Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Eiseres en gedaagden zijn samen met een derde eigenaar van een woning. Deze derde heeft de woning inmiddels verlaten. Op verzoek van eiseres - en conform hetgeen partijen zijn overeengekomen - heeft een notaris een bindend advies opgesteld. Hierin is onder meer bepaald dat de woning dient te worden verkocht. Eiseres vordert thans een machtiging om namens gedaagde al datgene te doen om tot nakoming / uitvoering van het bindend advies te komen.

Uitspraak



Vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 224146 / KG ZA 11-674

Vonnis in kort geding van 18 januari 2012

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

advocaat mr. A.J.M. Paanakker te Arnhem,

tegen

[gedaagde],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

verschenen in persoon.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- de mondelinge behandeling.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. [eiseres] is samen met [gedaagde] en mevrouw [betrokkene] eigenaar van het woonhuis met schuur, voormalige noodwoning, erf, tuin en verdere aanhorigheden, gelegen aan de [adres], te ([postcode]) [woonplaats], kadastraal bekend [woonplaats], sectie K 1584, 1581 en 1550 (hierna: de woning). [eiseres] is voor 2/3, [gedaagde] voor 1/6 en [betrokkene] voor 1/6 eigenaar van de woning. [eiseres] was bevriend met [gedaagde] en [betrokkene], die een relatie hadden. [eiseres] bewoonde een deel van de woning en [gedaagde] en [betrokkene] bewoonden het andere deel. De woning heeft één voordeur en er is één (gezamenlijke) trap naar de eerste etage. [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] deelden de keuken en het toilet.

2.2. Bij akte van 17 januari 2007 verleden voor notaris mr. E.J. Houx zijn [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] met betrekking tot de woning een overeenkomst aangegaan. Hierin hebben zij afspraken doen vastleggen over het gebruik alsook de kosten van de woning. In deze overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:

EINDE OVEREENKOMST

Artikel 8.

Deze overeenkomst is aangegaan voor de periode gedurende welke de gemeenschappelijke bewoning van partijen voortduurt. Deze overeenkomst eindigt:

a. indien partijen in gezamenlijk overleg de overeenkomst feitelijk hebben beëindigd, wat kan blijken door het zich elders vestigen van een van partijen, en zijn overgegaan tot verdeling van hun gezamenlijke goederen;

(…)

GESCHILLEN

Artikel 1 2.

Behoudens het bepaalde in artikel 11 wordt in alle gevallen waarin tussen partijen geschil bestaat omtrent de uitleg dan wel de uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst, dit geschil ter beslissing voorgedragen aan de notaris, bewaarder van deze minuut, dan wel aan een door deze aan te wijzen andere deskundige. Diens beslissing wordt beschouwd als een partijen bindend advies.

2.3. Omstreeks oktober 2008 heeft [betrokkene] de woning verlaten.

2.4. Bij brief van 7 februari 2010 heeft [eiseres] [gedaagde] gevraagd of [gedaagde] het aandeel van [eiseres] in de woning zou kunnen overnemen.

2.5. [eiseres] heeft de overeenkomst van 17 januari 2007 op 21 mei 2010 opgezegd.

2.6. [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] hebben vervolgens besproken wat er met de woning moet gebeuren, maar dat heeft niet tot overeenstemming geleid.

2.7. De advocaat van [eiseres] heeft notaris Houx op 3 september 2010 verzocht een bindend advies uit te brengen. Op 22 december 2010 heeft Houx het bindend advies uitgebracht, hierin is onder meer bepaald:

1. Gezien de ontstane impasse dient de gehele onroerende zaak te worden verkocht.

2. Partij 3 ([eiseres], de voorzieningenrechter) zal de Kantonrechter te Arnhem verzoeken een makelaar aan te wijzen, die zal worden belast met de verkoop van de onroerende zaak. Partij 3 zal daarbij geen makelaar voordragen, immers de aanwijzing is aan de Kantonrechter.

3. De aangewezen makelaar zal een zodanige vraagprijs vaststellen, dat – gezien de huidige marktomstandigheden – verkoop op afzienbare termijn te verwachten is.

4. Indien de makelaar van oordeel is, dat ter bevordering van de verkoop herstelwerkzaamheden nodig zijn, dienen deze zo spoedig mogelijk te worden verricht door en/of in opdracht van en voor rekening van de partij, die het betreffende deel van de zaak in gebruik heeft/had.

5. Indien enige partij haar medewerking niet verleend aan de totstandkoming van de koopovereenkomst is elke andere partij bevoegd de Kantonrechter te Arnhem te verzoeken een onzijdig persoon aan te wijzen met de bevoegdheid te handelen namens de in gebreke zijnde partij.

2.8. [gedaagde] heeft niet vrijwillig meegewerkt aan de uitvoering van het bindend advies, waarna de advocaat van [eiseres] op 17 maart 2011 een verzoekschrift heeft ingediend bij de kantonrechter van deze rechtbank met het verzoek een makelaar aan te wijzen. De kantonrechter heeft het verzoekschrift niet in behandeling genomen, omdat het verzoek niet was terug te voeren op een wettelijke bepaling. Omdat het bindend advies niet uitvoerbaar was, heeft de advocaat van [eiseres] Houx op 4 april 2011 verzocht een aanvullend bindend advies uit te brengen.

2.9. [eiseres] heeft de woning per 1 juli 2011 verlaten.

2.10. Nadat notaris mr. J.G. Gräler (de opvolger van mr. Houx, die inmiddels met pensioen was gegaan) [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] had gehoord, heeft hij op 15 juli 2011 een aanvullend bindend advies uitgebracht, waarin onder meer het volgende is opgenomen:

Het (aanvullend) bindend advies luidt als volgt:

1. De Overeenkomst tussen partijen is rechtsgeldig geëindigd per 21 mei 2010, de datum waarop [eiseres] per brief de Overeenkomst heeft beëindigd.

2. Op grond van het voormelde dient de Woning te worden verkocht.

3. Hofstede Makelaar uit Zaltbommel wordt aangewezen om als makelaar de verkoop van de Woning te begeleiden, waarbij de betreffende makelaar de opdracht krijgt dat de woning minimaal

€ 400.000,00 dient op te brengen. Hoe de woning in de markt wordt gezet is aan de makelaar. Partijen hebben daarin geen bemoeienis.

4. Indien er voor de verkoopbaarheid van de Woning (herstel)werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd, dienen die werkzaamheden terstond te worden verricht door en/of in opdracht van en voor rekening van de partij, die het betreffende deel van de Woning in gebruik heeft of had.

5. Vanaf heden tot aan het moment van verkoop en levering van de Woning, zal ieder van de Partijen er voor zorgdragen dat zijn aandeel in de Woning goed wordt onderhouden. Het onderhoud betreft zowel intern als extern onderhoud. Voor wat betreft het deel dat toebehoort aan [gedaagde] en [betrokkene], zal het onderhoud door [gedaagde] dienen te worden uitgevoerd, omdat [betrokkene] daartoe niet meer fysiek in staat is. Indien [gedaagde] die werkzaamheden niet wil of kan verrichten, zullen de werkzaamheden in opdracht van [betrokkene] (middels volmacht aan de heer [A], geen familie van [eiseres]) worden uitgevoerd. Eventuele kosten voor het onderhoud komen voor rekening van de partij, die het betreffende deel van de woning in gebruik heeft of had.

6. Tot het moment waarop de Woning verkocht is, zal ieder der Partijen iedere medewerking verlenen aan bezichtigingen van de Woning door potentiële kopers.

7. Indien de Woning wordt verkocht, met een minimaal bedrag van € 400.000,00, is ieder der Partijen verplicht zijn of haar medewerking te verlenen aan de totstandkoming van de koopovereenkomst en de levering van de Woning. De eventuele overwaarde van de Woning wordt tussen Partijen verdeeld. In deze berekening worden eventueel gemaakte kosten voor de verbouwing van de Woning niet meegenomen aangezien alle Partijen daaraan hebben bijgedragen en daarvan geen bescheiden zijn overlegd die zouden moeten leiden tot een andere uitkomst.

8. Partijen dienen aan elkaar hun administratie te overleggen, zodat kan worden beoordeeld wie wat heeft bijgedragen in de kosten van gemeenschappelijke bewoning. Mocht blijken dat een der partijen meer of minder heeft bijgedragen in de kosten van de gemeenschappelijke bewoning dan waartoe hij of zij op basis van de Overeenkomst is gehouden, dan dient verrekening plaats te vinden. Voor wat betreft de verrekening van de te betalen onroerende zaak belasting zal worden aangesloten bij de verrekening zoals die gedurende de samenwoning van Partijen in de Woning heeft plaatsgevonden.

9. De kosten voor dit bindend advies komen ten laste van elk der partijen voor een gelijk deel.

10. De verzoeken tot het aanwijzen van een onzijdig persoon op basis van artikel 3:181 en 3:299 van het Burgerlijk Wetboek , alsmede het buiten werking stellen van de bindend adviesclausule worden afgewezen.

2.11. Bij brief van 30 augustus 2011 heeft de advocaat van [eiseres] [gedaagde] gevraagd mee te werken aan het verstrekken van een verkoopopdracht aan de aangewezen makelaar. In reactie hierop heeft [gedaagde] bij brief van 5 september 2011 aangegeven dat hij zal meewerken aan een vrijwillige gezamenlijke verkoop van de woning.

2.12. Bij brief van 12 september 2011 heeft [betrokkene] [eiseres] bevestigd dat zij akkoord gaat met het advies van de notaris betreffende de verkoop van de woning.

2.13. Op 23 september 2011 heeft een eerste bespreking plaatsgevonden met makelaar [ ]. [eiseres], [gedaagde] en de [A] (geen familie van [eiseres]) namens [betrokkene] waren daarbij aanwezig. Een volgende afspraak met de makelaar op 30 september 2011 is door [gedaagde] afgezegd.

2.14. Bij e-mailbericht van 6 oktober 2011 heeft de makelaar [eiseres], [gedaagde] en de [A] bericht dat de adviesvraagprijs voor de woning € 412.500,- bedraagt en dat de opbrengst waarschijnlijk tussen een bedrag van € 375.000,- en € 400.000,- zal liggen.

2.15. [gedaagde] is niet verschenen op de vervolgafspraak bij de makelaar op 14 oktober 2011. De makelaar heeft het verslag van de bespreking met [eiseres] en de [A] (namens [betrokkene]) gemaild naar [gedaagde].

2.16. Op 17 oktober 2011 heeft de makelaar de overeenkomst van opdracht ter ondertekening naar [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] gestuurd. [eiseres] en [betrokkene] hebben de overeenkomst van opdracht ondertekend teruggestuurd, [gedaagde] niet.

2.17. Bij e-mailbericht van 24 oktober 2011 heeft de makelaar [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] bericht dat hij nog geen getekende opdracht tot dienstverlening van [gedaagde] had ontvangen. Tevens heeft de makelaar aangegeven dat [gedaagde] tijdens een opname door de makelaar van de woning via een buurman te kennen had gegeven dat [gedaagde] eerst nog met de makelaar wilde spreken en dat hij het niet prettig vond als de makelaar – zonder dat [gedaagde] aanwezig was – de woning zou opnemen. De makelaar is vervolgens vertrokken.

2.18. Bij brief van 28 oktober 2011 heeft de advocaat van [eiseres] [gedaagde] gesommeerd de overeenkomst van opdracht aan de makelaar te ondertekenen.

2.19. [gedaagde] heeft op 2 november 2011 gesproken met de makelaar en hem aangegeven dat hij iemand kende die interesse had om het aandeel van [eiseres] in de woning over te nemen. De makelaar heeft vervolgens op 8 november 2011 een gesprek gehad met de geïnteresseerde, die alleen belangstelling voor de woning had indien deze gesplitst zou worden.

2.20. De makelaar heeft vervolgens bij de gemeente geïnformeerd of splitsing van de woning mogelijk was. Bij e-mailbericht van 15 november 2011 heeft de gemeente de makelaar bericht dat splitsing alleen mogelijk is indien er twee woningen gerealiseerd worden van elk minimaal 350 m3. De makelaar heeft vervolgens op diezelfde datum [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] bericht dat de woning kleiner is dan 700 m3, zodat splitsing niet tot de mogelijkheden behoort.

2.21. De advocaat van [eiseres] heeft [gedaagde] bij brief van 22 november 2011 nog een laatste termijn gegeven waarbinnen hij de overeenkomst van opdracht ondertekend teruggestuurd diende te hebben naar de makelaar. [gedaagde] heeft hier niet op gereageerd.

2.22. [gedaagde] woont thans nog alleen in de woning.

3. Het geschil

3.1. [eiseres] vordert dat de voorzieningenrechter

primair

1. [eiseres] machtigt om mede namens [gedaagde] al datgene te doen dat nodig is om te komen tot uitvoering van de bindende adviezen van 22 december 2010 en 15 juli 2011 meer in het bijzonder tot verkoop en levering waaronder namens [gedaagde] de koopovereenkomst te ondertekenen en [gedaagde] te vertegenwoordigen bij de notariële transport-/leveringsakte en financiële afwikkeling van de hierna omschreven onroerende zaak en de hieraan verbonden lasten ten overstaan van de notaris van de woning aan de [adres], ([postcode]) [woonplaats], kadastraal bekend [woonplaats], sectie K 1584 groot zes aren zeventien centiaren, 1581 groot drieëndertig centiaren en 1550 groot vier aren tien centiaren, alzo tezamen groot tien aren zestig centiaren, aan een derde met veroordeling van [gedaagde] om het nodige te doen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, onvoorwaardelijk en onherroepelijk in ieder geval de volgende (rechts)handelingen te verrichten:

- zijn aandeel in de woning en het daarbij horende perceel respectievelijk voor zover hij andere delen respectievelijk de gehele woning in gebruik heeft, dienen ten behoeve van de verkoop toegankelijk te zijn en zich ten behoeve van die verkoop in schone, opgeruimde, verzorgde en representatieve staat te bevinden;

- [gedaagde] dient tevens alle medewerking te verlenen aan het toelaten van potentiële kopers tot zijn aandeel in de woning respectievelijk de gehele woning alsook alle verkoopaanduidingen die op het erf en/of de woning door de makelaar zullen worden aangebracht ongewijzigd in stand te laten;

- indien [eiseres] niet gemachtigd wordt om [gedaagde] te vertegenwoordigen bij de notariële transport-/leveringsakte dient [gedaagde], zodra de woning zal zijn verkocht aan een derde, ter zake de woning een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht ten behoeve van de notaris tot eigendomsoverdracht/levering van de woning af te geven/te verzorgen;

- het overleggen van zijn administratie waaruit kan worden beoordeeld wat hij heeft bijgedragen in de kosten van gemeenschappelijke bewoning;

al het voorgaande op straffe van verbeurte van een dwangsom,

2. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van de uitvoering van het bindend advies conform artikel 3:299 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW), en

3. [gedaagde] veroordeelt om twee dagen voor de dag waarop de woning, waaronder het aandeel van [gedaagde] in de woning, aan de kopende partij moet worden geleverd, deze woning – voor zover nodig de gehele woonruimte – gelegen aan de [adres] te [woonplaats] met al het zijne te ontruimen en te verlaten onder afgifte der sleutels ter vrije beschikking van de kopende partij te stellen alsmede [eiseres] te machtigen om deze ontruiming zonodig zelf met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van [gedaagde] te doen uitvoeren,

subsidiair

1. een onzijdig persoon benoemt, als bedoeld in artikel 3:181 BW , om [gedaagde] voor zover hij onwillig is, te vertegenwoordigen bij de werkzaamheden tot verdeling van de gemeenschap zoals vastgelegd in de bindende adviezen van 22 december 2010 en 15 juli 2011, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze onzijdige persoon, en

2. [gedaagde] veroordeelt om twee dagen voor de dag waarop de woning, waaronder het aandeel van [gedaagde] in de woning, aan de kopende partij moet worden geleverd, deze woning – voor zover nodig de gehele woonruimte – gelegen aan de [adres] te [woonplaats] met al het zijne te ontruimen en te verlaten onder afgifte der sleutels ter vrije beschikking van de kopende partij te stellen alsmede [eiseres] te machtigen om deze ontruiming zonodig zelf met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van [gedaagde] te doen uitvoeren,

meer subsidiair

1. [gedaagde] veroordeelt tot het meewerken aan de uitvoering van de bindende adviezen van 22 december 2010 en 15 juli 2011 meer in het bijzonder tot verkoop en levering betreffende de onroerende zaak aan de [adres], ([postcode]) te [woonplaats], kadastraal bekend [woonplaats], sectie K 1584 groot zes aren zeventien centiaren, 1581 groot drieëndertig centiaren en 1550 groot vier aren tien centiaren, alzo tezamen groot tien aren zestig centiaren aan een derde met veroordeling van [gedaagde] om het nodige te doen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, onvoorwaardelijk en onherroepelijk in ieder geval de volgende (rechts)handelingen te verrichten:

- zijn aandeel in de woning en het daarbij horende perceel respectievelijk voor zover hij andere delen respectievelijk de gehele woning in gebruik heeft, dienen ten behoeve van de verkoop toegankelijk te zijn en zich ten behoeve van die verkoop in schone, opgeruimde, verzorgde en representatieve staat te bevinden;

- [gedaagde] dient tevens alle medewerking te verlenen aan het toelaten van potentiële kopers tot zijn aandeel in de woning respectievelijk de gehele woning alsook alle verkoopaanduidingen die op het erf en/of de woning door de makelaar zullen worden aangebracht ongewijzigd in stand te laten;

- [gedaagde] dient, zodra de woning zal zijn verkocht aan een derde, ter zake de woning een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht ten behoeve van de notaris tot eigendomsoverdracht/levering van de woning af te geven/te verzorgen;

al het voorgaande op straffe van verbeurte van een dwangsom, en

2. [gedaagde] veroordeelt om twee dagen voor de dag waarop de woning, waaronder het aandeel van [gedaagde] in de woning, aan de kopende partij moet worden geleverd, deze woning – voor zover nodig de gehele woonruimte – gelegen aan de [adres] te [woonplaats] met al het zijne te ontruimen en te verlaten onder afgifte der sleutels ter vrije beschikking van de kopende partij te stellen alsmede [eiseres] te machtigen om deze ontruiming zonodig zelf met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van [gedaagde] te doen uitvoeren,

zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:

[gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit geding.

3.2. [gedaagde] voert verweer.

3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

4.1. Met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen gegeven.

4.2. [eiseres] vordert thans kort gezegd een machtiging om namens [gedaagde] al datgene te doen dat nodig is om tot nakoming/uitvoering van het bindend advies te komen, zodat de verkoop en levering van de woning zo spoedig mogelijk kunnen plaatsvinden. [gedaagde] is meerdere malen verzocht mee te werken aan de uitvoering van de bindende adviezen, maar heeft hier geen gehoor aan gegeven. Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] inmiddels lang genoeg de tijd gehad om een alternatief te zoeken dan wel aan te dragen. Omdat de spanningen tussen partijen hoog zijn opgelopen, heeft [eiseres] inmiddels haar intrek genomen in een andere woning. Hierdoor heeft zij thans dubbele lasten. [eiseres] wil dan ook dat de woning – conform hetgeen is bepaald in het bindend advies –

zo spoedig mogelijk wordt verkocht.

4.3. Ter zitting heeft [gedaagde] aangegeven dat hij in de woning wil blijven wonen, dat hij het aandeel van [betrokkene] in de woning wil en ook kan overnemen, maar het deel van [eiseres] niet. Dat laatste deel wil [gedaagde] te koop aanbieden. Indien de woning in zijn geheel verkocht zal worden, dient [gedaagde] te verhuizen. Gelet op zijn inkomen en de beperkte overwaarde die op het huis zit, stelt [gedaagde] dat het voor hem moeilijk zal worden om een andere woning te kopen. Omdat hij niet staat ingeschreven voor een huurwoning is huren voor [gedaagde] evenmin een optie. [gedaagde] verzet zich dan ook tegen de verkoop van de woning.

4.4. Voorop wordt gesteld dat de vorderingen van [eiseres] die zijn gericht op de verkoop van de woning moeten worden bezien tegen de achtergrond dat niemand kan worden genoodzaakt om in een onverdeelde boedel te blijven zitten. Of die vorderingen in dit kort geding moeten worden toegewezen, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval en van het spoedeisend belang bij de vorderingen.

4.5. Het verweer van [gedaagde] komt er in feite op neer dat hij in de woning wil blijven wonen op een wijze die hem goeddunkt. [eiseres] en [betrokkene] willen echter dat de woning wordt verkocht. [eiseres], [gedaagde] en [betrokkene] hebben eerst samen om de tafel gezeten om te kijken of zij tot een oplossing konden komen. Toen dat niet lukte, heeft [eiseres] conform hetgeen partijen zijn overeengekomen op 17 januari 2007 notaris Houx verzocht om een bindend advies uit te brengen over het tussen partijen ontstane geschil. Dit is ook gebeurd op 22 december 2010. Omdat het bindend advies niet uitvoerbaar bleek, heeft [eiseres] de notaris verzocht een aanvullend bindend advies uit te brengen. Notaris Gräler heeft (omdat Houx inmiddels met pensioen was gegaan) het advies – na partijen te hebben gehoord – uitgebracht op 15 juli 2011.

Dit advies (dat gekwalificeerd moet worden als een vaststellingsovereenkomst waarop de bepalingen van boek 7 titel 15 BW van toepassing zijn) is (slechts) vernietigbaar indien gebondenheid van [gedaagde] daaraan in verband met de inhoud of de wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij geldt dat enkel ernstige gebreken in de beslissing of de wijze van totstandkoming daarvan aanleiding kunnen vormen tot vernietiging van het bindend advies. Gesteld noch gebleken is dat hiervan sprake is.

4.6. Voorshands geoordeeld kan dan ook geconcludeerd worden dat er een geldig (aanvullend) bindend advies is uitgebracht, waaraan [gedaagde] vooralsnog is gebonden. Dit geldt temeer nu [gedaagde] van te voren is gehoord en niet is gebleken dat hij zijn standpunt bij de notaris niet duidelijk uiteen heeft kunnen zetten. Bovendien heeft de notaris een zorgvuldig gemotiveerd advies opgesteld waarbij de diverse stellingen en standpunten van partijen, en dus ook van [gedaagde], zijn betrokken. Vooralsnog valt derhalve niet in te zien dat de inhoud of de wijze van totstandkoming van het bindend advies in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden zijn voor [gedaagde].

4.7. In dat verband is voorts nog van belang dat de makelaar met de door [gedaagde] aangedragen belangstellende heeft gesproken en dat de makelaar het alternatief van splitsing van de woning – hetgeen niet mogelijk bleek te zijn – heeft onderzocht. [gedaagde] heeft ter zitting nog aangegeven dat hij zou willen dat het deel van [eiseres] zou worden overgenomen, maar heeft geen concrete naam van een belangstellende genoemd. Nu [gedaagde] voldoende tijd heeft gehad om naar een belangstellende op zoek te gaan die het deel van de woning van [eiseres] wil overnemen, en er inmiddels een bindend advies is uitgebracht, bestaat er voldoende grond om de primaire vordering toe te wijzen zoals hierna volgt. Dat het voor [gedaagde] moeilijk zal worden om een andere woning te vinden, is begrijpelijk maar daar staat tegenover dat [gedaagde] feitelijk al geruime tijd weet dat de woning (mogelijk) verkocht dient te worden. Het had dan ook op zijn weg gelegen om alvast op zoek te gaan naar alternatieve huisvesting en zich bijvoorbeeld in te schrijven voor een huurwoning.

4.8. [eiseres] zal dan ook gemachtigd worden om mede namens [gedaagde] al datgene te doen om te komen tot uitvoering van het bindend advies, meer in het bijzonder tot verkoop en levering van de woning over gaan. Tevens dient [gedaagde] er voor zorg te dragen dat zijn aandeel in de woning en het daarbij horende perceel, en de delen van de woning/perceel die hij in gebruik heeft, ten behoeve van de verkoop toegankelijk zijn en zich in schone, opgeruimde, verzorgde en representatieve staat bevinden, zoals ook is bepaald in het bindend advies onder 5. Voorts dient [gedaagde] zijn medewerking te verlenen aan het toelaten van potentiële kopers tot zijn aandeel in de woning, althans de gehele woning, alsook alle verkoopaanduidingen die op het erf en/of de woning door de makelaar zullen worden aangebracht ongewijzigd in stand te laten, zoals is bepaald onder 6. van het bindend advies. Verder dient [gedaagde] conform hetgeen is bepaald in punt 8. van het bindend advies zijn administratie over te leggen waaruit kan worden beoordeeld wat hij heeft bijgedragen in de kosten van gemeenschappelijke bewoning gedurende die samenwoning. Aan deze veroordelingen zal een dwangsom worden verbonden zoals hierna volgt.

4.9. Nu [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd tegen de gevorderde veroordeling in de kosten van de uitvoering van de machtiging zal ook deze vordering worden toegewezen, waarbij wel zij opgemerkt dat [eiseres] door middel van het overleggen van stukken aan [gedaagde] dient aan te tonen welke kosten zij heeft gemaakt om tot uitvoering van de machtiging te komen.

4.10. De sub 3. gevorderde ontruiming zal eveneens worden toegewezen, nu daartegen niet uitdrukkelijk verweer is gevoerd en bovendien [gedaagde] tot op heden niet bereid is geweest om mee te werken aan de verkoop van de woning, zodat niet uitsloten is dat [gedaagde] de woning kort voor de levering niet vrijwillig zal verlaten. Daarbij zal [eiseres] gemachtigd worden om, indien [gedaagde] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, de ontruiming van de woning zelf te bewerkstelligen op kosten van [gedaagde], zonodig met behulp van de sterke arm.

4.11. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:

- dagvaarding € 99,14

- griffierecht 267,00

- salaris advocaat 816,00

Totaal € 1.182,14

5. De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1. machtigt [eiseres] om mede namens [gedaagde] al datgene te doen dat nodig is om te komen tot uitvoering van de bindende adviezen van 22 december 2010 en 15 juli 2011 meer in het bijzonder tot verkoop en levering, waaronder namens [gedaagde] de koopovereenkomst te ondertekenen en [gedaagde] te vertegenwoordigen bij de notariële transport-/leveringsakte en financiële afwikkeling van de hierna omschreven onroerende zaak en de hieraan verbonden lasten ten overstaan van de notaris van de woning aan de [adres] ([postcode]), [woonplaats], kadastraal bekend [woonplaats], sectie K 1584, 1581 en 1550, aan een derde, met veroordeling van [gedaagde] om het nodige te doen om binnen één week na betekening van dit vonnis, de volgende (rechts)handelingen te verrichten:

- zijn aandeel in de woning en het daarbij horende perceel respectievelijk voor zover hij andere delen respectievelijk de gehele woning in gebruik heeft, dienen ten behoeve van de verkoop toegankelijk te zijn en zich ten behoeve van die verkoop in schone, opgeruimde, verzorgde en representatieve staat te bevinden,

- het verlenen van medewerking aan het toelaten van potentiële kopers tot zijn aandeel in de woning respectievelijk de gehele woning alsook alle verkoopaanduidingen die op het erf en/of de woning door de makelaar zullen worden aangebracht ongewijzigd in stand te laten,

- het overleggen van zijn administratie waaruit kan worden beoordeeld wat [gedaagde] heeft bijgedragen in de kosten van gemeenschappelijke bewoning,

5.2. veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] na betekening van dit vonnis een dwangsom te betalen van € 250,- voor iedere dag dat hij niet aan de in 5.1. uitgesproken veroordeling(en) voldoet, tot een maximum van € 50.000,- is bereikt,

5.3. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de uitvoering van de machtiging conform artikel 3:299 lid 3 BW , waarbij [eiseres] door middel van het overleggen van stukken aan [gedaagde] dient aan te tonen welke kosten zij heeft gemaakt ter uitvoering van de machtiging,

5.4. veroordeelt [gedaagde] om twee dagen voor de dag waarop de woning, waaronder het aandeel van [gedaagde] in de woning, aan de kopende partij moet worden geleverd, deze woning – voor zover nodig de gehele woonruimte – gelegen aan de [adres] te [woonplaats] met al het zijne te ontruimen en te verlaten onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van de kopende partij te stellen,

5.5. machtigt [eiseres] om, indien [gedaagde] in gebreke blijft aan de veroordeling onder 5.4. te voldoen, de ontruiming van de woning zelf te bewerkstelligen op kosten van [gedaagde], zonodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie,

5.6. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.182,14,

5.7. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.8. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr D.A. van Steenbeek en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. B.J.M. Vermulst op 18 januari 2012.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature