Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Intrekking bijstandsuitkering. Artikel 8:81 Awb , 34 Pw, vermogen, woning in buitenland

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 16/7566

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 december 2016 in de zaak tussen

[de man] , te Amsterdam, verzoeker

(gemachtigde: mr. S. el Mhassani),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder

(gemachtigde: [naam gemachtigde] ).

Procesverloop

Bij besluit van 1 november 2016 heeft verweerder de bijstandsuitkering van verzoeker per 1 september 2016 ingetrokken.

Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2016. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ter zitting is ook verschenen N. Mohafid, tolk in de Arabische taal.

Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan op 20 december 2016.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

Overwegingen

1. Het college heeft de bijstandsuitkering van verzoeker per 1 september 2016 ingetrokken omdat verzoeker meer vermogen heeft dan de voor de bijstand geldende vermogensgrens. Het vermogen bestaat volgens verweerder uit een woning met appartementen aan [adres] . Dit leidt verweerder af uit een rapport van het Bureau voor sociale zaken van 24 februari 2016. In die rapportage staat dat verzoeker de woning heeft verkregen door een erfenis in 2003 en hij deze erfenis nu nog deelt met twee tantes. Het erfdeel van verzoeker wordt na taxatie geschat op € 342.000,-. Verder staat in de rapportage dat verzoeker uit die woning huurinkomsten heeft, maar dat die al sinds 2003 worden betaald aan de kas van een rechtbank in Marokko vanwege een onderling conflict tussen de erfgenamen en met de huurders.

2. Ter zitting heeft verzoeker benadrukt dat hij niet over de woning kan beschikken en er eigenlijk alleen maar hoofdpijn van heeft. Er lopen rechtszaken tussen hem en de erfgenamen en de huurders van de appartementen. De huuropbrengsten worden daarom sinds 2003 overgemaakt op een rekening van een rechtbank in Marokko. Ook zou er beslag zijn gelegd. Hij heeft dan ook geen inkomsten meer nu de bijstand is ingetrokken. Hij heeft de woning niet eerder gemeld bij verweerder omdat er een conflict met de erfgenamen en huurders was en hij pas duidelijkheid wilde geven als dit zou zijn opgelost. Bovendien ontving hij geen huurinkomsten.

3. Vast staat dat verzoeker onroerend goed op zijn naam heeft staan met een waarde ver boven de toegestane vermogensgrens. Het bezwaar van verzoeker zal daarom naar het oordeel van de voorzieningenrechter weinig kans van slagen hebben. Verzoekers financiële positie als gevolg van het conflict met de erfgenamen en huurders en de gevolgen daarvan voor het kunnen beschikken over de woning, zijn op dit moment volstrekt onduidelijk. Ook de ter zitting besproken brief van de advocaat van verzoeker in Marokko geeft geen duidelijkheid. Verzoekers gemachtigde heeft ter zitting ook erkend dat dit zo snel mogelijk verder moet worden uitgezocht. Het is aan verzoeker om actie te ondernemen om de al lang bestaande conflicten op te lossen, zodat hij weer de beschikking kan krijgen over de bij de rechtbank geparkeerde huurinkomsten en/of zijn aandeel kan verkopen. Dit heeft hij al die tijd nagelaten. Daarbij komt dat uit de stukken blijkt dat de waarde van zijn erfdeel in de woning vele malen hoger is dan de vordering die de erfgenamen en de huurders op hem zeggen te hebben. Verzoeker kan zijn afwachtende houding niet afwentelen op de Nederlandse staatskas.

4. Het verzoek om een voorlopige voorziening wijst de voorzieningenrechter ondanks het gestelde spoedeisend belang af. Voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten bestaat geen aanleiding en evenmin voor een vergoeding van het griffierecht.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R.E. Toonen, griffier, op 20 december 2016.

griffier

voorzieningenrechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature