Last onder dwangsom en invordering dwangsom.
Beide locaties zijn naar het oordeel van de rechtbank niet aan te merken als een inrichting. Het beroep is in zoverre gegrond.
De eerder verleende omgevingsvergunning voor de opslag van grond is komen te vervallen. De opslag van grond is thans vergunningsvrij op grond van categorie 11.1, van Bijlage 1, onderdeel C, van het Bor dan wel op grond van categorie 28.10, onder 27, van Bijlage 1, onderdeel C, van het Bor.
De ten tijde van de controle opgeslagen grond moet als afvalstof in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de Wm worden beschouwd. Op het moment van de controle lag er 1.250 kubieke meter grond opgeslagen die niet voldeed aan de vereisten van categorie 28.10, onder 27, van Bijlage 1, onderdeel C, van het Bor. De overige 1.250 kubieke meter grond mocht wel zonder vergunning worden opgeslagen. Het beroep is in zoverre ook gegrond.
De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten. Verweerder wordt opgedragen opnieuw te beslissen met inachtneming van deze uitspraak.