E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2017:1297
Rechtbank Den Haag, AWB - 16 _ 3861

Inhoudsindicatie:

Kindgebonden budget 2015

In geschil is of verweerder terecht eiseres en X als toeslagpartners van elkaar heeft aangemerkt.

Eiseres stelt zich op het standpunt dat X als pleegkind op grond van artikel 4, eerste lid, van de Awir met een bloedverwant in de neergaande lijn moet worden gelijk gesteld. Een pleegkind valt ook onder de uitzonderingssituatie van artikel 3, vijfde lid, van de Awir .

De rechtbank overweegt dat eiseres X, de dochter van de zuster van eiseres, na het overlijden van de zuster van eiseres in huis heeft genomen en heeft verzorgd en opgevoed als haar eigen kind. Dat voor de kosten van die verzorging aan eiseres een pleegzorgvergoeding op grond van de Jeugdwet is toegekend, betwist eiseres niet. Een pleegzorgvergoeding wordt in het algemeen toegekend totdat het pleegkind 18 jaar wordt. Dat dit in dit geval anders is, is gesteld noch aannemelijk. Ook uit het door verweerder aanvankelijk ingenomen standpunt volgt dat met ingang van de datum, waarop X 18 jaar is geworden, de pleegzorgvergoeding is geƫindigd.

X, die op dat moment nog een opleiding volgde, is na het bereiken van de 18-jarige leeftijd als lid van het gezin bij eiseres blijven wonen.

De rechtbank stelt vast dat met ingang van de datum, waarop X 18 jaar is geworden niet langer sprake is van een pleegzorgvergoeding. De positie van X verschilt vanaf dat moment niet van de positie van een eigen kind, dat gedurende zijn opleiding bij zijn ouders blijft wonen. Of X aanspraak kan maken op studiefinanciering is hierbij niet van belang, nu ook eigen kinderen, die bij hun ouders blijven wonen, onder omstandigheden aanspraak kunnen maken op studiefinanciering.

De rechtbank concludeert dat X in ieder geval vanaf het moment dat niet langer een pleegzorgvergoeding wordt genoten als pleegkind van eiseres met een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn moet worden gelijkgesteld en totdat X bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar heeft bereikt niet als toeslagpartner van eiseres kan worden aangemerkt. Het beroep is gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie