Ingevolge de art. 449 en 450 Sv kan namens een verdachte slechts cassatie worden ingesteld door een verklaring op de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beslissing is gegeven, af te leggen: a. door een advocaat, indien deze verklaart daartoe door verdachte bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd, of b. door iemand die bij een door verdachte zelf gegeven bijzondere volmacht daartoe schriftelijk gemachtigd is. Nu het namens verdachte ingestelde cassatieberoep niet aan één van deze voorwaarden voldoet (fax van raadsman waarbij griffiemedewerker werd gemachtigd), dient verdachte niet-ontvankelijk te worden verklaard in dat beroep (HR NJ 2001, 293).