E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDOR:2007:BA5701
LJN BA5701, Rechtbank Dordrecht, Awb 06/806

Inhoudsindicatie:

Tussen partijen is niet in geschil dat eisers niet tot de kring van rechthebbenden voor de WWB behoren. Eisers kunnen niet worden gelijkgesteld met een Nederlander als bedoeld in artikel 11, tweede lid of derde lid, van de WWB . De rechtbank begrijpt het standpunt van eisers aldus dat zij verweerder verzoeken om in het licht van de uitspraak van de CRvB van 24 januari 2006 (JB 2006, 66) een uitzondering te maken en hen bijzondere bijstand voor legeskosten te verstrekken naar de ratio van artikel 16, tweede lid, van de WWB .

De rechtbank ziet in hetgeen eisers hebben aangevoerd geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen ten aanzien van de aanvraag om bijzondere bijstand van eisers, dan gegeven in de voornoemde uitspraak van de CRvB van 24 januari 2006. Rechtmatig verblijf kan slechts worden ontleend aan artikel 8 van de Vw 2000 . Niet is gebleken dat eisers kunnen worden geschaard onder één van de in dit artikel genoemde categorieën van vreemdelingen die rechtmatig verblijf in Nederland hebben. Een verzoek om toepassing van artikel 64 van de Vw 2000 levert geen rechtmatig verblijf op in de zin van artikel 8 van de Vw 2000 . Voorts kan de omstandigheid dat eiser inmiddels een aanvraag heeft gedaan om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘medische behandeling’, waarvoor overigens de legeskosten zijn voorgeschoten door Vluchtelingenwerk, niet tot de conclusie leiden dat eiser reeds ten tijde in geding rechtmatig verblijf had in de zin van artikel 8 van de Vw 2000 , nu deze aanvraag dateert van 11 januari 2007.

Gelet op het voorgaande heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien eisers in het licht van de uitspraak van de CRvB van 24 januari 2006 en naar de ratio van artikel 16, tweede lid, van de WWB alsnog bijzondere bijstand te verstrekken. Niet is gebleken van zodanige bijzondere omstandigheden, dat verweerder er in redelijkheid niet van had kunnen afzien om in het geval van eisers een uitzondering te maken en hen alsnog bijzondere bijstand voor legeskosten te verlenen. In de ter zitting door eisers aangevoerde omstandigheden, namelijk dat zij ingezetenen zijn van de gemeente ‘s-Gravendeel, dat zij minderjarige kinderen hebben, alsmede de stelling van eisers dat zij in een impasse verkeren, omdat hun aanvragen - en daarmee het uitzicht op rechtmatig verblijf - eerst in behandeling kunnen worden genomen nadat de legeskosten zijn voldaan, heeft verweerder niet als zodanige bijzondere omstandigheden hoeven aanmerken.

Beroep ongegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie