Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Weduwe asbestslachtoffer verwijt de gewezen werkgever van haar echtgenoot dat hij tekort is geschoten in zijn zorgplicht en dat hij daarom schadeplichtig is. Het slachtoffer is op 57 jarige leeftijd in 2007 overleden. Hij heeft vanaf 1964 of vanaf 1966 tot begin 1968 bij de werkgever gewerkt. Vordering wordt afgewezen, omdat de werkgever een klein houtbedrijf was en het in de jaren dat het slachtoffer bij hem werkte onbekend is welke gevaren zijn verbonden aan het (incidenteel) werken met wit asbest. Ten overvloede wordt het beroep op verjaring van de werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar geacht.

Uitspraak



RECHTBANK ALMELO

sector kanton locatie Almelo

Zaaknummer 284545 CV EXPL 08 – 4407

Vonnis 13 oktober 2009 (jho)

Vonnis

van de kantonrechter te Almelo in de rechtbank Almelo in de zaak van

wonende te …

in haar hoedanigheid van nabestaande en erfgename van

…, geboren op 24 mei 1949 en

overleden op 27 februari 20007

eiseres, hierna ook wel te noemen eiseres, mevrouw …

gemachtigde mr R.F. Ruers, advocaat te Utrecht

en

de besloten vennootschap HOUTBOUW GORATE B.V.

gevestigd en kantoorhoudende te 7641 AT Wierden aan de Industrieweg 11

gedaagde, hierna ook wel Gorate te noemen

gemachtigde mr L.C. Dufour, advocaat te Den Haag

Het procesverloop

1. De weduwe … heeft in deze procedure gesteld en gevorderd als staat vermeld in de op haar verzoek op 16 september 2008 aan Gorate betekende dagvaarding tegen de zitting van 7 oktober 2008. Aan die dagvaarding is een aantal producties gehecht en meebetekend.

2. Onder overlegging van een aantal producties heeft Gorate op 6 januari 2009 schriftelijk geantwoord op de vordering. Bij brief van dezelfde datum heeft mr Dufour voor Gorate een ondertekende versie van productie 2 toegezonden.

3. … heeft op 3 maart 2009 haar standpunten nader schriftelijk toegelicht. Daarbij heeft zij nog een groot aantal producties, waaronder kopieën van wetenschappelijke literatuur, in het geding gebracht.

4. Gorate heeft op 28 april 2009 haar standpunten nader schriftelijk toegelicht. Daarbij heeft ook zij nog producties overgelegd.

5. Het vonnis is aanvankelijk al bepaald op 2 juni 2009. Daarna heeft het helaas geruime tijd geduurd alvorens pas vandaag dit vonnis kan worden uitgesproken. Een en ander is veroorzaakt door omstandigheden die te wijten zijn aan werkdruk bij de thans vonnis wijzende rechter, aan wie de zaak uiteindelijk ter vonniswijzing is voorgelegd. Hij biedt partijen hierdoor excuses aan voor het feit dat er niet eerder gelegenheid was om de tijd te creëren die nodig was voor het bestuderen van de stukken en het vervaardigen van de beslissing, waardoor zij zo lang op zijn beslissing hebben moeten wachten.

De beoordeling van de vordering en de motivering van de beslissing

1. Op de in de dagvaarding genoemde en daarna bij schriftelijke toelichting nader toegelichte gronden vordert de weduwe … verklaring voor recht dat Gorate jegens haar overleden man en haar verwijtbaar tekort is geschoten in haar zorgplicht en daarom schadeplichtig is. Zij vordert voorts veroordeling van Gorate om aan haar een schadevergoeding te betalen groot € 60.000,00 met rente wegens immateriële schade zomede een nader bij staat op te maken en volgens de wet te vereffenen vergoeding wegens materiële schade.

2. Gorate verweert zich tegen de vordering op de gronden als vermeld in de conclusie van antwoord en nader schriftelijk toegelicht bij conclusie van 28 april 2009. Verkort zakelijk weergegeven is zij van oordeel dat zij niet verwijtbaar tekort is geschoten in de zorgplicht voor haar vroegere werknemer … in verband met eventuele blootstelling aan asbest tijdens het dienstverband. Indien dat anders zou worden beoordeeld door de rechter dan is volgens Gorate met betrekking tot de vordering van mevrouw … sprake van verjaring. In dat verband stelt zij zich verkort zakelijk weergegeven op het standpunt dat haar beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is, indien daarbij in aanmerking worden genomen de zogeheten zeven gezichtspunten, welke inmiddels in de jurisprudentie van de Hoge Raad tot leidraad behoren te worden genomen bij de beoordeling van het beroep op verjaring.

3. De kantonrechter zal in het hierna volgende overwegen betreffende de feiten, de blootstelling, de (mate van) verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgeefster en haar zorgplicht en omtrent het beroep op verjaring. Hij gaat daarbij uit van de navolgende feiten en omstandigheden, welke op grond van hetgeen door de een is gesteld en door de ander is erkend of niet voldoende gemotiveerd is weersproken en althans door de inhoud van niet betwiste producties genoegzaam aannemelijk is geworden.

4. … is de overleden echtgenoot van …. Hij is op 24 mei 1949 geboren en op 27 februari 2007 overleden op ruim 57 jarige leeftijd. … is nabestaande en erfgename. … is gedurende zijn arbeidzaam leven voornamelijk timmerman geweest. Na zijn schoolopleiding heeft hij eerst gewerkt bij Gorate. In de beginfase was de rechtsvorm van Gorate een v.o.f. Later, omstreeks 1966, werd het een besloten vennootschap die tot heden onafgebroken heeft “bestaan.” Het valt niet helemaal meer met voldoende zekerheid vast te stellen wanneer … bij Gorate is begonnen te werken. De weduwe stelt dat het al in 1964 is geweest. Gorate wil dat niet betwisten, maar komt op basis van vermoedelijke duur van de schooltijd, een korte tijd bij een ander bedrijf tot de veronderstelling dat … waarschijnlijk in 1966 is gekomen. In elk geval is begin 1968 het dienstverband beëindigd. Daarna heeft … nog gewerkt bij een aantal andere werkgevers, een en ander zoals vermeld in een door het Instituut Asbestslachtoffers opgestelde arbeidshistorie. Deze is door Gorate niet betwist.

5. Tijdens het werk bij Gorate heeft … zich voornamelijk beziggehouden met het bouwen van varkensstallen. Daarnaast in mindere mate met het timmerwerk ten behoeve van scholenbouw. Een deel van zijn werk bij de schuren bestond uit het aanbrengen van dakplaten. Die dakplaten waren afkomstig van het bedrijf Eternit. Die platen bevatten zogeheten wit asbest. De kantonrechter gaat uit van de juistheid van de stelling van Gorate dat de bewerking van die platen bij het aanbrengen als dakbedekking bestond uit het bevestigen met bouten van die platen op het houten dakgeraamte en het zonodig knippen en afbreken van stukken van die asbestplaten om ze in de juiste maat te krijgen. Onvoldoende is gebleken dat bij die werkzaamheden sprake is geweest van slijpen van die asbestplaten. De werkzaamheden vonden voornamelijk plaats in de open lucht.

6. Gorate was tussen 1964 en 1968 een bouwbedrijf met een gering aantal werknemers. De mededelingen omtrent het aantal lopen wat uiteen en administratieve gegevens uit die periode omtrent het precieze werknemersbestand (en ook over de exacte data van begin en eind van het dienstverband van …) alsook omtrent de projecten die Gorate in die periode heeft uitgevoerd, ontbreken. Wel is duidelijk geworden dat het bedrijf tussen 1964 en 1968 een groei doormaakte en dat het aantal werknemers toenam tot een stuk of twintig rond 1968 en daarna geleidelijk aan tot zo’n tachtig. De precieze verhouding tussen de tijd die … besteedde aan werk waarin hij niet met asbest in aanraking kwam en de tijd die met het aanbrengen van de asbestgolfplaten gemoeid was, valt niet eenvoudig te berekenen. Gorate doet een poging en komt tot ongeveer een derde van de tijd voor het aanbrengen van platen, indien … enkel en alleen met varkensstallen bezig zou zijn geweest. Bij een dienstverband van hooguit twee jaar zou de blootstelling aan het asbest van die platen mitsdien ongeveer gedurende maximaal grofweg acht maanden hebben plaatsgevonden. In de open lucht.

7. Als overwogen zijn voor zaagwerkzaamheden onvoldoende aanwijzingen. Aan het Instituut Asbestslachtoffers zijn onder meer schriftelijke verklaringen van de heren … en … overgelegd. Laatstgenoemde geeft aan dat … mogelijk met asbestgolfplaten heeft gewerkt en dat daarbij geen zaagwerk werd verricht. … spreekt over weinig contact met asbest als het om golfplaten leggen gaat.

8. … is op 27 februari 200 op de leeftijd van 57.10 jaar overleden. In juli 2006 heeft een longarts bij hem de asbestziekte mesothelioom vastgesteld. Op 12 juli 2006 heeft het Nederlands Mesothelioompanel dezelfde diagnose gesteld. Dat was ongeveer 38 jaar na het einde van het dienstverband met Gorate. In augustus 2006 heeft … Gorate aansprakelijk gesteld voor de eventuele gevolgen van blootstelling bij haar aan asbest. Aan het Instituut Asbestslachtoffers is verzocht een bemiddelingspoging te doen. In verband met de gestelde diagnose is … door het Instituut Asbestslachtoffers via de Sociale Verzekeringsbank een uitkering toegekend groot € 16.476. Op 15 augustus 2008 heeft Gorate via een Expertisebureau Andriessen gereageerd op het bemiddelingsvoorstel van het Instituut Asbestslachtoffers. Op 25 januari 2007 luidt de voorlopige conclusie van het Instituut Asbestslachtoffers dat Gorate destijds verwijtbaar te kort is geschoten in haar zorgplicht tegenover … en dat zij mitsdien aansprakelijk is voor de schade. Bij brief van 2 april 2007 heeft meergenoemd Instituut via het Expertisebureau Andriessen aan Gorate haar definitieve conclusie medegedeeld, welke gelijk is aan de voorlopige. Op 26 juli 2007 wijst het Expertisebureau Andriessen namens Gorate aansprakelijkheid van de hand, waarna op 22 februari 2008 naast andere gronden voor afwijzing van aansprakelijkheid een beroep wordt gedaan op verjaring van het vorderingsrecht. Het Instituut Asbestslachtoffers heeft het dossier op 20 maart 2008 gesloten omdat geen overeenstemming tussen partijen kon worden bereikt.

De dagvaarding in de onderhavige procedure wordt op 16 september 2008 uitgebracht. Ongeveer veertig jaar na het einde van het dienstverband bij Gorate en – mitsdien – de eventueel laatste blootstelling van … aan wit asbest bij dat bedrijf.

9. De kantonrechter gaat ervan uit dat … in elk geval bij Gorate blootgesteld is geweest aan asbest op de hiervoor al nader omschreven wijze. Over het werk bij latere werkgeefsters is te weinig bekend geworden om te concluderen dat (ook) daar van blootstelling sprake is geweest. … heeft over dat latere werk slechts wat summiere informatie aan het Instituut Asbestslachtoffers gegeven. Hoewel niet uit te sluiten valt dat hij als timmerman later wel vaker bij een andere baas ook dit soort golfplaten als dakbedekking heeft aangebracht, staat dienaangaande onvoldoende vast. Gorate heeft nog gesteld dat … altijd woonachtig is geweest in het gebied rondom Eternit Goor, waarin helaas sprake is gebleken van een verhoogde kans op inademing van asbeststof. Zo noemt zij gevallen waarin (gratis) restanten van Eternitproducten als erfverharding zijn gebruikt en waarbij aanwonenden bloot zijn gesteld aan asbest en mesothelioom hebben opgelopen. Zo noemt zij de zaak Jansma en verwijst zij naar de overwegingen van het Hof in het tussen deze en Eternit gewezen arrest, waarbij tot aansprakelijkheid van Eternit is geconcludeerd. Hoewel … op de opmerkingen van Gorate omtrent eventuele andere blootstellingmogelijkheden niet gemotiveerd heeft gereageerd, komen de stellingen van Gorate dienaangaande onvoldoende aannemelijk, immers te speculatief, voor.

10. Er behoort in deze zaak uitgegaan te worden van blootstelling van … aan wit asbest bij Gorate toen hij Eternit golfplaten als dakbedekking aanbracht tussen ongeveer 1964-1966 en 1968. In die tijd was het gebruik van deze platen niet verboden. Integendeel. Ze werden veelvuldig op advies van architecten gebruikt als dakbedekking, maar ook als isolatiemateriaal bij andere toepassingen dan in de houtbouw. Van overheidswege werd het gebruik van asbestplaten in die periode in sommige situaties verplicht voorgeschreven. Er is in deze zaak niet gebleken van latere blootstelling in andere situaties waarvan het meer aannemelijk zou zijn dat toen de ziekte mesothelioom is veroorzaakt, welke zich in 2006 bij … heeft geopenbaard. Andere potentieel aan te spreken verantwoordelijken dan Gorate heeft …derhalve niet.

11. De kernvraag in deze zaak is of Gorate tussen 1964 en 1968 jegens … verwijtbaar tekort is geschoten, niet voldaan heeft aan een wel op haar rustende zorgplicht en mitsdien aansprakelijk is voor de gevolgen van de vastgestelde mesothelioom. Voor … is het antwoord op die vraag bevestigend, onder uitvoerige verwijzing naar wat volgens de literatuur in die periode aan een werkgeefster als Gorate bekend was of had kunnen dan wel behoren te zijn over de schadelijkheid van het werken met asbest. Gorate vindt dat haar geen rechtens relevant verwijt gemaakt kan worden. Zij verwijst daarbij eveneens naar volgens haar relevante wetenschappelijke literatuur en naar uitspraken van Hoge Raad en een of meer Gerechtshoven in soortgelijke zaken, in het bijzonder het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 24 juli 2009 in de zaak Van der Lugt versus Hertel B.V.. De omstandigheden in die zaak waren volgens haar niet wezenlijk anders dan die bij Gorate.

12. De kantonrechter is het wat de eventuele schending van de zorgplicht van Gorate jegens … betreft, eens met het standpunt van de werkgeefster en grotendeels op de gronden zoals deze door haar zijn genoemd. Van belang is dat Gorate geen asbestproducent was en is, zoals Eternit dat wel was in die tijd. Bedrijven als Eternit hadden deskundig personeel in dienst van wie volgens literatuur en rechtspraak verwacht mocht worden dat zij op de hoogte waren van de actuele state of art omtrent de gevaren van asbestblootstelling. In literatuur en rechtspraak wordt aangenomen dat een bedrijf als Eternit al vanaf tenminste eind jaren veertig kennis had kunnen hebben, die de verplichting met zich bracht om haar personeel tegen de gevaren van blootstelling aan asbest bij de productie van asbesthoudende voorwerpen te beschermen. Toentertijd was nog slechts sprake van bekendheid van de asbestziekte asbestose en niet van mesothelioom.

13. In bredere kring buiten bedrijven als Eternit werden de gevaren van werken met en verwerken van asbestproducten, gefabriceerd door een bedrijf als Eternit, pas duidelijker door het verschijnen van de publicatie van de bedrijfsarts Stumphius in het jaar 1969 over werknemers in de scheepsbouw, waar asbest veelvuldig werd toegepast. Als het gaat om een relatief klein bouwbedrijf als dat van Gorate, waarin gewerkt werd met asbestgolfplaten op de wijze zoals hiervoor omschreven (zonder zagen of verspaning), dan behoort te worden aangenomen dat de leiding van zo’n bedrijf niet eerder dan in of kort na 1969 op de hoogte kon zijn van de door Stumphius genoemde gevaren. Weliswaar noemt de gemachtigde van … literatuur van eerdere datum en verwijst hij naar Handelingen van de Tweede Kamer van eveneens voor dat jaar, doch naar het oordeel van de kantonrechter betreft dat zulke specifieke stukken, dat van een bouwondernemer als Gorate niet verwacht mocht worden dat deze daarvan tot 1968 bij het bouwen van systeemvarkensstallen weet had en daar consequenties aan zou moeten verbinden voor de veiligheid van het personeel. Bij Gorate was het niet anders dan het zonder veel twijfel bij alle bouwbedrijven in die tijd ging: het personeel kreeg schoenen met stalen neuzen, gereedschap en periodiek een (bon voor een) nieuwe overall. Van kapjes of maskers bij het snijden of breken van asbestplaten was geen sprake. … heeft de stelling van Gorate dat in de bewuste periode van het dienstverband vanuit de brancheorganisatie voor de bouwwereld nooit is gewaarschuwd voor de gevaren van het werken met en verwerken van asbesthoudende golfplaten, niet gemotiveerd weerlegd. Evenmin de stelling dat … de eerste werknemer is die het bedrijf voor deze ziekte aansprakelijk stelt. Deze stelling is overigens ook van belang voor hetgeen hierna nog zal worden overwogen omtrent een der gezichtspunten in verband met het beroep op verjaring.

14. Voor het aannemen van een zorgplicht als door mevrouw … gesteld ter bescherming van een werknemer als … tussen 1964 en 1968 was naar het oordeel van de kantonrechter, naast het hiervoor overwogene omtrent de publicatie van Stumphius in 1969, te minder reden omdat nog vele jaren na 1969 in de wetenschap verschillende opvattingen heersten omtrent de vraag of ook wit asbest, zoals dat in de Eternit golfplaten verwerkt was, de asbestziekte asbestose tot gevolg kon hebben. Pas rond de negentiger jaren van de vorige eeuw werd duidelijk(er) dat ook wit asbest dodelijk kon zijn. Hoe verschrikkelijk de dood van … als gevolg van mesothelioom ook is, in deze procedure kan naar het oordeel van de kantonrechter niet vastgesteld worden en derhalve niet voor recht worden verklaard dat Gorate destijds in haar zorgplicht jegens hem toerekenbaar tekort is geschoten. Er was destijds in de bouwwereld niets of te weinig bekend omtrent de gevaren van werken met asbestproducten, om aanvullende veiligheidsmaatregelen van de werkgeefster te kunnen verlangen.

15. Ten overvloede zal de kantonrechter nog overwegen betreffende het subsidiaire beroep van Gorate op verjaring van de vordering. Dat beroep is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid in het onderhavige geval niet onaanvaardbaar te achten. Daartoe is, getoetst aan de zeven gezichtspunten, het navolgende redengevend.

16. Door het Instituut Asbestslachtoffers is na vaststelling dat bij … in juli 2006 sprake was van een asbestgerelateerde dodelijke ziekte een uitkering toegekend van

€ 16.476,00. Daarmee heeft …, die ongeveer een half jaar na toekenning is overleden, in elk geval nog geweten dat door het Instituut Asbestslachtoffers zijn standpunt is onderschreven dat de verschrikkelijke ziekte veroorzaakt is door (in elk geval ook) blootstelling aan asbest bij Gorate helemaal in het begin van zijn arbeidzaam leven. Als de dood onvermijdelijk het gevolg is dan is het arbitrair hoeveel geld als schadevergoeding behoort te worden toegekend om al het leed dat geleden wordt en tot het einde nog geleden moet worden, te compenseren. Voor een asbestslachtoffer zal het wellicht belangrijker zijn te weten dat hij in zijn aansprakelijkheidstelling serieus wordt genomen en dat deze – voor wat het waard is – gehonoreerd wordt met een vergoeding, dan dat hij weet dat deze vergoeding uiteindelijk wordt voldaan door het bedrijf waar destijds de blootstelling heeft plaatsvonden. Of, zoals in dit geval, uiteindelijk door de verzekeraar van Gorate. Immers lijkt Gorate tegen een aansprakelijkheidstelling als deze verzekerd te zijn.

17. Het Instituut Asbestslachtoffers casu quo de Sociale Verzekeringsbank (SVB), maakt gebruik van een tabel met schadebedragen welke in concrete gevallen door aansprakelijk gestelde werkgeefster als uitkomst van de bemiddeling min of meer standaard behoren te worden betaald. Vanwege de korte tijd die doorgaans verstrijkt tussen vaststellen van de verschrikkelijke ziekte en het overlijden, werkt dat Instituut en de SVB met eveneens min of meer standaard voorschotbedragen. Het slachtoffer hoeft dan niet onnodig de dupe te worden van het feit dat het bemiddelingstraject bij het Instituut en een eventuele civiele procedure bij de rechter zoveel tijd nemen dat het slachtoffer niet meer meemaakt dat er een uitkering komt. Welke uitkering dan ook is bestemd om bij leven nog enigszins uitgaven te kunnen doen ter verzachting van leed en pijn, hoezeer dat natuurlijk eigenlijk helemaal niet mogelijk is.

18. In deze zaak heeft het Instituut Asbestslachtoffers gezorgd voor een voorschot van genoemd bedrag. Afwijzing van de vordering in deze procedure zal niet leiden tot een verzoek om teruggave van dat bedrag. In die zin verandert de financiële positie van mevrouw … niet. Het verschil tussen voorschot en het gevorderde bedrag wegens immateriële schade zou, in geval van toewijzing, ten goede van haar zijn gekomen en helaas niet meer van … De kantonrechter acht het aannemelijk dat het voor … bij leven niet van wezenlijk verschil zou zijn geweest om te weten of welke vergoeding voor immateriële schade dan ook door het Instituut Asbestslachtoffers, door Gorate zelf of door de verzekeraar van Gorate zou zijn voldaan. Denkbaar ware dat een werknemer, die ervan overtuigd is dat een werkgeefster welbewust en met veronachtzaming van alle regels haar werknemers heeft blootgesteld aan tot de dood leidende gevaren die haar klip en klaar duidelijk moeten zijn geweest tijdens het dienstverband, extra genoegdoening zou ervaren, indien hij zou weten, dat de schade uiteindelijk door die werkgeefster gedragen zal moeten worden.

19. Bij … is het niet waarschijnlijk dat hij die overtuiging op enig moment gehad heeft, 38 jaar nadat hij bij Gorate is vertrokken. Hierboven is overwogen dat en waarom naar het oordeel van de kantonrechter Gorate geen rechtens relevant verwijt valt te maken, hoezeer ook de besmetting door blootstelling tussen ongeveer 1964 en 1968 bij haar heeft plaatsgevonden. Het moet … bij leven bekend zijn geweest, mede gelet op het standpunt dat het Expertisebureau Andriessen voor Gorate heeft verwoord, dat het een hele toer zou worden om uiteindelijk bij een werkgeefster als Gorate het recht op vergoeding geldend te krijgen. De klippen ‘tekortschieten in zorgplicht’ en ‘verjaring’ zouden daarbij niet zo maar zonder meer genomen kunnen worden. Hij zal dus rekening hebben gehouden met het feit dat naast en of in de plaats van de voorschotvergoeding van het Instituut Asbestslachtoffers uiteindelijk geen andere zou komen. Ook hij zal zich ervan bewust zijn geweest dat Gorate destijds een relatief klein bouwbedrijf was dat asbestgolfplaten als dakbedekking liet aanbrengen door werknemers in een tijdsgewricht dat het tot de bouwwereld nog niet was doorgedrongen dat het werken met die platen wel eens gevaarlijk zou kunnen zijn. Gorate was geen asbestproducent als Eternit, waar het personeel dagelijks met asbeststof van doen had zonder afdoende bescherming.

20. De kantonrechter constateert dat het Instituut Asbestslachtoffers veel goed werk doet en daarbij voorkomt dat slachtoffers na vaststelling van de fatale diagnose nog lange tijd in onzekerheid moeten leven of er al of niet een financiële vergoeding komt voor het leed. Zij maakt het mogelijk dat er een uitkering bij leven wordt gedaan. Het is kennelijk een keuze geweest om de hoogte van het voorschot op een aanmerkelijk lager bedrag te bepalen (ongeveer een derde) dan het bedrag waarop het slachtoffer volgens haar recht zou hebben indien de werkgeefster volledige aansprakelijkheid in de bemiddeling zou aanvaarden. … heeft een uitkering ter hoogte van het voorschot ontvangen. Het verschil tussen het nu gevorderde bedrag en dat voorschot zou, de verjaring weggedacht, in geval van toewijzing ten goede zijn gekomen aan zijn weduwe. Nu echter wel sprake is van verjaring, behoort die omstandigheden ten gunste van Gorate mee te wegen bij de te beantwoorden vraag of een beroep op die verjaring onaanvaardbaar te achten is.

21. Aangenomen behoort te worden dat … en althans zijn weduwe naast de uitkering in het kader van de Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers geen andere uitkering hebben ontvangen of ander financiële tegemoetkoming hebben gekend in verband met de immateriële schade door mesothelioom. Van enige uitkering, die niet terugbetaald zal hoeven te worden, is dus wel sprake.

22. De kantonrechter heeft hiervoor overwogen omtrent de mate waarin Gorate wegens de besmetting tussen ongeveer 1964 en 1968 een verwijt kan worden gemaakt. Een rechtens relevant verwijt is er niet. Zo al van enig verwijt gesproken zou moeten worden, dan is dat zodanig gering dat ook dit gezichtspunt C niet ten gunste van … mee kan wegen bij de meergenoemde vraag omtrent de aanvaardbaarheid van het beroep op verjaring.

23. Dat geldt ook voor gezichtspunt D. … heeft niet weersproken dat Gorate volgens haar stelling voor 1998, het einde van de verjaringstermijn van dertig jaar, niet eerder is aangesproken door een werknemer terzake asbestblootstelling. Evenmin heeft … gesteld of aannemelijk gemaakt dat voor 1998 bij andere, soortgelijke bouwbedrijven dit soort aansprakelijkheidstellingen hebben plaatsgevonden, waardoor het in de branche van bouwbedrijven bekend had moeten zijn dat er claims zouden kunnen komen wegens besmetting als gevolg van werken met asbestgolfplaten van Eternit op de wijze zoals dat bij Gorate gebeurde toen … er nog werkte.

24. Voor gezichtspunt E is het niet anders. Weliswaar heeft Gorate zich bij het Instituut Asbestslachtoffers en in de onderhavige procedure verweerd zoals ze dat heeft gedaan, maar zij heeft niet tot in detail in kunnen gaan op aspecten zoals aanvang van het dienstverband, duur van de blootstelling, de aard en omvang van de projecten waar … heeft gewerkt en de wijze waarop het werk werd verricht. Over administratieve gegevens uit de periode 1964 – 1968 zegt zij niet meer te beschikken en tot het bewaren daarvan was zij voor andere doeleinden ook niet door wettelijke voorschriften verplicht.

25. Gezichtspunt F zou bij kunnen dragen tot het oordeel dat het beroep op verjaring toch onaanvaardbaar is. Schade als de onderhavige valt kennelijk onder een door Gorate gesloten verzekering en zou derhalve na toewijzing van een vordering als die van eiseres niet door haarzelf gedragen hoeven te worden.

26. Na ontdekking van de schade in juli 2006 heeft vrijwel direct aansprakelijkheidstelling plaatsgevonden en is de zaak ter bemiddeling voorgelegd aan het Instituut Asbestslachtoffers. Al op 15 augustus 2006 heeft Gorate laten weten geen aansprakelijkheid te aanvaarden omdat zij geen zorgplicht meende te hebben geschonden. Dat standpunt heeft ze op 26 juli 2007 nog eens herhaald om daar in februari 2008 het verjaringsaspect aan toe te voegen. Op 16 september 2008 is gedagvaard, nadat het Instituut Asbestslachtoffers op 20 maart 2008 tot sluiting van het bemiddelingsdossier was overgegaan. Die bemiddeling heeft ongeveer twintig maanden geduurd. Tussen aansprakelijkheidstelling op 5 augustus 2006 en dagvaarding op 16 september 2008 zijn 25 maanden verstreken. Afgezet tegen gezichtspunt G is de kantonrechter van oordeel dat dit tijdsverloop bijdraagt aan de conclusie dat het beroep op verjaring in dit geval niet onaanvaardbaar is.

27. De vorderingen behoren te worden afgewezen. Bij afwijzing van een vordering behoort in beginsel een veroordeling van de eisende partij in de kosten. In dit geval, waarin … zich op zich wel tot een nog steeds bestaande werkgeefster heeft gewend bij wie de fatale blootstelling kan hebben plaatsgevonden doch waarin de vordering strandt op het niet aannemelijk geworden zijn van een schending van zorgplicht en – ten overvloede na weging van alle gezichtspunten - op verjaring, zal de kantonrechter echter bepalen dat mede vanwege het hoge triestheidgehalte van deze zaak in afwijking van de hoofdregel iedere partij de eigen kosten draagt. Het zou voor de weduwe … wel heel zuur zijn als van de bescheiden uitkering van de SVB ook nog eens de proceskosten van Gorate vergoed moeten worden. De schouders van Gorate kunnen de last van voor eigen rekening blijvende proceskosten hopelijk wat beter dragen dan die van … als het gaat om het voldoen van die kosten.

De beslissing

De kantonrechter wijst de vorderingen van mevrouw … af en compenseert de

kosten van deze procedure aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr J.H. Olthof, kantonrechter te Almelo in de rechtbank Almelo,

en is in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature