Profijtontneming. Art. 36e.8 Sr. Aan benadeelde derden in rechte toegekende vorderingen. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2000:AA5438. In ’s Hofs overwegingen ligt als zijn oordeel besloten dat de aan b.p. X toegekende vordering v.zv. betrekking hebbend op de overige materiële schade en de aan b.p. Y toegekende vordering niet in aanmerking komen om in mindering te worden gebracht, omdat tegenover de schade waarop die vorderingen zien niet een corresponderend voordeel voor betrokkene staat. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.