Weduwe asbestslachtoffer verwijt de gewezen werkgever van haar echtgenoot dat hij tekort is geschoten in zijn zorgplicht en dat hij daarom schadeplichtig is. Het slachtoffer is op 57 jarige leeftijd in 2007 overleden. Hij heeft vanaf 1964 of vanaf 1966 tot begin 1968 bij de werkgever gewerkt. Vordering wordt afgewezen, omdat de werkgever een klein houtbedrijf was en het in de jaren dat het slachtoffer bij hem werkte onbekend is welke gevaren zijn verbonden aan het (incidenteel) werken met wit asbest. Ten overvloede wordt het beroep op verjaring van de werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar geacht.