E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBAMS:2012:BV3609
LJN BV3609, Rechtbank Amsterdam, 13/656228-10 (PROMIS)

Inhoudsindicatie:

Verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van gekwalificeerde doodslag tot 14 jaar gevangenisstraf.

Medeplegen.

De verdediging heeft betoogd dat verdachte niet kan worden aangemerkt als medepleger van de levensberoving van het slachtoffer omdat verdachte zelf geen handelingen heeft verricht die tot de dood van het slachtoffer hebben geleid en hij zich van het feit heeft gedistantieerd. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende.

Uit het dossier valt af te leiden dat verdachte een initiërende rol heeft gehad bij de overval. Hij heeft de medeverdachten verteld dat hij een tip had gekregen over een Afrikaan die drugs zou hebben. Ook is hij de persoon die een geladen vuurwapen heeft opgehaald en meegenomen en dat aan [medeverdachte 1] heeft gegeven. Op het moment dat het slachtoffer de deur van de woning opendeed, heeft hij zijn hand op de mond van het slachtoffer gedaan en het slachtoffer samen met [medeverdachte 1] naar de slaapkamer geleid. In de slaapkamer heeft verdachte het slachtoffer een knietje gegeven, waardoor deze op zijn knieën op de grond terecht is gekomen. Hij heeft dus een actieve bijdrage geleverd aan het breken van de weerstand van het slachtoffer.

Nadat hij terugkwam bij de slaapkamer, zag hij dat [medeverdachte 1] het slachtoffer aan het wurgen was. Hij hoorde dat [medeverdachte 1] zei dat hij het slachtoffer dood zou maken en zag dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] het slachtoffer in bedwang hielden. Deze handelingen duurden ongeveer twee minuten. In deze tijd heeft hij noch fysiek noch verbaal ingegrepen, terwijl hij daartoe wel de mogelijkheid had, noch heeft hij zich van de handelingen van de overige verdachten gedistantieerd door reeds toen de woning te verlaten. Dit heeft hij pas gedaan toen het slachtoffer niet meer bewoog.

Hoewel niet gezegd kan worden dat verdachte naar het slachtoffer is gegaan met de intentie om hem te doden - dat lag ook niet voor de hand nu diens medewerking vereist was bij het zoeken naar de in de woning verondersteld aanwezige drugs - kan naar het oordeel van de rechtbank wel worden aangenomen dat verdachte door met een getrokken en geladen vuurwapen samen met zijn mededader bij het slachtoffer binnen te dringen de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat ingeval van enig verzet dodelijk geweld zou worden gebruikt. Dat het gebruik van dat geweld verdachte in zekere zin ook om het even was valt ook af te leiden uit zijn gedragingen tijdens de wurging aangezien hij toen enkel bezig was met het opvegen van het bloed, dat bij ontdekking van het delict door de politie naar hem zou leiden, en niet met het lot van het slachtoffer. Gelet hierop kan verdachte naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als medepleger van de opzettelijke levensberoving van het slachtoffer.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie