Toepassing kostendelersnorm bij bijstandsgerechtigde met een illegaal in Nederland verblijvende partner.
De vraag die voorligt is of (in)direct onderscheid wordt gemaakt tussen - kort gezegd - bijstandsgerechtigden met Nederlandse kostendelers in het huishouden en bijstandsgerechtigden zoals verzoeker die een vreemdeling zonder verblijfsstatus in huis hebben opgenomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het de bedoeling van de wetgever geweest geen onderscheid te hebben willen maken tussen partners van bijstandsgerechtigden die om welke (uiteenlopende) redenen dan ook geen recht op bijstand hebben. De rechtsvraag of onverkorte toepassing van de kostendelersnorm leidt tot strijd met het internationaal recht, leent zich niet voor een beoordeling in het kader van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter zal zich dan ook beperken tot de vraag of bij afweging van belangen een voorlopige voorziening moet worden getroffen. Deze belangenafweging valt in het voordeel van verzoeker uit.