Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Eiser vordert in kort geding betaling van achterstallig loon op grond van artikel 7:629 BW en vergoeding van medische informatiekosten. De kantonrechter verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering en veroordeelt eiser in de proceskosten. Volgens de kantonrechter is sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht als bedoeld in artikel 7:629a lid 6 BW . De eiser heeft de onderhavige procedure doorgang laten vinden, ondanks een evident ontbrekend spoedeisend belang en het ontbreken van een voor de toewijzing van de vordering benodigde verklaring van een deskundige.

Uitspraak



RECHTBANK ALKMAAR

Sector Kanton

Locatie Alkmaar

Zaak 189192 Rolnr.: 2810/05 AS

Uitspraakdatum: 30 september 2005

Vonnis in kort geding

De kantonrechter als voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding, heeft het volgende vonnis gewezen in de zaak van:

[eiser], wonende te Heerhugowaard

eiser in kort geding

gemachtigde: mr. E.H. Copini, advocaat te Alkmaar (toevoeging)

tegen

de besloten vennootschap Poedercoating Heerhugowaard B.V., gevestigd te Heerhugowaard

gedaagde in kort geding

gemachtigde: mr. R.A.A. Kool, advocaat te Alkmaar.

Het procesverloop

Eiser heeft een voorziening in kort geding verzocht, zoals omschreven in de dagvaarding van 19 juli 2005.

De zaak is behandeld op de terechtzitting van 16 september 2005. Door beide partijen zijn voordien producties in het geding gebracht. Van hetgeen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling door en namens partijen is verklaard (door mr. Kool mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen) zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.

Hierna is vonnis bepaald.

De inhoud van alle voormelde stukken geldt als hier herhaald en ingelast.

Het geschil

Eiser vordert bij wege van voorziening ex artikel 254 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde tot betaling aan hem van:

- een bedrag van € 3.853,07, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het gevorderde loonbedrag en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 november 2004, zijnde de datum waartegen de wettelijke rente is aangezegd voor de tot dan toe vervallen bedragen en voor de nadien verschuldigde bedragen vanaf de dag der opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;

- een bedrag van € 74,38 ter vergoeding van medische informatiekosten, met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding.

Eiser stelt daartoe dat hij van 1 juli 2004 tot en met 31 december 2004 als algemeen medewerker in dienst van gedaagde is geweest krachtens een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op de arbeidsovereenkomst was de CAO Metaalnijverheid van toepassing.

Medio augustus 2004 is eiser een arbeidsongeval overkomen. Bij de uitvoering van spuitwerkzaamheden in de productiespuiterij is een deksel op zijn duim gevallen, waarvan hij ernstige pijnklachten aan zijn duim heeft overgehouden. Per 23 augustus 2004 heeft eiser zich ziek gemeld bij gedaagde.

Gedaagde weigert sinds 13 oktober 2004 het salaris van eiser te betalen, stellende dat hij ongeoorloofd afwezig is vanaf die datum. Volgens gedaagde was eiser in staat vervangende passende werkzaamheden te verrichten. Eiser is evenwel van mening dat de door gedaagde aangeboden werkzaamheden niet passend waren. Het ging daarbij aanvankelijk om opruimwerkzaamheden en werkzaamheden met een schuurmachine. Deze werkzaamheden heeft hij tot 13 oktober 2004 gedaan, maar ze bleken niet passend. Nadien heeft gedaagde aan eiser (die, zoals gedaagde bekend is, met ernstige allergische astma is behept) administratief werk aangeboden. Bij de uitvoering daarvan kreeg eiser astmaklachten vanwege de stoffige en tochtige werkomgeving.

Eiser heeft gedaagde doen sommeren hem zijn salaris, vermeerderd met ploegentoeslag en vakantietoeslag, te betalen, doch zij is daartoe niet overgegaan. Ook heeft gedaagde pas na diverse sommaties medewerking verleend aan het verstrekken van door het UWV opgevraagde informatie, zodat vertraging is ontstaan bij de beslissing op de ww-aanvraag van eiser.

Eiser verkeert door een en ander in een financieel penibele situatie en heeft een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening: het salaris over de periode 13 oktober 2004 tot en met 31 december 2004, vermeerderd met ploegentoeslag en vakantietoeslag ad in totaal € 3.853,07, vermeerderd met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging, alsmede vermeerderd met een vergoeding van de door eiser gemaakte informatiekosten.

Gedaagde heeft verweer gevoerd. Primair is zij van mening dat eiser in zijn vordering niet kan worden ontvangen, dan wel dat deze moet worden afgewezen.

In de eerste plaats acht zij geen spoedeisend belang aanwezig, terwijl eiser voorts niet heeft voldaan aan het gestelde in artikel 7:629a BW. Subsidiair is gedaagde van mening dat voor haar op grond van artikel 7:629 lid 3 aanhef en onder c BW de verplichting om het loon te betalen is vervallen.

De beoordeling

Omtrent het voor een vordering in kort geding vereiste spoedeisend belang overweegt de kantonrechter als volgt.

Allereerst staat vast dat eiser geruime tijd heeft gewacht alvorens de onderhavige voorziening te vorderen. De gemachtigde van eiser heeft reeds op 27 april 2005 voor deze procedure een toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand verkregen, doch eerst op 13 juni 2005 heeft eiser de kantonrechter verzocht de dagvaarding van gedaagde in kort geding te bevelen. Waarom eiser zo lang heeft gewacht, is niet duidelijk geworden. De zitting in kort geding zou aanvankelijk plaatsvinden op 15 juli 2005. De gemachtigde van eiser liet evenwel op 6 juli 2005 weten dat die zitting wegens verblijf van eiser in het buitenland geen doorgang kon vinden en verzocht daarbij een nadere zittingsdatum te bepalen. Rekening houdende met de door de gemachtigde van eiser opgegeven verhinderdata van beide partijen (18 tot en met 29 juli, 1 tot en met 26 augustus, 1 tot en met 17 september, 12 september en 22 tot en met 28 september 2005) is de zitting vervolgens nader bepaald op 16 september 2005. De gemachtigde van eiser heeft bij die gelegenheid aangegeven dat het spoedeisend belang van eiser inmiddels is afgenomen doordat hem een ww-uitkering is toegekend.

Dat dat reeds met ingang van 18 januari 2005 is gebeurd, hetgeen aan eiser bij brief van de uitkeringsinstantie d.d. 4 april 2005 (derhalve ruimschoots voor de datum waarop eiser zich voor een voorziening in kort geding tot de kantonrechter wendde) is meegedeeld, zoals door de gemachtigde van gedaagde is aangevoerd, heeft zij niet bestreden. Dat eiser thans - gelet op zijn financiële situatie - nog een zodanig spoedeisend belang heeft dat hij een bodemprocedure niet kan afwachten, heeft de gemachtigde van eiser (bij diens afwezigheid) - tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan zijdens gedaagde - niet aannemelijk kunnen maken.

Eiser heeft evenmin zelf kunnen aangeven dat hij thans nog een spoedeisend belang bij de onderhavige vordering heeft: hij is niet ter zitting verschenen. Zijn raadsvrouwe heeft verklaard niet te weten waarom eiser - zonder haar daarvan in kennis te stellen - niet is verschenen. Zij heeft evenmin in de afgelopen periode telefonisch contact met hem kunnen krijgen.

Het geheel overwegende is de kantonrechter van oordeel dat eiser wegens het ontbreken van een spoedeisend belang niet in zijn vordering kan worden ontvangen.

Voorts overweegt de kantonrechter als volgt.

Zou eiser zijn spoedeisend belang wel aannemelijk hebben gemaakt, dan zou zijn vordering zijn afgewezen, nu hij bij zijn eis niet heeft gevoegd de in artikel 7:629a lid 1 BW bedoelde verklaring, de zogenaamde second opinion. Voormeld artikel bepaalt immers: "De rechter wijst een vordering tot betaling van loon als bedoeld in artikel 7:629 af, indien bij de eis niet een verklaring is gevoegd van een deskundige, benoemd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, omtrent de verhindering van de werknemer om de bedongen of andere passende arbeid te verrichten respectievelijk diens nakoming van de verplichtingen, bedoeld in artikel 660 a ". Deze verplichting geldt ingevolge het tweede lid van artikel 7:629a BW niet "indien de verhindering respectievelijk de nakoming niet wordt betwist of het overleggen van de verklaring in redelijkheid niet van de werknemer kan worden gevergd". Daarvan is hier evenwel geen sprake: de vordering wordt door gedaagde uitdrukkelijk betwist, terwijl eiser niet aannemelijk heeft gemaakt, laat staan aangetoond, dat het voor hem onmogelijk is de bedoelde verklaring te overleggen.

Met betrekking tot de kostenveroordeling in deze zaak overweegt de kantonrechter dat ingevolge lid 6 van artikel 7:629a BW een werknemer ter zake van een vordering als de onderhavige slechts in de kosten van de werkgever wordt veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De kantonrechter is van oordeel dat hiervan in casu sprake is, nu eiser ondanks een evident ontbrekend spoedeisend belang en het ontbreken van een voor de toewijzing van de vordering benodigde verklaring van een deskundige de onderhavige procedure doorgang heeft laten vinden.

Het vorenoverwogene leidt tot de navolgende beslissing.

De beslissing in kort geding

De kantonrechter:

Verklaart eiser niet ontvankelijk in zijn vordering.

Veroordeelt eiser in de proceskosten, die tot heden voor gedaagde worden vastgesteld op een bedrag van € 200,-- voor salaris van de gemachtigde van gedaagde (waarover eiser geen BTW verschuldigd is).

Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Friedberg, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 30 september 2005 in het openbaar uitgesproken.

De griffier

De kantonrechter


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature