen met zijn netwerk. Veroordeelde wordt achteraf op de hoogte gesteld van de inhoud van de gesprekken.

- veroordeelde zal gedurende zijn tbs met voorwaarden in Nederland verblijven.

Geeft Reclassering Nederland opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;

beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.

 De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].

veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 1.200,- (eenduizendtweehonderd euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 augustus 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag te betalen van € 1.200,- (eenduizendtweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 augustus 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 22 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;

bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

Dit vonnis is gegeven door mr. F.J.H. Hovens (voorzitter), mr. C. van Linschoten en mr. C.M.E. Lagarde, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2015.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, afdeling Zedenzaken, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0800-2014098605, gesloten op 16 oktober 2014, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 maart 2015; proces-verbaal van bevindingen (studioverhoor aangever), p. 60-63.

Proces-verbaal van bevindingen (studioverhoor aangever), p. 59,60

Proces-verbaal van verhoor [naam 1], p. 50.

Proces-verbaal van verhoor [naam 2], p. 55.

Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 maart 2015.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 43.

Proces-verbaal van verhoor [naam 1], p. 49.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 112

Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 maart 2015; proces-verbaal aangifte, p. 35-37.

Proces-verbaal van aangifte, p. 35-38.

Proces-verbaal van verhoor [naam 3], p. 31-33.

Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 maart 2015.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature