Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verweerder heeft in redeljikheid omgevingsvergunning kunnen verlenen voor het wijzigen van een bestaand kantoorgebouw naar appartemtenten. Realisering van het bouwplan staat niet in de weg aan een goed woon- en leefklimaat.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 16/1718, 16/1754, 16/4681, 16/4438 en 16/5236

uitspraak van de meervoudige kamer van 18 juli 2016 in de zaak tussen

1 [eisers], te [woonplaats], eisers

(gemachtigde: mr. N.A. Grootveld),

2 [eiser 1], te [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. A. Koop),

3 [eiser 2], te [woonplaats], eiser

4 [eiser 3], te [woonplaats], eiser

5 [eiseres], te [woonplaats], eiseres,

gezamenlijk ook te noemen: eisers

en

het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk, verweerder

(gemachtigde: mr. S.W. Boot).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [B.V. X], te [plaats], vergunninghoudster

(gemachtigde: J. Dekker).

Procesverloop

Bij besluit van 26 januari 2016 (bestreden besluit I) heeft verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van een bestaand kantoorgebouw naar 25 appartementen op het adres [adres] te [woonplaats].

Eisers hebben tegen bestreden besluit I beroep ingesteld.

Bij besluit van 24 mei 2016 (bestreden besluit II) heeft verweerder de omgevingsvergunning van 26 januari 2016 gewijzigd vastgesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 juni 2016. Namens eisers sub 1 is [eiser 4] verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Eiser sub 2, noch zijn gemachtigde is verschenen. Eisers sub 3, 4 en 5 zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon A] en zijn gemachtigde. Namens vergunninghoudster zijn [persoon B] en [persoon C] verschenen.

Overwegingen

1. Het bouwplan voorziet in het transformeren van een kantoorgebouw naar 25 appartementen op het adres [adres] te [woonplaats]. Om het bestaande kantoorgebouw geschikt te maken voor woningen, wordt het gebouw gedeeltelijk van een nieuwe gevel voorzien. De bestaande dakopbouw wordt uitgebreid, waarmee de volgens het ter plaatse vigerende bestemmingsplan ‘[bestemmingsplan]’ maximaal toegestane bouwhoogte van 15 meter met ongeveer 2,5 meter wordt overschreden. Het bouwplan is verder in strijd met de op de gronden rustende bestemming ‘Kantoren-K’. Om het bouwplan mogelijk te maken heeft verweerder met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het bouwplan een omgevingsvergunning verleend. De omgevingsvergunning bevat toestemmingen - als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, van de Wabo - om te bouwen en af te wijken van het bestemmingsplan.

2. Bij besluit van 24 mei 2016 heeft verweerder het besluit van 26 januari 2016 gewijzigd ten aanzien van de activiteit ‘parkeren’ en de omgevingsvergunning in gewijzigde vorm gehandhaafd.

3. Eisers sub 1 hebben aangevoerd dat hun belangen door het bouwplan onevenredig worden geschaad. De rust in de wijk wordt bevorderd door de verschillende functies van wonen en kantoor en dit gaat nu verloren. De parkeerdruk wordt vergroot door de kantoorfunctie in een woonfunctie te wijzigen. Eisers hebben betoogd dat verkeersbewegingen in het weekend zullen plaatsvinden en verweerder geen rekening heeft gehouden met de tegengestelde richting van de verkeersbewegingen. Verweerder heeft verder, aldus eisers, niet stilgestaan bij de inkijk in hun woningen vanaf de balkons van de geplande appartementen in de avonduren en weekenden. De gewijzigde bestemming van kantoor in wonen zal voor eisers ook leiden tot geluidsoverlast en schaduwhinder, waarmee verweerder geen rekening heeft gehouden. Tot slot stellen eisers sub 1 dat de zienswijzeprocedure niet zorgvuldig is verlopen.

4. Eiser sub 2 heeft gesteld dat verweerder een onjuiste afweging ten aanzien van het parkeren heeft gemaakt, dat de nota parkeernormen niet consequent wordt gehanteerd en er geen onderzoek is geweest naar het parkeergedrag.

5. Eisers sub 3, 4 en 5 hebben beroep ingesteld tegen bestreden besluit II en kunnen zich niet verenigen met de nieuwe indeling van de openbare parkeerplaatsen.

6. De rechtbank overweegt als volgt.

6.1

Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Crisis- en herstelwet (Chw), gelezen in samenhang met onderdeel 3.1 van bijlage I bij die wet, is op deze zaak (het bepaalde in afdeling 2 van hoofdstuk 1 van) de Chw van toepassing, omdat de omgevingsvergunning de bouw van meer dan elf woningen in een aaneengesloten gebied mogelijk maakt en bij de omgevingsvergunning, met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, ten derde, van de Wabo is afgeweken van het bestemmingsplan.

6.2

Het beroep heeft op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van rechtswege mede betrekking op bestreden besluit II, nu partijen daarbij voldoende belang hebben.

6.3

Nu bestreden besluit I geheel is vervangen door bestreden besluit II en er geen grond is gebleken om aan te nemen dat eisers nog belang hebben bij de beoordeling van het beroep gericht tegen eerstgenoemd besluit, zal de rechtbank het beroep voor zover gericht tegen bestreden besluit I wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk verklaren.

6.4

De rechtbank stelt vervolgens vast dat de nieuwe parkeerbalans, die aan bestreden besluit II ten grondslag is gelegd, niet ziet op de parkeerplaatsen in de openbare ruimte, maar uitsluitend op parkeren op eigen terrein. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat ten aanzien van de herinrichting van het openbaar gebied nog besluitvorming zal volgen. Voor zover eisers sub 3, 4 en 5 beroep hebben ingesteld tegen de herinrichting van het openbaar gebied, verklaart de rechtbank deze beroepen niet-ontvankelijk, nu deze herinrichting geen onderdeel uitmaakt van bestreden besluit II.

Ontvankelijkheid eisers

6.5

Het beroepschrift van eisers sub 1 is opgesteld door [eiser 4]. Hierbij is een lijst met namen van mede-indieners gevoegd, die door 24 mede-indieners is voorzien van een handtekening. Deze mede-indieners wonen allen aan de [straat 1]. Eisers sub 3, 4 en 5 behoren ook tot de mede-indieners. Zij hebben tevens afzonderlijk beroep ingesteld tegen bestreden besluit II.

6.6

Het bouwplan ligt aan [plaats] van de [straat 1]. De woningen van eisers liggen in de nabijheid van de locatie waarop het bouwplan is voorzien. Zij kunnen daarom aangemerkt worden als belanghebbenden, zoals bedoeld in artikel 1:2 van de Awb .

Zorgvuldige voorbereiding besluit

6.7

De besluitvorming is voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb. Eisers hebben zienswijzen ingediend waarop door verweerder een reactie is gegeven. Er is, anders dan eisers hebben betoogd, geen aanleiding voor het oordeel dat bestreden besluit II in zoverre onzorgvuldig is voorbereid. Dat verweerder naar aanleiding van de zienswijzen de omgevingsvergunning heeft gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit, getuigt van een zorgvuldige afhandeling van de zienswijzen. De procedure van afdeling 3.4 kent geen verplichting voor verweerder om degenen die zienswijzen tegen het ontwerpbesluit hebben ingebracht, voorafgaande aan het nemen van het definitieve besluit, te horen en evenmin om anderen, zoals buurtbewoners, te horen of overleg met hen te voeren. Dat een en ander volgens eisers niet of onvoldoende heeft plaatsgehad, betekent dan ook niet dat bestreden besluit II om die reden onzorgvuldig is voorbereid. De rechtbank ziet voorts, mede gelet op het voorgaande, geen enkele grond voor de door eisers sub I ter zitting opgeworpen en volstrekt ongefundeerde stelling dat verweerder zou hebben gehandeld in strijd met het verbod op détournement de pouvoir.

Parkeren

6.8

Bij de berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen heeft verweerder gebruik gemaakt van de Nota Parkeernormen Gemeente Rijswijk. Verweerder heeft berekend dat maximaal 43 parkeerplaatsen nodig zijn om in de parkeerbehoefte te voorzien.

Volgens de ruimtelijke onderbouwing bij bestreden besluit I zijn 38 parkeerplaatsen voorzien op eigen terrein en kan verder nog gebruik worden gemaakt van zes bestaande plaatsen binnen de blauwe zone langs de [straat 1], waarvan één plaats kan worden benut voor het plaatsen van de ondergrondse containers.

6.9

De door eisers ingestelde beroepen hebben wat betreft het parkeren geleid tot de nadere besluitvorming. Aan bestreden besluit II heeft verweerder een aangepaste ruimtelijke onderbouwing ten grondslag gelegd. Hieruit volgt dat de 43 benodigde parkeerplaatsen geheel op eigen grond worden gerealiseerd door een efficiëntere indeling van de kelderverdieping, waardoor in de parkeergarage 40 parkeerplaatsen worden aangelegd. Hiervan zullen zes parkeerplaatsen toegankelijk zijn voor bezoekers. Er worden voorts vier privéparkeerplaatsen gerealiseerd op de begane grond, waarvan twee toegankelijk zullen zijn voor bezoekers. Voorts is in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen dat de zes bestaande parkeerplaatsen binnen de blauwe zone dus niet aangewend worden voor het bouwplan.

6.10

Met betrekking tot het voorziene aantal parkeerplaatsen bij het appartementencomplex overweegt de rechtbank dat niet in geschil is dat verweerder voor het benodigde aantal parkeerplaatsen de juiste parkeernorm per woning in acht heeft genomen, dat in deze parkeernorm de parkeerplaatsen voor bezoekers zijn inbegrepen en dat verweerder de parkeerbehoefte van 43 parkeerplaatsen ten gevolge van het bouwplan juist heeft vastgesteld. Op grond van vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie onder meer de uitspraak van 25 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3607) behoort bij de beoordeling of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid alleen rekening te worden gehouden met de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van het realiseren van het bouwplan. Een eventueel bestaand tekort, dat zich volgens eisers aan de [straat 1] voordoet, kan als regel buiten beschouwing worden gelaten. De door eisers ter zitting geuite vrees dat bewoners van het pand geen gebruik zullen maken van de voor hen bedoelde parkeerplaatsen, kan niet meegenomen worden in deze beoordeling. De rechtbank heeft immers slechts te toetsen of verweerder de parkeerbehoefte juist heeft vastgesteld en of het bouwplan ten aanzien van de theoretische parkeerbehoefte rechtens juist is. Aangezien uit bestreden besluit II volgt dat het bouwplan voorziet in 44 parkeerplaatsen op eigen terrein, heeft verweerder zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat door het bouwplan de parkeerdruk in de openbare ruimte niet toeneemt. Niet is gebleken dat het bouwplan op dit punt leidt tot strijd met een goede ruimtelijke ordening.

Het wijzigen van de bestemming

6.11

Eisers sub 1 hebben aangevoerd dat de kantoorbestemming van het pand behouden zou moeten blijven. De rechtbank stelt in dit verband echter vast dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het pand al jaren leegstaat, behoudens zogenoemd antikraakgebruik. Verweerder heeft de bestemming van het pand gewijzigd om leegstand en verloedering tegen te gaan. Uit de ruimtelijke onderbouwing volgt verder dat de beoogde ontwikkeling, waarbij de kantoorbestemming wordt gewijzigd in een woonbestemming, in lijn is met het provinciaal, het regionaal en het gemeentelijk beleid met betrekking tot wonen. Verweerder heeft in dit verband naar het oordeel van de rechtbank voorts de forse leegstand van bedrijfsruimte in zijn gemeente van meer dan 250.000 vierkante meter mogen meewegen.

Aangezien het bouwplan gelegen is in een rustige woonwijk en de omvang van het bouwplan in termen van ruimtelijke uitstraling relatief beperkt is, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder de bestemming van het pand niet in een woonbestemming heeft mogen wijzigen.

Verkeersbewegingen

6.12

Met betrekking tot het betoog van eisers sub 1 inzake de geluidsoverlast door het verkeer en de toename van het aantal verkeersbewegingen ten gevolge van het bouwplan, volgt de rechtbank verweerder in het standpunt dat de realisering van het complex met 25 appartementen een relatief gering aantal extra verkeersbewegingen met zich brengt en dat dit, mede gezien de lage snelheden die op de [straat 1] gelden, niet zal resulteren in onevenredige geluidsoverlast voor omwonenden. Het bouwplan zal evenmin leiden tot een verkeersonveilige situatie, nu het appartementencomplex niet wordt ontsloten aan de [straat 1], maar aan de parallelweg van de [straat 2]. In hetgeen eisers hebben aangevoerd ziet de rechtbank geen aanknopingspunten voor het oordeel dat dit door verweerder ingenomen standpunt niet kan worden gevolgd. Ook bestaan er geen aanknopingspunten om aan te nemen dat het akoestisch rapport dat ten grondslag ligt aan de ruimtelijke onderbouwing niet zorgvuldig tot stand is gekomen of niet concludent is.

Privacy en schaduwwerking

6.13

De rechtbank stelt voorop dat het hier een bestaand pand betreft. Als gevolg van het bouwplan zal het gebouw weliswaar de maximale bouwhoogte van 15 meter van het bestemmingsplan overschrijden, maar deze overschrijding wordt veroorzaakt door de dakopbouw, die terug ligt ten opzichte van de [straat 1], zodat een groot deel van die overschrijding vanaf de straat niet goed zichtbaar is. Uit een in beroep door verweerder uitgevoerd bezonningsonderzoek blijkt dat het bouwplan niet zal leiden tot een schaduwtoename voor omliggende percelen. Eisers hebben dit ter zitting erkend.

Hoewel de balkons aan de zijde van de [straat 1] ter voorkoming van inkijk voorzien worden van melkglas, stelt de rechtbank met partijen vast dat de bewoners van het pand enig zicht zullen hebben in de woningen van bepaalde eisers, namelijk voor zover het de woningen betreft die tegenover het pand gelegen zijn. De rechtbank is echter van oordeel dat het feit dat sprake is van enige inkijk inherent is aan het wonen in een stedelijke omgeving. Hoewel de privacy van eisers dus ten gevolge van het bouwplan met name in de avonduren enigszins afneemt ten opzichte van de oude situatie, is naar haar oordeel geen sprake van een zodanig onaanvaardbare aantasting van privacy ten gevolge van het bouwplan, dat verweerder daarin een belemmering had moeten zien om mee te werken aan het verlenen van de omgevingsvergunning.

6.14

Gelet op het voorgaande is geen grond aanwezig voor het oordeel dat het bouwplan niet is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het te realiseren bouwplan, gelet op de effecten daarvan op de omgeving, inpasbaar en toelaatbaar is op het perceel, zodat in hetgeen eisers hebben aangevoerd geen grond bestaat voor het oordeel dat verweerder niet bevoegd was om de omgevingsvergunning te verlenen. Eisers hebben ook overigens geen twijfel doen ontstaan aan de conclusie van verweerder dat realisering van het bouwplan niet aan een goed woon- en leefklimaat in de weg staat.

7. De conclusie is dat de beroepen van eisers niet-ontvankelijk zijn, voor zover zij zich richten tegen bestreden besluit I en voor zover zij zien op de herinrichting van het openbaar gebied. Voor het overige zijn de beroepen ongegrond.

8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart de beroepen, voor zover gericht tegen bestreden besluit I van 26 januari 2016, niet-ontvankelijk;

- verklaart de beroepen, voor zover gericht tegen de herinrichting van het openbaar gebied, niet-ontvankelijk;

- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.X. Cozijn, voorzitter, mr. D.A.J. Overdijk en mr. M.M. Meessen, leden, in aanwezigheid van mr. A.W.W. Koppe, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2016.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature