U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Uitspraak



ARRONDISSEMENTSRECHTBANK ALMELO

Sector Bestuursrecht - Enkelvoudige Kamer

Registratienummer: 00/107 WW44 J1 A

UITSPRAAK

in het geschil tussen:

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,

gemachtigde: A.J.G. Nijland,

en

het Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Denekamp, rechtsopvolger van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weerselo, verweerder.

1. Aanduiding bestreden besluit

Fictieve weigering van verweerder om te beslissen op eisers bezwaar tegen zijn besluit van 10 september 1999.

2. De feiten en het verloop van de procedure

Bij besluit van 10 september 1999 heeft verweerder geweigerd eiser bouwvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een keuken en het aanbouwen van een plantenberging aan zijn woning op het perceel [adres] te [woonplaats].

Eiser heeft op 1 oktober 1999 tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

Op 7 februari 2000 is door eiser beroep ingesteld tegen de fictieve weigering van verweerder om te beslissen op zijn bezwaar van 1 oktober 1999. Eiser heeft daarbij verzocht verweerder te veroordelen in de proceskosten.

Bij uitspraak van 13 juni 2000 is eisers beroep door de rechtbank kennelijk gegrond verklaard.

Eiser heeft 11 juli 2000 tegen deze uitspraak verzet aangetekend aangezien de rechtbank met haar uitspraak van 13 juni 2000 verweerder niet heeft veroordeeld in het vergoeden van de kosten.

Het verzet is behandeld ter zitting van 20 september 2000, waar eiser is verschenen samen met zijn gemachtigde A.J.G. Nijland.

Bij uitspraak van 3 oktober 2000 is het verzet van eiser door de rechtbank gegrond verklaard waarbij de rechtbank heeft overwogen dat in de uitspraak van 13 juni 2000 was verzuimd te beslissen op de door eiser gevorderde proceskostenveroordeling.

Ter zitting van 8 maart 2001 heeft openbare behandeling van het beroep plaatsgevonden. Eiser is hierbij verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde terwijl verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen J.M.A. Engelbertink en W. Valk, ambtenaren in dienst van de gemeente Denekamp.

3. Overwegingen

In geschil is nog slechts de vraag of verweerder in het kader van het door eiser tegen verweerders fictieve weigering om op eisers bezwaar van 1 oktober 1999 te beslissen, dient te worden veroordeeld in de proceskosten.

De rechtbank overweegt daartoe het volgende.

In artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat de rechtbank bij uitsluiting bevoegd is een partij te veroordelen in de kosten die de andere partij in verband met de behandeling van zijn beroep bij de rechtbank heeft moeten maken. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling als bedoeld in de eerste volzin uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.

Deze nadere regels zijn uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht. In artikel 1, onder a, van dit besluit is bepaald dat een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb uitsluitend betrekking kan hebben op kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

In het onderhavige geval heeft eisers gemachtigde zich eerst ter zitting van de behandeling van het door eiser ingestelde verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 13 juni 2000 als gemachtigde gepresenteerd. Voordien was op geen enkele wijze uit de stukken op te maken dat eiser zich tot de gemachtigde had gewend teneinde hem bij te staan in de behandeling van zijn beroep bij de rechtbank. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat voor de behandeling ter zitting van het door eiser ingestelde verzet geen sprake was van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Wat betreft de kosten verbonden aan de bijstand ter zitting merkt de rechtbank op dat, zoals eisers gemachtigde ter zitting heeft verklaard, door eiser geen kosten zijn gemaakt nu daarover tussen eiser en zijn gemachtigde is overeengekomen dat de gemachtigde zijn werkzaamheden op “no cure, no pay”-basis zou verrichten. Daarmee is niet voldaan aan het wettelijk vereiste dat eiser kosten moet hebben gemaakt.

Beslist wordt als volgt.

4. Beslissing

De Arrondissementsrechtbank te Almelo,

Recht doende:

Wijst het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten af.

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na datum van verzending hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State te ’s-Gravenhage.

Gewezen en in het openbaar uitgesproken op 27 april 2001 door mr. A.E.M. Effting-Zeguers in tegenwoordigheid van J.G.M. Wolbers als griffier.

Afschrift verzonden op

jk


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature