De rechtbank stelt vast dat het CZV op grond van artikel la lid 1 van de Ziekenfondswet rechtspersoonlijkheid bezit. Op grond van eerder genoemd artikel lq lid 2 van de Ziekenfondswet is het CZV belast met het beheer van de Algemene Kas. De op basis van de Ziekenfondswet verschuldigde premies moeten worden voldaan aan de Algemene Kas. Op grond van artikel 15 lid 3 van de Ziekenfondswet dienen de premies aan het UWV te worden betaald. Op grond van het vijfde lid van dat artikel client het UWV deze premies na ontvan gst te storten in de Algemene Kas. Het UWV int daarmee niet voor zichzelf maar doet de administratieve uitvoering ten behoeve van het CZV. Er is geen sprake van vereenzelviging van het CZV met het UWV. Het CZV is gelet daarop aan te merken als crediteur ten aanzien van de op grond van de Ziekenfondswet verschuldigde premies. De conclusie is daarom dat er sprake is van pluraliteit van schuldeisers.