Uitspraak
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 16/29114 en AWB 16/28842
V-nummers: [nummer], [nummer], [nummer], [nummer]
uitspraak van de voorzieningenrechter in vreemdelingenzaken van 10 januari 2017 op de verzoeken om het treffen van voorlopige voorziening in de zaken tussen
1. [naam], verzoeker,
gemachtigde: mr. I.M. van Kuilenburg,
2. [naam], verzoekster, mede namens hun minderjarige kinderen [naam] en [naam],
gemachtigde: mr. K. Martens,
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers,
en
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
gemachtigde: mr. J. Raaijmakers.
Procesverloop
Bij twee afzonderlijke besluiten van 9 december 2016 heeft verweerder de aanvragen van verzoekers om verlening van verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Op 9 december 2016 hebben verzoekers beroep ingesteld tegen deze besluiten en verzocht om het treffen van voorlopige voorzieningen teneinde uitzetting hangende de beroepen te voorkomen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 januari 2017. Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door mr. K. Martens. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ter zitting is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, met zaaknummers AWB 16/29113 en
AWB 16/28841, heeft de rechtbank beslist op de beroepen. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. In de uitkomst van de beroepsprocedures ziet de voorzieningenrechter aanleiding verweerder te veroordelen in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 496 (2 samenhangende zaken, 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, waarde per punt € 496).
Beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst de verzoeken af;
veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers, ten bedrage van € 496 (vierhonderdzesennegentig euro), te betalen aan verzoekers.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2017.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.