E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBAMS:2011:BR3108
LJN BR3108, Rechtbank Amsterdam, 10/253 (Alkmaar)

Inhoudsindicatie:

11. Gelet op de artikelen 1 en 2 van de Verordening is voor het in rekening brengen van leges voor diensten die door of vanwege de gemeente worden verleend vereist dat een aanvraag wordt ingediend. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser geen schriftelijke aanvraag voor een sloopvergunning heeft ingediend en eiser bij de aanvraag om bouwvergunning niet de in paragraaf 1.2.5. onder d, van de bijlage bij het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning bedoelde bescheiden (een afschrift van een sloopvergunning dan wel een bewijs van aanvraag van een sloopvergunning) heeft overgelegd.

12. De vraag of een sloopvergunning noodzakelijk was kan in deze procedure niet aan de orde komen. Omdat eiser tegen de verleende sloopvergunning geen bezwaar heeft gemaakt, heeft de sloopvergunning formele rechtskracht verkregen en moet het er in deze procedure voor worden gehouden dat de aanvraag bouwvergunning terecht tevens als aanvraag sloopvergunning is aangemerkt. De rechtbank is evenwel van oordeel dat eiser in strijd met het vijfde lid van artikel 2.1.4., van de Bouwverordening door of namens burgemeester en wethouders daarvan niet in kennis is gesteld. Anders dan verweerder heeft gesteld kan de brief van 11 augustus 2009 of het besluit van 9 september 2009 waarbij de sloopvergunning is verleend niet als een kennisgeving als bedoeld in artikel 2.1.4, vijfde lid, van de Bouwverordening gelden. Gelet hierop heeft verweerder ten onrechte leges sloopvergunning geheven,

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie