U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Bij vergissing betaald op bankrekening van een zustervennootschap. Geblokkeerde bankrekening vanwege limietoverschrijding. Bank weigert terugbetaling met beroep op verrekening. Geen overschuldigde betaling aan bank. Geen onrechtmatige daad van de bank. Beroep op ongerechtvaardigde verrijking is onvoldoende concreet gemaakt. Vorderingen jegens bank afgewezen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 4431747 \ CV EXPL 15-23977

vonnis van: 22 april 2016 (vervroegd)

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

ATIM Opleidingen B.V.,

gevestigd te 's-Hertogenbosch,

eiseres,

nader te noemen ATIM Opleidingen,

gemachtigde: mr. A.H.P. van Hulten,

t e g e n

ING Bank N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

nader te noemen ING,

gemachtigde: mr.drs. I.M.C.A. Reinders Folmer.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding van 10 juli 2015 met producties

de conclusie van antwoord met producties

het tussenvonnis van 19 november 2015 waarin een comparitie is gelast

het proces verbaal van de comparitie van 8 maart 2016, waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor vonnis.

2 De feiten

2.1.

ATIM Opleidingen (geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 17116932) en ATIM Holding (hierna: ATIM Holding) zijn zustervennootschappen.

2.2.

ATIM Opleidingen houdt een bankrekening aan bij Rabobank (hierna: de Raborekening).

2.3.

ATIM Holding houdt een bankrekening aan bij ING (hierna: de ING rekening). De kredietfaciliteit uit hoofde waarvan deze rekening wordt aangehouden, is op 16 april 2014 door ING opgezegd, met opeising van het daaronder uitstaande bedrag. De ING rekening kende op dat moment een debetstand van bijna EUR 100.000,- en is geblokkeerd. Op de kredietovereenkomst tussen ATIM Holding en ING zijn verschillende sets algemene voorwaarden van toepassing.

2.4.

Met behulp van een tweetal facturen van 13 januari 2015 is aan het in de Verenigde Staten gevestigde Eaton Corporation een bedrag van in totaal EUR 22.000,- in rekening gebracht in verband met ‘training costs module APICS’ en materiaalkosten. Blijkens het briefhoofd zijn de facturen afkomstig van ‘ATIM’ en ‘BACE Academy’, met KvK-nummer 17116932. Op de facturen is vermeld dat betaald moet worden op de Raborekening.

2.5.

Op 19 februari 2015 is op de ING rekening van ATIM Holding een bedrag van EUR 22.000,- bijgeschreven.

2.6.

Na (schriftelijke) verzoeken daartoe van de zijde van ATIM Opleidingen, is namens ING bij brief van 13 april 2015 aan ATIM Opleidingen bericht dat ING niet bereid was tot terugbetaling van het op de ING rekening ontvangen bedrag van EUR 22.000,-, en evenmin tot doorbetaling daarvan aan ATIM Opleidingen. Aan nadere verzoeken om voornoemd bedrag terug of door te betalen, heeft ING evenmin voldaan. ING heeft dat bij brief van 3 juli 2015 als volgt toegelicht:

“ING heeft een kredietfaciliteit (…) aan ATIM Holding verstrekt, welke op 16 april 2014 is opgezegd en opgeëist (…) Alle bedragen die ING uit hoofde van de verstrekte kredietfaciliteit van ATIM Holding heeft te vorderen, zijn opeisbaar. (…) ATIM Holding weigert tot op heden een betalingsregeling te treffen en heeft nog niets van haar schuld aan ING voldaan. Op basis van het voorgaande moet derhalve worden geconcludeerd dat ING ook aan de opdracht van ATIM Holding om van haar rekening een bedrag van € 22.000,- aan EATON Corporation of ATIM Opleidingen te voldoen, geen gevolg kan geven. Immers, ATIM staat niet langer het gebruik van de reeds in 2014 beëindigde en opgeëiste kredietfaciliteit ter beschikking en het saldo op de bij ING aangehouden rekeningen is niet toereikend om deze betaling te kunnen verrichten. (…)

Tot slot geldt dat de betaling van in totaal € 22.000,- van EATON Corporation aan ATIM Holding op de door haar bij ING aangehouden rekening leidt tot een corresponderende vordering van ATIM Holding op ING. Deze vordering is direct en automatisch verrekend in rekening courant met de (opeisbare) vordering van ING op ATIM Holding uit hoofde van de door de bank verstrekte kredietfaciliteit. Op grond van artikel 25 van de Algemene Bankvoorwaarden, dat bepaalt dat de bank al hetgeen zij (al dan niet opeisbaar) van haar klant te vorderen heeft mag verrekenen met (al dan niet opeisbare) tegenvorderingen van de klant op de bank, is ING hiertoe ook gerechtigd.(…)”

2.7.

In een akte van cessie van 13 augustus 2015 is vermeld dat Eaton Corporation haar vordering op ATIM Holding ad EUR 22.000,- overdraagt aan ATIM Opleidingen.

2.8.

De onder 2.3 bedoelde algemene voorwaarden van ING, meer in het bijzonder artikel 24 en 37 van de Voorwaarden en overige regelingen Zakelijk en artikel 25 van de Algemene Bankvoorwaarden 2009, houden onder meer het volgende in:

“ 24. Blokkade (…) Zakelijke Rekening

(…)

24.4

Zolang de Zakelijke Rekening (..) is geblokkeerd, zal de Bank geen betaalopdrachten ten laste van de Zakelijke Rekening (…) uitvoeren.

(…)

37 Weigering van Betaalopdrachten (…)

37.3

Bij onvoldoende Bestedingsruimte of (algehele) blokkade van de Zakelijke Rekening zal de Bank geen Betaalopdrachten uitvoeren. (…)

37.4

De Bank is bevoegd Betaalopdrachten of Betalingstransacties te weigeren indien de betaling of de uitvoering daarvan in strijd is met toepasselijk (…) recht of intern beleid.(…)”

“ 25 Verrekening

De bank mag altijd hetgeen zij al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de cliënt te vorderen heeft, verrekenen met al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de cliënt op de bank (…).”

3 De vorderingen

3.1.

ATIM Opleidingen vordert, samengevat:

- primair:

ING te gebieden medewerking te verlenen aan, althans zorg te dragen voor de terugbetaling van EUR 22.000,00 aan ATIM Opleidingen uit hoofde van onverschuldigde betaling, op verbeurte van een dwangsom,

- subsidiair en meer subsidiair:

ING te veroordelen een bedrag van EUR 22.000,00 te betalen uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking althans onrechtmatige daad,

- een en ander steeds vermeerderd met (wettelijke) rente en (na)kosten.

3.2.

ATIM Opleidingen legt daaraan het volgende ten grondslag. Bij vergissing heeft Eaton Corporation, waarvan ATIM Opleidingen de onderhavige vorderingen heeft overgenomen, op de ING rekening van ATIM Holding betaald in plaats van op de Raborekening van ATIM Opleidingen. Omdat betaald is op een bankrekening die wordt aangehouden bij ING en ING begunstigde is van de gelden, is (primair) ook sprake van onverschuldigde betaling aan ING. Op ING rust een ongedaanmakingsverbintenis tot terugbetaling. Althans (subsidiair) ING heeft zichzelf ten koste van alle betrokken partijen ongerechtvaardigd verrijkt met de gelden die onverschuldigd op de ING rekening zijn gestort. Althans (meer subsidiair) ING handelt onrechtmatig door na te laten mee te werken aan de terugbetalingsverplichting van de onverschuldigd betaalde gelden, wetende dat Eaton (en na cessie: ATIM Opleidingen) hierdoor schade lijdt. Het is bovendien in strijd met de redelijkheid en billijkheid wanneer ING zich, vanwege haar toekomende bevoegdheden, gelden kan toe-eigenen die bij vergissing aan haar zijn betaald.

3.3.

ING voert verweer, waarop, voor zover van belang, hierna nader wordt ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Met ATIM Opleidingen wordt aangenomen dat Eaton Corporation bij vergissing het bedrag van EUR 22.000,- op de ING rekening van ATIM Holding heeft betaald in plaats van op de Raborekening van ATIM Opleidingen. Dat het ATIM Opleidingen (en niet ATIM Holding) was die ter grootte van dat bedrag een vordering had, kan onder meer worden opgemaakt uit de in 2.4 bedoelde facturen. Zowel de daarin vermelde handelsnaam ‘BACE Academy’ als het daarop vermelde KvK registratienummer behoort toe aan ATIM Opleidingen. De facturen hadden bovendien betrekking op het verzorgen van bepaalde trainingen, hetgeen volgens het handelsregister één van de kernactiviteiten van ATIM Opleidingen is. Er wordt dan ook voorbijgegaan aan het betoog van ING dat de betaling ( mogelijk ) betrekking had op door ATIM Holding verrichte werkzaamheden. ING heeft bovendien onvoldoende concreet betwist dat de betaling van Eaton Corporation afkomstig was, zodat ook van de juistheid van die stelling van ATIM Opleidingen wordt uitgegaan. Anders dan ING aanvoert, kan uit de enkele omstandigheid dat een Nederlandse Eaton vennootschap als ‘customer’ op de facturen is vermeld, immers niet worden afgeleid dat de betaling niet door Eaton Corporation is verricht.

4.2.

Alleen omdat Eaton Corporation bij vergissing en dus onverschuldigd aan ATIM Opleidingen heeft betaald, kan nog niet worden geconcludeerd dat dus ook sprake is van onverschuldigde betaling aan ING. Eaton Corporation heeft immers niet (rechtstreeks) aan ING betaald. De vordering jegens ING kan dus niet op onverschuldigde betaling worden gestoeld.

4.3.

Eaton Corporation betaalde door bijschrijving van EUR 22.000,- op de rekening van ATIM Holding (als bedoeld in artikel 6:114 BW). Uit hoofde van de tussen ATIM Holding en ING bestaande rekening-courant verhouding is de bankrekening van ATIM Holding door ING tot datzelfde bedrag gecrediteerd. Daarmee ontstond een schuld van ING aan ATIM Holding, welke schuld, overeenkomstig artikel 6:140 BW in verbinding met artikel 25 Algemene Bankvoorwaarden, dadelijk en van rechtswege is verrekend met de vorderingen van ING op ATIM Holding. Als gevolg hiervan is het negatieve saldo in de rekening-courant verhouding tussen ING en ATIM Holding (en dus de schuld van ATIM Holding aan ING) met EUR 22.000,- afgenomen.

4.4.

ATIM Opleidingen wordt niet gevolgd in haar stelling dat ING onrechtmatig jegens Eaton Corporation danwel haarzelf handelt door deze verrekening niet ongedaan te maken en niet mee te werken aan terugbetaling aan Eaton Corporation of doorbetaling aan ATIM Opleidingen. Omdat onverschuldigd aan ATIM Holding is betaald, is op haar, ATIM Holding, een ongedaanmakingsverplichting komen te rusten. Weliswaar heeft ATIM Holding ingestemd met terugbetaling van de gelden, aan de uitvoering daarvan stond in de weg dat haar bankrekening op dat moment geblokkeerd was doordat ATIM Holding niet aan haar verplichtingen jegens ING had voldaan. Het lag op de weg van ATIM Holding om dit te verhelpen. Bovendien kan niet worden aangenomen dat ING er ten tijde van de (verwerking van) de betaling mee bekend was (of moest zijn) dat sprake was van een vergissing. Uit de stellingen van ATIM Opleidingen kan dat niet worden afgeleid.

4.5.

Tegen de achtergrond van de hiervoor bedoelde omstandigheden, faalt ook het beroep van ATIM Opleidingen op ongerechtvaardigde verrijking. Wil dat slagen, dan moeten voldoende feiten en omstandigheden worden gesteld (en, bij betwisting, komen vast te staan) waaruit volgt dat ING is verrijkt, dat Eaton Corporation daartegenover is verarmd, en dat daarvoor onvoldoende rechtvaardiging bestaat, hetgeen niet is gebeurd. Weliswaar heeft ATIM Opleidingen ter comparitie - terecht - opgeworpen dat de ongerechtvaardigde verrijking onder omstandigheden ook kan bestaan in de betaling van oninbare vordering, niet kan worden vastgesteld dat dat geval zich hier voordoet. Tegenover het verweer van ING heeft ATIM Opleidingen onvoldoende concreet gemaakt dat zich hier de situatie voordoet dat ING betaling van een oninbare vordering heeft verkregen, dat Eaton Corporation daartegenover juist een oninbare vordering op ATIM Holding heeft gekregen, terwijl, als overwogen, evenmin kan worden aangenomen dat ING wist of moest weten dat de overboeking op een vergissing berustte (en bovendien een specifiek bewijsaanbod van ATIM Opleidingen ten aanzien van deze punten ontbreekt).

4.6.

De slotsom is dat de vorderingen moeten worden afgewezen. Alles wat partijen verder hebben aangevoerd, behoeft geen bespreking meer.

4.7.

ATIM Opleidingen zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten. Deze worden aan de zijde van ING begroot op € 800,- (2 punten × tarief € 400,-) voor salaris gemachtigde.

5 De beslissing

De rechtbank

5.1.

wijst de vorderingen af,

5.2.

veroordeelt ATIM Opleidingen in de proceskosten, aan de zijde van ING tot op heden begroot op € 800,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de negende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

5.3.

veroordeelt ATIM Opleidingen in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

5.4.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. K.M. van Hassel en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2016.

type: KvH

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature