Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Weigering van verzekeraar om schade in verband met diefstal auto uit te keren. De verzekeraar beroept zich op verval van recht op uitkering wegens het niet binnen een redelijke termijn verschaffen van inlichtingen en bescheiden, die noodzakelijk zijn om haar uitkeringsplicht te bepalen. De rechtbank overweegt dat eiser op grond van artikel 7:941 lid 2 BW in combinatie met de polisvoorwaarden gehouden was binnen een redelijke termijn alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeraar van belang zijn om de uitkeringsplicht vast te stellen. Eiser heeft hier volgens de rechtbank niet aan voldaan, nu hij ondanks herhaald verzoek van de verzekeraar onvoldoende informatie heeft verstrekt over (onder meer) het aankoopbedrag van de auto en onvoldoende inspanningen heeft verricht om hierover (alsnog) informatie te verkrijgen. De verzekeraar heeft zich aldus terecht op het standpunt gesteld dat het recht op een schade-uitkering is komen te vervallen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/542373 / HA ZA 13-573

Vonnis van 5 maart 2014

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat mr. O. Huisman te ’s-Gravenhage,

tegen

naamloze vennootschap

DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiser] en Delta Lloyd genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

het tussenvonnis van 18 september 2013

het proces-verbaal van comparitie van 15 januari 2014

de brief van mr. Huisman voornoemd van 30 januari 2014 met een reactie op het proces-verbaal;

de faxbrief van 3 februari 2014 van mr. W.C.T. Weterings namens Delta Lloyd met een reactie op het proces-verbaal.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. Delta Lloyd handelt mede onder de naam OHRA Schadeverzekeringen. Waar hierna Delta Lloyd wordt genoemd, is OHRA Schadeverzekeringen ook bedoeld.

2.2. Sinds 4 november 2011 staat het kentekenbewijs van een personenauto, te weten een BMW X6 met kenteken [kenteken] (verder te noemen: de auto), op naam van [eiser].

2.3. [eiser] heeft de auto met ingang van 23 februari 2012 bij Delta Lloyd verzekerd tegen onder andere diefstal. In de polis autoverzekering staat onder andere:

“(…)

Bouwjaar 2009

(…)

Kilometers per jaar 0 - 12.000

(…)

Regelmatige bestuurder [eiser]

Geboortedatum [geboortedatum]

Dekking (…)

Diefstal € 88.490,00

(…)

(…) Het genoemde verzekerde bedrag is alleen van belang voor de premieberekening. Bij totaal verlies (ook diefstal) wordt het uit te keren schadebedrag berekend met de werkelijke (dag)waarde als uitgangspunt.

(…)

Voorwaarden AUN1209

(…)”

In de toepasselijke Algemene voorwaarden Autoverzekering, de AUN1209, (verder te noemen: de polisvoorwaarden) staat - voor zover van belang - :

“(…)

Artikel 5

Wat zijn de gevolgen van fraude?

Onder fraude wordt verstaan: het opzettelijk en op andere gronden en wijzen dan waarvoor deze bedoeld zijn (proberen te) krijgen van een schade- of kostenvergoeding, reparatie van schade in natura, uitkering waar geen recht op bestaat of verzekeringsdekking op basis van valse informatie.

Wanneer de maatschappij het vermoeden heeft dat van fraude zoals hierboven in sub 1 omschreven sprake kan zijn, zal zij de omstandigheden (laten) onderzoeken. Wanneer u of de verzekerde geen medewerking verleent aan dit onderzoek, kan de maatschappij ertoe besluiten om geen schade te vergoeden en/of de verzekeringsovereenkomst op te zeggen.

(…)

Het gevolg van fraude is dat u geen uitkering krijgt, behalve wanneer u of de verzekerde kan aantonen dat de fraude het hele verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt. Bij fraude worden de (onderzoeks)kosten die gemaakt zijn bij u of de verzekerde in rekening gebracht.

(…)

Artikel 9

Kunnen rechten uit de verzekering vervallen of verjaren?

(…)

3. wanneer u of de verzekerde (al dan niet bij schade) de verplichtingen uit de verzekering niet nakomt, vervalt onmiddellijk elk recht op uitkering wanneer de maatschappij daardoor in haar redelijke belangen wordt geschaad.

(…)

Artikel 1 1

Welke verplichtingen heeft u bij schade?

(…)

Het is belangrijk dat u de verplichtingen in dit artikel nakomt. Komen u en de andere verzekerden deze verplichtingen namelijk niet na, dan vervalt onmiddellijk elk recht op uitkering wanneer de maatschappij daardoor in haar redelijke belangen wordt geschaad.

11.1 Verplichtingen bij schade

U bent in het geval van schade verplicht om:

(…)

4. de maatschappij in de gelegenheid te stellen om de schade te laten onderzoeken. Daarvoor kan de maatschappij experts en deskundigen inschakelen. U moet deze experts en deskundigen de informatie geven die in verband met de schade gevraagd wordt. Op verzoek van de maatschappij moet u bewijsstukken, nota’s en dergelijke bewaren voor controles die achteraf kunnen plaatsvinden;

(…)

Artikel 1 2

Hoe wordt uw schade geregeld?

(…)

12.3 Verlies

Bij verlies van het hele motorrijtuig door diefstal, verduistering, oplichting of joyriding heeft u recht op schadevergoeding als:

(…)

2. de maatschappij alle gegevens van u ontvangen heeft die nodig zijn om de schade en het recht op schadevergoeding vast te stellen.

(…)”

2.4. De auto is op 3 en 5 maart 2012 alsmede op 4 april 2012 gecontroleerd door de politie. Ten tijde van die controles was [naam], de broer van [eiser], bestuurder van de auto.

2.5. [eiser] heeft aangifte gedaan van diefstal van de auto in de nacht van 8 april 2012 tussen 00:15 uur en 02:20 uur. In de aangifte staat dat de auto is gestolen na een inbraak in de woning van [eiser] en zijn ouders, waarbij de autosleutels zijn ontvreemd.

2.6. Op 10 april 2012 heeft [eiser] de schade gemeld bij Delta Lloyd. Naar aanleiding van deze schademelding heeft Delta Lloyd bij brief van 10 april 2012 - voor zover van belang - aan [eiser] geschreven:

“(…)

Daarnaast hebben wij een expert ingeschakeld die de hoogte van het schadebedrag vaststelt. De expert neemt contact met u op voor het maken van een afspraak. (…) Wij verzoeken u vriendelijk de navolgende bescheiden goederen voor de expert gereed te houden.

(…)

4.aankoopnota voertuig

5.onderhoudsnota’s

(…)”

2.7. Dekra Automotive B.V. (verder te noemen: Dekra) heeft in opdracht van Delta Lloyd een onderzoek ingesteld. Dekra heeft een rapport uitgebracht, gedateerd op 15 mei 2012, waarin onder meer staat:

“ (…)

2. VERKLARING VAN VERZEKERINGSNEMER

Wij spraken op 18 april 2012 met [eiser]. (…)

2.1. Opgave aankoop en onderhoud

De BMW is door verzekeringnemer op 4 november 2011 gebruikt gekocht voor € 56.000,00 van een Nederlandse man uit de omgeving van Rotterdam.

De kilometerstand bij aankoop bedroeg 36.565.

Verzekeringnemer gaf aan dat hij al jaren voor de aanschaf van de BMW had gespaard. Van de verkopende partij had hij verder geen gegevens. Deze wilde per sé contant betaald worden. (…)

De BMW is met een schade aan de achterzijde gekocht en de originele kleur van het voertuig was bij aankoop grijs. Verzekeringnemer heeft de schade voor € 11.000,00 (zonder nota) laten herstellen bij een Turkse Garage in Den Haag.

(…)

Ten tijde van ons onderhoud kon hij de naam van deze reparateur niet noemen.

Zijn broer zou het via een vriend hebben geregeld. Wij verzochten verzekeringnemer om ons de aankoop en het schadeherstel nader middels bankafschriften aan te tonen en om ons de gegevens van de reparateur nog door te geven. Onderhoud is niet verricht. De BMW is alleen APK gekeurd bij [garage].

(…)

2.4. Verdere bijzonderheden / bankafschriften

(…)

Verzekeringnemer stelde ons op 21 april 2012 vier bankafschriften ter beschikking (…) Hieruit bleken de volgende opnamen:

21-07-2011 ABN AMRO [rekeningnummer] € 25.000,00

04-11-2011 ING [rekeningnummer] € 25.000,00 (van broer)

07-11-2011 ING [rekeningnummer] € 10.000,00

08-11-2011 ING [rekeningnummer] € 5.000,00

10-12-2011 ING [rekeningnummer] € 4.000,00

(…)

4 KENTEKENBEWIJS EN SLEUTELS

(…)

Opmerking sleutels : Wij hebben de ontvangen voertuigsleutel op 8 mei 2012 laten uitlezen bij de BMW dealer in Zaandam. Vastgesteld is dat de sleutel bij het onderhavige voertuig hoort en op 15 februari 2011 voor het laatst is gebruikt. De kilometerstand bedroeg toen 56.092.

(…)

8 HISTORISCHE KENTEKENHOUDER

Van 12 februari 2011 tot 4 november 2011 heeft het kenteken van de BMW op naam gestaan van [autospuiterij].

Wij hebben op 25 april 2012 een onaangekondigd bezoek gebracht aan bovengenoemde autospuiterij, alwaar wij met de eigenaar spraken. Wij vernamen van hem dat hij de BMW met lichte schade vanuit België had ingevoerd. Deze schade (wat spuitwerk) zou in eigen beheer zijn hersteld. De BMW is verkocht nadat er brand aan de buitenzijde van de auto was gesticht. Na deze brandschade, aan de linker achterzijde en waarvoor geen verzekeringsdekking was, werd de auto eerst gestald in een opslagloods in Schiedam.

Een relatie van [autospuiterij] hield zich vervolgens bezig met de verkoop.

[autospuiterij] gaf ons aan dat hij de koper, een hem onbekende Turkse jongeman, één keer had ontmoet. Dat was bij de overdracht en betaling van de BMW.

Hij bevestigde ons dat er een contante betaling had plaatsgevonden.

[autospuiterij] wilde zich verder echter niet in de zaak mengen.

Het feitelijke verkoopbedrag en de kilometerstand hebben wij op zijn verzoek dan ook buiten deze rapportage moeten laten.

(…)

11 VERDERE BIJZONDERHEDEN / SCHADEHERSTEL

Verzekeringnemer heeft ons op 24 april 2012 per e-mail laten weten dat hij ons niet kon aangeven waar de schade die bij aankoop aanwezig was is hersteld.

Zijn broer zou dit via een vriend hebben laten doen. Wel beloofde hij ons nader te informeren als hij de gegevens kon achterhalen. Tot op heden hebben wij echter niets meer vernomen. (…)

12 SLOTOPMERKINGEN

Verzekeringnemer die weliswaar over bankafschriften beschikt, kan de aankoop echter niet volledig aantoonbaar maken. In ieder geval lijkt het bankafschrift van 21 juli 2011 niets met de koop van de BMW te maken te hebben.

Verder is het tot op heden niet aangetoond waar en op welke wijze de bij aankoop aanwezige schade is hersteld en waar het voertuig is overgespoten.

(…)

13 SCHADEVASTSTELLING

Een afzonderlijk rapport van de waardebepaling treft u hierbij aan (bijlage).

(…)

2.8.

[eiser] heeft per e-mail van 24 april 2012 aan [naam 2] van Dekra geschreven, voor zover van belang:

“(…) ik wil u hierbij mededelen dat ik u niet kan informatie kan verstrekken in welk garage de auto is gerepareerd.

Mijn broer heeft via zijn vriend voor een bedrag van rond € 10.500 de auto laten repareren. De vriend kan ik momenteel niet (telefonisch) bereiken.

Als ik de gewenste informatie kan achterhalen, zal ik uw spoedig mogelijk informeren. Mijn vraag aan u is hoe de voortgangen van de zaken verder zal verlopen voor het achterhalen van de dagwaarde van de auto? (…)”

2.9.

In een volgend e-mailbericht heeft [eiser] aan Dekra camerabeelden toegezonden die zijn opgenomen in de nacht van 8 april 2012 door de beveiligingscamera van zijn buurman en waarop volgens het e-mailbericht de daders van de diefstal te zien zijn. [eiser] wijst in deze e-mail voorts op een bijlage met drie rekeningnummers waarvan, volgens [eiser] ten behoeve van de aankoop van de auto in totaal € 69.000,- is opgenomen. [eiser] schrijft dat de opname van de rekening van zijn broer van € 25.000,- een lening betreft.

2.10.

Naar aanleiding van een verzoek om aanvullende informatie van Delta Lloyd schrijft Dekra per brief van 26 juni 2012 aan Delta Lloyd, voor zover van belang:

“(…) Naar aanleiding van uw emailbericht van 22 juni 2012, waarin u om aanvullende informatie verzoekt, kunnen wij u het volgende meedelen.

(…)

De vorige eigenaar wil op geen enkele wijze verder in de zaak betrokken worden omdat hij bang is voor represailles, als er naar aanleiding van zijn uitlatingen, geen schade uitkering wordt gedaan.

(…)”

2.11.

Dekra heeft een rapport, volgens de stellingen van partijen gedateerd op 2 juli 2012, met betrekking tot de waardebepaling van de auto opgesteld, waarin - voor zover van belang - staat:

“(…)

WAARDEBEPALING

De km-stand in de voortekst bij objectgegevens betreft de laatst bekende km-stand. Vastgesteld is dat de sleutel bij het onderhavige voertuig hoort en op 15 februari 2011 voor het laatst is gebruikt. De kilometerstand bedroeg toen 56.092. (…)

Teneinde een reële waarde van het voertuig vast te kunnen stellen, direct voor het betreffende evenement, hebben wij een uitvoerig marktonderzoek ingesteld.

Aan de hand van alle ons ten dienst staande gegevens en de door ons ingewonnen informatie hebben wij de waarde van het voertuig vastgesteld op een bedrag van EURO 55.00,00 incl. BTW.

Deze waarde is gebaseerd aan de hand van ons ten dienst staande gegevens en de door uw verzekerde ingevulde verklaring. Uw verzekerde kan echter geen aankoopfactuur en geen factuur van herstel overleggen. Ook is bij uw verzekerde niet bekend waar het voertuig is hersteld. (…)

Bovenstaand bedrag hebben wij met uw verzekerde besproken. Uw verzekerde gaf aan dat het voertuig recentelijk was getaxeerd en dat dat bedrag hoger was. Het taxatierapport zou aan ons worden gemaild. Op 23 mei 2012 werden wij gebeld door uw verzekerde met het bericht dat het rapport onvindbaar is. (…) Wij vroegen wie destijds de taxateur was, maar uw verzekerde wist de naam van de taxateur ook niet meer: dit was allemaal via via gebeurd via zijn broertje.

Uw verzekerde gaat alsnog akkoord met EUR 55.000,00.

(…)”

2.12.

Bij brief van 3 juli 2012 heeft Delta Lloyd onder meer aan [eiser] geschreven:

“(…)

Vragen met betrekking tot eigendom en schadehoogte

Het expertiserapport is inmiddels in ons bezit en levert bij ons de nodige vraagtekens op met betrekking tot het eigendomsbewijs van de auto en de hoogte van de schade. Wij verzoeken u dan ook om onderstaande vragen te beantwoorden:

 Graag ontvangen wij de aankoopnota van de auto waaruit blijkt dat u de auto gekocht heeft. Dit eigendomsbewijs dient u aan ons te overhandigen zodat u kunt aantonen dat u een verzekerd belang bij de auto heeft.

 Uit het expertiserapport blijkt dat er al bestaande schade aan de linker achterzijde zat. Graag ontvangen wij de reparatienota van deze schade waaruit blijkt welke reparatie(s) zijn uitgevoerd en wat de reparatiekosten daarvan zijn geweest en bij welke reparateur dit is uitgevoerd. Uitsluitend hiermee kan de hoogte van de schade worden bepaald.

 Ook blijkt uit het expertiserapport dat de auto recentelijk getaxeerd is. Graag ontvangen wij dit taxatierapport en/of de naam- en adresgegevens van deze taxateur. Ook dit kan voor ons een hulpmiddel zijn om de schade hoogte vast te stellen.

Verplichtingen bij schade

Wellicht ten overvloede willen wij u wijzen op de verplichtingen bij een schade die onder andere zijn opgenomen in artikel 11.1 lid 5 van de polisvoorwaarden autoverzekeringen. (…)

Conclusie

Gezien de bovenstaande vraagtekens heeft u niet voldaan aan de wettelijke regels en de verplichtingen die zijn opgenomen in de polisvoorwaarden rond het vaststellen van de schade. Wij verzoeken u dan ook om alsnog bovenstaande informatie te verstrekken. Na ontvangst van uw schriftelijke reactie op de gevraagde informatie kunnen wij uw dossier verder in behandeling nemen. (…)”

2.13.

Bij brief van 4 juli 2012 heeft [eiser] aan Delta Lloyd geschreven, voor zover van belang:

“(…)

- U vraagt naar de aankoopnota van de auto. Deze is destijds van een particulier gekocht. Indien nodig zal ik contact moeten opnemen met de betreffende persoon opdat een aankoopnota wordt overhandigd.

- De reparatienota’s zijn zoek geraakt. Een kopie hiervan is bij de reparateur opgevraagd. Zodra deze in bezit is zal ik u deze nazenden.

- Bijgaand doe ik u een taxatierapport toekomen. Deze dateert d.d. 05-03-2012. De gegevens van de expert zijn hierin vermeld.

Derhalve deel ik u mede dat de taxatierapport d.d. 05-03-2012 tot de benodigde informatie beschikt tot het bepalen van de waarde van het voertuig. (…)”

2.14.

In het in opdracht van [eiser] door [taxatiebureau] (verder te noemen: [taxatiebureau]) opgestelde taxatierapport van 27 april 2012 is de waarde van de auto vastgesteld op € 57.500,-.

2.15.

Bij brief van 10 juli 2012 aan [eiser] heeft Delta Lloyd opnieuw om de aankoopnota en reparatienota van de auto gevraagd.

2.16.

Bij brief van 12 juli 2012 heeft [eiser] - voor zover van belang - aan Delta Lloyd geschreven:

“(…) De aankoopnota is niet beschikbaar daar het voertuig bij een particulier is gekocht. De reparatie van het voertuig is met eigen middelen betaald.

Het taxatierapport is na aankoop en reparatie van het voertuig opgesteld. De benodigde informatie is dus beschikbar tot het bepalen van de waarde van het voertuig.

Dit is geen reden tot het laten wachten van de zaak.

U wordt vriendelijk verzocht deze zaak af te wikkelen en de schade uit te keren.

(…)”

2.17.

Dekra heeft per e-mail van 18 juli 2012 aan Delta Lloyd geschreven:

“(…) Wij hebben telefonische navraag gedaan bij de taxateur [taxatiebureau]. Hij gaf ons aan dat hij telefonisch was benaderd om de BMW te taxeren. (…)

Het adres waar de auto is bezichtigd komt niet overeen met het adres in het taxatierapport. [taxatiebureau] heeft de auto ergens in een winkelstraat gezien. Hij was namelijk verzocht om daarnaartoe te komen.

Waar het precies was wist [taxatiebureau] niet meer. Hij was niet op de hoogte van het feit dat de BMW een eerdere brandschade aan de achterzijde had opgelopen.

Het voertuig verkeerde in een schadevrije staat en er waren geen sporen van slecht schadeherstel. Er is geen foto van het chassisnummer genomen.

[taxatiebureau] wist niet dat het voertuig inmiddels gestolen is.

De reden dat het rapport pas op 17 april 2012 is opgemaakt is dat er uitgebreid marktonderzoek is gedaan. De klant had tussentijds nog wel een paar keer gebeld met de vraag waar het rapport bleef.

Temeer omdat wij hebben vastgesteld dat er sprake is geweest van de brandschade en dat het herstel hiervan vooralsnog niet is aangetoond, zien wij geen aanleiding om deze waardebepaling te herzien. (…)”

2.18.

Bij brief van 25 juli 2007 heeft Delta Lloyd - voor zover van belang - aan [eiser] geschreven:

“(…) In uw brief van 4 juli 2012 geeft u (…) aan dat de auto destijds van een particulier is gekocht en dat u contact opneemt met betreffende personen zodat een aankoopnota kan worden overlegd. Ook geeft u aan dat de reparatienota’s zijn zoek geraakt maar dat u een kopie hiervan heeft opgevraagd bij de reparateur en dat u deze zult nazenden zodra dit in uw bezit is.

Nu geeft u in uw brief van 12 juli 2012 aan dat de aankoopnota niet beschikbaar is omdat het voertuig bij een particulier is gekocht en dat de reparatie van het voertuig met eigen middelen is betaald. Dit kunnen wij niet volgen. Immers, ook op 4 juli wist u dat de auto van een particulier zou zijn gekocht en dat de reparatie uit eigen middelen zou zijn betaald terwijl u wel aangeeft dat u contact opneemt met de betreffende persoon om de aankoopnota te overleggen en dat u een kopie van de reparatienota bij de reparateur opvraagt.

Wij verzoeken u dan ook nogmaals om de aankoopnota aan ons te overhandigen en een kopie van de reparatienota op te sturen. Graag vernemen wij tevens de volledige naam- en adresgegevens en/of telefoonnummer van de persoon met wie u contact opneemt om de aankoopnota te overleggen. Ook ontvangen wij graag de volledige naam- en adresgegevens en/of telefoonnummer van de reparateur bij wie u een kopie van de reparatienota opvraagt.

Na ontvangst van de aankoopnota van de auto en de reparatienota van de auto kunnen wij uw dossier verder in behandeling nemen. (…)”

2.19.

Op 3 augustus 2012 schrijft Delta Lloyd aan [eiser] - kort gezegd - dat de schadeclaim niet in behandeling kan worden genomen, omdat [eiser] vooralsnog onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem gestelde diefstal heeft plaatsgevonden, dat het daadwerkelijk de auto betreft zoals [eiser] aangeeft en dat [eiser] als verzekeringnemer een verzekerd belang heeft. In de brief staat verder dat [eiser] met overtuigend bewijs dient te komen, waardoor alle onduidelijkheden met name over de aanschaf(waarde), het bezit/eigendom, de reparatie van de schade en de kilometerstand worden weggenomen. In de brief staat ten slotte dat de schadeclaim opnieuw beoordeeld zal worden, zodra Delta Lloyd de beschikking heeft over alle van belang zijnde stukken.

2.20.

Bij brief van 30 oktober 2012 heeft mr. Huisman namens [eiser] onder meer aan Delta Lloyd geschreven dat [eiser] heeft getracht met de vorige eigenaar van de auto in contact te komen, maar dat [eiser] hem niet heeft kunnen vinden en dat hij zijn gegevens niet heeft bewaard. Tevens schrijft mr. Huisman in deze brief dat Dekra op 25 april 2012 een bezoek heeft gebracht aan de vorige eigenaar van de auto, [autospuiterij], en dat [autospuiterij] (hierna: [autospuiterij]) toen aan Dekra bevestigde dat hij de auto had verkocht aan een hem onbekende Turkse man. Verder heeft mr. Huisman een door [eiser] opgevraagde kopiefactuur van 6 februari 2012 van € 1.428,- van [garage 2] meegestuurd. Deze factuur betreft volgens [eiser] de huur van een werkplaats met brug ter uitvoering van werkzaamheden aan de auto. Mr. Huisman schrijft dat [eiser] de auto-onderdelen zelf heeft gekocht via Marktplaats.

2.21.

Delta Lloyd heeft bij brief van 12 november 2012 aan mr. Huisman geschreven dat zij haar afwijzende standpunt handhaaft.

3. Het geschil

in conventie

3.1.

[eiser] vordert samengevat - veroordeling van Delta Lloyd tot betaling van € 55.000,- te vermeerderen met een bedrag van € 2.842,- terzake van buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente vanaf 6 november 2012, met veroordeling van Delta Lloyd in de kosten van dit geding.

3.2.

[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij recht heeft op schadevergoeding uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst. Hij stelt daartoe dat hij sinds 4 november 2011 eigenaar van de auto is en dat deze op 8 april 2012 is gestolen, zodat Delta Lloyd op grond van de verzekeringsovereenkomst tot uitkering van de dagwaarde van de auto dient over te gaan, zoals deze is vastgesteld in de rapportage van Dekra.

3.3.

Delta Lloyd voert verweer. Volgens Delta Lloyd heeft [eiser] geen belang bij een uitkering uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst, nu hij niet kan aantonen dat hij de eigenaar of regelmatig gebruiker van de auto was en dat de auto daadwerkelijk is gestolen. Voorts voert Delta Lloyd aan dat [eiser] zijn inlichtingen- en medewerkingsplicht op grond van de wet en de polisvoorwaarden heeft geschonden. Ten slotte rechtvaardigen volgens Delta Lloyd de redelijkheid en billijkheid dat het recht op uitkering van [eiser] geheel vervalt. Voor zover [eiser] wel recht heeft op een uitkering, voert Delta Lloyd - subsidiair - aan dat dit een verminderd recht op uitkering betreft. Tot slot betwist Delta Lloyd (de hoogte van) de schade.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in reconventie

3.5.

Delta Lloyd vordert samengevat - te verklaren voor recht dat [eiser] gehouden is aan Delta Lloyd te voldoen alle door Delta Lloyd gemaakte kosten, voldane uitkeringen en nog uit te keren bedragen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst, nader op te maken bij staat.

3.6.

Delta Lloyd legt aan haar vordering ten grondslag dat sprake is van fraude door [eiser], waardoor op grond van artikel 5 van de polisvoorwaarden de door Delta Lloyd gemaakte onderzoekskosten bij [eiser] in rekening kunnen worden gebracht. Voorts beroept Delta Lloyd zich op artikel 6:74 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Delta Lloyd stelt daartoe dat [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst, zodat [eiser] de schade die Delta Lloyd hierdoor heeft geleden dient te vergoeden.

3.7.

[eiser] voert verweer. [eiser] betwist dat hij (opzettelijk) onjuiste mededelingen heeft gedaan aan Delta Lloyd of Dekra. Volgens [eiser] heeft hij alle medewerking verleend aan de vaststelling van de schade die in redelijkheid van hem kon worden verlangd.

3.8.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling in conventie

4.1.

Na de comparitie van partijen is namens beide partijen bij (fax)brief verzocht om aanvulling/wijziging van het proces-verbaal van comparitie.

In reactie op de opmerking van de zijde van [eiser] ten aanzien van de zin “De kilometerstand moet dan bij aankoop al teruggedraaid zijn geweest of cliënt herinnerde zich de stand niet goed.”, merkt de rechtbank op dat die zin moet worden vervangen door: “Het lijkt er op dat [eiser] zich (bij nader inzien) heeft vergist in de kilometerstand van 36.565 op het moment van aankoop van de auto en dat de kilometerstand op het moment van de aankoop van de auto waarschijnlijk lager was dan 33.545. [eiser] weet in ieder geval zeker dat de kilometerstand op het moment dat hij de auto kocht aanzienlijk minder was dan 56.092. De kilometerstand moet dus zijn teruggedraaid vóórdat [eiser] de auto kocht.”

Voorts bevat de zin “[autospuiterij] verklaart dat hij de auto van een Turkse man heeft gekocht, dat was mijn cliënt.” een kennelijke vergissing en moet derhalve worden gelezen als: “[autospuiterij] verklaart dat hij de auto aan een Turkse man heeft verkocht, dat was mijn cliënt.”

De overige door partijen in hun (fax)brieven voorgestelde wijzingen/aanvullingen behoeven geen verdere bespreking, nu de in de (fax)brieven genoemde stellingen ofwel reeds in de stukken zijn vermeld ofwel niet zien op feiten of omstandigheden die - gelet op de navolgende beoordeling - relevant zijn.

4.2.

[eiser] vordert betaling van schadevergoeding uit hoofde van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst.

4.3.

Delta Lloyd heeft als primair verweer aangevoerd dat sprake is van verval van recht op uitkering. Delta Lloyd heeft daartoe onder meer een beroep gedaan op artikel 7:941 leden 2 en 4 BW in combinatie met artikelen 9, 11 en 12 uit de polisvoorwaarden. Op grond van voornoemd wetsartikel, gelezen in combinatie met de polisvoorwaarden, vervalt een recht op uitkering indien de verzekeringnemer niet binnen redelijke termijn alle inlichtingen en bescheiden verschaft die van belang zijn om de uitkeringsplicht te beoordelen, voor zover de verzekeraar hierdoor in een redelijk belang is geschaad. Het is aan Delta Lloyd om te stellen dat niet is voldaan aan de inlichtingenplicht, alsmede dat zij daardoor geschaad is in een redelijk belang.

4.4.

Delta Lloyd heeft in dit verband onder meer gewezen op het feit dat [eiser], ondanks herhaald verzoek, geen aankoopnota van de auto heeft verstrekt alsmede geen bewijzen heeft kunnen overleggen van de gestelde reparaties aan de auto en de aankoop van (reparatie)onderdelen, zodat de dagwaarde van de auto niet kan worden bepaald. De auto is gekocht met schade en indien deze schade ‘slechts voor het oog’ is hersteld, kan dit leiden tot een aanzienlijk lagere dagwaarde dan wanneer de auto volledig is hersteld, aldus Delta Lloyd. De aankoopprijs zelf is door [eiser] ook niet onderbouwd.

4.5.

[eiser] heeft daartegenover aangevoerd dat hij alles heeft gedaan wat in redelijkheid van hem kon worden verwacht wat betreft het verschaffen van de gevraagde inlichtingen aan Delta Lloyd. [eiser] stelt nooit een aankoopnota voor de auto te hebben ontvangen en de verkoper later niet meer te hebben kunnen traceren. De nota voor de huur van de werkplaats met brug is aan Delta Lloyd verstrekt, zodra [eiser] deze in zijn bezit kreeg. Overige nota’s met betrekking tot het schadeherstel zijn volgens [eiser] niet beschikbaar, omdat de werkzaamheden kosteloos zijn uitgevoerd door een vriend van zijn broer en de onderdelen zijn gekocht via Marktplaats. [eiser] wijst op de taxatie door [taxatiebureau], die hij heeft laten uitvoeren om te kunnen bepalen of hij een redelijke koopprijs voor de auto heeft betaald en of de schade goed was hersteld. Deze taxatie ligt volgens [eiser] in lijn met de taxatie van Dekra. Aldus heeft Delta Lloyd de dagwaarde van de auto, en daarmee de schade van [eiser] wegens diefstal, niettemin kunnen vaststellen, zodat Delta Lloyd niet in haar belangen is geschaad en het beroep op verval van recht dient te worden gepasseerd, aldus nog steeds [eiser].

4.6.

De rechtbank overweegt als volgt. Als onweersproken staat vast dat Delta Lloyd bij de beoordeling van (de hoogte van) een eventuele uitkeringsplicht in sterke mate afhankelijk is van de betrouwbaarheid van de verzekerde. Te meer nu de feitelijke vaststelling van een eventuele uitkeringsplicht geheel of grotendeels berust op de eigen verklaringen van de verzekerde, moet Delta Lloyd erop kunnen vertrouwen dat haar verzekerden juiste en zo volledig mogelijke informatie verstrekken. [eiser] was op grond van artikel 7:941 lid 2 BW in combinatie met de artikel 11 van de polisvoorwaarden, verplicht om binnen een redelijke termijn alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die van belang zijn om de uitkeringsplicht van Delta Lloyd te beoordelen, alsmede om Delta Lloyd in de gelegenheid te stellen de schade te laten onderzoeken, door onder meer aan de ingeschakelde experts de informatie te geven die in verband met de schade gevraagd wordt.

4.7.

De rechtbank stelt vast dat aan [eiser] in dit kader is verzocht ter vaststelling van de schade een aankoopbewijs van de auto over te leggen. [eiser] had ten bewijze van de aankoopprijs weliswaar rekeningafschriften overgelegd, maar deze geven geldopnames weer die een lange periode bestrijken (van 21 juli 2011 tot en met 10 december 2011) en niet sluitend zijn. [eiser] heeft op voornoemd verzoek van Delta Lloyd op 4 juli 2012 toegezegd dat hij zal trachten alsnog een aankoopnota van de verkoper te verkrijgen, maar heeft nadien geen aankoopnota meer verstrekt. Op 30 oktober 2012 heeft de raadsvrouw van [eiser] vervolgens aan Delta Lloyd bericht dat hem dit niet is gelukt omdat hij de verkoper niet kon traceren. De rechtbank is wat dit laatste betreft van oordeel dat niet gebleken is dat [eiser] in dit verband voldoende inspanningen heeft verricht. Uit de rapportage van Dekra van 15 mei 2012 volgde immers reeds wie de vorige eigenaar van de auto was. [eiser] heeft ter terechtzitting van 15 januari 2014 ook erkend dat hij de auto van [autospuiterij] heeft gekocht. Het had onder deze omstandigheden op de weg gelegen van [eiser] om in contact te treden met [autospuiterij] en van hem alsnog een aankoopnota te vragen of een verklaring over de aankoopprijs van de auto. [eiser] heeft dit evenwel nagelaten en ook geen bewijsaanbod gedaan van zijn stelling dat hij de auto voor € 57.000,- heeft gekocht.

4.8.

Dat van [eiser] op dit punt meer had mogen worden verwacht, klemt des te meer nu in de rapportage van Dekra staat dat [autospuiterij] over de aankoopprijs geen informatie aan derden durft te verschaffen ‘uit angst voor represailles’. Dit roept naar het oordeel van de rechtbank bij Delta Lloyd terecht vraagtekens op over de juistheid van de door [eiser] opgegeven aankoopprijs, helemaal nu als vaststaand moet worden aangenomen dat de auto is gekocht met schade en [eiser] evenmin voldoende (verifieerbaar) heeft onderbouwd welke reparaties aan de auto zijn uitgevoerd en voor welk bedrag. Volgens de verklaring van [eiser] heeft de auto gekocht voor € 56.000,- en vervolgens voor € 11.000,- laten repareren. Dit zou neerkomen op een volgens [eiser] voor de auto betaalde totaalsom van € 67.000,-, hetgeen bezwaarlijk te verenigen is met de dagwaarde die door Dekra (voor een onbeschadigde auto op basis van marktgegevens) is bepaald op € 55.000,-.

4.9.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] in de gegeven omstandigheden onvoldoende informatie en bescheiden aan Delta Lloyd heeft verschaft welke voor Delta Lloyd van belang zijn om de schade vast te stellen en om te kunnen onderzoeken of er sprake is van (een poging tot) fraude. Hierdoor is Delta Lloyd geschaad in haar redelijke belang om (de hoogte van) haar uitkeringsplicht vast te stellen..

4.10.

Anders dan [eiser] heeft aangevoerd, leidt de beschikbaarheid van de taxatierapporten van [taxatiebureau] en Dekra niet tot het oordeel dat Delta Lloyd niet is geschaad in haar belangen om de schade goed te kunnen vaststellen. Het taxatierapport van Dekra gaat immers uit van de door [eiser] opgegeven, maar niet te verifiëren aankoopprijs en Dekra heeft evenmin kunnen controleren in hoeverre en op welke wijze de schade aan de auto is hersteld. Wat betreft het in opdracht van [eiser] opgestelde taxatierapport van [taxatiebureau] geldt dat [taxatiebureau] het chassisnummer van de auto niet heeft gecontroleerd. Bovendien heeft [taxatiebureau] de auto slechts op zicht getaxeerd en was hij niet van tevoren op de hoogte gebracht van het schadeherstel.

4.11.

Het voorgaande brengt met zich dat Delta Lloyd zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt heeft gesteld dat het recht van [eiser] op een uitkering onder de polis, voor zover dit recht al bestaat (hetgeen Delta Lloyd ook heeft betwist), is komen te vervallen. De vorderingen van [eiser] dienen derhalve te worden afgewezen. De overige verweren van Delta Lloyd behoeven geen bespreking meer.

4.12.

[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Delta Lloyd worden begroot op:

- griffierecht € 1.836,00

- salaris advocaat € 1.788,00 (2 punten × tarief € 894,00)

Totaal € 3.624,00

4.13.

De gevorderde veroordeling van [eiser] in de nakosten van Delta Lloyd is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar als na te melden.

5. De beoordeling in reconventie

5.1.

Delta Lloyd stelt in reconventie dat er sprake is van fraude door [eiser]. Zij beroept zich in dat verband primair op artikel 5 van de polisvoorwaarden, waarin wordt bepaald dat ingeval van fraude de door Delta Lloyd gemaakte onderzoekskosten bij de verzekeringnemer in rekening kunnen worden gebracht.

5.2.

Ter onderbouwing van haar standpunt terzake heeft Delta Lloyd gesteld dat [eiser] (opzettelijk) onjuiste informatie en onvolledige inlichtingen aan haar heeft verschaft. Volgens Delta Lloyd gaat het hier - zo begrijpt de rechtbank - om (deels tegenstrijdige) inlichtingen over de gestelde diefstal, de aankoop(prijs) van de auto, de onderhoudsnota’s en de kilometerstand.

5.3.

[eiser] betwist dat hij opzettelijk onjuiste en onvolledige inlichtingen heeft verschaft. Hij voert - kort gezegd - aan gedaan te hebben wat hij kon met betrekking tot het verschaffen van informatie over het aankoopbedrag, de diefstal en de onderhoudsnota’s. Met betrekking tot de kilometerstand verkeerde hij zelf ook in een onjuiste voorstelling van zaken en heeft hij niet met opzet een verkeerde kilometerstand doorgegeven, aldus [eiser].

5.4.

De rechtbank overweegt dat volgens artikel 5 van de polisvoorwaarden onder fraude wordt verstaan het opzettelijk en op andere gronden en wijzen dan waarvoor deze bedoeld zijn (proberen te) krijgen van een schade- of kostenvergoeding, reparatie van schade in natura, uitkering waar geen recht op bestaat of verzekeringsdekking op basis van valse informatie.

5.5.

Hoewel [eiser], zoals ook in conventie is overwogen, onvoldoende bescheiden en (verifieerbare) informatie aangaande de aankoopprijs van de auto en de reparatiekosten aan Delta Lloyd heeft verstrekt, brengt dit nog niet met zich dat ook sprake is van het opzettelijk misleiden of het opzettelijk achterhouden van informatie door [eiser]. Gezien het verweer van [eiser] heeft Delta Lloyd onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat [eiser] opzettelijk heeft getracht Delta Lloyd te misleiden. Hetzelfde geldt voor het doorgeven door [eiser] van een verkeerde kilometerstand, nu Delta Lloyd - mede gelet op het verweer van [eiser] - onvoldoende heeft gesteld ter rechtvaardiging van de conclusie dat [eiser] zelf van de juiste kilometerstand op de hoogte was en vervolgens opzettelijk een afwijkende stand aan Delta Lloyd/Dekra heeft doorgegeven. Hierbij weegt de rechtbank onder meer mee dat niet uitgesloten kan worden, zoals [eiser] ook aanvoert, dat de kilometerstand reeds was teruggedraaid vóór 4 november 2011 (de dag waarop [eiser] de auto gekocht stelt te hebben) en dat [eiser] zich bij het aan Dekra doorgeven van de kilometerstand zoals die volgens hem was ten tijde van de aankoop onopzettelijk heeft vergist. Het voorgaande brengt met zich dat niet is komen vast te staan dat er sprake is van fraude door [eiser]. Delta Lloyd heeft derhalve geen recht op vergoeding van onderzoekskosten door [eiser] op grond van artikel 5 van de polisvoorwaarden.

5.6.

Delta Lloyd heeft haar vordering tot vergoeding van onderzoekskosten voorts gegrond op het feit dat [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn inlichtingenplicht uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst, hetgeen volgens Delta Lloyd op grond van artikel 6:74 BW dient te leiden tot vergoeding door [eiser] van de schade die Delta Lloyd hierdoor heeft geleden.

5.7.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft Delta Lloyd evenwel onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat zij door het niet nakomen door [eiser] van zijn inlichtingenplicht schade heeft geleden. Na de schademelding door [eiser] heeft Delta Lloyd immers direct Dekra ingeschakeld om een onderzoek te doen. Eerst daarna heeft [eiser] onvoldoende voldaan aan zijn verplichtingen om informatie te verschaffen. Gesteld noch gebleken is dat Delta Lloyd geen of minder interne of externe onderzoekskosten zou hebben gehad indien [eiser] zijn verplichtingen terzake was nagekomen.

5.8.

Het voorgaande brengt met zich dat de vordering van Delta Lloyd dient te worden afgewezen.

5.9.

Delta Lloyd zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. De kosten voor het salaris advocaat voor de verrichtingen in reconventie worden wegens de samenhang van de vorderingen in reconventie met de vorderingen in conventie gesteld op de helft van het toepasselijke liquidatietarief. De kosten aan de zijde van [eiser] worden aldus begroot op € 894,00 (2 punten x factor 0,5 x tarief € 452,-).

6. De beslissing

De rechtbank

in conventie

6.1.

wijst de vorderingen af,

6.2.

veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Delta Lloyd tot op heden begroot op € 3.624,00, te betalen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis bij gebreke waarvan te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

6.3.

veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

6.4.

verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,

in reconventie

6.5.

wijst de vorderingen af,

6.6.

veroordeelt Delta Lloyd in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 452,00,

6.7.

verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

Dit vonnis is gewezen door mr. L.R. Wisse en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2014.

type: Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature