Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Vordering dwangmiddel gijzeling “nieuwe stijl” toegewezen

Uitspraak



Rechtbank DEN HAAG

Team kanton Den Haag

CB

Zaaknummer: 4529720/15-2639

CJIB-nummer: [CJIB-nummer]

10 december 20151214861 \ EJ VERZ 12-86611

Beslissing op de vordering als bedoeld in artikel 28 Wet Administratieve Handhaving Verkeersvoorschriften (Wahv).

Aangaande:

[betrokkene]

[adres]

[postcode] [woonplaats]

hierna: “betrokkene”.

De mondelinge behandeling van de vordering vond plaats op 27 november 2015. Zowel betrokkene als de officier van justitie zijn niet ter zitting verschenen.

De vordering

1. De officier van justitie bij het arrondissementsparket Noord-Nederland vordert dat de kantonrechter aan de officier van justitie machtiging verleent tot het toepassen van het dwangmiddel gijzeling voor de duur van maximaal zeven dagen.

2. In deze zaak gaat het om een administratieve sanctie vanwege de gedraging “voor een motorrijtuig van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren” van een voertuig ( Seat Toledo 1.8 GL) met het kenteken [kenteken] , waarvoor op 12 mei 2011 een administratieve sanctie van € 100,00 aan betrokkene is opgelegd.

De onderbouwing van de vordering

3. Uit de door de officier van justitie overgelegde gegevens blijkt het volgende:

3.1

tegen de beschikking is door betrokkene geen beroep ingesteld;

3.2

door het CJIB is namens de officier van justitie op 3 november 2011 nagegaan of verhaal zonder dwangbevel kon worden toegepast, maar geconstateerd is dat verhaal zonder dwangbevel niet kon worden toegepast op een bij het CJIB bekend bankrekeningnummer;

3.3

op 22 december 2011 werd een dwangbevel uitgevaardigd, die niet tot (volledige) betaling van de openstaande sanctie heeft geleid in verband met het ontbreken van voldoende verhaalsmogelijkheden;

3.4

vanaf 7 augustus 2013 heeft het CJIB getracht namen de officier van justitie het rijbewijs van betrokkene in te nemen, aan welke sommatie betrokkene niet heeft voldaan;

3.5

in de periode 2 oktober 2013 tot 20 januari 2014 is getracht het dwangmiddel buitengebruikstelling toe te passen, maar dat is niet geslaagd, omdat ten tijde van het toepassen van het dwangmiddel betrokkene niet als kentekenhouder van een (soortgelijk) voertuig geregistreerd stond, dan wel betrokkene niet werd aangetroffen in een (soortgelijk) voertuig;

3.6

gedurende bovengenoemd dwangtraject is bij het CJIB niet gebleken dat betrokkene op enige wijze heeft aangegeven de (volledige) openstaande vordering te willen betalen dan wel betalingsonmachtig te zijn, dan wel nadrukkelijk heeft aangegeven een passende regeling daartoe te willen treffen.

4. Uit de door de officier van justitie overgelegde gegevens blijkt voorts nog het volgende:

4.1

het sanctiebedrag is niet betaald en is vanwege het uitblijven van betaling van rechtswege tweemaal verhoogd bij het versturen van een eerste en een tweede aanmaning tot een bedrag van in totaal € 187,50;

4.2

uit het overzicht openstaande zaken blijkt dat betrokkene op 22 september 2015 naast de onderhavige sanctie nog andere sancties heeft openstaan tot een bedrag van € 2.283,00;

4.3

uit een door de officier van justitie overgelegd overzicht van 23 september 2015 blijkt dat betrokkene in de periode 25 oktober 2014 tot 23 april 2015 een voertuig ( Volkswagen Bora TDI 66 kW) met kenteken [kenteken] op zijn naam had staan;

4.4

betrokkene is niet opgenomen in een bewind-, curatele- of insolventieregister;

4.5

op 1 december 2014 en op 17 december 2014 heeft betrokkene in twee zaken, waarin machtigingen gijzelingen werden afgegeven, de gehele openstaande vorderingen voldaan.

5. Op grond van het voorgaande concludeert de officier van justitie dat betrokkene betalingsmachtig is en dat slechts de mogelijkheid resteert om het dwangmiddel gijzeling toe te passen ten einde betrokkene aan te zetten tot betaling van de sanctie.

De beoordeling

6. Uitgangspunt bij een verzoek tot toepassing van gijzeling is dat dit dwangmiddel is bedoeld voor mensen die wel kunnen maar niet willen betalen. Slechts in uiterste noodzaak zal tot gijzeling worden overgegaan (Memorie van Toelichting Wahv). Gijzeling is, anders dan vervangende hechtenis, geen straf, maar een dwangmiddel. Als gijzeling wordt toegepast blijft de verplichting tot betaling van de opgelegde sanctie in stand. Gelet op de doelstelling van het dwangmiddel van gijzeling moet sprake zijn van een reële verwachting dat betrokkene in staat is de sancties te voldoen. Indien vaststaat dat betaling niet tot de mogelijkheden behoort, is er geen sprake van de bedoelde verwachting en zal het doel van de gijzeling niet kunnen worden bereikt.

7. Het feit dat betrokkene niet is opgenomen in het bewind-, curatele- of insolventieregister is naar het oordeel van de kantonrechter geen indicatie dat betrokkene in staat moet worden geacht de sanctie te kunnen voldoen. Weliswaar is het opgenomen zijn in een dergelijk register een indicatie dat er sprake is van betalingsonmacht, maar het feit dat iemand niet in de bewind-, curatele- of insolventieregister is opgenomen is geen indicatie van het tegenovergestelde, namelijk dat iemand in staat moet worden geacht de sanctie te kunnen voldoen.

8. Uit het voorgaande blijkt dat op diverse manieren vergeefs is getracht de openstaande sancties te incasseren. Dat betrokkene in het verleden boetes heeft betaald, nadat daarvoor machtiging tot gijzeling was afgegeven, zoals de officier van justitie aanvoert, betekent niet dat betrokkene op dit moment over voldoende financiële middelen beschikt om de boete te voldoen, maar is wel een indicatie dat betrokkene onder dwang van een gijzeling de betreffende sanctie heeft willen en kunnen voldoen.

9. Uit het hiervoor onder punt 3.4 vermelde volgt dat in het kader van de inname van het rijbewijs van betrokkene het erbij gebleven is betrokkene te sommeren zijn rijbewijs in te leveren. Van enige andere poging van de zijde van het CJIB respectievelijk de officier van justitie om actief het rijbewijs van betrokkene in te vorderen is niet gebleken. Naar het oordeel van de kantonrechter is deze omstandigheid weliswaar van belang, maar onvoldoende om te kunnen concluderen dat het CJIB respectievelijk de officier van justitie alle dwangmogelijkheden om betrokkene tot betaling van de sanctie te brengen heeft uitgeput.

10. Het feit dat betrokkene in de periode na het opleggen van de initiële sanctie een (ander) voertuig op zijn naam heeft geregistreerd is een indicatie dat hij op het moment van verwerven van dat andere voertuig over de geldelijke middelen beschikte om dat voertuig te verwerven. Als hij inderdaad toen over geldelijke middelen beschikte heeft hij de keus gemaakt om die middelen niet aan te wenden om de sanctie te voldoen.

11. Nu betrokkene, ondanks deugdelijk te zijn opgeroepen, ervoor gekozen heeft niet van zijn kant op de onderbouwing van de vordering van het CJIB respectievelijk de officier van justitie in te gaan, kan de kantonrechter niet concluderen dat betrokkene betalingsonmachtig is en zal hij de vordering van de officier van justitie toewijzen, met dien verstande dat, gelet op de hoogte van het openstaande bedrag, het dwangmiddel slechts kan worden toegepast voor de duur van drie dagen.

De beslissing

De kantonrechter:

wijst de vordering toe en machtigt de officier van justitie tot het toepassen van het dwangmiddel gijzeling van betrokkene voor drie dagen.

Deze beslissing is gegeven door kantonrechter mr C.W.D. Bom, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 december 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature