U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Eiser loopt bij deelname aan hindernisbaan letsel op. Exploitant hindernisbaan naar voorlopig oordeel aansprakelijk in verband met schending bijzondere zorgplicht. Geen beroep op exoneratiebepaling. Toewijzing voorschot op schadevergoeding.

Uitspraak



rolnummer : 53836 / KG ZA 04-37

datum : 10 juni 2004

RECHTBANK DORDRECHT

Vonnis in kort geding

in de zaak van

[Eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

advocaat: mr. A. van Vliet te Bergen op Zoom,

procureur: mr. M.L. Veldhuijzen,

tegen

[Gedaagde], h.o.d.n. Kanocentrum 'De Notenhoeve',

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

advocaat: mr. A.V.M. van Dijk te Eindhoven,

procureur: mr. V.J. Groot.

Partijen worden hieronder aangeduid als [eiser] en [gedaagde].

Het procesverloop

1. De voorzieningenrechter heeft ter terechtzitting van 27 mei 2004 kennis genomen van de volgende processtukken:

* dagvaarding van 26 april 2004,

* pleitnotities van mr. Van Vliet, voornoemd,

* pleitnotities van mr. Van Dijk, voornoemd,

* de door beide partijen overgelegde producties.

De feiten

2. Op grond van de - in zoverre niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken - stellingen van partijen en in het geding gebrachte producties wordt in dit geding van het volgende uitgegaan:

3. [gedaagde] exploiteert in de vorm van een eenmanszaak Kano Centrum 'De Notenhoeve' te [woonplaats]. Eén van de door [gedaagde] aldaar bedrijfsmatig georganiseerde sportieve activiteiten is 'poldersport'. In de door [gedaagde] overgelegde folder wordt poldersport als volgt omschreven:

"Bij dit spel komt het aan op behendigheid, snelheid en denkwerk.

Tijdens deze sportieve activiteit maakt u kennis met de verschillende onderdelen van poldersport. Enkele onderdelen zijn: vlot bouwen, stormbaan, strobalen werpen, steppen etc. (..)"

4. In het kader van een door een familielid van [eiser] georganiseerd familie-uitstapje heeft [eiser] op 6 september 2003 (onder andere) deelgenomen aan het onderdeel stormbaan. De totale groep deelnemers bestond uit 30 personen, verdeeld over drie teams van ieder tien personen.

5. Uit de ter terechtzitting getoonde DVD is gebleken dat één van de vier van de stormbaan deel uitmakende hindernissen ten tijde van het ongeval bestond uit een groot net dat vanaf de grond over een sloot was gespannen om aan de overzijde van de sloot te eindigen op een hoogte van circa drie meter. De hoge zijde van het net was bevestigd aan een horizontale metalen buis die tussen twee bomen was opgehangen. De opzet van de nethindernis was aldus dat deelnemers vanaf de hoge zijde van de hindernis over de buis, en via een knopentouw naar beneden moesten klimmen.

6. [eiser] is tijdens het naar beneden klimmen met de vingers van zijn linkerhand beklemd geraakt in het net en heeft daarbij letsel aan zijn linker ringvinger opgelopen. Het letsel heeft uiteindelijk op 11 september 2003 geresulteerd in de amputatie van de vinger tot het eerste vingerkootje.

7. Uit de overgelegde foto's is gebleken dat de situatie ter plaatse door [gedaagde] is aangepast in die zin dat de onder 5. genoemde horizontale buis thans op kniehoogte van de grond is aangebracht.

8. [eiser] heeft [gedaagde] bij brief van zijn advocaat van 10 december 2003 aansprakelijk gesteld voor de schade welke een gevolg is van het ongeval.

9. De AVB-verzekeraar van [gedaagde], Interpolis, heeft bij brief van 18 februari 2004 iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen.

De vordering

10. [eiser] vordert [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen bij wijze van voorschot op de nader vast te stellen schade aan hem te voldoen de somma van € 13.500,--, althans zodanig bedrag als de voorzieningenrechter vermeent dat behoort, een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding. Hij stelt daartoe - kort samengevat - het volgende.

11. Door [eiser] deel te laten nemen aan een naar haar aard gevaarlijk onderdeel van de stormbaan zonder adequate instructie van gekwalificeerd personeel en zonder dat veiligheidsvoorzieningen zijn getroffen en/of voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van ongevallen zijn getroffen, heeft [gedaagde] jegens [eiser] onrechtmatig gehandeld. Dit geldt temeer nu het spel een competitie-element bevatte, doordat er per voltooide hindernis punten werden toegekend aan de teams. Als gevolg van het ongeval heeft [eiser] gedurende drie maanden in het geheel niet kunnen werken en is hij nadien gedeeltelijk arbeidsongeschikt geraakt. Nu er nog geen medische eindtoestand is bereikt, is de omvang van de verminderde verdiencapaciteit nog niet vast te stellen. [gedaagde] dient aan [eiser] de door hem geleden en nog te lijden schade te vergoeden, bestaande uit:

- smartengeld van € 3.500,--

- inkomensverlies van tenminste € 10.000,--

- toekomstig verlies aan verdiencapaciteit van p.m.

12. [gedaagde] kan zich in de relatie met [eiser] niet op een uitsluiting van de aansprakelijkheid beroepen. De folder waarin een exoneratiebepaling is opgenomen is niet aan [eiser] ter hand gesteld en er is evenmin aan hem medegedeeld dat deelname voor eigen risico zou zijn.

13. [eiser] heeft een spoedeisend belang bij het verkrijgen van een voorschot op de schadevergoeding, aangezien hij (in de vorm van een eenmanszaak) een dakdekkerbedrijf exploiteert en hij door het ongeval geen, althans minder dakdekkerwerkzaamheden heeft kunnen verrichten, waardoor hij in financiële problemen is geraakt.

Het verweer

14. [gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. De inhoud van zijn verweer zal hierna voor zover nodig nader worden omschreven.

De beoordeling

15. De vordering van [eiser] is een geldvordering. Voor toewijzing van een geldvordering in kort geding moet het bestaan van de vordering voldoende aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening nodig moet zijn. Bij de afweging van de belangen van partijen dient daarnaast de vraag betrokken te worden naar het risico van de onmogelijkheid van terugbetaling.

16. Het spoedeisend belang blijkt voldoende uit hetgeen door [eiser] is gesteld (zie 13.).

17. Naar voorlopig oordeel zal in een bodemprocedure als uitgangspunt gelden dat het vanuit een op circa drie meter hoogte gelegen net, over een stalen buis, en via een knopentouw naar beneden klimmen op zichzelf een gevaarlijke activiteit is. Het bedrijfsmatig exploiteren van een stormbaan, waarvan een hindernis zoals hiervoor omschreven deel uitmaakt, en waaraan men ongeacht zijn conditie, leeftijd en mate van sportieve ervaring deel kan nemen, brengt dan mee dat de exploitant een bijzondere zorgvuldigheid moet betrachten om ongevallen zoveel mogelijk te voorkomen, dan wel de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. In dit verband wordt nog opgemerkt dat van sportletsel, waarvoor andere (minder strenge) maatstaven gelden, geen sprake is, omdat in casu geen sprake is van letsel dat tijdens sport of spel door een andere deelnemer is toegebracht.

18. Nu de feitelijke toedracht rond het ongeval tussen partijen in geschil is, komt het er op aan te beoordelen of [gedaagde] - uitgaande van de juistheid van diens, door [eiser] betwiste, lezing - heeft voldaan aan de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt. De enkele inleidende instructie om sieraden af te doen en de mededeling "alles mag en niets moet" zijn in dit verband te vrijblijvend. Voorts is weliswaar door [gedaagde] gesteld dat bij ieder afzonderlijk onderdeel door de begeleiders uitleg wordt gegeven en dat er toezicht wordt gehouden, maar er is niet gesteld of gebleken welke bijzondere aanwijzingen er door de begeleiders in het kader van de uitleg van de afzonderlijke onderdelen van de stormbaan zijn gegeven om de hiervoor bedoelde gevaarlijke hindernis zo veilig mogelijk te nemen. In dit verband is van belang dat uit de DVD presentatie ter terechtzitting niet is gebleken van een alternatieve, veiligere mogelijkheid om aan de hoge zijde naar beneden te komen. Voorts is uit de DVD presentatie evenmin gebleken dat er een medewerker direct naast de hindernis stond om te helpen en/of aanwijzingen te kunnen geven. Voorshands wordt er dan ook vanuit gegaan dat [gedaagde] in de op hem rustende zorgvuldigheidsplicht is tekortgeschoten, hetgeen jegens [eiser] onrechtmatig is te achten.

19. Nu [gedaagde] naar voorlopig oordeel aansprakelijk is te houden voor de schade van [eiser] dient nog te worden beoordeeld of voldoende aannemelijk is geworden dat [gedaagde] in een bodemprocedure jegens [eiser] een beroep kan doen op een met [eiser] overeengekomen exoneratie van de aansprakelijkheid. Voorshands moet worden aangenomen dat zulks niet het geval is. Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] niet heeft gecontracteerd met [eiser], zodat daarmee - ook in de visie van [gedaagde] - vast staat dat de folder met de exoneratiebepaling niet aan [eiser] ter hand is gesteld. Voorts is tegenover de betwisting van [eiser] evenmin komen vast te staan dat [gedaagde] zich jegens [eiser] mondeling heeft geëxonereerd. Uit de enkele omstandigheid dat [gedaagde] in de regel gebruik maakt van een instructie, waarin staat beschreven dat deelnemers door of namens [gedaagde] er op worden gewezen dat deelname voor eigen risico is, kan dit niet worden afgeleid. Hieruit volgt immers nog niet dat ook in dit concrete geval aan [eiser] is medegedeeld dat deelname voor diens risico zou zijn. Verder is nog van belang dat uit de door [eiser] overgelegde getuigenverklaringen veeleer volgt dat een mededeling als hiervoor bedoeld niet heeft plaatsgevonden.

20. Uit hetgeen onder 18. en 19. is overwogen volgt dat een voorschot op de schadevergoeding in beginsel kan worden toegewezen.

21. Ten aanzien van de materiële schade geldt dat tegenover de betwisting van [gedaagde] niet is komen vast te staan dat [eiser] als gevolg van het ongeval een inkomensverlies heeft geleden in de orde van grootte zoals door hem is gesteld. In dit verband is van belang dat [eiser] geen recente, verifieerbare, jaarcijfers heeft overgelegd.

22. Door [gedaagde] is ter terechtzitting niet weersproken dat het letsel zoals door [eiser] opgelopen, op zichzelf een immateriële schadevergoeding rechtvaardigt van € 3.500,--. De omstandigheid dat er nog geen medische eindtoestand is bereikt, staat er niet aan in de weg om eerdergenoemd bedrag bij wege van voorschot toe te wijzen, aangezien de amputatie onomkeerbaar is.

23. Het restitutierisico in overweging nemende en afwegende tegen de belangen die [eiser] heeft bij (gedeeltelijke) toewijzing van zijn vordering, bestaat er aanleiding om - naar redelijkheid en billijkheid - een bedrag van € 3.500,-- als voorschot op de schadevergoeding toe te wijzen.

24. Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld in de proceskosten.

De beslissing in kort geding

De voorzieningenrechter:

veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 3.500,-- (zegge: drieduizend vijfhonderd euro);

veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] bepaald op

* € 703,-- aan salaris van de procureur,

* € 83,78 aan dagvaardingskosten,

* € 221,25 aan in debet gesteld griffierecht, en

* € 73,75 aan verschotten (eigen bijdrage griffierecht),

derhalve € 1.081,78 in totaal, welk bedrag ingevolge artikel 243 Rv dient te worden voldaan aan de griffier van de rechtbank Dordrecht;

verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. W. van Veen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 juni 2004.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature