E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2016:7890
Rechtbank Den Haag, 16_747 IB/PVV

Inhoudsindicatie:

Verweerder heeft vanwege de afkoop van een lijfrente bij beschikking revisierente in rekening gebracht. Niet in geschil is dat de wettelijke bepalingen (artikel 3.133 van de Wet inkomstenbelasting en artikel 30i Awr ) juist zijn toegepast.

Aangezien revisierente bedoeld is om een timing-voordeel teniet te doen dat losstaat van daadwerkelijk behaald rendement, kan de rechtbank eiser niet volgen in zijn stelling dat de revisierente willekeurig of disproportioneel is. Ook de wettelijke tegenbewijsregeling, die om doelmatigheidsredenen is gekoppeld aan een termijn van 10 jaar, is niet willekeurig. Ook het beroep dat eiser doet op het gelijkheidsbeginsel kan niet slagen. Dat gelijke gevallen verschillend behandeld worden is gesteld noch gebleken. Strijdigheid met het Eerste Protocol van het EVRM is de rechtbank evenmin gebleken. Revisierente streeft een legitiem doel na waarbij sprake is van een behoorlijk evenwicht tussen algemeen belang en het belang van eiser. De regeling is ook voldoende precies, toegankelijk en voorzienbaar. Beroep ongegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie