U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Aanbesteding. Kort geding. Aanbesteder heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure gehouden voor het inzamelen en bewerken van huishoudelijk oud papier en karton in de gemeente Venlo. Bij de eerste aanbesteding heeft eiseres als enige ingeschreven en hierdoor is zij als nummer één geëindigd. Aanbesteder heeft vervolgens besloten niet tot gunning over te gaan, omdat zij van mening was dat eiseres bij de eerste aanbesteding te hoog had ingeschreven. Vervolgens is aanbesteder een tweede aanbestedingsprocedure gestart. Eiseres vordert in dit kort geding staking van deze nieuwe (tweede) aanbestedingsprocedure. Zij stelt daartoe dat aanbesteder met het organiseren van deze tweede aanbesteding in strijd met de precontractuele goede trouw handelt, nu de opdracht niet wezenlijk is gewijzigd. Aanbesteder voert daarentegen aan dat zij de opdracht bij de tweede aanbestedingsprocedure weldegelijk wezenlijk heeft gewijzigd. De voorzieningenrechter hanteert het arrest HvJ EG 19 juni 2008 zaak C-454/06 (pressetext Nachrichtenagentur) als maatstaf bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een wezenlijke wijziging. In dit geval heeft aanbesteder bij de tweede aanbesteding de werkzaamheden aanzienlijk beperkt. Eiseres heeft ook niet betwist dat hierdoor meer lokale bedrijven interesse in de nieuwe opdracht zouden kunnen gaan tonen. Voorts heeft aanbesteder in afwijking van de eerste aanbesteding het inflatierisico op zich genomen. Eiseres heeft erkend dat dit tot een andere inschrijving zou kunnen leiden. Vanwege de beperking van de ‘scope’ en de wijziging van het economisch evenwicht in de opdracht is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat aanbesteder de opdracht wezenlijk heeft gewijzigd. Vanwege het voorshands oordeel dat sprake is van een nieuwe opdracht en na een afweging van belangen, wordt de gevraagde voorziening geweigerd.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht, voorzieningenrechter

zaaknummer / rolnummer: 476125 / KG ZA 10-2152 NB/CGvB

Vonnis in kort geding van 8 december 2010

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres],

gevestigd te [vestigingsplaats],

eiseres bij dagvaarding van 26 november 2010,

advocaat mr. P.L.M.F. Roosendaal te Oss,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

VAOP OUD PAPIER B.V.,

gevestigd te Hilversum,

gedaagde,

advocaat mr. H. de Rooij te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiseres] en Vaop worden genoemd.

1. De procedure

Ter terechtzitting van 3 december 2010 heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Vaop heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. [eiseres] heeft producties en een pleitnota in het geding gebracht. Vaop heeft een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 8 december 2010 de beslissing gegeven. Het onderstaande is die uitwerking en is op 14 december 2010 afgegeven.

Ter zitting waren aanwezig, voor zover hier van belang:

Aan de zijde van [eiseres]: de heer [persoon 1] met mr. Roosendaal.

Aan de zijde van Vaop: de heer [persoon 2] en de heer [persoon 3] met mr. de Rooij.

2. De feiten

2.1. De Coöperatieve Vereniging VAOP AU, een coöperatie van gemeenten, gemeentelijke samenwerkingsverbanden en overheids N.V.’s (hierna: VAOP AU), is (onder meer) 100% eigenaar van Vaop. Vaop draagt binnen VAOP AU zorg voor de inzameling en verwijdering van huishoudelijk oud papier en karton in een aantal gemeenten, waaronder Venlo. Vaop is een aanbestedende dienst in de zin van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna: Bao). Op grond van het Bao is zij verplicht opdrachten voor werken, leveringen en diensten boven de drempelwaarde aan te besteden.

2.2. [eiseres] is een bedrijf dat zich bezig houdt met de inzameling en recycling van afvalstoffen.

2.3. In 2005 heeft Vaop voor de periode vanaf 2005 tot en met 2010 een aanbesteding gehouden voor het inzamelen en bewerken van huishoudelijk oud papier en karton in de gemeente Venlo. Deze aanbesteding is door [eiseres] gewonnen en vervolgens aan haar gegund. De opdracht wordt thans nog steeds door [eiseres] uitgevoerd.

2.4. Op 6 augustus 2010 heeft Vaop een nieuwe aankondiging voor een Europese openbare aanbestedingsprocedure gepubliceerd voor een raamovereenkomst van vier jaar (periode vanaf 2011 tot en met 2015) ten behoeve van het inzamelen en bewerken van huishoudelijk oud papier en karton in de gemeente Venlo. In het ten behoeve van deze Europese openbare aanbesteding opgestelde aanbestedingsdocument, staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

(…)

1. Algemeen

(…)

1.3 De Opdracht

1.3.1 De opdracht omvat inzameling en bewerking van Huishoudelijk OPK (oud papier en karton, aanvulling vzr.) van gemeente Venlo. Het transport vanaf Venlo naar bewerker en het bewerken zelf, de volledige registratie en administratie voor een correcte financiële afwikkeling behoren ook tot deze aanbesteding. In gemeente Venlo wordt ongeveer 6.700 ton op jaar basis aan OPK ingezameld. Dit wordt uitsluitend gedaan door verenigingen door middel van kraakperswagens en afzetcontainers. Het totaal te bewerken gewicht bedraagt 7.100 ton.(…)

1.6 Algemeen

1.6.1 De Aanbestedende Dienst behoudt zich, zonder tot enigerlei schadevergoeding te zijn gehouden, in ieder geval het recht voor: (…)

• de procedure tussentijds om haar moverende redenen op te schorten of af te breken;

• (…)

• de Opdracht niet te gunnen;

• de Gunningsbeslissing in te trekken en/of te herzien;

(…)

2 Inschrijving

(…)

2.4 ongeldige Inschrijvingen

2.4.1 De Inschrijving die niet voldoet aan het Aanbestedingsdocument en Bijlagen is ongeldig. Eveneens ongeldig is een Inschrijving waaraan één of meer voorwaarden of voorbehouden zijn verbonden.

(…)

4 Beoordeling Inschrijvingen en gunning

4.1 Algemeen

4.1.1 De Aanbestedende Dienst is niet verplicht de Opdracht te gunnen. De aanbestedende dienst is gerechtigd de aanbesteding op het door haar wenselijk geachte moment te beëindigen zonder dat dit tot enige aansprakelijkheid jegens Inschrijvers leidt.

(…)

6 Voorwaarden voor gunning en gunningscriteria

(…)

6.2 Laagste prijs

Opdrachtverlening zal geschieden aan de Inschrijver die de Inschrijving heeft ingediend met de laagste prijs. Dat wil zeggen het tarief voor inzameling (inclusief transport naar bewerker) en het tarief voor bewerking bij elkaar opgeteld.

(…)

7 rechtsbescherming

7.1 Termijnen

7.1.1 De Aanbestedende Dienst zal in beginsel gedurende 15 dagen na verzending van de van de Gunningsbeslissing per e-mail door Inschrijver geen uitvoering geven aan die beslissing overgaan teneinde Inschrijvers gedurende die termijn gelegenheid te bieden een kort geding aanhangig te maken tegen de Gunningsbeslissing door het laten betekenen van de dagvaarding op het adres van de Aanbestedende Dienst (…) Voornoemde termijn is een vervaltermijn.

(…)”

2.5. [eiseres] heeft bij de Nota van Inlichtingen van 26 augustus 2010 een aantal vragen over het aanbestedingsdocument aan Vaop gesteld. Een van de door [eiseres] bij de Nota van Inlichtingen gestelde vragen luidt als volgt:

“(…)

Vraagnummer: Bladzijde/Paragraaf: Vraag:

(…)

6 Paragraaf 6.2 Tussentijdse tariefwijzigingen zijn niet toegestaan. Ook geen jaarlijkse indexering;

(…)”

2.6. Op 24 september 2010 heeft [eiseres] haar offerte ingediend.

2.7. Een op 5 oktober 2010 verstuurd proces-verbaal van de aanbesteding van 27 september 2010 bevat, voor zover hier van belang, de volgende informatie:

“(…)

Om 11.00 uur wordt vastgesteld dat [eiseres] de enige partij is welke een inschrijving heeft gedaan. Na opening voor de envelop worden de volgende inschrijfprijzen vastgesteld:

Inzameling plus transport naar bewerker: €74,66

Bewerking: €26,50

(…)”

2.8. Bij e-mail van 30 september 2010 heeft Vaop, voor zover hier van belang, het volgende aan [eiseres] geschreven:

“(…)

VAOP kan op dit moment nog geen uitsluitsel geven over de gunningbeslissing voor de aanbesteding van de inzameling en bewerking van het oud papier van de gemeente Venlo. We willen u uiterlijk eind volgende week vrijdag, of indien eerder, over deze beslissing berichten. De reden van het uitstellen van de gunningbeslissing ligt in het feit dat we eerst een aantal zaken/criteria nog willen toetsen. Dit vergt meer tijd dan we in eerste instantie hadden begroot.

(…)”

2.9. Bij brief van 1 oktober 2010 heeft [eiseres] bezwaar gemaakt tegen het uitstellen van de gunningsbeslissing.

2.10. Bij e-mail van 5 oktober 2010 (om 12:42) heeft de heer [persoon 2] van Vaop (hierna: persoon 2), voor zover hier van belang, het volgende aan [eiseres] geschreven:

“(…)

Zoals u heeft gemerkt is VAOP nog niet tot gunning overgegaan. Dit heeft te maken met de door [eiseres] gedane inschrijving. De inschrijfprijzen vallen buiten de bandbreedte waar in eerste instantie door VAOP mee is gecalculeerd. Alvorens tot gunning over te gaan, wil ik u (…) uitnodigen om de inschrijfprijzen nader toe te lichten.

(…)”

2.11. [eiseres] is bij e-mail van dezelfde dag (om 13.25) op de uitnodiging van Vaop ingegaan. Vervolgens heeft [eiseres] bij e-mail van eveneens 5 oktober 2010 (om 23.35) Vaop verzocht haar vragen (schriftelijk) te concretiseren.

2.12. Bij e-mail van 6 oktober 2010 heeft Vaop op het verzoek van [eiseres] gereageerd. Deze e-mail luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

“(…)

Omdat, zoals eerder aangegeven deze tarieven niet voldoen aan de verwachting, wil Vaop graag meer inzicht in de opbouw van de door u opgegeven tarieven. De volgende zaken spelen een rol:

1. Ten opzichte van de aanbesteding uit 2005 is er, ten aanzien van het inzamelplan, voor gezorgd dat de inzet van KPW inzameling gelijkmatiger en effectiever (meer inzamelingen per zaterdag per voertuig) plaats kan vinden;

2. Uw inschrijving bevat dezelfde uitvoerende partijen ([eiseres], DAR en [C]) als in de huidige situatie. De inzameling gebeurt in de nieuwe situatie efficiënter (zie punt 1.), op- en overslag blijft ongewijzigd en bewerking vindt plaats onder dezelfde condities en op dezelfde locatie.

Deze factoren in achtnemend is het voor Vaop in eerste instantie niet te doorgronden waarom de inschrijfprijzen significant hoger zijn ten opzichte van de huidige tarieven. Hierover willen we graag helderheid verkrijgen morgen middag. Naar aanleiding van de bevindingen aldaar, zal Vaop haar conclusies trekken en het aanbestedingstraject vervolgen.

(…)”

2.13. Bij e-mail van 8 oktober 2010 heeft Vaop [eiseres], voor zover hier van belang, het volgende geschreven:

“(…)

Naar aanleiding van uw inschrijving op de aanbesteding (…) wil de aanbestedende dienst (Vaop) u middels deze mail de gunningsbeslissing mededelen.

Op de betreffende aanbesteding heeft één partij een Inschrijving gedaan. Vaop heeft deze inschrijving getoetst aan de huidige tarieven en op marktconformiteit. Op basis van onze bevindingen is Vaop van mening dat deze enige inschrijving dusdanig hoog is, dat deze niet in verhouding staat tot de huidige tarieven en dat er tevens geen sprake is van markconformiteit. De volgende zaken spelen een rol

1. Ten opzichte van de aanbesteding uit 2005 is er, ten aanzien van het inzamelplan, voor gezorgd dat de inzet van KPW inzameling gelijkmatiger en effectiever (meer inzamelingen per zaterdag per voertuig) plaats kan vinden. Beoogd was hiermee een kostenreductie te bewerkstelligen;

2. De enige inschrijving bevat dezelfde uitvoerende partijen ([eiseres], DAR en [C]) als in de huidige situatie. De inzameling gebeurt in de nieuwe situatie efficiënter (zie punt 1.), op- en overslag blijft ongewijzigd en bewerking vindt plaats onder dezelfde condities en op dezelfde locatie. Hierdoor kan er in beginsel geen sprake zijn van een stijging van kosten, anders dan een ingecalculeerde indexatie voor de komende looptijd.

Om deze reden heeft Vaop, conform artikel 1.6.1 en 4.1.1 van het bestek, besloten niet tot gunning over te gaan.

(…)”

2.14. De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 19 oktober 2010 bezwaar gemaakt tegen de onder 2.13 vermelde gunningsbeslissing. In deze brief heeft [eiseres] (onder meer) betwist dat haar inschrijving niet marktconform is, nu Vaop op basis van een onjuiste aannames tot deze conclusie is gekomen. Voorts heeft [eiseres] aangegeven dat zij Vaop in rechte zal betrekken als Vaop tot een heraanbesteding besluit.

2.15. Op 22 oktober 2010 heeft Vaop op de brief van [eiseres] gereageerd. [eiseres] heeft daarna geen kort geding aanhangig gemaakt.

2.16. Op 25 oktober 2010 heeft Vaop opnieuw een aankondiging voor een Europese openbare aanbestedingsprocedure gepubliceerd voor een raamovereenkomst van vier jaar (periode vanaf 2011 tot en met 2015) ten behoeve van het inzamelen, alsmede de op- en overslag van huishoudelijk oud papier en karton in de gemeente Venlo. In het ten behoeve van deze Europese openbare aanbesteding opgestelde aanbestedingsdocument, staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

“(…)

1. Algemeen

(…)

1.3 De Opdracht

1.3.1 In de gemeente Venlo wordt ca. 6.700 ton op jaarbasis aan OPK ingezameld (2009) De inzameling wordt uitsluitend gedaan door verenigingen door middel van kraakperswagens en / of(afzet)containers.

1.3.2 De opdracht omvat:

“Inzameling en op- en overslag van OPK afkomstig van huishoudens uit de gemeente Venlo. Inclusief transport naar de op- en overslaglocatie, wegen, lossen, op- en overslag, acceptatie, laden en registratie van weeggegevens.”

(…)

6 Voorwaarden voor gunning en gunningscriteria

(…)

6.2 Laagste prijs

Opdrachtverlening zal geschieden aan de inschrijver die de inschrijving heeft ingediend met de laagste totaalprijs.

6.3 Tariefswijziging

(…) Tussentijdse tariefswijziging zijn niet toegestaan. Jaarlijkse indexering van inzamel, transport en op- en overslagprijzen zijn toegestaan conform de jaarlijkse NEA (binnenlands vervoer) en CPI-index (categorie binnenland, werknemers met laag inkomen).

(…)”

2.17. Op of omstreeks 1 november 2010 heeft [eiseres] de aanbestedingsstukken van de onder 2.16 genoemde aanbesteding opgevraagd. De inschrijftermijn van deze aanbesteding sluit op 6 december 2010. Vaop is voornemens om op 9 december 2010 een voorlopige gunningsbeslissing te nemen.

3. Het geschil

[eiseres] vordert:

primair

1. dat Vaop, op straffe van een dwangsom, wordt geboden de aanbesteding van 25 oktober 2010 te staken, althans deze in te trekken;

subsidiair

2. dat Vaop, op straffe van een dwangsom, wordt verboden de bij de aanbesteding van 25 oktober 2010 aanbestede opdracht aan een ander dan [eiseres] te gunnen;

meer subsidiair

3. dat de voorzieningenrechter een zodanige beslissing neemt die hij in goede justitie vermeent te behoren;

primair, subsidiair en meer subsidiair

4. veroordeling van Vaop in de kosten van dit geding.

3.1. Ter toelichting op de vorderingen is het volgende gesteld. Vaop heeft geen objectieve rechtvaardiging om een heraanbesteding te houden. Bij de aanbesteding van 6 augustus 2010 heeft [eiseres] geldig ingeschreven en is zij ten onrechte als niet marktconform gepasseerd. [eiseres] betwist niet dat Vaop op basis van het aanbestedingsdocument van 6 augustus 2010 het recht had om de aanbesteding in te trekken. Een en ander betekent evenwel niet dat Vaop een nieuwe aanbesteding voor dezelfde opdracht mag houden om te proberen meer concurrentie op gang te brengen. Het is slechts toegestaan een opdracht opnieuw aan te besteden op het moment dat Vaop de opdracht wezenlijk wijzigt. Blijkens de aanbestedingsdocumenten van 25 oktober 2010 is de opdracht enkel op ondergeschikte punten gewijzigd. Vaop heeft er bij de heraanbesteding voor gekozen het bewerkingsdeel te laten vervallen en enkel het “zogenaamde” inzamelingsdeel opnieuw aan te besteden. Het bewerkingsdeel is in de praktijk echter niet vervallen, omdat Vaop – in afwijking van de eerste aanbesteding – de mogelijkheid heeft gecreëerd om papier over te kopen. Op die manier wordt het bewerkingsdeel niet meer openbaar, maar onderhands aanbesteed. Het schrappen van het inzamelingsdeel brengt dan ook geen wezenlijke wijziging met zich. Te minder, nu het inzamelingsplan van de tweede aanbesteding identiek is aan de eerste aanbesteding. Uit het voorgaande volgt dat Vaop de heraanbesteding niet kan rechtvaardigen. Vaop handelt dan ook in strijd met precontractuele goede trouw jegens [eiseres] als zij de heraanbesteding niet staakt. Vanwege het onrechtmatige handelen van Vaop heeft [eiseres] belang bij haar vorderingen. Bovendien volgt uit de aanbestedingsdocumenten van de heraanbesteding dat Vaop voornemens is op 9 december 2010 een voorlopige gunningsbeslissing te nemen.

3.2. Vaop voert verweer. Vaop is – naar vaste jurisprudentie – niet gehouden de opdracht aan [eiseres] te gunnen. Uit het aanbestedingsdocument volgt eveneens dat Vaop bevoegd was om de opdracht niet te gunnen. Vaop heeft belang bij en is gerechtigd tot het houden van een nieuwe aanbesteding, aangezien het op gang brengen van concurrentie bij de eerste aanbesteding niet is gelukt. Dit leidt Vaop af uit het arrest HvJ EG 16 september 1998 zaak C-27/98 (Metalmeccanica Fracasso). Uit dit arrest volgt ook dat Vaop niet over een gewichtige reden behoefde te beschikken voor het nemen van de beslissing om niet te gunnen. Voorts had Vaop op basis van bij haar bekende marktgegevens een lagere prijs verwacht dan [eiseres] heeft aangeboden. Het door [eiseres] geoffreerde tarief ligt 25% hoger dan het huidige tarief. Dit is voor Vaop onbegrijpelijk nu een efficiëntieslag tot lagere inzamelkosten had moeten leiden. Vaop is daarom tot de conclusie gekomen dat de inschrijving van [eiseres] bij de eerste aanbesteding niet marktconform was. [eiseres] heeft de conclusie van Vaop niet kunnen weerleggen en daarom is de opdracht niet aan [eiseres] gegund. [eiseres] kan naar vaste jurisprudentie ook niet meer tegen deze beslissing opkomen, aangezien de Alcateltermijn is verlopen.

3.2.1. Vervolgens heeft Vaop een nieuwe wezenlijk gewijzigde aanbesteding uitgeschreven. De bewerking van het oud papier en het transport naar de bewerkingslocatie zijn geschrapt, teneinde andere partijen voor deze opdracht te interesseren. De ervaring heeft Vaop geleerd dat lokale bedrijven de bewerkingsdiensten niet kunnen leveren. Het ligt in de verwachting van Vaop dat er meer lokale partijen op de tweede aanbesteding zullen inschrijven, nu zij de opdracht heeft gesplitst. Vaop zal het bewerkingsdeel apart aanbesteden.

3.2.2. [eiseres] heeft ook geen (spoedeisend) belang bij haar vorderingen. [eiseres] kan immers aan de nieuwe aanbesteding deelnemen en voorts kan zij niet meer opkomen tegen het resultaat van de eerste aanbesteding. Ten slotte voert Vaop aan dat de subsidiaire vordering van [eiseres] niet kan worden toegewezen, nu de tweede aanbesteding nog niet heeft plaatsgevonden. De vorderingen van [eiseres] dienen dan ook te worden afgewezen.

4. De beoordeling

4.1. Het verweer dat [eiseres] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, wordt niet gevolgd. De vorderingen van [eiseres] komen er op neer dat [eiseres] vraagt de lopende (tweede) aanbesteding stop te zetten. Nu de vorderingen van [eiseres] niet zijn gericht op de eerste aanbestedingsprocedure maar op de tweede aanbestedingsprocedure, kan het beroep van Vaop op de vervaltermijn van vijftien dagen, die in artikel 7.1.1 van de aanbestedingsleidraad van de eerste aanbesteding is opgenomen, Vaop niet baten.

4.2. [eiseres] heeft voorshands voldoende spoedeisend belang bij haar vorderingen, nu zij een dreigend onrechtmatig handelen aan de voorzieningenrechter ter beoordeling wil voorleggen. [eiseres] is derhalve ontvankelijk in haar vorderingen.

4.3. De klachten van [eiseres] over het passeren van haar inschrijving bij de eerste aanbesteding zijn eerst na de vervaltermijn van vijftien dagen in rechte door [eiseres] in dit kort geding naar voren gebracht. De stelling van [eiseres], dat haar inschrijving ten onrechte als te hoog en niet-marktconform is aangemerkt, kan haar dan ook niet meer baten.

4.4. Het beginsel van contractvrijheid maakt voorts dat Vaop naar vaste jurisprudentie het recht had bij de eerste aanbesteding niet tot gunning over te gaan. Dit recht heeft Vaop zich ook uitdrukkelijk voorbehouden gelet op de artikelen 1.6 en 4.1.1 van de aanbestedingsleidraad van de eerste aanbesteding van 6 augustus 2010. Het is echter niet de bedoeling dat aanbesteders onder een onwelgevallig aanbestedingsresultaat uit kunnen komen door dezelfde opdracht opnieuw aan te besteden. Dit is in strijd met de goede trouw en wordt volgens vaste rechtspraak gekwalificeerd als 'leuren'.

4.5. Na de eerste aanbesteding kon Vaop slechts een wezenlijke gewijzigde - en daarmee in aanbestedingsrechtelijke zin nieuwe - opdracht aanbesteden.

4.6. Het arrest HvJ EG 19 juni 2008 zaak C-454/06 (pressetext Nachrichtenagentur) vormt het uitgangspunt bij de beoordeling of sprake is van een wezenlijke wijziging. Van een wezenlijke wijziging kan – kort gezegd – sprake zijn als de aanbestedende dienst voorwaarden invoert, die mogelijk tot een andere kring van gegadigden leidt, het aantal diensten ten opzichte van de eerste aanbesteding wordt uitgebreid c.q. beperkt en voorts als het economisch evenwicht ten opzichte van de eerste aanbesteding is verschoven.

4.7. In dit geval wijkt de opdracht van de tweede aanbesteding in een aantal opzichten af van de opdracht bij de eerste aanbesteding. Zo heeft Vaop de scope van de opdracht beperkt, in die zin dat de opdracht thans bestaat uit de inzameling, op- en overslag, en het transport van oud papier. De zogenaamde bewerking van oud papier maakt niet langer deel uit van de opdracht. Dat het bewerkingsdeel in de praktijk onderdeel van de opdracht zal blijven uitmaken, is in het licht van de mededeling dat Vaop het bewerkingsdeel apart (Europees) zal aanbesteden onvoldoende aannemelijk geworden. Vaop heeft voorts onbetwist gesteld dat er in vergelijking met de eerdere aanbesteding meer lokale ondernemers het bestek hebben opgevraagd. Bovendien heeft [eiseres] ter zitting zelf aangegeven dat de nieuwe opdracht minder interessant is dan de vorige opdracht, nu zij is gespecialiseerd in de bewerking van oud papier en karton.

4.8. Verder diende de inschrijver bij de eerste aanbesteding het inflatierisico voor de duur van de opdracht te dragen. [eiseres] heeft toegelicht dat zij, in verband met dit risico, een opslag op haar inschrijfsom heeft gehanteerd. Bij de tweede aanbesteding heeft Vaop dit risico zelf, als opdrachtgever, genomen door markpartijen jaarlijks toe te staan hun inschrijfsommen conform de NEA en de CPI-index te verhogen. [eiseres] heeft ter zitting erkend dat deze wijziging van invloed is op de aan te bieden prijzen. Hierdoor is ook het economisch evenwicht van de opdracht veranderd.

4.9. Uit hetgeen onder 4.6, 4.7 en 4.8 is overwogen volgt dat naar voorlopig oordeel voldoende aannemelijk is dat de opdracht bij de tweede aanbesteding zodanig wezenlijk is gewijzigd ten opzichte van de eerste aanbesteding, dat sprake is van een nieuwe opdracht. Dit brengt mee dat de vorderingen van [eiseres] zullen worden afgewezen.

4.10. Ook een belangenafweging leidt niet tot toewijzing van de vorderingen van [eiseres]. Vaststaat dat de overeenkomst tussen [eiseres] en Vaop per 1 januari 2011 eindigt. Vaop dient per die datum een nieuwe opdrachtnemer te hebben gevonden om het oud papier en karton op te halen en op te slaan. Dit kan niet worden uitgesteld. Het toewijzen van de vordering zou betekenen dat Vaop in acute problemen zou komen. Een terugkeer naar de aanbestedingsprocedure van 6 augustus 2010 is niet mogelijk, nu deze procedure reeds is ingetrokken. Het staken van de tweede aanbesteding kan niet leiden tot 'herleving' van de eerste aanbesteding waar [eiseres] de enige inschrijver was. Ten slotte heeft [eiseres] aangegeven te zullen inschrijven bij de tweede aanbesteding, zodat zij de kans heeft de opdracht nog via die aanbesteding te verwerven.

4.11. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Vaop worden begroot op:

- vast recht € 560,00

- salaris advocaat 816,00

Totaal € 1.376,00

5. De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,

5.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Vaop tot op heden begroot op € 1.376,00,

5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. C.G. van Blaaderen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2010.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature