U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank houdt de vordering inzake een bevel tot boedelbeschrijving - hoewel aanhangig gemaakt met een onjuist inleidend processtuk en niet bij de kantonrechter - uit proceseconomisch oogpunt aan zich.

De verlangde boedelbeschrijving wordt bevolen, aangezien de wet geen hooggespannen voorwaarden stelt aan het belang bij een boedelbeschrijving.

De betekenis van artikel 3:194 lid 1 BW naast het bepaalde in artikel 672 Rv . dient daarin te worden gezocht dat de boedelbeschrijving moet worden bevolen, indien een deelgenoot in een bijzondere gemeenschap als bedoeld in artikel 3:189 lid 2 BW dat verzoekt.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK ASSEN

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 55699 / HA ZA 06-130

Vonnis van 23 augustus 2006

in de zaak van

[EISERES],

wonende te [woonplaats],

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

procureur mr. H.J. de Ruijter,

advocaat mr. R.H.P. van de Venne te Zutphen,

tegen

[GEDAAGDE],

wonende te [woonplaats],

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

procureur mr. R.A.A. Geene,

advocaat mr. B.R. Tromp.

Partijen zullen hierna de zuster en de broer genoemd worden.

De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 19 april 2006, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd;

- het proces-verbaal van comparitie van 13 juli 2006;

- de conclusie van antwoord in reconventie van 13 juli 2006;

- de overigens ingebrachte producties.

Ten slotte is vonnis bepaald.

De feiten

Op [datum] 2001 is [moeder van partijen], hierna te noemen: moeder, overleden te [woonplaats]. Zij was niet hertrouwd weduwe van [vader van partijen], hierna te noemen: vader.

Uit het huwelijk tussen vader en moeder zijn twee kinderen geboren, te weten partijen.

Bij testament van 31 augustus 1995 verleden voor mr. [notaris A], destijds notaris te [woonplaats], heeft moeder de broer benoemd tot executeur -testamentair.

De broer heeft zijn benoeming tot executeur-testamentair niet aanvaard.

Bij twee afzonderlijke akten van geldlening, op 23 augustus 1996 verleden voor mr. [notaris B], notaris te [woonplaats], heeft moeder zowel aan de zuster als aan de broer een renteloze lening van ƒ 200.000,00 verstrekt.

De broer had sinds 4 maart 1997 de beschikking over een opnamepas terzake van de rekening van moeder bij de SNS Bank met nummer [rekeningnummer]. Het saldo van die bankrekening bedroeg op dat moment ƒ 157.000,00.

Op 1 november 1997 heeft moeder een bedrag van ƒ 50.000,00 in contanten opgenomen van de voormelde rekening bij de SNS Bank. Van diezelfde rekening is op 25 april 1998 een bedrag van ƒ 20.000,00 opgenomen.

In een door moeder en de broer ondertekende verklaring, gedateerd op 3 juli 1999, is het volgende bepaald:

“1. De ondergetekende sub II (de rechtbank: de zoon) was in 1997 verschuldigd aan zijn moeder, de ondergetekende sub I, wegens ter leen ontvangen gelden:

a. een bedrag groot vijf en zestig duizend vijfhonderd gulden (ƒ 65.500,--), zijnde het nog niet afgeloste deel van een lening in hoofdsom groot vijf en tachtig duizend gulden (ƒ 85.000,--), welke lening door de ondergetekende sub I in 1985 en de jaren daarvoor werd verstrekt aan de ondergetekende sub II;

b. een bedrag groot vijf en dertig duizend tweehonderd vijf gulden (ƒ 35.205,--), zijnde het nog niet afgeloste deel van een lening in hoofdsom groot vijf en vijftig duizend gulden (ƒ 55.000,--), welke lening in 1985 aan de ondergetekende sub II werd verstrekt door wijlen [erflaatster], geboren te [woonplaats] op [datum], overleden te [woonplaats] op [datum], nalatende als haar enige erfgename de ondergetekende sub I;

2. De ondergetekende sub I heeft op 14 juli 1997 de hiervoor vermelde leningen, tezamen groot éénhonderd duizend zevenhonderd vijf gulden (ƒ 100.705,00), bij wijze van schenking kwijtgescholden aan haar zoon, de ondergetekende sub II, welke kwijtschelding door de ondergetekende sub II werd aanvaard. “

In een door moeder en de broer ondertekende verklaring, gedateerd oktober 1999, verklaren zij:

“in aanvulling op hun verklaring van 3 juli 1999 te willen vastleggen dat zij op 14 juli 1997 nog het volgende zijn overeengekomen:

De kwijtschelding bij wijze van schenking van het bedrag van éénhonderd duizend zevenhonderd vijf gulden (ƒ 100.705,00) is op 14 juli 1997 geschied onder de volgende bepalingen en bedingen:

1. De begiftigde is vrijgesteld van de verplichting tot inbreng.

2. Het geschonkene zal niet vallen in enige gemeenschap van goederen waarin de begiftigde door huwelijk of geregistreerd partnerschap gerechtigd is of wordt, en zal niet worden betrokken in enig verrekenbeding.“

Blijkens de uitspraak op bezwaarschrift van de Belastingdienst van 21 december 2001 “is de verkrijging van de [gedaagde] bindend vastgesteld op ƒ 206.662,00”.

Het eerder door de broer over zijn verkrijging verschuldigde successierecht groot EUR 15.077,00 is dientengevolge verminderd met EUR 5.471,00 tot EUR 9.606,00.

Op de dag van overlijden van moeder stond nog een bedrag van ƒ 10.474,79 op haar (drie) bankrekeningen.

Bij vonnis van de rechtbank Arnhem van 14 september 2000 is de zuster onder meer veroordeeld tot betaling van de volgende bedragen aan haar moeder:

- een bedrag van ƒ 95.000,00;

- een bedrag van ƒ 40.000,00, vermeerderd met de contractuele rente ad 6 % per jaar vanaf 1 januari 1998 tot aan de dag der algehele voldoening, verminderd met de betaalde aflossing ad ƒ 12.165,00 en de betaalde rente ad ƒ 20.172,50.

Het Gerechtshof Arnhem heeft bij arrest van 2 november 2004 het vonnis van de rechtbank Arnhem van 14 september 2000 bekrachtigd, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

Bij vonnis van 14 juli 2004 heeft de rechtbank Arnhem in conventie moeder veroordeeld tot betaling aan de zuster van een bedrag van EUR 5.592,84, vermeerderd met de wettelijke rente hierover van 1 januari 1995 tot de dag van betaling en over een bedrag van EUR 1.281,93 van januari 1996 tot de dag van betaling. In reconventie heeft deze rechtbank de zuster onder meer veroordeeld tot betaling aan moeder van een bedrag van EUR 3.254,09, vermeerderd met de wettelijke rente hierover van 15 oktober 1998 tot de dag van betaling.

De vordering in conventie

De zuster vordert dat de rechtbank bij vonnis:

I. de verdeling van de nalatenschap vast zal stellen zoals de zuster voorstelt, althans de verdeling van de nalatenschap vast zal stellen zoals zij juist acht;

II. de broer zal veroordelen om aan de zuster te betalen het bedrag dat hij volgens de vastgestelde verdeling per saldo verschuldigd is aan de nalatenschap;

III. de broer zal veroordelen om te gehengen en te gedogen dat de stichting Stichting Beheer Derdengelden Plas & Bossinade Advocaten te Groningen het onder haar berustende tot de nalatenschap behorende bedrag uitbetaalt aan de zuster, eventueel voor zover dit bedrag niet volgens de vastgestelde verdeling zou moeten worden uitbetaald aan de broer;

IV. de broer zal veroordelen in de kosten van dit geding en

V. dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren.

De vordering in reconventie

De broer vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. zal bevelen dat een boedelbeschrijving wordt opgemaakt met benoeming van een notaris als boedelnotaris en met de opdracht aan deze notaris om een boedelbeschrijving op te maken als bedoeld in artikel 674 e.v. Rv;

II. in goede justitie een wijze van verdeling van de nalatenschap vast zal stellen, door ieders erfdeel vast te stellen op de voet van de boedelbeschrijving, althans op de voet van het actief en passief zoals dat in rechte wordt vastgesteld;

III. de zuster zal veroordelen aan de broer te voldoen, binnen twee weken nadat de rechtbank in deze zaak een vonnis heeft gewezen, de helft van de door de broer betaalde aanslag voor het recht van successie van EUR 9.606,00, derhalve een bedrag van EUR 4.803,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 februari 2006, althans vanaf de dagtekening van de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag;

IV. zal bepalen dat de opeisbare schulden die voor rekening van de gemeenschap komen moeten worden voldaan alvorens tot de verdeling wordt overgegaan;

V. kosten rechtens.

Het verweer in conventie en in reconventie

Partijen hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.

De beoordeling

IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

Samenhang vorderingen in conventie en in reconventie

Aangezien zowel in conventie als in reconventie vaststelling door de rechtbank van de verdeling van de nalatenschap van de moeder is gevorderd zal de rechtbank de vorderingen in conventie en in reconventie tezamen beoordelen.

De procedure tot verkrijging van een bevel tot boedelbeschrijving

Voor wat betreft het door de broer in reconventie gevorderde bevel tot boedelbeschrijving overweegt de rechtbank als volgt.

Op grond van het bepaalde in artikel 672 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) dient een bevel tot boedelbeschrijving in een verzoekschriftprocedure te worden verzocht bij de kantonrechter van deze rechtbank. Dit betekent dat de broer de procedure op dit onderdeel met een onjuist processtuk, bij de verkeerde sector van deze rechtbank, heeft ingeleid.

De door de broer verlangde boedelbeschrijving hangt echter nauw samen met de door beide partijen, zowel in conventie als in reconventie, gevorderde verdeling, die daarentegen op de juiste wijze aanhangig is gemaakt. Deze boedelbeschrijving is immers over het algemeen bedoeld om de omvang van het te verdelene in kaart te brengen teneinde te kunnen overgaan tot die verdeling.

De zuster heeft ook niet aan de orde gesteld dat het bevel tot boedelbeschrijving bij verzoekschrift behoorde te worden ingediend bij de kantonrechter, maar heeft inhoudelijk verweer gevoerd.

Uit proceseconomisch oogpunt zal de rechtbank een verwijzing van deze zaak naar de kantonrechter dan ook achterwege laten, noch zal zij aan de broer bevelen het inleidende processtuk op het punt van het bevel tot boedelbeschrijving te herstellen of aan te vullen, maar de kwestie ten aanzien van het bevel tot boedelbeschrijving aan zich houden.

Het belang bij een bevel tot boedelbeschrijving

De broer stelt belang te hebben bij een boedelbeschrijving, omdat langs die weg een inventarisatie kan worden gemaakt van alle aanwezige activa en passiva, zodat ieders erfdeel kan worden vastgesteld. De boedelbeschrijving geeft volgens hem een goede waarborg dat iedere deelgenoot naar waarheid verklaart, aangezien een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, zijn aandeel in die goederen verbeurt aan de andere deelgenoot (artikel 3:194 lid 2 BW).

De zuster heeft hiertegen aangevoerd dat deze vordering verrassend en opmerkelijk is, nu de broer daarom eerder niet verzocht en gezien zijn weigering om medewerking te verlenen aan een verdeling onder bemiddelende leiding van een gezamenlijk uitgekozen notaris. Bovendien meent de zuster dat haar beschrijving volledig is en dat de broer niet heeft gesteld dat zij aan die beschrijving wat kan toevoegen en zelfs heeft gesteld dat hijzelf dat niet kan. De boedelbeschrijving dient volgens de zuster er alleen toe om boven tafel te krijgen wat de broer thuis heeft liggen. Deze stukken kan de broer ook in dit geding inbrengen. De zuster is dan ook van mening dat de broer geen recht of belang bij deze boedelbeschrijving heeft.

Ter comparitie is genoegzaam gebleken dat de broer de administratie van moeder onder zich heeft. De rechtbank kan zich wat dat betreft indenken in het standpunt van de zuster dat, de broer onvoldoende belang heeft bij een bevel tot boedelbeschrijving, nu met name hij zelf degene is die daarbij met gegevens over de brug dient te komen.

De wet stelt echter geen hooggespannen voorwaarden aan het belang bij een bevel tot boedelbeschrijving. Ingevolge artikel 672 lid 3 Rv . wordt een dergelijk bevel gegeven indien de verzoeker zijn recht en belang summierlijk aannemelijk maakt. In artikel 3:194 lid 1 BW is daarnaast bepaald dat ieder der deelgenoten in een bijzondere gemeenschap als omschreven in artikel 3:189 lid 2 BW , waaronder ook is begrepen de nalatenschap, kan vorderen dat een verdeling aanvangt met een boedelbeschrijving. De betekenis van artikel 3:194 lid 1 BW naast het bepaalde in artikel 672 Rv . dient daarin te worden gezocht dat de boedelbeschrijving moet worden bevolen, indien een deelgenoot in die bijzondere gemeenschap dat verzoekt (Asser - van der Ploeg - Perrick (erfrecht), no. 435a.) en dat in andere gevallen de kantonrechter een discretionaire bevoegdheid heeft dit bevel te geven, al naar gelang het belang van de verzoeker. Dit betekent dat in dit geval, waarin de broer als deelgenoot in de nalatenschap van zijn moeder, een boedelbeschrijving verlangt, het daartoe strekkende bevel dient te worden gegeven.

Verder is volgens de verklaringen ter comparitie noch de broer noch de zuster bekend met de exacte inhoud van de kluis, zodat op dat onderdeel ook is gebleken van enig belang van de broer bij een boedelbeschrijving.

De rechtbank zal dan ook het onder I in reconventie gevorderde toewijzen.

Het opmaken van een boedelbeschrijving zal alleen succesvol kunnen zijn indien

- wanneer de notaris dit ten behoeve van de op te maken boedelbeschrijving van hem verlangt - de broer alle van hem gevraagde administratie en informatie aan de notaris zal overleggen. Voor zover die gegevens niet bij de broer aanwezig zijn dient hij ervoor zorg te dragen dat de notaris deze informatie van de betreffende accountant van de moeder zal verkrijgen.

Ten behoeve van de op te maken boedelbeschrijving overweegt de rechtbank hier reeds dat in dit geding - met name uit de dagvaarding en het bij brief van 28 juni 2006 van de procureur van de broer ingebrachte overzicht van de omvang en samenstelling van de nalatenschap - is gebleken dat partijen het er wel over eens zijn dat in elk geval de volgende goederen/schulden tot de nalatenschap van moeder behoren:

ACTIVA

1. vordering op de zuster wegens renteloze geldlening ƒ 200.000,00

2. vordering op de broer wegens renteloze geldlening ƒ 200.000,00

3. vordering op Stichting Beheer Derdengelden Plas

& Bossinade Advocaten p.m.

4. saldo bankrekeningen ƒ 10.474,79

5. vordering op de zuster (vonnis van 14 juli 2004) ƒ 7.171,00

6. wettelijke rente over 5. vanaf 15/10/98 p.m.

PASSIVA

1. schuld aan de zuster (vonnis van 14 juli 2004) ƒ 12.325,00

2. schuld aan de zuster (onverschuldigde rente) ƒ 4.082,63

3. wettelijke rente over de schulden sub 1. en 2. p.m.

De rechtbank zal de behandeling van deze zaak voor het overige, zowel in conventie als in reconventie, aanhouden in afwachting van het resultaat van de te bevelen boedelbeschrijving.

BESLISSING

De rechtbank

IN RECONVENTIE

1. beveelt dat een boedelbeschrijving wordt opgemaakt van de gehele nalatenschap van de moeder,

2. benoemt daartoe als notaris als bedoeld in artikel 672 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mr. M. Huberts, notaris te Coevorden,

3. draagt aan deze notaris op een boedelbeschrijving op te maken als bedoeld in artikel 674 en volgende Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.,

4. verklaart dit vonnis, voor zover gewezen onder 1., 2. en 3. uitvoerbaar bij voorraad,

IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

5. houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de parkeerrol van de eerste enkelvoudige kamer van woensdag 4 april 2007 voor artikel 2.12 van het landelijk rolreglement.

Dit vonnis is gewezen door mr. A. Rombouts-Nieuwstraten, bijgestaan door

mr. F.W. Strijker, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2006.?


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature